Categoriearchief: coffeeshopbeleid

EXPERT MEETING OVER HET IN AMSTERDAM INVOEREN VAN HET I-CRITERIUM

 Vanavond 25 mei 2021 is er een bijeenkomst waar deskundigen hun visie geven over het wel of niet invoeren in Amsterdam van het i-criterium. Deze expert meeting is georganiseerd door de Gemeenteraad. Mijn inbreng is van achter de coulissen van het de afgelopen tijd advies geven aan een aantal sprekers tot en met het met onderstaande brief rechtstreeks benaderen van de raadsleden, veel leesplezier!

Geachte raadsleden,

Als niet deelnemer aan de Expert Meeting van vanavond vind ik, als geboren en getogen binnenstadbewoner en met 50 jaar kennis en ervaring met het Amsterdamse drugsbeleid, het niet meer als mijn plicht een bijdrage te leveren in de discussie over het wel of niet invoeren van het I-criterium.

En om maar meteen met de deur in huis te vallen raad ik dit criterium met klem af als instrument in zowel het beteugelen van het toerisme als het verbeteren van het leefklimaat van de Amsterdamse binnenstad. In mijn visie levert het criterium eerder een negatief resultaat op die doelstelling. Daarvoor in de plaats is MAATWERK nodig waar in onderstaande een aantal voorbeelden van gegeven worden.

 

Waar ik in deze mail niet op inga is dat de Driehoek het criterium ook wil inzetten als instrument in het terugdringen van het ondermijnend effect van de coffeeshopbranche op de bovenwereld. Het is met dit wegzetten van de coffeeshopbranche de logica dat met het criterium een drastische vermindering van de inkomsten gerealiseerd wordt met dito een vermindering van de corrumperende werking van de coffeeshopbranche op die bovenwereld! Deze, en ook andere zeer opmerkelijke redeneringen van de Driehoek ( rechtstreeks afkomstig uit 2010 van toen de regering VVD, CDA en de gedoogpartner PVV) verlangen een zeer grondig weerwoord waar in de Expert Meeting geen ruimte voor gereserveerd is. Het is alleen al daarom van dat ik mijn oproep herhaal van dat de raad er voor pleit een Multidisciplinaire werkgroep te formeren die over deze onderwerpen de raad van advies voorziet

 

Met groet!

August de Loor

 

 

Zoals uit eerdere notities over het criterium ( zie website; augustdeloor.nl) wil ik nogmaals benadrukken; Het criterium is gefundeerd op de veronderstelling als zouden de niet-ingezetenen in onze stad louter toeristen zijn. En als die laatste ook nog omschreven worden als massatoeristen en de bezoekers van coffeeshops weggezet als laagwaardig toerisme, als een stelletje drugstoeristen “die het Amsterdamse werelderfgoed naar de klote helpen” dan is het met dergelijke toedichtingen een meer dan valse illusie dat het criterium de problemen in EEN klap oplossen!

De werkelijkheid is veel genuanceerder met dat de niet-ingezetenen uit veel meer categorieën bestaan dan alleen dat zogenaamde massatoerisme. En dat wat betreft coffeeshops die bezoekers afkomstig zijn uit alle lagen van de bevolking in leeftijd, etniciteit en sociale klasse ( ergo; hun kwalificatie van laagwaardig eigenlijk een schande is).

En tenslotte wat betreft de discussie over het criterium is het van belang te benadrukken dat er tussen een deel van de wel en niet ingezetenen aan bezoekers van coffeeshops sprake is van dwarsverbanden van ( tijdelijke of langdurige) contacten.

Dit betekent dat het criterium voor beide categorieën van coffeeshopbezoekers consequenties zal hebben wat de invoering van het criterium de leefbaarheid van onze stad niet bevorderd en tot een verdere verschraling van het Amsterdamse softdrugs- en coffeeshopbeleid zal leiden.

Hierbij een aantal toelichtingen wat daar dieper op in gaat;

  1. Met het criterium zal door de onderlinge relaties tussen ingezetenen en niet-ingezetenen een deel van die relaties de coffeeshops links laten. Het onderling versterken van de relaties plus het blowen zal zich verplaatsen naar hotelkamers, woonkamers, cafés, parken en andere gelegenheden. Dus weg sociale controle door het coffeeshoppersoneel, meer overlast met de “gehaaide “ straatdealer op oogafstand
  2. Uit een klein veldonderzoek van het Adviesburo blijkt dat in veel coffeeshops buiten het stadscentrum ook veel niet- ingezetenen zitten die niet tot de typische toerist behoren, zoals tijdelijke bewoners van de stad binnen de multi/culti familiebanden, expats, seizoenarbeiders, enz. Met het criterium worden zij naar de straat verbannen terwijl juist voor hen een sociaal vangnet zeer belangrijk is, lees hun tijdelijke lokale buurtcoffeeshop!
  3. Er zit vooral veel overlap tussen wel en niet-ingezetenen tijdens met name de vele internationale manifestaties in Amsterdam. Het meest markante voorbeeld is ADE. De hele ADE week zitten de coffeeshops vol met gemixte binnen- en buitenlandse feestganggroepen. Met het criterium valt dat uit elkaar en blijven uit solidariteit ook de ingezetenen weg uit de shops en waar dan het samen ontmoeten/bijpraten/jointje roken zich dan zal afspelen hoeft, zie 1), geen verdere uitleg meer.
  4. Handhaving van het criterium verlangt ook controle op de wel ingezetenen.  Uit onderzoek van het Adviesburo tijdens de Lockdown periode van registratieplicht voor het bezoeken van publieke gelegenheden ( het z.g.n. brononderzoek) bleek  dat bezoekers van coffeeshops daar nauwelijks toe bereid waren. Kortom de prijs voor het weren van niet-ingezetenen uit coffeeshops heeft een drempelverhogend effect op de wel ingezetenen.
  5. Een door een complex aan in elkaar grijpende factoren ( met name als gevolg van allerlei overheidsmaatregelen zoals de anti-tabakswet, landelijk/Amsterdam geleidelijke afname van het aantal coffeeshops, rigide sanctionering bij overtreding op de gedoogcriteria, enz) gaan steeds meer coffeeshops over tot louter verkoop van cannabis. Het vanuit het loket ( en dan vaak nog vanachter glas) handhaven van het criterium zal ertoe leiden dat, om elk risico te vermijden, elke bezoeker gecontroleerd gaat worden, met alle irritatie van dien onder zowel het personeel; “Ongeacht wie, ik speel op safe en eis een legitimatie!” als de klanten “als het zo mot dat bel ik voor mijn portie wiet wel een 06 lijntje, dan heb ik iedere keer dat legitimatie gezeur niet meer an m,n kop!”

 

En die laatste opmerking raakt een van de belangrijkste kernpunten tegen het criterium!

Het criterium leidt niet alleen tot een volledige leegloop uit de coffeeshops van de vele categorieën van niet- ingezetenen maar ook die nog wel formeel binnen mogen komen; de ingezetenen (vooral bij die met dwarsverbanden met de niet-ingezetenen). Het zal voor een verdere verzwakking zorgen van waar het bij het coffeeshopbeleid om te doen is van het scheiden der drugsmarkten!  Een uitleg is nodig;

De invoering van het scheidingsbeleid tussen soft- en harddrugs stamt nog uit de tijd van dat de trends in zowel verkoop als gebruik van harddrugs zich volledig afzonderlijk voltrok met die van softdrugs. De coffeeshop als meest innovatieve model om die afstand in elk opzicht te borgen.

De afgelopen decennia is echter het illegale verkoopcircuit steeds laagdrempeliger geworden met steeds meer service; 06 lijnen, het bestellen via Darkwebsites en met korting aan huis leveren van alle soorten middelen. En dat laatste niet meer alleen de verkoop van de klassieke-ver-weg-van-de-softdrugs middelen (zoals heroïne, cocaïne base) maar een variatie aan allerlei soorten uppers, uitgaansdrugs, designers, Herbals, zelfkweeksetjes, enz. Het is aan de vanaf begin jaren 90 geleidelijke daling van het aantal coffeeshops in Nederland ( en andere “anti coffeeshopmaatregelen “) te danken dat dit illegale verkoopcircuit ook steeds vaker hasj en wiet ging verkopen tot zelfs de klassieke straatdealer aan toe (met als laatste zeer zorgwekkende trend van die van de gezondheidsbedreigende synthetische hasj en wiet).

Kortom, het zijn de bovenstaande ontwikkelingen van het illegale verkoopcircuit wat een robuust, klantvriendelijk, laagdrempelig en voor een ieder welkom coffeeshopcircuit verlangt om haar consumenten van cannabis aan zich te kunnen blijven binden! Het criterium staat daar haaks op van een verdere verschraling van de coffeeshopbranche wat haar concurrentiepositie ten opzichte van het illegale hard- en softdrugsverkoopcircuit alleen maar verder ondermijnd.

 

Hierbij wil ik benadrukken met dat de invoering van het criterium voor een veel zorgwekkender proces zal zorgen dan wat alom beweerd wordt van een toename van het aantal straatdealers.

  1. Niet zozeer een toename van het aantal straatdealers is de verwachting maar eerder een verharding. Niet alleen als gevolg van de toenemende onderlinge concurrentie maar ook onder invloed waar de producten aangeschaft worden/moeten worden, lees de bovenbeschreven gecombineerde softdrugs/harddrugs tussenhandel ( een tussenhandel die als gevolg van de invoering van het criterium een forse inkomstenderving op loopt en dus via de illegale verkoopcircuits van onder andere hun “gestaalde “ kaders aan straatdealers terug slaat!).
  2. De opkomst van een soortement vriendendienst/tussenhandel in meerdere middelen dan alleen cannabis binnen met name de dwarsverbanden van de wel en niet- ingezetenen ex bezoekers van coffeeshops
  3. De opkomst van opportunisten. Van onder andere door de Lockdown fors toegenomen leger van werklozen die overal wel een kleine wietkweker kent/is, de drugsbestel 06 lijn of anderszins de wegen kent om aan de middelen te komen en daar de vriendenkring/toerist/buitenlandse relaties mee wil verblijden.

Het zijn die laatste twee categorieën aan nieuwe dealsystemen wat het “gestaalde” kader van 1) als zeer ongewenst, als concurrerend zal opvatten en daar ongetwijfeld hun maatregelen tegen zullen gaan treffen. En zo zal een proces op gaan komen wat ik in Amsterdam niet voor mogelijk had gehouden met wat zich in menige andere stad in Europa en Amerika, zonder coffeeshops) wel afspeelt van een keiharde strijd om de macht in het illegale verkoopcircuit van soft- en harddrugs.

En dat plus het al eerder genoemde nieuwe ernstige gezondheidsrisico van synthetische hasj en wiet is iets waar Amsterdam gevrijwaard in moet blijven is mijn dringende advies!

 

Met vriendelijke groet!

August de Loor

 

Tenslotte, als ik zie dat twee burgemeesters uit het zuiden van het land in de expert meeting een bijdrage leveren in de discussie over het criterium wil ik benadrukken van dat de bezoekerspatronen van niet-ingezetenen naar de Amsterdamse coffeeshops in zowat elk opzicht afwijken met hun steden, Breda en Vlissingen Dit betekent dat zowel de positieve als negatieve ervaringen met het criterium aldaar nauwelijks van toepassing is op Amsterdam. En als er dan toch iets over het zuiden gemeld kan worden is dat het veronderstelde succes van het criterium in Maastricht het resultaat is dat hemelsbreed vergelijkbare steden wel buitenlanders in hun coffeeshops toelaten. Kortom, het is dus alleen maar een kwestie van effe doorrijden voor de Belgen en de Duitsers naar een buurgemeente zonder criterium waar Maastricht vervolgens het succes van haar criterium mee rond bazuint. Nederland op z’n smalst als vervolgens het Maastrichtse succes kritiekloos kan rondzingen tot in de burelen van de Amsterdamse Driehoek aan toe!

 

Met vriendelijke groet!

August de Loor

Ps) en dan hier nog een aantal citaten uit eerdere notities over het criterium

Laagwaardig toerisme, drugstoerisme in coffeeshops?

Decennialang zitten coffeeshops, net als cafés, vol met binnen- en buitenlandse bezoekers. Tijdens de Gay Pride, de Europacup voetbal, popconcerten, Koningsdag, beurzen in de RAI, ADE muziekfestival met daar bovenop al die tijdelijke buitenlandse werknemers uit de overslagbedrijven, IT en de financiële-sector. Om over al die buitenlandse studenten maar te zwijgen. Het stedentoerisme is daar het afgelopen decennium bijgekomen. Met door de drukte een extra aanslag op het publieke domein van de binnenstad. (waarbij de overlast door coffeeshops niet te vergelijken is met die uit het nachtleven-circuit).
Dit alles overziend is de veronderstelling onterecht dat coffeeshops laagwaardig toerisme aantrekken. Het roept de vraag op of al diegenen die dat beweren ooit wel eens een coffeeshop hebben bezocht?

Ondanks de opkomst van het stedentoerisme is de stroom aan bezoekers van coffeeshops nog steeds op te delen tussen wel, kort tot niet officieel in Nederland geregistreerde bezoekers. Met opgeteld de vele relationele dwarsverbanden tussen de bezoekers staat dit haaks op de veronderstelling onder voorstanders van het I-criterium dat er in coffeeshops sprake zou zijn van een strikte scheiding tussen geregistreerde en niet geregistreerde bezoekers. Het moge duidelijk zijn dat elke maatregel ingevoerd op een verkeerde veronderstelling niet werkt. Bij het I-criterium gaat dit zeker op.

Beginnend aan de voordeur van verhitte discussies wie nou wel en wie nou niet naar binnen mag. De BIZARRE situatie dat toeristen in een gastvrije stad logeren met vele publieke gelegenheden maar waar voor hen ÉÉN publieke ruimte, de coffeeshop, verboden terrein is. Waar zij lijdzaam moeten toezien dat die zelfde coffeeshop gezellig vol is met kennelijk mensen die er wel in mogen! En wat betreft al die coffeeshops die zich nog louter toeleggen op de verkoop, met in praktijk een balie vlak achter de voordeur met “snel-geholpen-willen-worden-in-en-uit-lopende-klanten”!

Hoe kan binnen een dergelijke setting überhaupt controle efficiënt plaatsvinden? Opgemerkt dat het personeel ondertussen lijdzaam moet toezien als de minuut eerder geholpen klant zijn cannabis met 5 euro extra “doorverkoopt” aan de buiten wachtende toerist. Hoe moet de eigenaar van de coffeeshop dit uitleggen naar de buren? En hoe moeten de handhavers hier in Godsnaam op reageren als de buren hierover gaan klagen? En wat zal het criterium allemaal teweeg brengen in coffeeshops in de woonwijken? Verregaande irritaties bij eigenaar en personeel voor het invoeren van allerlei controlemaatregelen terwijl er in hun shop nauwelijks toeristen komen. En wat te doen met al die kort/lang tijdelijke bewoners in Amsterdam zonder geldige papieren die de coffeeshop als stamcafé beschouwen maar dan opeens niet meer binnen mogen? (de internationale stad Amsterdam heeft “vele grijze tinten” tussen geregistreerde en niet geregistreerde bewoners). En tenslotte, hoeveel psychologen zijn er nodig om de motivatie onder al die handhavers hoog te houden die in de praktijk zullen ervaren hoe onzinnig het I-criterium te controleren valt, c.q. averechts uit zal pakken!

Neven verschijnselen

Het criterium zal echter nog veel meer teweegbrengen! De geschiedenis leert dat wanneer maatregelen op verkeerde veronderstellingen worden ingevoerd de creativiteit onder de direct betrokkenen hoogtij viert om die maatregelen te omzeilen. Als uitvloeisel van 50 jaar zwalkend softdrugsbeleid is binnen de wereld van cannabis creativiteit en vindingrijkheid tot kunst verheven hoe met dat zwalkend beleid om te gaan. Ten aanzien van het I-criterium zal een tegenbeweging op gang komen met het aanbieden van valse registratieformulieren, van het voor de buitenlandse vrienden “informeel” leveren van cannabis tot welkompakketjes op de AirBnB kamers aan toe. Of app,s en 06 lijnen hoe je als toerist in Amsterdam aan cannabis kan komen (wat zich uiteraard – en helaas niet zal beperken tot cannabis).

Stijgende overlast

Maar het zal daartoe niet beperkt blijven! Het I-criterium zal leiden tot straatdealers in het gezichtsveld van de voordeur van coffeeshops, tot hondsbrutale dealers die al in de hotellobby’s tot buiten de Ring hun diensten aanbieden. Door het criterium zal het blowen zich verplaatsen naar de hotelkamers, naar cafés, in parken, enz met meer overlast voor de stad en dat het gebruik meer in zicht komt voor jongeren onder de 18 jaar (dus het jeugdcannabispreventiebeleid ondermijnt)

Gotspe

De consequentie van het invoeren van het I-criterium voor het weren van de zogenaamde laagwaardige toeristen in de Amsterdamse binnenstad zal betekenen dat ook alle coffeeshops buiten het centrum er aan moeten geloven met, als angst voor het waterbedeffect onder lokale overheden, ook de rest van Nederland zal volgen. Dit betekent dat waar de nadelen van het I-criterium in menig stad in het zuiden van het land al jaren wordt “verdoezeld” door de buursteden die er vanaf zagen (of er op terug kwamen) dan niet meer opgaat. Het is een Gotspe dat voorstanders van het I-criterium, tot zelfs hoogleraar Tops aan toe, stellen dat invoering van het I-criterium in steden zoals Maastricht succesvol uitgepakt heeft. Maar nog belangrijker is dat de bezoekerspatronen naar de coffeeshops in Maastricht en andere grenssteden op velerlei manieren niet te vergelijken is met die naar de Amsterdamse coffeeshops. Kortom, de grenssteden hebben zo hun eigen argumenten tegen het criterium, Amsterdam de zijne!

Spelen met vuur

Met een 100% landelijke invoering van het I-criterium komen alle nadelen aan de oppervlakte met daar bovenop een circuit dat daar van profiteert; Het illegale verkoopcircuit buiten de coffeeshops. Een circuit wat zich niet beperkt tot cannabis maar allerlei soorten soft- en harddrugs verkoopt (tot steeds vaker de verkoop van anabolen, illegale Viagra tot onduidelijke designerdrugs aan toe) En dat alles zonder enige restrictie in leeftijd, kwaliteitsborging, productinformatie en voorlichting. Kortom, met het I-criterium haalt Amsterdam niet alleen het Paard van Troje in huis maar ook in steden die daar niet om hebben gevraagd!

Amsterdam bezint voor je begint!

Met nu voor de komende jaren door de Corona crisis zeer onzekere toekomst van Amsterdam is het helemaal “spelen met vuur” als het stadhuis allerlei maatregelen neemt die niet meer terug te draaien zijn. En daarmee kom ik op een van mijn meest bezorgde analyse als het I-criterium ingevoerd wordt. Het is door diezelfde Corona crisis dat we aan de vooravond staan van een enorme nieuwe golf aan werkelozen. Met de armoefuik in het verschiet is het voorspelbaar dat een desperaat deel van hen zowel hun privé deal adressen aanboren als hun contacten in het Amsterdamse uitgaanscircuit gebruiken voor het doorverkopen naar al diegenen die niet de coffeeshops in mogen. Dit zal ongetwijfeld tot spanningen leiden met het huidige “gestaalde” kaders aan straatdealers. Spanningen die grotendeels op straat in zowel het centrum als in de periferie van de stad uitgevochten zal worden. Met uiteraard met de meeste kans dat die gestaalde kaders als winnaars uit de strijd komen. Uiteraard zal dat dit uiteindelijk alleen maar verliezers opleveren. Dat is wel het laatste waar Amsterdam op zit te wachten!

In plaats van het I-criterium MAATWERK voor een leefbare Amsterdamse binnenstad

Het criterium is een over de volle breedte van de stad maatregel welke niet van toepassing is voor het overgrote deel van de coffeeshops zonder toeristen (zie notitie; Het I-Criterium, het Paard van Troje en niet alleen voor de Amsterdamse binnenstad). Het I-Criterium is zodoende, plus nog een fors aantal principiële en praktische bezwaren, een veel te grof middel om de drukte op de Wallen en omgeving aan te pakken. Het criterium is zelfs een sta- in-weg in het beteugelen van de drukte op de Wallen ( en andere drukke delen van de binnenstad).. Maatwerk is het alternatief met hieronder een aantal suggesties.

Op basis van Maatwerk kan namelijk nagedacht worden of het beleid van de vorige burgemeester van het spreiden van het overlast gevend avond- en nachtuitgaansleven over de stad toegepast kan worden op dit dossier ( een beleid met behoorlijk wat positieve resultaten). De toepassing van dat beleid op het coffeeshopbeleid is het spreiden van coffeeshops over de stad naar bijvoorbeeld IJburg (met als de meest urgente en meest geschikte gegadigde; coffeeshop de Boerejongens in de Utrechtsestraat, zie hun prachtige filiaal in het Westelijke Havengebied), de randsteden zoals Amstelveen ( met de ROA als overleginstrument) met daarnaast een beperking van de openingsuren van de coffeeshops in de drukke toeristen binnenstad hot spots wat een “natuurlijke” trek van de coffeeshopbezoekers naar de meer rustige randgebieden rond het centrum van de stad op gang kan brengen (voor zowel de toeristen als al die dagjesmensen/werknemers in de binnenstad, wonend buiten de ring/regio die nu, na het winkelen/werken, bij gebrek aan een buurtshop, in de binnenstadcoffeeshops zitten, lees mijn onderzoek naar de bezoekerspatronen in 11 Amsterdamse binnenstadcoffeeshops, najaar 2019).

In het beteugelen van de wildgroei aan toeristenshops; sluit een convenant tussen het stadhuis en de smartshopbranche voor een duurzaam vergunningenstelsel van een evenwichtige spreiding aan smartshop over de stad. Stop dus met het recente handhavingsbeleid op basis van de Wet op de voorbereidende handelingen en ga met de VLOS rond de tafel zitten. Binnen die branche zijn al “herenakkoorden” gesloten over het leveren van smartproducten aan alleen die shops die onder het vergunningenstelsel zullen vallen (het succes van deze van-binnenuit-aanpak is echter deels afhankelijk van hoe het nationale beleid aangaande smartproducten omgebogen moet worden, zoals die van de op handen zijnde Stofgroepenwet van het ministerie van VWS en Justitie!).

Integreer de IGNORE STREETDEALER Campagne van de BCD, VLOS en het Adviesburo Drugs in het beleidsplan van de WEERBARE MENSEN, WEERBARE WIJKEN. Als uitvloeisel van deze campagne heeft het Adviesburo een plan uitgewerkt hoe jongeren te overtuigen om weg te blijven van de aanlokkelijkheden van het instappen in het straatdealgilde ( analoog aan projecten die ik in mijn werkbezoeken in de USA heb bezocht)

Wat ook nagegaan kan worden hoe het komt dat het Singel/kop Spuistraat kwartier met relatief veel prostitutieramen en coffeeshops veel minder drukte en reuring oplevert dan op de Wallen. Onderzoek in dat gebied levert suggesties op die toegepast kunnen worden voor de Wallen (in dit kader beveel ik van harte het rapport van het Adviesburo Drugs uit 1986 aan; OVER LAST IN DE BINNENSTAD VAN AMSTERDAM. In dat rapport wordt uitgebreid ingegaan welke omgevingsfactoren en eerder genomen beleidsmaatregelen invloed hebben in het ontstaan van overlast. Met als trieste constatering; hoe hoger het morele gehalte van het overlastdossier ( dus toentertijd junkies, Zeedijk, Pillenbrug, straat heroïneprostituees en de Wallenramen in het algemeen) hoe lager de interesse in het zoeken naar de omgevingsfactoren en het onderzoeken van wat de eerder genomen beleidsmaatregelen aan resultaten hebben opgeleverd in de aanpak van de overlast ( tot misschien meer versterkt heeft). Ik beveel dit rapport van harte aan, aangezien in velerlei opzichten de geschiedenis zich herhaald met bijvoorbeeld nu de voorstellen in het beheersplan en de invoering van het I-Criterium).

Op basis van de recente meerderheid in de Gemeenteraad (28 januari) voor een drastische afname van het aantal ramen op de Wallen gebied de logica van dat het Criterium dan een achterhaalde, overbodige maatregel is in het beteugelen van de drukte. Het is meer dan aanneembaar dat bij een forse afname van het aantal ramen ( en de exposure die dit teweegbrengt in de nauwe straatjes) tot een forse afname van het hoerenkijken toeristen/dagjesmensen publiek zal leiden. Met het verlagen van dit Eftelingsgehalte zullen de Wallen en omgeving een stuk rustiger worden. In het kielzog zal dit ook ongetwijfeld zijn weerslag hebben in het verdwijnen van allerlei op dit soort toeristen en bezoekers afgestemde voorzieningen van “platte” eetgelegenheden, “toeristen” cafés, toeristenwinkels, enz. En dan wordt meer dan nu zichtbaar van dat er op de Wallen en haar omgeving in feite helemaal niet zoveel coffeeshops staan. Kortom, in plaats van het inzetten van het grove middel van het Criterium is er voldoende aanleiding om met maatwerk een evenwicht te realiseren in het woon-, leef- en werkklimaat op de Wallen en haar omgeving. Zorgvuldige bestudering van het publieke domein van de binnenstad leert dat de Wallen en haar omgeving dit evenwicht kan realiseren. Daar waar aan de andere kant van het Damrak een zeer groot gedeelte van de binnenstad tot aan de Munt opgeofferd is aan het winkelend publiek met winkels waar de puien volledig aan opgeofferd zijn ( en in de avond een triest en leeg straatbeeld oplevert) is de kwaliteit van de compacte binnenstad van wonen, werken en leven aan de kant van de Wallen vele malen beter! Kortom, met het overhevelen van de potentiële kwaliteit van het publieke domein van de Wallen naar de andere kant van het Damrak/Rokin deel van de stad levert alleen maar een WIN/WIN resultaat op voor het verbeteren van de kwaliteit van de gehele binnenstad.( ‘van het na zessen lekker druk blijven aan de linkerkant van het Damrak met dus minder drukte aan de rechterkant van die van de Warmoestraat en de Wallen”; zei mijn overleden ome Jan, filiaalhouder van V&D in de Kalverstraat toen ik in 1986 met mijn overlast in de Amsterdamse binnenstad onderzoek bezig was.)

Wordt vervolgd!

Beeldvorming-stigma-drugstoerisme-binnenstad

Naar aanleiding van alle ophef onder buurtbewoners, politici, Halsema, Tops/Tromp, over hoe slecht de Amsterdamse binnenstad er voor staat en dat al die DRUGSTOERISTEN al blowend, kotsend, schreeuwend het Amsterdamse WERELDERFGOED “onder de voet lopen” ben ik in mijn archief gedoken en een onderzoek uit 1987 gevonden over diezelfde Amsterdamse binnenstad.
Het rapport: OVER LAST IN DE AMSTERDAMSE BINNENSTAD maakt pijnlijk duidelijk dat de aanpak toen tegen het heroïneprobleem en de raam/autoprostitutie grotendeels gebaseerd was op stigma en vooroordelen met logischerwijs weinig verbeteringen voor het leefklimaat van de binnenstad. En nu 35 jaar later is er nauwelijks iets veranderd en overheersen beeldvorming, gebrek aan historisch inzicht de boventoon in de discussie over de binnenstad.
Sterker nog: Waar toen de buitenlandse heroïneverslaafden in Amsterdam als DRUGSTOERISTEN werden weggezet krijgen nu buitenlandse liefhebbers van een jointje dezelfde titel opgeplakt.

 

OVER LAST IN DE BINNENSTAD VAN AMSTERDAM  

Onderzoeksrapport Adviesburo Drugs (1987, in opdracht van het stadhuis)

Drugstoerisme, straatjunkies, de pillenbrug, heroïneprostituees, straatprostitutie zijn alom gebruikte termen ( tot in de officiële rapportages aan toe) welke echter een verwrongen beeld geeft van wat er zich aan ontwikkelingen afspelen binnen de wereld van prostitutie en drugs. Het is dan ook niet verwonderlijk dat een beleid gebaseerd op dergelijke verkeerde begrippen niet dat rendement oplevert zoals beoogd. Voor de aankomende toerist is het Centraal Station een onhandig, onzeker makend gebouw hoe verder de weg te vinden in Amsterdam. Op die onzekerheid speelt het gilde van (illegale) hotelrunners  in.

Het beperken van de overlast van runners is gebaat bij betere bewegwijzering in het Centraal Station. Het openen van een service-desk voor met name jonge reizigers/bezoekers strekt daarbij tot aanbeveling. Dit is effectiever dan het steeds maar weer nemen van repressieve maatregelen tegen runners.

In de gamble halls dient een strikte afscheiding te komen tussen behendigheidspelletjes en gokkasten. Voor heroïneverslaafden zijn metrostations handige plekken om te gebruiken ( relatief warm en met de vele “blind spots” kan relatief onzichtbaar “geshot” of “gechineest” worden). In plaats van het opjaagbeleid van junks uit de stations is het beter te kiezen voor aanpassingen aan de perrons ( zoals het beperken van die “blind spots”).

De Martelaarsgracht vertoont wat betreft historie, stedelijke functie als ligging ten opzichte van het C.S. opmerkelijk veel overeenkomsten met de kop van de Zeedijk. En dit was ook het geval bij de opkomst in 1972 van heroïne waar beide gebieden dezelfde toeloop aan gebruikers en dealers te verwerken kreeg, met als opvallende constatering van dat in het verdere verloop van dit probleem de verschillen in het leefklimaat tussen beide gebieden steeds groter werd. Deze verschillen verliepen haast evenredig met de verschillen in bestrijding in beide gebieden van het heroïneprobleem. Met als belangrijke constatering van dat ondanks de meer intensieve bestrijding van het heroïneprobleem op de kop van de Zeedijk dit gebied ernstiger in verval raakte dan de Martelaarsgracht.

Amsterdam is de enige stad in de wereld waar het heroïneprobleem zich niet alleen opmerkelijk openlijk maar ook grotendeels afspeelt in de binnenstad (en niet zoals in andere wereldsteden in de arme buitenwijken). Het zijn deze twee bijzonderheden waar Amsterdam haar stigma aan te danken heeft als zou het de drugshoofdstad van de wereld zijn waarbij het slappe, tolerante (gedoog) drugsbeleid van het stadhuis als belangrijkste oorzaak genoemd wordt!

De werkelijkheid is anders en in sommige opzichten juist andersom. Het ontbreken van achterstandswijken, de relatief snelle besluitvormingsstructuur op wijkniveau, de vanaf begin jaren 70 aantal ingrijpende wijzigingen in de mondiale smokkelroutes van heroïne, de gebrekkige opvang van de eerste generatie Surinaamse jongeren, het opjaagbeleid van verslaafden door de Amsterdamse politie/justitie zijn een aantal invloeden dat vanaf 1972 het heroïneprobleem zich in de binnenstad concentreerde.

En wat betreft het openlijke karakter van het heroïneprobleem was dat deels het gevolg van het beleid van inloop/opvangcentra voor verslaafden, van laagdrempelige verslavingszorg, van spuitomruilprojecten, kortom al die voordelen van een pragmatisch drugsbeleid waardoor het heroïneprobleem zichtbaar bleef, maar daardoor beter controleerbaar. En met het gedoogbeleid van het scheiden der drugsmarkten  ( met de coffeeshop als belangrijkste uitvoerend orgaan) bleef ook het heroïneprobleem in Amsterdam ( en de rest van het land) relatief klein ( dit in tegenstelling tot menig vergelijkbare stad in de rest van de wereld).

Vanaf 1978 nam in Europa de bruine heroïne uit Afghanistan (in de volksmond Turkse heroïne genoemd) de plaats in van witte heroïne uit Thailand, Birma en Vietnam ( de Gouden Driehoek heroïne). Doordat de Turkse heroïne via allerlei Midden Oosten en Europese smokkelroutes verhandeld werd nam de rol van Amsterdam als belangrijke doorvoerstad van heroïne naar het Europese achterland af. Dit zorgde voor een kettingreactie aan veranderingen zoals het geleidelijk opdrogen van de toestroom van buitenlandse verslaafden naar Amsterdam. Deze en andere afname van het heroïneprobleem werd echter door de Amsterdamse overheid toegedicht aan allerlei lokale maatregelen in het bestrijden van de overlast door verslaafden, het Zeedijkherstelplan, enz.

Het Zeedijkherstelplan heeft voor een groot aantal negatieve bij-effecten gezorgd. Wat betreft het heroïneprobleem verplaatste dit zich naar andere delen van de binnenstad zoals de Nieuwmarkt, achterkant Paleis op de Dam, metrostations om vervolgens op te duiken in de arme, kwetsbare volkswijken van de stad zoals de Bijlmer, Dapperbuurt, enz.

Door de opkomst onder heroïnegebruikers van de polydrugtrend is de straathandel ingrijpend veranderd in de binnenstad.

Wat de politie en de verslavingszorg 20 jaar niet gelukt is, n.l. een concurrerende muur opwerpen tegen de populariteit van heroïne, is door de ontwikkeling van de polydrugtrend wel op gang gekomen. 

Prostitutie

Het prostitutieconcept op de Wallen is al jaren achterhaald. Echter wordt van stadhuis tot penoze, van bezoeker tot buurtbewoner de schuld van de neergang op de Wallen grotendeels toegedicht op de aanwezigheid van heroïneverslaafden.

Met onder andere de “Albert Mol, haar van boven” romantische associaties over raamprostitutie is er onvoldoende besef van wat zich daarbinnen aan zorgelijke processen voordoen. De werkomstandigheden zijn voor vele prostituees nogal zorgwekkend.

De term straatprostitutie verhult de fundamentele verschillen tussen peeshotelprostitutie en autoprostitutie.

Doordat de tippelprostitutie vanaf de jaren 60 niet in de verzakelijking/vercommercialisering van de andere vormen van prostitutie paste ( zoals die van raamprostitutie) verdween deze vorm van prostitutie om daarna op te komen als autoprostitutie in de Utrechtsestraat, op de Stadhouderskade, achter het CS, enz. Het stadhuis heeft in die transitie een bijdrage geleverd middels het sluiten van peeshotelletjes en het verbieden van tippelen.

Autoprostitutie is per definitie overlast gevend. Bij autoprostitutie ontbreekt het de prostituee aan voldoende bescherming en sociale controle. Bij autoprostitutie ontbreekt het nauwelijks aan een  drempel om in deze werksoort te stappen.

In Memoriam Gert Thesingh Amsterdamse straathoekwerker

“ Naar hetzelfde kijkend hadden wij, zonder naar elkaar te hoeven kijken, meteen dezelfde oplossingen in ons hoofd. “   “ Een met al die snelle veranderingen in drugs en druggebruik de meest efficiënte vorm van aan de slag gaan. “

Dit kenmerkte onze samenwerking toen in de jaren 70 in Amsterdam de heroïne toesloeg, en daarna polydruggebruik onder junkies, en daarna de gesel van de base-coke verslaving (onder vooral de Surinaamse verslaafden).
En toen bovenop dit alles sloeg ook nog begin jaren 80 de AIDS toe: Dat werd letterlijk en figuurlijk een strijd op leven en dood van degene die spoten.
En toen eind jaren 80 dit allemaal redelijk beheersbaar werd (junkies werden ouder), kwamen hele andere uitdagingen op ons pad.
De in de jaren 80 opkomst van geheel nieuwe vormen van uitgaansculturen met dito nieuwe uitgaansdrugs met XTC als de meest markante.
Nieuwe uitdagingen stonden te wachten van de strijd tegen vervuilde XTC en hoe mega HOUSE PARTIES gezond en veilig konden verlopen.
En toen brak de jaren 90 los met als meest opmerkelijke van dat de overheid NIETS geleerd had van de decennia daarvoor van dat door het bestrijden van heroïne de epidemie zich alleen maar had verhard. Begin jaren 90 kwam die bestrijding in volle omvang weer terug maar nu gericht op het sluiten van coffeeshops, van het oprollen van wietkwekerijen en later dat decennium van de bestrijding van productie en handel van XTC.

En dit repressiedenken is er tot op de dag van vandaag: verwoord in een recente uitspraak van een VVD Tweede Kamerlid:

“De beste remedie om druggebruik te voorkomen zijn drugs te verbieden die nog gemaakt moeten worden”  (Het waren Gert en ik met meteen weer dezelfde gedachte op deze waanzinnige uitspraak van dat tot op heden alle drugs afkomstig zijn uit de farmaceutische industrie).
Het was Gert die daar binnen het Adviesburo Drugs steeds maar weer de vinger op legde hoe op deze neergang van het Nederlandse beleid gereageerd moest worden met als laatste opmerking vanaf zijn ziekbed:
“Als het drugsbeleid in Nederland zover onder nul zakt dat zelfs toeristen geen jointje meer mogen roken in een coffeeshop heeft de overheid geen enkele les geleerd van 50 jaar drugsbeleid.”
“Het roept de vraag op, of het internationaal oh zo bejubelde tolerante en pragmatische Nederlandse drugsbeleid überhaupt ooit bestaan heeft.”

Lieve Gert, rust in vrede!

August de Loor

50 jaar verzameling van waterpijpen chilms kiefpijpjes stempels enz

Vanaf de start, 51 jaar geleden in het werk in de wereld van drug en druggebruik heb ik druggerelateerde spullen verzameld uit de uiteenlopende drugsmarkten van die van smartproducten, cannabis tot die van hallucinogenen, uitgaansdrugs tot de wereld van heroïne en rookbare cocaïne. Uit binnen en buitenland verzameld, gekocht, gekregen , geschonken is dit een uitgebreide verzameling geworden met onderstaande foto,s van die van de wereld van cannabis attributen, veel kijkplezier!   Met dank van wijlen Herman Matser met zijn collectie aan pijpen en chilms die hij middels zijn reizen naar Pakistan, Afghanistan en andere landen verzameld heeft

Ps. Wie interesse heeft om de collectie te zien of iets te kopen, bel mij 06-222 50 820

In plaats van het I-criterium MAATWERK

In plaats van het I-criterium MAATWERK voor een leefbare Amsterdamse binnenstad

Het criterium is een over de volle breedte van de stad maatregel welke niet van toepassing is voor het overgrote deel van de coffeeshops zonder toeristen (zie notitie; Het I-Criterium, het Paard van Troje en niet alleen voor de Amsterdamse binnenstad). Het I-Criterium is zodoende, plus nog een fors aantal principiële en praktische bezwaren, een veel te grof middel om de drukte op de Wallen en omgeving aan te pakken. Het criterium is zelfs een sta- in-weg in het beteugelen van de drukte op de Wallen ( en andere drukke delen van de binnenstad).. Maatwerk is het alternatief met hieronder een aantal suggesties.

Op basis van Maatwerk kan namelijk nagedacht worden of het beleid van de vorige burgemeester van het spreiden van het overlast gevend avond- en nachtuitgaansleven over de stad toegepast kan worden op dit dossier ( een beleid met behoorlijk wat positieve resultaten). De toepassing van dat beleid op het coffeeshopbeleid is het spreiden van coffeeshops over de stad naar bijvoorbeeld IJburg (met als de meest urgente en meest geschikte gegadigde; coffeeshop de Boerejongens in de Utrechtsestraat, zie hun prachtige filiaal in het Westelijke Havengebied), de randsteden zoals Amstelveen ( met de ROA als overleginstrument) met daarnaast een beperking van de openingsuren van de coffeeshops in de drukke toeristen binnenstad hot spots wat een “natuurlijke” trek van de coffeeshopbezoekers naar de meer rustige randgebieden rond het centrum van de stad op gang kan brengen (voor zowel de toeristen als al die dagjesmensen/werknemers in de binnenstad, wonend buiten de ring/regio die nu, na het winkelen/werken, bij gebrek aan een buurtshop, in de binnenstadcoffeeshops zitten, lees mijn onderzoek naar de bezoekerspatronen in 11 Amsterdamse binnenstadcoffeeshops, najaar 2019).

In het beteugelen van de wildgroei aan toeristenshops; sluit een convenant tussen het stadhuis en de smartshopbranche voor een duurzaam vergunningenstelsel van een evenwichtige spreiding aan smartshop over de stad. Stop dus met het recente handhavingsbeleid op basis van de Wet op de voorbereidende handelingen en ga met de VLOS rond de tafel zitten. Binnen die branche zijn al “herenakkoorden” gesloten over het leveren van smartproducten aan alleen die shops die onder het vergunningenstelsel zullen vallen (het succes van deze van-binnenuit-aanpak is echter deels afhankelijk van hoe het nationale beleid aangaande smartproducten omgebogen moet worden, zoals die van de op handen zijnde Stofgroepenwet van het ministerie van VWS en Justitie!).

Integreer de IGNORE STREETDEALER Campagne van de BCD, VLOS en het Adviesburo Drugs in het beleidsplan van de WEERBARE MENSEN, WEERBARE WIJKEN. Als uitvloeisel van deze campagne heeft het Adviesburo een plan uitgewerkt hoe jongeren te overtuigen om weg te blijven van de aanlokkelijkheden van het instappen in het straatdealgilde ( analoog aan projecten die ik in mijn werkbezoeken in de USA heb bezocht)

Wat ook nagegaan kan worden hoe het komt dat het Singel/kop Spuistraat kwartier met relatief veel prostitutieramen en coffeeshops veel minder drukte en reuring oplevert dan op de Wallen. Onderzoek in dat gebied levert suggesties op die toegepast kunnen worden voor de Wallen (in dit kader beveel ik van harte het rapport van het Adviesburo Drugs uit 1986 aan; OVER LAST IN DE BINNENSTAD VAN AMSTERDAM. In dat rapport wordt uitgebreid ingegaan welke omgevingsfactoren en eerder genomen beleidsmaatregelen invloed hebben in het ontstaan van overlast. Met als trieste constatering; hoe hoger het morele gehalte van het overlastdossier ( dus toentertijd junkies, Zeedijk, Pillenbrug, straat heroïneprostituees en de Wallenramen in het algemeen) hoe lager de interesse in het zoeken naar de omgevingsfactoren en het onderzoeken van wat de eerder genomen beleidsmaatregelen aan resultaten hebben opgeleverd in de aanpak van de overlast ( tot misschien meer versterkt heeft). Ik beveel dit rapport van harte aan, aangezien in velerlei opzichten de geschiedenis zich herhaald met bijvoorbeeld nu de voorstellen in het beheersplan en de invoering van het I-Criterium).

Op basis van de recente meerderheid in de Gemeenteraad (28 januari) voor een drastische afname van het aantal ramen op de Wallen gebied de logica van dat het Criterium dan een achterhaalde, overbodige maatregel is in het beteugelen van de drukte. Het is meer dan aanneembaar dat bij een forse afname van het aantal ramen ( en de exposure die dit teweegbrengt in de nauwe straatjes) tot een forse afname van het hoerenkijken toeristen/dagjesmensen publiek zal leiden. Met het verlagen van dit Eftelingsgehalte zullen de Wallen en omgeving een stuk rustiger worden. In het kielzog zal dit ook ongetwijfeld zijn weerslag hebben in het verdwijnen van allerlei op dit soort toeristen en bezoekers afgestemde voorzieningen van “platte” eetgelegenheden, “toeristen” cafés, toeristenwinkels, enz. En dan wordt meer dan nu zichtbaar van dat er op de Wallen en haar omgeving in feite helemaal niet zoveel coffeeshops staan. Kortom, in plaats van het inzetten van het grove middel van het Criterium is er voldoende aanleiding om met maatwerk een evenwicht te realiseren in het woon-, leef- en werkklimaat op de Wallen en haar omgeving. Zorgvuldige bestudering van het publieke domein van de binnenstad leert dat de Wallen en haar omgeving dit evenwicht kan realiseren. Daar waar aan de andere kant van het Damrak een zeer groot gedeelte van de binnenstad tot aan de Munt opgeofferd is aan het winkelend publiek met winkels waar de puien volledig aan opgeofferd zijn ( en in de avond een triest en leeg straatbeeld oplevert) is de kwaliteit van de compacte binnenstad van wonen, werken en leven aan de kant van de Wallen vele malen beter! Kortom, met het overhevelen van de potentiële kwaliteit van het publieke domein van de Wallen naar de andere kant van het Damrak/Rokin deel van de stad levert alleen maar een WIN/WIN resultaat op voor het verbeteren van de kwaliteit van de gehele binnenstad.( ‘van het na zessen lekker druk blijven aan de linkerkant van het Damrak met dus minder drukte aan de rechterkant van die van de Warmoestraat en de Wallen”; zei mijn overleden ome Jan, filiaalhouder van V&D in de Kalverstraat toen ik in 1986 met mijn overlast in de Amsterdamse binnenstad onderzoek bezig was.)

21 februari 2021

Wordt vervolgd!.

 

Reactie op I-criterium door een 69-jarige binnenstadbewoonster

Beste Gemeenteraadsleden en mevrouw Halsema,

Mijn naam is xxx xxxx, ik ben een vrouw van 69 en woon binnen de Grachtengordel.
In 1981 heb ik een brief geschreven over het Amsterdamse drugsbeleid,
dat ging in die tijd over heroïne
De brief werd aangekocht door de Gemeente en is in de stad verspreid via Buurthuizen
Ik kreeg toen een tijdelijke aanstelling als Drugsadviseur van de Gemeente Amsterdam.
Het is nu 40 jaar later en ik voel weer diezelfde sterke aandrang om te schrijven
Ook nu worden plannen gemaakt op basis van verkeerde aannames en gebrek aan kennis

Femke Halsema gaf aan dat ze graag reacties kreeg op haar plannen voor de coffeeshops
Dus hierbij mijn commentaar t.a.v. het verbod op wietverkoop aan toeristen en het I -criterium
Ik heb me daarbij alleen gebaseerd op krantenartikelen en interviews met de burgemeester,
zoals elke burger van onze stad dat kan doen, en dus niet op inside-informatie
Ik reageer op grond van de kennis en ervaring die ik in deze branche heb opgedaan.
Mijn bedoeling is om Uw kennis en inzicht in de materie te vergroten
Ook wil ik de impact van de plannen voor toeristen en Amsterdamse burgers verduidelijken.
Ik ga ervan uit dat de inhoud van mijn brief Uw standpunt t.a.v. deze plannen meebepaalt!

Met vriendelijke groeten,
xxxx xxxx

 

 

Amsterdams coffeeshopbeleid: Vage plannen op basis van valse beeldvorming

Op 8 januari j.l. liet Burgemeester Femke Halsema weten dat ze een verbod wil op wietverkoop aan toeristen. Het doel daarvan is: tegengaan van overlast, beschermen van jongeren tegen verslaving en decriminaliseren van de cannabis-ketens. Volgens haar lukt dat alleen als de ‘oververhitte’ cannabismarkt in de stad wordt aangepakt.

T.a.v. het 1e doel: Het tegengaan van overlast
Als Amsterdamse, al 50 jaar bewoner van de binnenstad, ben ik erg benieuwd naar de stelling dat ‘binnenstadbewoners zich niet vrij voelen als zij de hele dag overlast hebben’. Femke meent dat die overlast wordt veroorzaakt door ‘grote groepen drugs-toeristen die in de grachten kotsen omdat ze te veel geblowd en gedronken hebben’.
Op deze bewering valt in mijn ogen veel af te dingen:
= Blowers zijn geen drinkers. Wiet verruimt het bewustzijn, alcohol verdooft de geest.
Geen goede combinatie dus: Coffeeshops verkopen geen alcohol, cafés verkopen
geen cannabis.
= Kotsen is meestal een effect van teveel drank, en af en toe van het roken van wiet.
Kotsen op straat of in de gracht komt veel eerder voor rekening van de zuipers, het
is zelden dat blowers daar verantwoordelijk voor zijn.
= De term ‘grote groepen drugstoeristen’ is niet op feiten gebaseerd: Drugsgebruikers
organiseren zich niet in groepen. De groepen toeristen die naar Amsterdam komen
om ‘feest te vieren’ zijn bv. hooligans / voetbalsupporters of vrijgezellenparty’s (m/v).
Die groepen jongeren gaan soms volkomen los op de drank, maar niet op cannabis.
(Mensen die blowen worden juist introspectief, ze keren naar binnen)
= Als binnenstadbewoner ervaar ik vooral overlast van bierfietsen, van schreeuwende
en beschonken toeristen. Ik ga er vanuit dat het over die groepen feestvierders gaat
als Femke overlast beschrijft, niet over coffeeshop-bezoekers.
= Een rij van mensen die wiet willen kopen bij een coffeeshop wordt misschien als
overlast ervaren, al is die nooit zo lang als de rij voor de Heineken Experience of
Paradiso. Dit kan ontstaan bij coffeeshops die opeens populair zijn, bv. door goede
recensies of bezoek van bekende sterren. Dan zie je dat men rustig wacht en dat
het shop-personeel streng oplet dat de buurt geen last heeft.
Als Femke geen andere vormen van overlast weet te benoemen, dan lijkt haar missie om overlast van wiet-rokers tegen te gaan ongegrond, en daarom dus overbodig.

De Cijfers die door Femke Halsema worden aangehaald zijn verwarrend:
* Uit onderzoek op de Wallen geeft 57 % van de ondervraagde toeristen aan dat de coffeeshops ook een reden zijn om naar Amsterdam te komen. Dat roept veel vragen op, wat betekent het eigenlijk? Iets meer dan de helft, is dat veel of weinig?
Waarom op de Wallen? Omdat daar veel coffeeshops zijn? Waarom niet bij het van Goghmuseum? (Blowers willen graag de geest verruimen, ook via kunst / cultuur).
En die overige 43% op de Wallen, waar komen die dan voor? Dames? Drank?
* De cijfers stellen ook vast dat bijna 80% van de toeristen die coffeeshops bezoeken in eigen land ook blowen. Ze komen hier niet primair om wiet te kopen, maar omdat het ‘zo gezellig is om samen te roken in de coffeeshop, in een café-achtige sfeer’.

Dat ze thuis ook wiet roken bevestigt dat blowers geen kotsende drugstoeristen zijn. – Ik neem tenminste aan dat ze thuis ook niet op straat of in de gracht (?) kotsen –
Het is wel vreemd dat blowen in de coffeeshop zo populair is, terwijl veel shops in Amsterdam al jaren slechts een afhaalfunctie hebben, maar één of enkele loketten.
De shops waar je nog wel kan zitten en roken hebben meestal weinig plaatsen. Juist het ruimtegebrek binnen kan ertoe leiden dat zich een rij wachtenden op straat vormt.
Maar als toeristen niet voor de aankoop van wiet, maar vooral voor de gezelligheid van het samen roken komen, wat is dan het nut van een verbod op wietverkoop?
Om ‘drugstoeristen’ te weren, zou Femke dus niet de aanschaf van cannabis, maar het samen gebruiken moeten verbieden. Als het onderzoek klopt vervalt daarmee de motivatie om naar Amsterdam te komen, want thuis kunnen ze ook wiet roken.
N.B.: Historisch gezien zijn de coffeeshops juist opgericht om cannabisgebruikers een plek te geven om te roken, zodat ze dat niet op straat hoefden te doen. Het feit dat er weinig gebruik van de rookruimtes werd gemaakt was een van de redenen dat veel coffeeshops op loketten zijn overgegaan, alleen afhalen dus.

T.a.v. het 2e doel: Beschermen van jongeren tegen verslaving
Femke’s verhaal bevat geen onderbouwing van haar plan om jongeren tegen verslaving te beschermen door wiet-verkoop aan toeristen te verbieden.
Het klinkt lekker, maar de praktijk wijst uit dat het omgekeerde waar is.
Het optuigen van coffeeshops was altijd bedoeld om jongeren niet in contact te laten komen met hard drugs, om deze markten te scheiden. En met scherp toezicht en regelmatige controle van de politie wordt die regel al meer dan 50 jaar gehandhaafd.
Als Femke’s plannen doorgaan hebben gebruikers juist méér kans om in aanraking te komen met criminaliteit en verslaving. Als je gedwongen bent om op illegale wijze wiet te kopen, ontmoet je al snel verkopers die ook (en vooral) hard drugs verkopen.
Dat geldt voor toeristen, maar ook voor Amsterdammers, ‘Ingezetenen’ dus, die weigeren zich te legitimeren of als gebruiker te laten registreren (het I-criterium).
(Veel lokale cannabisgebruikers hebben nl. geen enkele behoefte om als zodanig bekend te staan. Voor je carrière is dat geen aanbeveling, noch voor je relaties.)
In dat geval ben je – als toerist en als gebruiker – aangewezen op de zwarte markt.
Daarbij wordt niet de straatverkoop bedoeld, die tijden zijn achterhaald.
Er bestaat namelijk al lang een wijdvertakt, verfijnd en gespecialiseerd netwerk om drugs te betrekken. Het gaat dan om hard drugs als coke, XTC, speed, GHB, etc.
Je belt een nummer, bestelt een drug, zegt hoeveel je wilt, en binnen een half uur staat de Thuisbezorger voor je deur of op een afgesproken plek. Cannabis is nu nog geen courante handel, dat haal je in de Coffeeshop. Maar als je geen wietpas krijgt of niet geregistreerd wilt worden (denk bv. aan de Burgemeesterstweeling, die wordt dit jaar 18!) dan bel je de dealer. En dan zijn opeens alle drugs binnen handbereik. Spannender dan de coffeeshop, en heel gezellig en gezamenlijk.
Zowel voor de toerist die geen wiet meer mag kopen, als voor de Amsterdammer die geen registratie wil, zijn de verboden middelen, criminaliteit en verslaving, opeens niet meer zo ver weg. Maar het toezicht en de sociale controle die de coffeeshop biedt is dan juist wél heel ver weg …….

T.a.v. het 3e doel: Het decriminaliseren van de cannabis-ketens
In 2010 had Amsterdam 223 coffeeshops, in 2020 waren dat er nog 166. Sommige
shops zijn gestopt, anderen moesten sluiten omdat ze te dicht bij scholen stonden. Van deze coffeeshops vormen een aantal een ‘keten’. The Bulldog en Greenhouse zijn de grootste met 5 shops, en er zijn nog een aantal andere eigenaren met 4 of 3 coffeeshops. Femke Halsema wil ketenvorming onder coffeeshops beperken om
Monopolieposities te voorkomen en complexe en niet-transparante ondernemings- en financieringsconstructies tegen te gaan
= De coffeeshops in Amsterdam bestaan al 50 jaar zonder dat iemand zich hier ooit druk over heeft gemaakt. Monopolieposities zijn nooit ontstaan, ketens bestaat uit 5 shops hoogstens. En coffeeshops zijn gedwongen om niet-transparant en complex te opereren in hun constructies. Dat geldt zolang cannabis niet wordt gelegaliseerd.
= Supermarkten, drankwinkels, toeristenwinkels, etc. bestaan wel uit grote ketens. Daarbij is sprake van tientallen of meer winkels in Amsterdam. Bepaalde ketens hebben een monopoliepositie, wat in die branches blijkbaar geen probleem is.
= Al 50 jaar mag er slechts een voorraad van 500 gram cannabis (wiet en/of hasj) in de coffeeshop aanwezig zijn, wat makkelijk in een klein AH tasje past. Om te kunnen verkopen moet er dus voortdurend worden aangevoerd. Volgens Femke worden koeriers die hiervoor zorgen regelmatig beroofd, “vaak jonge jongens die door de georganiseerde misdaad geript en gemanipuleerd worden”. Zij stelt voor dat een shop meer ‘stash’ mag hebben, bv. een paar kilo, een normale AH zak. Dit is het enige concrete plan wat zij noemt om de cannabis-ketens te decriminaliseren.
Maar: Wat heeft dit plan te maken met wel of geen keten-vorming in de wiethandel?
(En zolang die stash nog steeds in het geheim aangevoerd moet worden: Gaat de georganiseerde misdaad juist niet meer interesse tonen als de buit groter wordt?)

Samenvatting:
Femke Halsema komt met een plan om wiet-verkoop aan toeristen te verbieden.
Zij nodigt iedereen uit om haar plan kritisch te lezen en te becommentariëren.
Als binnenstad-bewoonster met enige kennis van zaken is dit mijn mening:
– Het plan is niet of slecht onderbouwd: Toeristen die coffeeshops bezoeken worden verwisseld met groepen toeristen die overlast bezorgen; overlast wordt niet beter gedefinieerd dan ‘in de gracht kotsen’.
– Er worden discutabele cijfers aangehaald om dit plan te ondersteunen, terwijl ze het juist onderuit halen. Genoemde cijfers tonen aan dat toeristen niet voor de wiet komen, maar voor de gezelligheid van het samen roken. Maar zelfs als de wiet-verkoop aan toeristen in coffeeshops wordt verboden, kunnen ze nog steeds gezellig samen roken, in het park of in het hotel bijvoorbeeld.
– Het plan wil verslaving voorkomen, maar het heft de jarenlange scheiding van hard en soft drugs op. Cannabisgebruikers (toeristen én ingezetenen) worden gedwongen zich op een markt te begeven waar ook hard drugs te krijgen zijn.
– Het plan wil cannabis-ketens decriminaliseren, maar die ketens bestaan niet. De grootste keten bestaat uit slechts 5 van de 166 Amsterdamse shops.
Dit idee lijkt ingegeven uit angst: de overheid wil meer zicht en controle op de coffeeshops. Maar omdat de overheid weigert cannabisgebruik te legaliseren, zorgt zij zelf voor de illegaliteit waarin de shops moeten manoeuvreren.

Tot slot: Een van de nare kanten van dit plan is de sensatie-achtige sfeer waarin het wordt gepresenteerd Of de burgemeester het nou zelf bedenkt, teksten citeert, of dat de kranten het ervan maken:
-Dubieuze stellingen worden niet met feiten gestaafd en creëren stemmingmakerij.
-Uitspraken zijn soms onzinnig, bevatten fake-news of kunnen tot hetzes leiden.
Als trotse burger van Amsterdam lees ik bv. de volgende citaten over mijn stad:
= Amsterdam heeft een zelfverkozen status als brandpunt van drank en drugs en
rock-’n-roll. Dit leidt tot ongebreideld drugstoerisme.
= De oververhitte cannabismarkt in de stad moet worden aangepakt!
Veel uitspraken zijn makkelijk te ontzenuwen, met enige kennis van zaken.
Maar ze zijn vaak o zo tendentieus en bevestigen vooral bestaande vooroordelen!

Open brief uit Duitsland over I-criterium

AAN
MEVROUW BURGEMEESTER FEMKE HALSEMA
Amstel 1
1011 PN Amsterdam

EEN OPENBAAR VERZOEK

Zeer geachte mevrouw Halsema,

mijn naam is Michael Kleim. Ik woon in Gera, Duitsland. Ik ben een
protestantse theoloog. In de DDR voerde ik campagne voor democratie en
mensenrechten. Ook toen had ik goede contacten in Nederland. Na 1989 zet
ik me nog steeds in voor mensenrechten. Ik vecht ook tegen antisemitisme
en rechts radicalisme.

Ik voer al jaren campagne voor een humaan drugsbeleid. Dit maakt deel
uit van mijn inzet voor democratie en mensenrechten. Ik ben lid van de
“Schildower Kreis”, een netwerk van drugsbeleid van experts uit
wetenschap en praktijk.

In 1990 bezocht ik Amsterdam voor het eerst. Sindsdien ben ik regelmatig
in deze fantastische stad geweest. Ik heb ook andere plaatsen in
Nederland leren kennen. Ik heb vrienden en kerkcontacten in Nederland.
Ik heb talloze jongerenontmoetingen, opleiding en culturele projecten
georganiseerd tussen mensen uit Duitsland en Nederland.

De Nederlanders, hun cultuur en geschiedenis hebben mij altijd
gefascineerd. Dat het streven naar vrijheid, verantwoordelijkheid en
tolerantie zo serieus werd genomen.

Nu las ik dat de burgemeester van Amsterdam, Femke Halsema, van plan is
het coffeeshopsysteem in haar stad radicaal aan banden te leggen. Helaas
zijn er altijd overheidsbelemmeringen voor de gedoogde handel in
cannabis. Maar de nieuwste plannen vertegenwoordigen een radicale stap
achteruit.

Ik begrijp dat Amsterdam grote problemen heeft met het massatoerisme.
Aan de andere kant laten de vele bezoekers aan Nederland zien hoe
aantrekkelijk en mooi Nederland en Amsterdam zijn. Ik denk ook dat de
problemen van het sluiten van coffeeshops en het verbieden van toegang
voor buitenlanders niet kunnen worden opgelost.

Maar wat mij beweegt, is iets anders.
Ik las op internet dat uw partij “GroenLinks” zich inzet voor een
democratisch drugsbeleid. Maar hoe valt het te rijmen met het feit dat
U als beroemdheid in Uw partij, Femke Halsema, intensief het
tegenovergestelde doet? Dat schaadt de geloofwaardigheid van Uw partij.
Ik versta dit niet.

Nederland was jaren geleden een rolmodel en stimulans voor democratisch
drugsbeleid. Veel belangrijke impulsen kwamen uit hun land, in
overeenstemming met de traditie van de wil tot vrijheid en kritiek op
onrecht. Inmiddels hebben andere landen Nederland op dit punt ingehaald,
bijvoorbeeld Portugal, Spanje en individuele staten in de VS. Maar
terwijl internationale landen de moed hebben om het verbodsbeleid te
verminderen, wil de vrije, trotse en moedige stad Amsterdam de
staatsrepressie weer opvoeren? ” „HELDHAFTIG VASTBERADEN
BARMHARTIG“?

Ik ben ervan overtuigd dat Uw plannen, mevrouw burgemeester
• passen niet bij het karakter van de stad Amsterdam
• lossen de problemen van het massatoerisme niet op
• zorgen voor meer zorgen
• in strijd zijn met de traditie van tolerantie in Nederland.

Ik ben ervan overtuigd dat de geplande maatregelen weinig praktisch of
concreet voordeel zullen opleveren. Maar de symbolische schade zou erg
groot zijn. Deze repressieve en discriminerende maatregelen zouden de
reputatie van Amsterdam schaden. De symbolische schade voor iedereen die
zich inzet voor een humaan drugsbeleid zou ook groot zijn.

Ik denk ook dat deze plannen onverenigbaar zijn met het drugsbeleid van
GroenLinks. Hoe is het mogelijk dat een prominente politicus als U
beslissingen nam die in het belang zijn van de rechtse politiek?

Ik hoor graag van je.

Met respectvolle groeten
Michael Kleim, Gera

verzonden naar:
Mevrouw Burgemeester Femke Halsema
Fractiebureau GroenLinks Amsterdam
Politieke partij „GroenLinks“

Open brief aan Halsema door een binnenstadbewoner

Amsterdam heeft in de afgelopen maand een ambitieus plan gepresenteerd met de titel; Aanpak binnenstad. Deze zal vorm moeten gaan krijgen in de komende 5 jaar. Naast meer groen, meer woningen en de leefbaarheid verbeteren staan er vooral handreikingen in hoe nu toch het massa toerisme tegen te gaan.
Een van de eerste acties van onze huidige burgermeester van het College van B&W in 2018, was het weghalen van de letters I Amsterdam op het Museumplein. Veelal jonge toeristen vielen letterlijk van de gigantische letters af doordat ze halsbrekende toeren uithaalden bij het maken van hun selfies.
De nu verdwenen reuzeletters (I-Amsterdam) staan wat mij betreft symbool voor een volledig uit de hand gelopen citymarketing. Onbedoeld is onze stad met de ambitie om haar op allerlei mogelijk manieren nog aantrekkelijker te maken, in een spagaat geraakt.

Opvallend in het rapport is de conclusie dat het merendeel, 80%, van dit soort veelal jonge toeristen, maar een motivatie hebben om deze stad te bezoeken en dat is voor het roken van cannabis. Deze jongeren worden dan ook in het rapport gemakshalve gekwalificeerd als ‘minderwaardig toerisme’.
Met het knevelen van bijvoorbeeld de coffeeshops en hostels, zoals voorgesteld in het rapport, als redmiddel tegen massatoerisme gaat men voorbij aan wat er werkelijk speelt.
Amsterdam hoopt na de corona een ander soort toerist aan te trekken:
“We willen graag toeristen die komen voor de rijkdom en schoonheid van culturele instellingen”.

Als inwoner en ook werkend in het Wallengebied wil ik mijn zorg uitspreken, niet zozeer voor wat betreft de initiatieven om deze stad leefbaarder te maken, zowel bewoners als ondernemers onderschrijven de noodzaak, maar door de verkeerde aanname dat jonge toeristen merendeels komen om hier dronken en stoned rond te lopen.
De Wallen zijn al geruime tijd een gordiaanse knoop voor een groot scala aan belanghebbenden, hoogleraren, experts en politici die zo langzamerhand over elkaar heen struikelen met wat zij het beste vinden voor de Wallen.
Schokkend is dat veel niet ingezetenen de boventoon lijken te voeren.
Het doet mij een beetje denken aan die Amerikaanse expat die klaagde dat de Westerkerk hem uit zijn slaap hield. Hij diende een klacht in bij de gemeente met het verzoek of dit klokgeluid uitgezet kon worden.

Massatoerisme heeft het failliet aangetoond van I-Amsterdam. Zij is verworden tot een te hard opgeblazen ballon die uit elkaar is gespat. Niet onvermeld mag overigens blijven dat het geen exclusief probleem is van Amsterdam, het is een mondiaal fenomeen.

Wat wel een probleem is, als men in de gehele binnenstad de logeerkamer in het huis commercieel kan uitbaten, een overschot aan taxi’s het normale verkeer verdringen, bijna iedere vrijstaande winkel verwordt tot een frituur of waffelshop. Niet verwonderlijk dat de burger dan een kort lontje krijgt.
Voeg daar nog aan toe het veel te lang uitblijven van duidelijke gedragsregels en een gebrek aan slagvaardigheid van de wetshandhavers en de Wallen verandert in een chaotisch pretpark. Ironisch genoeg hebben Brexit en de Corona-perikelen eigenhandig het massatoerisme de nek omgedraaid.
Het plan van aanpak bevat hoopvolle verbeteringen. Zeker ook voor het Wallengebied. Maar jonge toeristen wegzetten als minderwaardig toerisme klinkt verre van hoopvol en is zelfs discriminerend.
Niet onbelangrijk is dat jonge toeristen een ‘aanjager’ zijn voor het hoogwaardig toerisme in de nabije toekomst.
Een jointje in The Bulldog nu is een luxe hotelverblijf een paar jaar later.

Jongeren kwalificeren als minderwaardig toerisme is gemakzuchtig en zal afbreuk doen aan het imago, de geloofwaardigheid en de aantrekkingskracht die deze ‘lieve stad’ voor velen heeft. Een andere reële dreiging is dat het de deur nog meer open zal zetten voor mensen die het minder goed voorhebben met deze stad.

Jim Zielinski
Bewoner binnenstad

“Coffeeshops ondermijnen de bovenwereld”, het nieuwe Mantra van de Amsterdamse Driehoek

Donderdag 28 januari heeft de gemeenteraad commentaar gegeven op het beheersplan wat op 8 januari door de Amsterdamse burgemeester Halsema (lees de Driehoek) aan de raad is voorgelegd.
Het beheersplan  “naar een beheersbare cannabismarkt” omvat een onderdeel van de aanpak van het terugdringen van het ( massa)toerisme naar Amsterdam. Helaas voor de zoveelste keer worden de coffeeshops als een van de belangrijkste aanjagers van dat massatoerisme nagewezen ( en dan nog van het zogenaamde “laagwaardig” deel daarvan waar de publieke opinie over beweerd dat: “Amsterdam daar geen cent aan verdient, alleen maar overlast aan ondervindt”).                                                                                                            Deze pijlen zijn al 15/20 jaar op de coffeeshops gericht zodat er ondertussen een substantieel aantal coffeeshops  gesloten zijn ( met in die zelfde tijd geen enkele afname maar een mega toename van het toerisme en klagende eigenaren van de nog open coffeeshops van dat de extra toeloop niet bevorderlijk is voor de sfeer in de shop).

Met het beheersplan brengt de Driehoek een volstrekt nieuwe pijl in de strijd tegen het toerisme, een GIFPIJL als zouden coffeeshops de samenleving ontwrichten! Het is op basis van dat dogma waarmee de Amsterdamse Driehoek alsnog het I-Criterium ingevoerd wilt krijgen ( wat in een eerdere raadsvergadering in Oktober niet gelukt was van een meerderheid aan raadsleden tegen dit Criterium)

Het is een nieuwe redenatie wat uitgaat van het Mantra van het landelijke politie en Justitiebeleid wat in 2010 startte onder de regering van VVD,CDA en de gedoogpartner PVV:
“De onderwereld ondermijnt de bovenwereld”! Het is deze Mantra die de Amsterdamse Driehoek naar haar hand zet: “Als we nou de coffeeshops tot die onderwereld rekenen gebiedt de logica van dat door dat vele toerisme de Amsterdamse coffeeshops HEEL VEEL geld verdienen, ergo, de coffeeshops zorgen voor HEEL VEEL ondermijning van de bovenwereld!”
Het is die logica in het beheersplan waarop de invoering van het I-criterium verdedigd wordt met in de ogen van de Driehoek alleen maar winnaars: Van EN geen ellende meer van die horde laagwaardige drugstoeristen (die dronken, blowend, luidruchtig en kotsend het Amsterdamse Werelderfgoed naar de kloten helpt) EN minder ondermijning van de bovenwereld door die verdomde “onderwereld “coffeeshops.

Het is te prijzen van dat de linkse raadsleden het beheersplan van de Driehoek “in de pauze” hebben kunnen zetten voor nader beraad. Los van dat ik de argumenten daarvoor niet zo sterk vond is dit in ieder geval een (klein beetje) positief resultaat.

En wat ik tenslotte nog kwijt wil is dat coffeeshops niets met ondermijning van doen hebben maar juist een bijdrage leveren tegen de ondermijning. Los van het gegeven van wat nou onder de onderwereld en onder de  bovenwereld verstaan moet worden zorgt de coffeeshopbranche er juist voor dat, in tegenstelling tot het buitenland, de inkomsten aan de verkoop van cannabis per direct omgezet wordt in de reguliere landelijke en lokale economie van reguliere werkverschaffing en afdracht van (loon)belastingen van het personeel, werkgelegenheid voor lokale aannemers, loodgieters, voor de horeca toeleveringsbedrijven, enz, enz. Zo heeft The Bulldog  een prachtig hotel, hebben de afgelopen jaren veel coffeeshopeigenaren mee geholpen aan innovatief onderzoek naar de werking van CBD waar de reguliere drogisterijen zoals Kruidvat en Jacob Hooy nu dankbaar profijt van hebben. Dus, hoezo ondermijning!! De coffeeshop is geen noodzakelijk kwaad maar een noodzakelijk goed voor de sociaal/economische verhoudingen in de Nederlandse samenleving en spelen zij een essentiële rol van het in goede banen leiden van verkoop en gebruik van cannabis.

Het Amsterdamse coffeeshopbeleid, hoe de gevreesde afbraak te stoppen?

 

 

Hieronder een schrijven wat alles te maken heeft met het I-criterium, coffeeshopbeleid, leefbare binnenstad, hoe om te gaan met het massatoerisme enz enz.

Het is geschreven voor de Amsterdamse gemeenteraad met mijn commentaar op het beheersplan van de Driehoek met nieuwe voorstellen voor het Amsterdamse coffeeshopbeleid  (januari 2021) Een kritisch schrijven rechtstreeks uit mijn hart omdat de Driehoek in mijn ogen op een verkeerd spoor zit. Mijn advies is dat dit beheersplan ingetrokken wordt en een multidisciplinaire werkgroep met een volstrekt nieuwe visie aan de slag gaat. Dit betekent niet dat er geen interessante en uitdagende voorstellen in het beheersplan staan. Zeker niet, een aantal zijn zeer de moeite waard maar kunnen alleen maar tot hun recht komen bij een andere filosofie over de toekomst van het Amsterdamse coffeeshopbeleid dan waar het beheersplan zich op baseert. Een filosofie van een stad van tolerantie en gastvrijheid van een beleid waar toeristen en al die andere niet ingezetenen van onze stad de coffeeshops mogen blijven bezoeken. En dat op zo’n manier dat dit een positieve bijdrage levert aan het leefklimaat voor allen die wonen en werken in Amsterdam! Dat is de echte uitdaging waar we voor staan en realiseerbaar moet zijn met een andere kijk dan die in het beheersplan beschreven staat.

August de Loor  71 jaar geboren en getogen binnenstadbewoner, 52 jaar dienstbaar aan het Amsterdamse drugsbeleid en leefklimaat

                                         NAAR EEN BEHEERSBARE CANNABISMARKT IN AMSTERDAM

                               Een kritische commentaar op het beheersplan van de Amsterdamse Driehoek

Het beheersplan beschrijft haar doelstelling als volgt: Het realiseren van een beheersbare Amsterdamse cannabismarkt, waarbij niet alleen aan de voorkant ( bij de consument) maar ook aan de achterkant sprake is van een betere scheiding van de harddrugsmarkt en de softdrugsmarkt.

Deze doelstelling roept op zijn zachts gezegd nogal wat vragen op. Bij een beetje kennis van zaken moet de cannabismarkt namelijk als twee strikt van elkaar gescheiden fenomenen gezien worden; het illegale cannabiscircuit ( van productie, (tussen)handel en illegale verkoopcircuit tot straatdealers aan toe) en het gedoogde circuit van coffeeshops. Met het in de doelstelling  negeren van dit wezenlijk onderscheid van de cannabismarkt wordt de indruk gewekt als zou de Amsterdamse coffeeshopbranche zich aan de voorkant schuldig maken aan de verkoop van harddrugs (de consument) en aan de achterkant in de handel van harddrugs ( de begrippen voorkant en achterkant in de doelstelling versterkt die aantijging; in het illegale circuit is er namelijk niet zoiets als een voor- en achterkant, in coffeeshops wel, de voor- en achterdeur).

Met deze inleiding wil ik niet de indruk wekken van dat ik “spijkers op laag water zoek”! Integendeel, het is in de verdere toelichting van het beheersplan wel degelijk zo dat de suggestie gewekt wordt als zouden coffeeshops zich schuldig maken aan harddrugshandel Maar dit alles blijft uiterst vaag, ontbreken de bronnen tot zelfs onlogische redeneringen aan toe!

Zowel uit harde als “zachte” data uit de landelijke als Amsterdamse monitors blijkt al decennia zich nergens een dergelijke vermenging af te spelen en waar dit zich incidenteel in Amsterdam voordoet staat het HIT team paraat met dito sanctionering door het stadhuis van de desbetreffende coffeeshop. Kortom, mocht dit essentiële toezicht op het Amsterdamse coffeeshopbeleid zo in gebreke zijn gebleken bij de Amsterdamse Driehoek is het de plicht van diezelfde Driehoek om met bewijzen te komen ter verantwoording van hun taak van het gescheiden houden van de drugsmarkten

Het negeren in het beheersplan van het fundamentele verschil tussen het illegale circuit en coffeeshops is een ernstige emissie. Zoals gesteld wordt door dit negeren de coffeeshopbranche onterecht in het verdachtenbankje geplaatst terwijl de coffeeshop juist een effectief middel is in het gescheiden houden van de drugsmarkten.

Tenslotte, met het streven naar een BETERE SCHEIDING DER DRUGSMARKTEN staat het beheersplan op gespannen voet met de doelstelling van het softdrugsbeleid van een ABSOLUTE SCHEIDING DER DRUGSMARKTEN. Kortom, een beheersplan met minder ambitie dan het huidige drugsbeleid!

( hierbij nog een korte naschrift over de veronderstelling van harddrugs verkoop in coffeeshop. De praktijk leert dat mocht een coffeeshop zich schuldig maken aan verkoop van harddrugs aan haar bezoekers dit dan eerder opvalt bij de andere bezoekers dan bij de politie en is een coffeeshop in no-time zijn klanten kwijt (onderzoek naar; de sociaal/culturele functie van 115 Amsterdamse coffeeshops  Adviesburo Drugs 1994). Dit rapport, geschreven voor het stadhuis naar aanleiding van toentertijd dezelfde veronderstelling als nu al zouden coffeeshops zich schuldig maken aan de verkoop van harddrugs tot toen heroïne aan toe. Dit rapport heeft toen op voorspraak van de gemeenteraad (met dank aan het opmerkelijke PvdA raadslid Annemarie Grewel) geleid tot de oprichting van de Multidisciplinaire werkgroep: Toekomst Amsterdamse softdrugsbeleid met voorstellen wat decennialang de toets der kritiek kon doorstaan met toen al de oproep voor het legaliseren van de achterdeur van coffeeshop wat helaas met de opzet van het experiment van deze regering nog zeker 8/9 jaar op zich laat wachten, met de onzekerheid of dat überhaupt nog zal gebeuren)

Het zijn niet coffeeshops maar het illegale circuit waar de vermenging van de handel in soft- en harddrugs zich voordoet met steeds meer nieuwe harde producten ( tot zeer recent het, vanuit gezondheidszorg, zeer zorgelijke nieuwe product van Synthetische Wiet) en steeds meer mogelijkheden aan distributiekanalen voor zowel de  tussenhandel als de verkoop aan consumenten van dit illegale circuit, via internet, websites, 06-lijnen.

Op basis van de doelstelling van het beheersplan zou je dus mogen verwachten dat 80% van de notitie besteed zou worden met een overzicht van de huidige stand van zaken van dit uitdijende, lees drugsmarkt gemengde, illegale cannabiscircuit met vervolgens voorstellen van hoe op deze ontwikkeling op een slimme, effectieve manier geanticipeerd moet worden ( lees dus niet met de botte lees repressieve bijl). In het beheersplan staat daar niets over en ontbreekt het dus aan het prioriteit stellen van het Nederlandse dus ook Amsterdamse beleid van het gescheiden houden der drugsmarkten. Een fundamenteel onderdeel van deze prioritering is het als de weerga realiseren van een robuust coffeeshopbeleid. In het beheersplan worden daar wel degelijk een aantal voorstellen voor gedaan ( keurmerk, “oprekken” van een aantal gedoogcriteria) wat meer dan waard is om verder uit te werken met de uitdaging om daar de collega grote steden, de VNG en de landelijke overheid in mee te krijgen.

Maar de voorwaarde om daar vanuit Amsterdam mee aan de slag te gaan is dat het denkraam waar het beheersplan op gestoeld is van tafel gaat met daarvoor in de plaats het werken aan een robuust Amsterdams coffeeshopbeleid zoals hoe met de regio het nuloptiebeleid doorbroken kan worden, behoud van de kleinschaligheid en diversiteit in het aanbod van coffeeshops en dat evenwichtig verspreid over de stad ( zoals IJburg, Noord, Zeeburgereiland en meer woon/werk/groeikernen met zowel coffeeshops voor de yuppen- als de multiculti bewoners aldaar) met als positief  bijeffect van dat dit de bezoekersstroom op de binnenstad coffeeshops doet verminderen. Het is echter het raamwerk van het beheersplan wat dit soort voorstellen naar een robuust Amsterdams coffeeshopbeleid in de weg staat.

HET BEHEERSPLAN

In plaats daarvan zorgt het beheersplan tot een verder verschraling van  het Amsterdamse coffeeshopbeleid zoals de min of meer aankondiging van het verder reduceren van het aantal coffeeshops in de stad. Zo wordt menig keer in het beheersplan de Mantra herhaald van dat Amsterdam bijna 30% van het aantal coffeeshops in Nederland heeft met dus als ondertoon van dat daar makkelijk wel een hoop vanaf kan (en ook in haar publieke optreden over het beheersplan laat de burgemeester zich in die zin uit).

Met een concreet voorbeeld wil ik aantonen dat de geschiedenis zich dan weer zal herhalen zoals in 2012  met de uitruil van de Wietpas van het regeerakkoord uit 2010 met de invoering in Amsterdam van de Scholenafstand, zodat alweer meer coffeeshops dicht moesten zoals al eerder was gebeurd met Project 1012. Met dit puur getalsmatig sluiten zag het stadhuis totaal over het hoofd dat een behoorlijk deel van die coffeeshops populaire coffeeshops waren onder Marokkaanse en andere medelanders. En als er iets niet had moeten gebeuren dan was het dit wel met, ook door mij, een hoop inzet om de woede en frustratie onder deze buitengesloten coffeeshopbezoekers te temperen met bij een van de medewerkers van een gesloten coffeeshop de opmerking;  “Wat zou er gebeuren als bij het lukraak van boven sluiten van een groot aantal cafés daar toevallig veel yuppen-, homo- of korps studentencafés  bij zouden zitten, ik denk dat dat niet onopgemerkt geweest zou blijven bij menig stadhuis beleidsmakers, met bij mijn coffeeshop het risico van dat een deel van de bezoekers in het illegale circuit verdwijnen”!).

En laat nou datzelfde regeerakkoord uit 2010 weer opnieuw leidend zijn voor het Amsterdamse coffeeshopbeleid. Het is namelijk dit regeerakkoord wat het beheersplan in haar toelichting benoemd als denkraam van haar voorstellen, een akkoord  afkomstig van een regering wat onder zowel deskundigen als de volksmond aangeduid als een ; van demeestverstokte-anti -coffeeshop -politieke- partijen- van- VVD,CDA en PVV.

Het waarom het beheersplan voor dit regeerakkoord kiest kan alleen maar met dat de Amsterdamse Driehoek mee gaat in wat omschreven kan worden als de ondermijningstheorie. Het is bovengenoemde regering die als eerste deze ondermijningstheorie ( en de ongefundeerde kritiek op de gedoogpolitiek) vertaalde in ingrijpende nieuwe invalshoeken van het landelijke drugsbeleid ( en wat zich tot op de dag vandaag onverminderd voortzet).

Het is de ondermijningstheorie die in de toelichting van het beheersplan meermaals aangehaald worden als zou de coffeeshopbranche een ondermijnende invloed hebben op de legale bovenwereld, sterker nog van dat er aanwijzingen zijn van dat deze branche de harddrugsmarkt steunt, financiert, faciliteert.

Het wapen die het beheersplan voorstelt om de omvang van ondermijning door de Amsterdamse coffeeshopbranche terug te dringen is het I-criterium. Met dit criterium zakt in de theorie van het beheersplan namelijk het inkomen van de branche, ergo dus ook hun mate van ondermijning van de bovenwereld plus komt de Driehoek hiermee tegelijkertijd tegemoet aan de  toegenomen druk uit de publieke opinie van het terugdringen van het zgn. laagwaardige drugstoerisme; TWEE VLIEGEN IN EEN KLAP!

Het moge duidelijk zijn dat ik zeer bezorgd ben over wat dit beheersplan voor gevolgen heeft voor het Amsterdamse coffeeshopbeleid.

Ten aanzien van mijn andere argumenten van deze bezorgdheid verwijs ik naar mijn website augustdeloor.nl  met meerdere artikelen zoals;

  1. Het paard van Troje, een artikel met een overzicht van wat de gevolgen zullen zijn als in Amsterdam het I-Criterium ingevoerd wordt, een overzicht met veel meer gevolgen dan alleen die van een nog meer ondoorzichtig,dus meer ondermijnend straatdealsysteem
  2. En ook een andere notitie over de geringe bereidheid van bezoekers van coffeeshops om zich, ter preventie van het Coronavirus, te registreren als voorbeeld van dat het I-criterium op een fiasco zal uitlopen ( n.b. om de niet-ingezetenen buiten de coffeeshop te houden moeten ook de ingezetenen gecontroleerd worden wat met het nog steeds heersende stigma ten aanzien van het gebruik van cannabis op weinig medewerking van de coffeeshopbezoekers kan rekenen en het personeel van coffeeshops waar toeristen niet komen tot obstructie zal leiden ( was het niet burgemeester Halsema die tijdens een TV  discussie vraagtekens plaatste bij het invoeren van wetten of regels als die niet op voldoende draagvlak kon rekenen bij vooral degenen die uitvoering aan die wet moeten geven?)
  3. En op dezelfde website kunt u nog vele andere artikelen vinden die zowel indirect als direct betrekking hebben over dit onderwerp, zoals zeer kritische commentaren  als zou Amsterdam de drugshoofdstad van de wereld zijn, hier ten aanzien van drugs maar alles kan en mag ( wijlen Burgemeester Schelto Patijn zou, als bepleiter van de gedoogpolitiek, zich in zijn graf omdraaien bij zulke onzin wat al jaren in de media als Mantra over Amsterdam beweerd wordt!), enz, enz.

 

En  kunt u de komende tijd de volgende notities verwachten van:

  1. Een kritisch commentaar op het O.I.S. rapport over dat 57% van de Wallen/Singel toeristen de coffeeshops bezoeken.
  2. Het 30% dogma van als zou er nog maar 20 coffeeshops in Amsterdam over zijn er nog steeds sprake kan zijn van dat dit nog steeds 30% van het aantal in heel Nederland is, ergo dat hoge percentage weer als argument gebruikt kan worden om nog meer coffeeshops in Amsterdam te sluiten
  3. Een kritisch commentaar op het Breuer rapport over met hoeveel coffeeshops Amsterdam kan volstaan in 2020 en 2025.
  4. Een notitie van dat coffeeshops, in tegenstelling tot wat algemeen beweerd wordt, juist een effectief instrument is tegen de ondermijning.
  5. En wat u ook kunt verwachten is via woord en geschrift mijn visie over een toekomstbestendige Amsterdamse binnenstad voor zowel de bewoners, de werkers als de bezoekers

Multidisciplinair overleg

Tenslotte, met het beheersplan breekt de Driehoek met een lange traditie van dat zeer essentiële onderwerpen aangaande het Amsterdamse drugsbeleid dit altijd als eerste gewikt en gewogen wordt middels multidisciplinair overleg. Voorbeelden te over zoals een integraal drugspreventie beleid grootschalig evenementen, bij meerdere zeer zware beleidskeuzes tijdens de in Amsterdam diep ingrijpende heroïne epidemie. En om bij dit softdrugsdossier te blijven; hoe vaak is er niet multidisciplinair overlegd bij essentiële beleidszaken aangaande het coffeeshopbeleid met als eerste de softdrugswerkgroep in 1993 met alle sleutelfiguren aan de onderhandelingstafel wat een Amsterdams coffeeshopbeleid opleverde wat decennialang  de toets der kritiek kon doorstaan.  Het beheersplan is verre van deze overlegtraditie opgesteld en dat wreekt zich op velerlei manieren met als meest schokkende van dat het raamwerk waarop het beheersplan gebouwd is op drijfzand