Toeristen en drugsincidenten – Adviezen van aanpak

Inleiding
Naar aanleiding van het tragische voorval van een aantal weken geleden van een uit een raam springende toerist (22 jarige Zwitser, jeugdhostel Kloveniersburgwal) waar vermoedelijk druggebruik een rol heeft gespeeld, pleit ik voor overleg om dergelijke ingrijpende tragedies te voorkomen. Zowel dergelijke incidenten als bestudering van de drugsgerelateerde ambulancecijfers over de afgelopen jaren maken duidelijk dat het een aparte risicogroep is van relatief jonge toeristen die een aantal dagen (meestal een lang weekend) Amsterdam aandoen. Door een aantal in elkaar grijpende factoren zoals (reis)vermoeidheid, groepsdruk, combigebruik, te hoge verwachtingen van wat Amsterdam te bieden heeft (zie foto van een vitrine van een smartshop), gebruik in een hectische omgeving van de binnenstad, teveel willen binnen te weinig tijd, overschatting, enz. ontstaan dergelijke incidenten die niet of nauwelijks onder Hollandse gebruikers voorkomen.
Kortom, dit pleit voor een gericht drie-dagen- toeristen drugspreventiebeleid. Kortom, maatwerk in plaats van wat meestal gebruikelijk is als reactie op (drugs)incidenten van onder publiek en politiek de oproep voor een repressief drugsbeleid, een beleid wat in feite geen beleid is maar een ontkennende reactie van wat zich werkelijk aan drug en druggebruik afspeelt in de samenleving.

Het Amsterdamse drie-dagen-toeristen drugspreventiebeleid bestaat uit de volgende onderwerpen:

1. Een niet-mis-te-verstane oproep dat je oerstom bent als je:
a. in Amsterdam aanleiding ziet om voor de eerste keer in je leven drugs te nemen;
b. drugs via straatdealers aanschaft.

2. Daarop aansluitend een voorlichtingscampagne van het wijzen op een aantal specifieke risico’s voor deze drie-dagen- toeristen zoals:
a. Vermoeidheid (jetleg, 24-uurs busreis, enz.)
b. De druk vanuit de vriendenkring om ook te gebruiken,
c. Combigebruik, het risico van het combineren van drugs (incluis alcohol),
d. Het risico van het in een paar dagen tijd alles willen meemaken aan een zekere vrijheid in Amsterdam wat in eigen stad/land niet mag/kan met het risico dat het high gevoel kan doorslaan in flippen tot regelrechte paniek,
e. In deze voorlichting moet benadrukt worden dat je in Amsterdam niet gearresteerd wordt als een ambulance nodig is; zowel niet het slachtoffer als degene die belt! Dit benadruk ik omdat een deel van het ontstaan van paniek door het slachtoffer, als zijn directe relaties een gevolg is van de angst voor arrestatie als drugs in het spel is.

In overleg met de hotspots van de doelgroep van jonge toeristen zoals jeugdhotels, de uitgaanskwartieren van Leidse- en Rembrandtplein, rent-a- bikesshops, de binnenstad coffeeshop- en smartshopbranche, kunnen bovengenoemde suggesties nader uitgewerkt worden incluis welke mediums daarvoor aangewend moeten worden zoals posters,flyers, internet, enz.

3. Overleg met de coffeeshop- en smartshopbranche
Een nadere invulling van deze strategie is overleg met die coffeeshops waar overwegend toeristen komen van wat zij aan bijdrage kunnen leveren in het terugdringen van de cannabisgerelateerde ambulancecijfers. Hierbij valt te denken aan een toeristenflyer met tips over verstandig gebruik van hasj en wiet op basis van eerder genoemde specifieke risico’s van het in drie-dagen-bezoeken van Amsterdam (ergo, een aanvullende flyer op die van de huidige flyer van het Trimbos Instituut voor de bezoekers van coffeeshops). Het strekt ook tot aanbeveling om de bestaande cursus voor het personeel in coffeeshops aan te vullen met die voor het personeel van coffeeshops waar overwegend toeristen komen. En gelet op het aantal ambulancecijfers met relatief veel incidenten/eerstehulpverzoeken in het gebruik van spacecake is overleg over dit product met de coffeeshopbranche gewenst.

Met de smartshopbranche kan overlegd worden of de bestaande productinformatie en voorlichting over verstandig gebruik van smartproducten aangevuld moet worden met informatie richting de drie-dagen- toeristen. Met de branche is ook overleg gewenst over het terugdringen van de opzichtige reclame aan de voorpuien van smartshops in de binnenstad. De door de Deelraad Binnenstad aangenomen motie van Groenlinks met een oproep voor een evenwichtig Amsterdams smartshopbeleid kan hierbij als leidraad dienen. Met deze motie zal de bereidheid vanuit de branche toenemen om een bijdrage te leveren in de preventie en voorlichting naar de drie-dagen- toeristen.

Om bovengenoemde overleggen met beide branches succesvol te laten verlopen adviseer ik dat de Wethouder Zorg dit dossier onder zijn hoede neemt. Hiermee geeft het stadhuis zowel een politiek als een bestuurlijk signaal dat dit dossier vanuit gezondheidspreventie uitgevoerd moet worden. Dit zeg ik met nadruk omdat naar beide branches zowel het landelijke als het lokale beleid steeds meer ingestoken is vanuit een Openbare Orde denken, vanuit een justitiële invalshoek van de invulling van het coffeeshop- en smartshopbeleid wat binnen beide branches op steeds meer weerstand stuit, met als ongewenst bijeffect van een toenemende polarisatie tussen de overheid en genoemde branches.

4. Monitoring drugstrends
Zoals gesteld maakt bestudering van de Amsterdamse drugsgerelateerde eerstehulpcijfers duidelijk dat een relatief hoog percentage van deze cijfers te maken hebben met drugsproblemen onder de drie-dagen-toeristen. Periodieke bestudering van deze cijfers levert inzicht op welke trends zich daarbij afspelen, wat gebruikt kan worden bij het, als nodig aansturen van de preventie en voorlichting naar deze risicogroep incluis adviezen voor de eerste hulpinstanties in hun levensreddend werk. Het verhogen van het inzicht van wat zich aan trends afspelen is ook gebaat bij het nader bestuderen van de inhoud van drugs uit de zogenaamde discoboxen van discotheken en party’s. Hetzelfde geldt voor de drugs die in het kader van de aanpak van straatdealers in de Amsterdamse binnenstad in beslag zijn genomen.

Nadere bestudering van de drugs uit beide bronnen levert informatie op over zowel de soorten drugs als de kwaliteit daarvan. Deze informatie kan gezien worden als aanvulling op de gegevens in zowel vraag als aanbod van drugs die via de Amsterdamse drugstestspreekuren verzameld worden. Daar waar deze testspreekuren overwegend informatie verzamelt aan trends in vraag en aanbod onder de Amsterdamse gebruikers (tot in de regio aan toe), leveren beide andere bronnen (deels) informatie, lees indicaties op over de trends in vraag en aanbod onder toeristen. In een overleg met John Bombeeck is al over dit voorstel van gedachte gewisseld met als inzet om hierover verder van gedachte te wisselen. In het kader van deze notitie beveel ik dit voorstel van harte aan.

5. Informeren van de publieke media
De afgelopen maanden heeft weer pijnlijk duidelijk gemaakt dat de berichtgeving over ernstige ongevallen, zoals de eerder beschreven slachtoffer uit Zwitserland, voor veel publieke en politieke onrust heeft gezorgd, van een golf aan media tot in het buitenland aan toe, waarbij Amsterdam weer voor de zoveelste keer als een drugstad werd afgeschilderd (wat op zijn beurt weer het beeld onder jonge toeristen versterkt van dat er in Amsterdam “van alles en nog wat te beleven valt”). Kortom, in menig opzicht is er alle aanleiding voor een uiterst terughoudende opstelling van de verantwoordelijke instanties in het informeren van de media. Het benadrukken van dat pas bij nader onderzoek inzicht verkregen kan worden van wat de oorzaken en achtergronden van een ernstig ongeval kunnen zijn en welk invloed drugs daarbij gespeeld kunnen hebben moet in eerste instantie voldoende zijn om de media te informeren (waarmee tegelijkertijd de piëteit voor de nabestaanden in acht genomen wordt).

En hoe een dergelijk onderzoek moet plaatsvinden is voor nader overleg, waarbij ik adviseer dat bij ernstige drugsgerelateerde incidenten deskundigen betrokken worden met kennis over drug en druggebruik, van met name over die kringen van gebruikers waarbinnen het ongeval zich heeft afgespeeld, zoals in dit geval onder toeristen (hetzelfde voorstel adviseer ik ook ten aanzien van ernstige drugsgerelateerde incidenten op parties als instrument voor het verbeteren van een veilig verloop van parties tot het eventueel opstarten van een Red Alert) Met een dergelijke multi-disciplinair onderzoek (van zowel vanuit een strafrechtelijke invalshoek als die vanuit Volksgezondheid) is na te gaan of er sprake is van louter een incident of dat er meer aan de hand is wat aanleiding kan zijn voor nadere maatregelen zoals het bijsturen van het preventie- en voorlichtingsbeleid naar de drie-dagen- toeristen.

Tot zover een aantal voorstellen die, als deze voortvarend aangepakt worden, niet alleen tot een reductie van het aantal drugsgerelateerde incidenten onder de drie-dagen-toeristen zal leiden maar ook tot het voorkomen van mediahypes met alle voordelen van dien tot in het buitenland aan toe van het terugdringen van het negatieve imago als zou Amsterdam een dopestad zijn,terwijl in menige stad in de wereld het drug en druggebruik (onzichtbaarder, maar juist daardoor) zich veel extremer afspeelt dan in onze stad.

Amsterdam, 11 september 2013

August de Loor