En hoe zijn bedreigers hun zin hebben gekregen.
Een voor Nederlandse begrippen volstrekt nieuw fenomeen haalt eind 2010 de voorpagina van alle kranten, vult menig actualiteitenprogramma op de TV en zorgt voor een spervuur aan vragen in de Tweede Kamer met een oproep voor een keihard optreden van de overheid.
Dit alles slaat op de berichten als zou de georganiseerde drugsmisdaad in Brabant van met name de kwekers van Nederwiet tussen de 2 en 5 miljard euro winst maken, waarbij een ieder die dat belang in de weg staat geëlimineerd wordt. Hiermee wordt de burgemeester van Helmond bedoeld, die naar aanleiding van zijn pogingen een tweede coffeeshop in zijn stad te openen bedreigd zou worden door deze nietsontziende drugssyndicaten.
En nadat de burgemeester na een periode van onderduiken voor de tweede keer weer bedreigd werd, besloot om af te zien om de tweede coffeeshop nog te openen. (Dit besluit op 16 februari 2011 bekrachtigd door de rechtbank van Den Bosch.)
Er is voldoende aanleiding stil te staan bij deze voor Nederland unieke situatie van het bedreigen van een burgemeester aanleiding is om een gemeentelijke democratisch besluit te herroepen.
De eerste vraag die dit oproept of de bedreigingen wel afkomstig zijn van de georganiseerde drugsmisdaad, van in dit geval de grootschalige kwekers van Nederwiet. Het zijn deze grote kwekers die hoofdzakelijk op de export van Nederwiet gericht zijn, (in feite het illegale equivalent van de Nederlandse glas- en tuinbouw).
In die wereld van de grote kwekers spelen kosten/baten analyses een belangrijke rol in bijna elke beslissing, van het veilig stellen van de eigen belangen. Het roept de vraag op welke belangen geschaad worden als een burgemeester van een middelgrote stad een tweede coffeeshop wil openen? Hun exportbelangen staan daarmee toch niet op de tocht? Daarbij eft de georganiseerde misdaad wel degelijk dat bedreigen van bestuurders, politici en anderen binnen de publieke sector als een boemerang op hen terugslaat, van het onnodig in beeld komen dan hen lief is.
Dus als het niet de grote kwekers van Nederwiet zijn moeten het wel de buurtbewoners zijn die op die manier tegen de komst van een coffeeshop protesteren. Maar gelet op de berichtgeving is dit ondenkbaar. Protesten van buurtbewoners tegen de overheid vinden in het algemeen op een geheel andere manier plaats, via buurtbijeenkomsten of andere hele of halve ludieke acties.
De enige kring waar de bedreigingen tegen de burgemeester dan vandaan moet komen, zijn die van de illegale verkoopadressen van Nederwiet in Helmond. Het is de wereld van achteraf-adressen, van runners, van dealertjes die “aan huis” leveren die de komst van de tweede coffeeshop in hun stad als een bedreiging van hun inkomsten beschouwen. En nu de coffeeshop gesloten blijft hebben zij hun zin gekregen; Bedreigen loont!
Het bizarre bij dit alles is dat het coffeeshopbeleid juist bedoeld is om dit soort illegale dealpraktijken op achteraf-adressen terug te dringen.
In plaats van zijn rug te rechten door de coffeeshop niet te sluiten gaat de burgemeester zelfs zover door de situatie in Brabant te vergelijken met wat er zich in Mexico aan drugsoorlogen afspeelt, van corrupte politici, politie en bestuurders, blijkbaar niet beseffend dat dit eerder een uitvloeisel is van de extreme verschillen tusen het rijke Amerika en het straatarme Mexico, van een leger aan arme, werkloze “desperado’s” die voor een beetje Gringodollars voor zowat alles in te schakelen is. Maar in het enige wat Amerika en Mexico doet is kiezen voor de symbool-politiek van de WAR ON DRUGS, met alleen maar nog meer doden en politieke en sociale ontwrichting tot gevolg.
Het is in het klein wat Nederland nu ook doet met een harde aanpak van het drugstoerisme en de wietkwekerijen, terwijl de stormachtige opkomst van het aantal wietkwekerijen in zowat ieder Europees land al de eerste tekenen geven van zowel een afname van het drugstoerisme als de op export gerichte kwekerijen in Nederland. In plaats van een Europees reguleringsbeleid van hasj en wiet kondigt een keihard beleid aan “om de macht in Brabant te heroveren op de drugsmisdaad”. Vanuit deze denktrant wordt een versnelde invoering van de wietpas voor coffeeshops bepleit, niet beseffend dat dit drempelverhogend werkt zodat een deel van de bezoekers van coffeeshops de illegale dealadressen van wiet zullen gaan opzoeken.
En zo krijgen niet alleen in Helmond, maar ook al die andere illegale dealadressen en runnertjes in de rest van Nederland hun zin.
Door zowel de wietpas, als de uitvoering van het afstandscriterium van coffeeshops nabij scholen, zal voor een ingrijpende reductie van het aantal coffeeshops in Nederland zorgen. De illegale dealadressen spinnen daar vaak garen bij, waar vaak ook nog “vervuilde” wiet verkocht wordt en vaak ook harddrugs om over de overlast van dit soort adressen en drugsrunners maar te zwijgen, in vooral de woonwijken die er sowieso al zwak voorstaan.
Dit alles brengt mij tot de macabere constatering dat waar in Mexico de drugshandel nog veel tijd, moeite en geld moet getroosten om politici, politie en bestuurders om te kopen, in Nederland slechts één bedreigde burgemeester aanleiding geeft om het beleid van 45 jaar coffeeshopbeleid op het spel te zetten ter faveure van degenen die verantwoordelijk zijn van die bedreiging.
August de Loor