Categoriearchief: CBD olien

Nu iets goeds en nu uit Engeland – Een pleidooi voor legale hennep en legale cannabis

Van een bevriende organisatie uit Engeland kreeg ik deze week het rapport opgestuurd:
A Plan for a Legal and Regulated UK Hemp and Cannabis Sector

Dit rapport is het zoveelste voorbeeld dat steeds meer landen in de wereld Nederland aan het voorbij streven zijn richting een progressief drugsbeleid. Van in dit geval het legaliseren van de kweek van hennep (voor het produceren van CBD-olie) en het legaliseren van cannabis voor recreatief gebruik.
Hieronder een samenvatting van dat rapport, voer voor leden van de Tweede Kamer en de betrokken ministeries van niet alleen Justitie en VWS maar ook van Landbouw en Klimaat.

Met groet,
August (voorzitter CAN)

Samenvatting van Brits plan voor een legale en gereguleerde hennep en cannabis sector in het Verenigd Koninkrijk (geschreven door Joost Heeroma/bestuur CAN)

Opgesteld door kamerbrede parlementaire werkgroep in samenwerking met meerdere belangenverenigingen waaronder de Cannabis Trades Association, de Britse evenknie van het CAN/Cannabinoïden Adviesbureau Nederland.

Hoofdboodschap: De werkgroep stelt dat legalisering en regulering van hennep/cannabis in het VK bijna 600.000 banen kan creëren, jaarlijks £5,5 miljard aan belastinginkomsten kan opleveren en een grote bijdrage kan leveren aan de gestelde klimaatdoelen voor 2050.

De stellingen in dit document zijn grotendeels gebaseerd op extrapolaties van ervaringen in legale cannabismarkten zoals Colorado en andere legale cannabis staten in de VS, Canada etc..

Het document is een goed onderbouwde analyse van de mogelijkheden op het gebied van o.a.:

  1. Een lucratief ‘nieuw’ landbouwgewas (hoogwaardige, waardevolle producten)
  2. Bodemherstel/sanering (goed voor gewasrotatie, tegen bodemerosie, minder pesticiden, absorbeert zware metalen etc.)
  3. ‘Groene’ bouwmaterialen (mogelijkheid voor koolstof-neutrale of koolstof-negatieve huizenbouw, betere isolatie en dus minder verwarming/air conditioning nodig)
  4. Papier (hogere productie en beter recyclebaar dan papier uit bomen)
  5. Textiel (minder water nodig dan voor katoen en geen pesticiden nodig, vocht absorberend, hypoallergeen, schimmelwerend en antibacterieel)
  6. Diervoer (minder antibiotica, gezondere dieren, betere melkopbrengst, minder milieubelastend dan soja)
  7. Koolstoffixatie (8 tot 15 ton koolstoffixatie per hectare, 5x efficiënter dan bos)
  8. Accu productie (efficiënter en minder milieuonvriendelijk dan lithium)
  9. Gezonde voeding (veel meervoudig onverzadigde vetzuren/omega-3, eiwitrijk, superfood)
  10. Gezondheidsproducten (CBD, gebruikt door ~10% van de bevolking)
  11. Farmaceutische producten/medicinale cannabis (gigantisch therapeutisch potentieel, minder gebruik van opiaten en andere verslavende/gevaarlijke medicijnen, kostenbesparend, globale exponentiele groei verwacht)
  12. Recreatieve markt (enorme ontwikkelende markt, goed voor miljarden aan inkomsten, relatief veilig, potentieel voor toerisme)
  13. Consumentenbescherming (geen toename gebruik onder jeugd)
  14. Criminaliteitsbestrijding (legale markt kan illegale markt grotendeels verdrukken)
  15. Banencreatie (ongeveer 600.000 in VK)
  16. Belastingheffing (ongeveer £5,5 miljard per jaar in VK)

Naast een opsomming van de belangrijkste feiten wordt voor ieder deelonderwerp een lijst van aanbevelingen gegeven samen met een actieplan, tijdlijn en taken voor verantwoordelijke instanties.

Dit document is een goede blauwdruk voor een vergelijkbaar rapport voor de Nederlandse markt.

CBD humor – leuk en macaber

 

Het is een indicatie hoe in een relatief korte tijd deze cannabinoide tot een “volksproduct” is uitgegroeid met dito eigen humor!

Maar deze humor is tegelijkertijd macaber als je bedenkt dat CBD in Nederland nog steeds onder de Opiumwet valt.
Daar waar de WHO en de Europese Unie CBD allang als voedingssupplement beschouwen loopt Nederland hierbij nog steeds mijlenver achter.
Maar ja, wat wil je ook als onze premier Rutte al tien jaar alles wat met cannabis van doen heeft als TROEP afdoet.

August de Loor
Voorzitter CAN

“Coffeeshops ondermijnen de bovenwereld”, het nieuwe Mantra van de Amsterdamse Driehoek

Donderdag 28 januari heeft de gemeenteraad commentaar gegeven op het beheersplan wat op 8 januari door de Amsterdamse burgemeester Halsema (lees de Driehoek) aan de raad is voorgelegd.
Het beheersplan  “naar een beheersbare cannabismarkt” omvat een onderdeel van de aanpak van het terugdringen van het ( massa)toerisme naar Amsterdam. Helaas voor de zoveelste keer worden de coffeeshops als een van de belangrijkste aanjagers van dat massatoerisme nagewezen ( en dan nog van het zogenaamde “laagwaardig” deel daarvan waar de publieke opinie over beweerd dat: “Amsterdam daar geen cent aan verdient, alleen maar overlast aan ondervindt”).                                                                                                            Deze pijlen zijn al 15/20 jaar op de coffeeshops gericht zodat er ondertussen een substantieel aantal coffeeshops  gesloten zijn ( met in die zelfde tijd geen enkele afname maar een mega toename van het toerisme en klagende eigenaren van de nog open coffeeshops van dat de extra toeloop niet bevorderlijk is voor de sfeer in de shop).

Met het beheersplan brengt de Driehoek een volstrekt nieuwe pijl in de strijd tegen het toerisme, een GIFPIJL als zouden coffeeshops de samenleving ontwrichten! Het is op basis van dat dogma waarmee de Amsterdamse Driehoek alsnog het I-Criterium ingevoerd wilt krijgen ( wat in een eerdere raadsvergadering in Oktober niet gelukt was van een meerderheid aan raadsleden tegen dit Criterium)

Het is een nieuwe redenatie wat uitgaat van het Mantra van het landelijke politie en Justitiebeleid wat in 2010 startte onder de regering van VVD,CDA en de gedoogpartner PVV:
“De onderwereld ondermijnt de bovenwereld”! Het is deze Mantra die de Amsterdamse Driehoek naar haar hand zet: “Als we nou de coffeeshops tot die onderwereld rekenen gebiedt de logica van dat door dat vele toerisme de Amsterdamse coffeeshops HEEL VEEL geld verdienen, ergo, de coffeeshops zorgen voor HEEL VEEL ondermijning van de bovenwereld!”
Het is die logica in het beheersplan waarop de invoering van het I-criterium verdedigd wordt met in de ogen van de Driehoek alleen maar winnaars: Van EN geen ellende meer van die horde laagwaardige drugstoeristen (die dronken, blowend, luidruchtig en kotsend het Amsterdamse Werelderfgoed naar de kloten helpt) EN minder ondermijning van de bovenwereld door die verdomde “onderwereld “coffeeshops.

Het is te prijzen van dat de linkse raadsleden het beheersplan van de Driehoek “in de pauze” hebben kunnen zetten voor nader beraad. Los van dat ik de argumenten daarvoor niet zo sterk vond is dit in ieder geval een (klein beetje) positief resultaat.

En wat ik tenslotte nog kwijt wil is dat coffeeshops niets met ondermijning van doen hebben maar juist een bijdrage leveren tegen de ondermijning. Los van het gegeven van wat nou onder de onderwereld en onder de  bovenwereld verstaan moet worden zorgt de coffeeshopbranche er juist voor dat, in tegenstelling tot het buitenland, de inkomsten aan de verkoop van cannabis per direct omgezet wordt in de reguliere landelijke en lokale economie van reguliere werkverschaffing en afdracht van (loon)belastingen van het personeel, werkgelegenheid voor lokale aannemers, loodgieters, voor de horeca toeleveringsbedrijven, enz, enz. Zo heeft The Bulldog  een prachtig hotel, hebben de afgelopen jaren veel coffeeshopeigenaren mee geholpen aan innovatief onderzoek naar de werking van CBD waar de reguliere drogisterijen zoals Kruidvat en Jacob Hooy nu dankbaar profijt van hebben. Dus, hoezo ondermijning!! De coffeeshop is geen noodzakelijk kwaad maar een noodzakelijk goed voor de sociaal/economische verhoudingen in de Nederlandse samenleving en spelen zij een essentiële rol van het in goede banen leiden van verkoop en gebruik van cannabis.

Nieuws van het CBD-front

Nieuwsbrief december 2020

Vlak voor het eind van 2020, een veelheid aan actuele informatie waar je ongetwijfeld interesse in zult hebben.

Maar allereerst een paar bemoedigende woorden. Het gaat maar door met Corona en nu weer een Lockdown tot 19 januari wat ongetwijfeld voor velen weer hard zal zijn aangekomen in zowel het persoonlijke als in het zakelijke leven.

Maar laat er nou ingrijpende besluiten genomen zijn en dat in positieve zin.
Eindelijk heeft de VN het aangedurfd om de al sinds 1961 rigide wetgeving aangaande cannabis open te breken. Wereldwijd kan hierdoor het reguleren van de medische/therapeutische toepassing van cannabis verder en versneld toegepast worden (met, hopelijk, als volgende fase, de legalisering van het recreatief gebruik).
En ook in Europa is een megastap gezet door CBD niet meer als een drug te beschouwen maar als een voedingsmiddel.

In 2021 is de belangrijkste uitdaging voor het CAN ( belangenvereniging van de branche en andere betrokkenen bij CBD en Cannabinoiden) om ervoor te zorgen dat deze besluiten worden omgezet in een duurzaam Nederlands (en uiteindelijk Europees) cannabinoïdenbeleid. Hiervoor zal de komende maanden de samenwerking van het CAN met andere organisaties in binnen- en buitenland versterkt worden, overleg is aangevraagd met de ministeries en NVWA, en de pijlen worden gericht op de campagnes van de politieke partijen voor de verkiezingen in maart 2021 ( de voorwaarde voor een zo goed mogelijk resultaat is een, in aard en omvang, gezonde vereniging. Het CAN is ook dit jaar weer gegroeid in aantal leden, dus wie zich aangesproken voelt, wordt lid!)

Ontwikkelingen in de EU

Afgelopen week hebben de Verenigde Naties en de Europese Commissie gestemd over de aanbevelingen die de WHO heeft gedaan mbt CBD en cannabis

Aan de ene kant is er nu overeenstemming over de legale status van de stof Cannabidiol. Cannabidiol, of deze wel of niet uit hennep is geïsoleerd, valt niet onder de bepalingen van de internationale verdragen en dus ook niet onder de Opiumwet. Het is dus geen ‘drug’ en mag in voeding en voedingssupplementen worden verwerkt. Maar dan is er wel een Novel Food autorisatie nodig! Meer daarover lees je hieronder.
Volgens deze redenering zou CBD-isolaat ook in cosmetica mogen verwerkt. Zodra de entry voor Cannabidiol in de Cosing database is aangepast zullen we je daarover informeren.
Aan de andere kant blijven CBD producten met een THC gehalte lager dan 0,2% (dus ook alle CBD producten met minder dan 0,05% THC) wel onder de bepalingen van de internationale verdragen vallen en dus onder de Opiumwet. Voor deze producten kan er geen Novel Food autorisatie worden aangevraagd en blijft het Nederlandse gedoogbeleid gelden, alsook de verschillende nationale maxima voor THC.

Samenvatting cannabidiol:
CBD-isolaat mag in voeding en voedingssupplementen, mits er voor de gebruikte kwaliteit een NF autorisatie is.
CBD-isolaat mag in cosmetica worden verwerkt.
Synthetische CBD mag in voeding en voedingssupplementen, mits er voor de gebruikte kwaliteit een NF autorisatie is.
Synthetische CBD mag in cosmetica worden verwerkt.

Samenvatting hennepextracten:
Hennepextracten zonder THC (breed spectrum) mogen in voeding en voedingssupplementen, mits er voor de gebruikte kwaliteit een NF autorisatie is.
Hennepextracten met THC (full spectrum) mogen in voeding en voedingssupplementen worden verwerkt die gedoogd worden onder de Opiumwet.
NB 1: Let op de verschillende toegestane THC limieten in het te vermarkten land.
NB 2: CBD-olie valt in Nederland nog steeds onder de definitie van Hennepolie (lijst 1) in de Opiumwet.
NB 3: De productie van hennepextracten mag niet in Nederland plaatsvinden. Daarvoor is een opiumontheffing nodig. Pas als de concentratie THC onder de 0,05% ligt, wordt het extract of het eindproduct gedoogd.

CAN Keurmerk voor CBD

Met het risico van dat ik in herhaling val blijf ik op het belang van het Keurmerk wijzen. Terugkijkend op hoe CBD zich de afgelopen jaren aan al die negatieve toedichtingen en het (drugs) stigma heeft moeten ontworstelen om tot een volwaardig en serieus genomen product te worden is het niet meer dan logisch dat dit bezegeld wordt met een Keurmerk. Ieder zichzelf respecterend bedrijf die zich met CBD bezig houdt zou hier in mijn ogen voor moeten kiezen om daarmee naar zowel de collega-ondernemers als de consument duidelijk te maken dat het product aan alle eisen van kwaliteit en etikettering voldoet.

Daarnaast moet het Keurmerk ook als een logische vervolgstap gezien worden op de recente besluitvorming binnen zowel de VN als de EU. En om bij die laatste te beginnen is het Keurmerk de kroon op het feit dat CBD nu niet meer als een drug maar als een voedingsmiddel beschouwd wordt.

Het CAN heeft de afgelopen jaren het Keurmerk ingezet als instrument om die positieve beleidswijziging via Nederland in de EU m.b.t. CBD te realiseren. En nu dat gerealiseerd is, is de daadwerkelijke invoering van het Keurmerk op elk CBD product de volgende stap in de verdere ontwikkeling naar een wereldwijd, duurzaam bij wet verankerd, CBD beleid. Binnen die mondiale ontwikkeling kan ieder afzonderlijk lid van het CAN een bijdrage leveren met het voeren van een Keurmerk op zijn of haar product. Het is die uitdaging waar het CAN de komende jaren voor staat!

December 2020

August de Loor

voorzitter vereniging CAN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

EU top court rules that CBD is not a narcotic drug

En zo op het eind van het rampjaar 2020 besluit de Europese Commissie om CBD van de lijst van drugs te halen zodat nu in 27 Europese landen van de EU CBD een voedingssupplement is.
Kortom een zeer welkom mooi eind van 2020.

bron:
https://www.politico.eu/article/cjeu-rules-that-cbd-is-not-a-narcotic-drug/

 

Podcast: August de Loor gaat los over 65 jaar drugs en drugsbeleid

Onder leiding van onderstaande twee heren, initiatiefnemers van een wel heel bijzondere Podcast word ik ondervraagd over mijn carrière, wat begon eind jaren 60 van de vorige eeuw als straathoekwerker in de Amsterdamse volkswijk de Pijp en de rest kan je horen van meer dan anderhalve uur dwalen door de decennia van wat zich allemaal aan ontwikkelingen hebben afgespeeld binnen de afzonderlijke drugsmarkten en welke projecten en initiatieven ik daarbinnen heb opgezet en welke visie daarachter schuil gaat.  Veel luisterplezier zou ik zeggen!!!

August

Aflevering #22 van ‘High Tea met Derrick & Rens’ als gastheren en interviewers en vooral met hun eigen deskundigheid en gezelligheid!!. Via de website: http://highteapotcast.nl/22-met-drugsexpert-august-de-loor/

Je kunt de aflevering ook via YouTube beluisteren, via deze link: https://youtu.be/JPnCbHaO5aE

 

 

De Amsterdamse coffeeshop in mondiaal perspectief

In de recente brief van de burgemeester aan de gemeenteraad met voorstellen voor het verbeteren van het leefklimaat in de Amsterdamse binnenstad staat beschreven van dat de afdeling Onderzoek en Statistiek (O & S) van het stadhuis deze zomer onderzoek pleegt naar de overlast van coffeeshops.

De vraag die hierbij gesteld kan worden is of een dergelijk onderzoek gegevens oplevert voor het verbeteren van het leefklimaat van die binnenstad. Ten eerste is een overlastonderzoek per definitie slechts een momentopname met in dit geval ook nog tijdens het toeristen hoog seizoen met meer toeloop op coffeeshops plus veel volk en andere activiteiten op straat met ergo meer kans van dat die drukkere shops sneller als overlast ervaren wordt. Daar bovenop is het de vraag of een dergelijk onderzoek wel nodig is en geen herhaling van zetten waarbij ik verwijs naar;

1) De jaarlijkse Nationale Drugs Monitor van het Trimbos Instituut met als constatering van dat in 2018 coffeeshopoverlast niet of nauwelijks voorkwam in de meeste gemeenten.

2) Daarnaast een vergelijkbaar onderzoek van het Bongersinstituut van de UvA van een aantal jaren eerder maar dan specifiek gericht op de Amsterdamse “binnenstadcoffeeshops”. Een onderzoek met min of meer hetzelfde resultaat ( n.b. dat zelfde instituut heeft ook onderzoek gepleegd naar de type bezoekers van coffeeshops met als opvallend resultaat van dat het afrekent met de alom hardnekkige veronderstelling als zou de buitenlandse coffeeshopbezoeker tot de categorie van laagwaardige toerist behoren. Ik vind het zinvol om dit te memoreren aangezien ook nu weer in de recente publieke en politieke discussies over de verloedering van de Amsterdamse binnenstad de coffeeshops als belangrijke veroorzakers van die verloedering aangewezen worden. Met het feit dat van alle horeca- en andere publieke circuits in de binnenstad alleen over coffeeshops een overlastonderzoek verlangd wordt wekt de indruk dat het stadhuis mee gaat in deze veronderstelling).

3) En tenslotte de periodieke waarnemingen van het Adviesburo Drugs over de afgelopen 10/15 jaar over de relatie tussen gevoerd coffeeshopbeleid en overlast. Als uitvloeisel van Project 1012 en van het beleid van een verbod op coffeeshops binnen een straal van 250 meter nabij scholen is in die periode het aantal coffeeshops in de binnenstad drastisch afgenomen zodat de nog open coffeeshops meer klanten te verwerken kregen, tot zelfs rijen aan wachtenden voor de deur, en andere klachten voor de direct omwonenden Hierbij is het vermeldenswaardig dat de reductie aan coffeeshops ook de trend versterkte, die jaren eerder op gang was gekomen n.a.v. de invoering van de Tabakswet, dat een groot deel van de coffeeshops zich nog louter concentreert op de verkoop van cannabis. Naast dat dit negatief uitpakt voor het beleid van secundaire drugspreventie zorgt het wegvallen van de ontmoetingsfunctie van coffeeshops ook voor een potentieel hoger risico van overlast voor de omgeving van snel in- en uitlopende klanten, wat het personeel weinig tot geen gelegenheid biedt om corrigerend op te treden (trouwens, een louter verkoopfunctie van coffeeshops is ook in de strijd met de richtlijnen van het landelijk Pakket van Procureurs Generaal).

De Amsterdamse coffeeshops in mondiaal perspectief

Vanaf de jaren zestig is cannabis uitgegroeid tot, na alcohol, het meest populaire genotsmiddel in de wereld. Echter is Amsterdam, als toeristische wereldstad, nog steeds de enige stad in de wereld waar zonder angst voor arrestatie in de publieke ruimte cannabis gekocht en geconsumeerd kan worden. Het is dan ook meer dan logisch dat voor al die wereldwijde liefhebbers van cannabis in leeftijd, sociale klasse en etniciteit de Amsterdamse coffeeshop een unieke plek is wat in eigen stad of land volstrekt ontbreekt. Vanuit deze mondiale invalshoek zou je logischerwijs een enorme, aan Koningsdag afgeleide, dagelijkse overlast in de binnenstad mogen verwachten met een dito aanslag op de Amsterdamse eerstehulpdiensten voor al die buitenlandse consumenten die, onwennig aan de genoten vrijheid geen maat weten te houden. Dit beeld is geenszins het geval wat de vraag oproept waarom er in al die decennia nooit onderzoek is gedaan welke mechanismes van invloed zijn dat, ondanks bovenbeschreven mondiaal perspectief, het met de overlast van coffeeshops in de Amsterdamse binnenstad reuze meevalt. En om Koningsdag daarbij als voorbeeld te nemen zijn het de coffeeshops die er op die dag altijd een terughoudend verkoopbeleid op na houden, met daardoor nauwelijks overlast en verhoudingsgewijs ten opzichte van alcohol nauwelijks het inzetten van ambulances.

Een leefbare Amsterdamse binnenstad
Het zijn in mijn ogen al deze aspecten die Buro O & S in ogenschouw dient te nemen in hun onderzoek. Maar dan nog zijn er voldoende vraagtekens te plaatsen of een dergelijk overlastonderzoek kennis en inzichten oplevert voor de beleidsmakers in het Amsterdamse stadhuis. Met alleen al het stellen van deze vraag bepleit ik een geheel andere invalshoek van dat een leefbare Amsterdamse binnenstad gebaat is bij een integrale visie op het gebruik van cannabis met de coffeeshop als instrument voor het in goede banen leiden van dat gebruik.
lokaal
1) De eerste invalshoek is onderzoek naar de verschillen in functies tussen de coffeeshops in het centrum van de stad en die in de woonwijken Ter herinnering heb ik daarover als niet – wetenschapper in 1994 een rapport geschreven die in menig opzicht nog steeds lezenswaardig is ( Onderzoek naar de sociale functie van 115 Amsterdamse coffeeshops, Adviesburo Drugs 1994). Met een dergelijk onderzoek zal dit ongetwijfeld een beleidslijn opleveren naar een evenwichtig, over de stad verspreid, netwerk van kleinschalige coffeeshops. Wat niet alleen tegemoet komt aan de diversiteit aan liefhebbers van cannabis, (vergelijkbaar met de diversiteit aan liefhebbers van alcohol met dito hun behoefte aan verscheidenheid in soorten cafés), maar ook de toeloop terugdringt op de coffeeshops in de binnenstad

Regionaal
2) Ten tweede het werken aan een regionaal coffeeshopbeleid. Vanuit alle regionale Amsterdamse windhoeken bezien zijn er nauwelijks tot geen coffeeshops in de regio (met Amstelveen als koploper met nul coffeeshops om ook over onze nieuwe woonwijk IJburg maar te zwijgen) waardoor al die cannabisconsumenten in die regio aangewezen zijn op de Amsterdamse coffeeshops. Het moet toch langzamerhand duidelijk zijn dat het 45 jaar oude, op lokaal niveau, nuloptievestigingsbeleid van coffeeshops een gedrocht is! Onderzocht moet worden of ook de Provinciale overheid een rol kan spelen als bijdrage voor een uiteindelijk over het land evenwichtig gespreid netwerk van lokale coffeeshops. Met als positief bijeffect van, hoe dichter een voorziening gesitueerd is in een omgeving waar de behoefte ligt, hoe minder kans op overlast.

Mondiaal
3) Ten derde mijn oproep dat Amsterdam over zijn eigen verworvenheden uitstijgt dat na 50 jaar Amsterdamse coffeeshops en 43 jaar Nationaal scheidingsbeleid tussen soft- en harddrugs er eindelijk mondiaal ontwikkelingen op gang komen richting het legaliseren van cannabis. Zowel binnen de internationale instituties, zoals de WHO en de VN, als binnen allerlei samenwerkingsverbanden in de verschillende werelddelen. In Europa, Azië, Noord en Zuid Amerika zijn ontwikkelingen gaande voor het reguleren en legaliseren van industriële producten van Hennep, van productie en verkoop van CBD, van de medisch/therapeutische toepassingen tot het daadwerkelijk legaliseren van het recreatief gebruik van cannabis. Al deze ontwikkelingen voltrekken zich in een stroomversnelling en, nog belangrijker, een niet te stoppen proces, met Canada en steeds meer Staten in de USA als de meest vooruitstrevende landen. In het kielzog van deze ontwikkelingen worden in steeds meer landen in de wereld vergelijkbare horecagelegenheden geopend met die van de Amsterdamse coffeeshops. Zo gaan steeds meer bestuurders en beleidsmakers in landen waar de legalisering van cannabis op de agenda staat na een bezoek aan Amsterdam terug naar eigen land met de overtuiging dat de coffeeshop een effectief instrument is in het integreren van die legale cannabis in het lokale horecabeleid.
Het moge duidelijk zijn van dat deze mondiale ontwikkelingen zijn weerslag zal krijgen op een geleidelijke afname van de internationale toeloop op de Amsterdamse “binnenstadcoffeeshops”. Met geoefende ogen en oren is deze ontwikkeling al waar te nemen uit beschrijvingen van toeristen dat zij meer en meer in eigen land van vergelijkbare voorzieningen gebruik kunnen maken als de Amsterdamse coffeeshops. Deze ontwikkeling speelt zich al veel prominenter af aan de oostgrens van Nederland van dat door steeds meer steden in Duitsland met “informele” coffeeshops de toeloop op de coffeeshops in de grenssteden afneemt.
De komende jaren zal deze afname aan buitenlandse cannabisconsumenten op Amsterdam ongetwijfeld doorzetten zodat de Amsterdamse coffeeshop steeds meer dezelfde functie krijgt als het café van het in plaats van alcohol het onder gelijkgestemden in een sociale setting consumeren van cannabis. Een in alle opzichten de meest effectieve methode van het in goede banen leiden in het gebruik van een psychoactieve stof.

De coffeeshop als normale horecaonderneming.
Bovenbeschreven beleidslijnen richting een integraal coffeeshopbeleid valt en staat bij het legaliseren van de achterdeur van coffeeshops. Helaas komt de opzet die de regering gekozen heeft met haar experiment voor die legalisering in geen velden of wegen tegemoet aan hoe die legale achterdeur er idealiter uit moet zien ( het vergt voor deze notitie te lang om dit nader toe te lichten). Maar even belangrijk is dat door de gekozen opzet van het experiment het Amsterdamse softdrugs- en coffeeshopbeleid voor de komende 6 – tot 7 jaar onwrikbaar in beton gegoten zit met geen enkele mogelijkheid om de nu al decennia verstikkende AHOJ-G criteria voor coffeeshops open te breken om over de andere noodzakelijke vernieuwingen van het cannabisbeleid maar te zwijgen zoals het onder de Warenwet plaatsen van CBD. Een dergelijke stilstand is niet alleen fnuikend voor het softdrugs- en coffeeshopbeleid maar ook voor de beleidsontwikkeling van de Amsterdamse binnenstad

Amsterdam 4 augustus 2019

August de Loor
Stichting Adviesburo Drugs

NAAR LEGALE WIET IN SURINAME: Het komt daar met vijf centimeter per dag uit de grond

Highlife 2019-2

In PDF vorm
Highlife 2019-2

De AMvB notitie over het experiment gesloten keten toevoer legale wiet aan coffeeshops, mijn commentaar

V
Hierbij mijn commentaar op de notitie van de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) over het experiment van een gesloten toevoer van legaal gekweekte nederwiet naar coffeeshops. Zoals in de notitie aangegeven betekent dit dat die coffeeshops die gevestigd zijn in 6 tot 10 voor het experiment geselecteerde steden van de een op de andere dag 100% legaal moeten worden, om een paar jaar later van de ene op de andere dag weer terug te moeten naar de illegale achterdeur en dat in een situatie dat voor het overgrote deel van de niet geselecteerde coffeeshops alles bij het oude blijft.

Om maar meteen met de deur in huis te vallen is mijn advies om van deze opzet van het experiment af te zien omdat de opzet ( in deze notitie als het exclusieve experiment omschreven) in werkelijk elk opzicht niet uitgaat van waar het bij dit experiment om te doen is van het doorbreken van de tegenstelling tussen de voor- en achterdeur van coffeeshops. Of het nou de voorstanders van het gedoogbeleid van cannabis zijn of de tegenstanders, beide zijn het er over eens dat de tegenstelling tussen de legale voordeur van een coffeeshop met die van de illegale achterdeur niet langer houdbaar is. Het bizarre is dat het experiment om die tegenstelling te onderzoeken van zichzelf vol met tegenstellingen zit. Het is de tegenstelling van dat meerdere jaren een beperkt aantal 100% legale coffeeshops moeten functioneren in tegenstelling tot het overgrote deel aan coffeeshops met nog illegale achterdeuren, van dat die legale coffeeshops het resultaat zijn van pure toeval van gevestigd zijn in steden die gekozen zijn om aan het experiment deel te nemen ( min of meer een variant van het 40 jarige vermaledijde nuloptie-, lees willekeurbeleid van dat de ene stad geen en de buurstad wel coffeeshops toelaat), van de tegenstelling dat die deelname verplichtend opgelegd wordt, maar het voor de coffeeshopeigenaar onduidelijk is welke lokaal politiek/bestuurlijke motieven een rol hebben gespeeld waarom de stad zich opgegeven heeft voor het experiment, van onduidelijkheid welke sanctionering er opgelegd kan worden mocht zich tijdens het experiment allerlei onvolkomenheden voordoen, van de tegenstelling dat waar de coffeeshopeigenaar altijd in vrees leefde voor de overheid bij zijn/haar activiteiten bij de achterdeur diezelfde overheid nu haast de volledige regie in handen heeft over diezelfde achterdeur, van de tegenstelling van dat het zwaartepunt van het experiment in feite zich concentreert op de situatie achter de achterdeur van coffeeshops terwijl het experiment allerlei extra verplichtingen aan coffeeshops oplegt die niets met die achter/achterdeur situatie van doen hebben, van de tegenstelling van dat de toekomst van de aan het experiment deelnemende coffeeshops vele malen onzekerder is dan de shops die niet aan het experiment meedoen terwijl die laatsten deels nog afhankelijk zijn van een situatie waarvan zowel de voor- als tegenstanders van het gedoogbeleid vinden dat dit geen toekomst meer heeft, dus moet stoppen!
Het is met verder in deze notitie aan uitleg over de nog vele andere inhoudelijke en praktische bezwaren tegen het exclusieve experiment dat ik van harte een andere opzet van onderzoek bepleit van een experiment van het met een paar soorten starten van legaal gekweekte cannabis met als uitgangspunt dat, na bewezen aanslaan onder consumenten, steeds meer soorten geleidelijk aan de illegale soorten uit coffeeshops verdwijnen (in deze notitie omschreven als het organisch experiment). Het belangrijkste voordeel van deze opzet van het experiment is dat het ontbreekt aan enige vorm van tegenstelling, het schuift als het ware “organische” in op een al meer dan 50 jaar dagelijkse gang van zaken van coffeeshops met als resultaat van dat van “onderaf” ( de consument) en van “ binnenuit”( de werkvloer van de coffeeshop) de illegale achterdeur steeds legaler wordt zonder dat dit tot allerlei ongewenste bijeffecten leiden.
Deze opzet van het experiment is ook te prefereren omdat de wetenschappelijk toetsing eenvoudig te realiseren is en als nodig op een eenvoudige manier aangepast kan worden met als belangrijkste voordeel dat al vrij snel de eerste resultaten bekend worden zodat even snel op wetenschappelijke data de discussie gestart kan worden of en zo ja, hoe de legalisering van cannabis in Nederland vorm moet krijgen.

Naar een evenwichtige spreiding over het land van kleinschalige coffeeshops

Zoals in de inleiding al aangegeven heeft het experiment alles te maken met op welke manier de criminaliteit achter de achterdeur van coffeeshops teruggedrongen kan worden. En als dit dan toch de inzet is waarom dan niet meteen te streven hoe het overige deel van de criminaliteit van productie en handel van cannabis teruggedrongen kan worden? Het is dat deel van productie en handel wat het illegale verkoopcircuit bevoorraadt van privéadressen, 06-lijnen, straathandel en verkoop via de sociale media ( alle vier de circuits die zich vooral voordoen in gebieden met weinig tot geen coffeeshops plus dat deze circuits zich ook inlaten met gecombineerde verkoop van soft- en harddrugs daar waar bij coffeeshops dit laatste zich niet voor doet ). Het strekt dan ook tot aanbeveling om naast het starten van het organische experiment te starten met een beleid van een evenwichtige spreiding van coffeeshops over het land. Met een dergelijke spreiding wordt niet alleen dit illegale circuit teruggedrongen maar komt ook de functie van coffeeshops beter tot zijn recht. Hierbij een nadere toelichting op die functie
Het creëren van een natuurlijke setting waarbinnen een genotsmiddel aangeschaft en geconsumeerd kan worden is een effectief instrument van het beperken van het gezondheidsrisico van dat genotsmiddel. Het zijn vooral de kleinschalige coffeeshops met een afhaal- en horecagedeelte die de afgelopen 40 jaar bewezen hebben een dergelijk effectief instrument te zijn. In feite zijn kleinschalige coffeeshops te vergelijken met het ouderwetse fenomeen van buurtcafé/slijterij maar dan niet voor alcohol maar voor aanschaf en roken van een joint en dat laatste binnen de sociale setting van het horecagedeelte van de coffeeshop met toezicht door het personeel. Kleinschalige coffeeshops hebben per definitie een kleine voordeur dus ook een kleine achterdeur, een in vele opzichten meest effectieve uitvoering van het Nederlandse drugsbeleid van die van Harm Reduction in het beperken van de gezondheidsrisico,s van in dit geval softdrugs. Kleinschalige coffeeshops zijn ook in staat gebleken om in te spelen op de trend ( op gang gekomen vanaf midden jaren negentig) van een toenemende diversiteit aan type consumenten van cannabis in leeftijd ( 18+) sociale klasse en etniciteit. Daar waar de diversiteit in type cafe,s en andere natte horeca een al jaren ingeburgerd fenomeen is in stad en land is door de afgelopen decennia ingrijpende reductie van het aantal coffeeshops een verschraling in het type coffeeshop ontstaan. Kortom een ontwikkeling die haaks stond op de noodzaak in een divers aanbod aan type coffeeshops om de diversiteit aan groepen consumenten op te vangen. En tenslotte bepleit ik voor een fijnmazig landelijk netwerk van coffeeshops met een verwijzing van waar het alcohol- en tabaksbeleid steeds meer op aanstuurt van een transitie in de verkoop van beide producten van supermarkten naar die van kleinschalige, specialistische settingen ( alcohol in de slijterij en tabak in tabakswinkels). Deze transitie is voor de verkoop van cannabis niet nodig; de coffeeshop voorziet daar al decennia in wat met een fijnmazig netwerk van kleinschalige coffeeshops het meest tot zijn recht komt! Hoe die evenwichtige spreiding van kleinschalige coffeeshops over het land uitgewerkt moet worden is voor nader beraad, zoals bijvoorbeeld binnen regionaal overleg opheffen van het lokale, in feite “ not in my backyard” nuloptiebeleid

Drietrapsstrategie

Naast de trend in de diversiteit aan groepen consumenten van cannabis speelt zich ook een stormachtige ontwikkeling af van steeds goedkopere en simpele technieken van kleinschalige kweekmethodes van cannabis, van een enorme toename aan soorten zaden om over het omzetten van wiet in oliën voor ( semi) medisch/therapeutische toepassingen (en hennep voor CBD oliën) maar te zwijgen. Een van de kenmerken is de lage instap om met al deze verschillende technieken en methodes aan de gang te gaan, een lage instap met als onvermijdelijk gevolg van, als uitvloeisel van het ontbreken van een samenhangend beleid, een toenemende wildgroei
In mijn ogen is het dan ook van belang dat in het verlengde van onderzoek naar het legaliseren van de achterdeur van coffeeshops dit vergezeld moet gaan met het protocollieren van de home-grow van cannabis. Zonder enige mate van regulering van de home-grow ontbreekt het fundament voor het beleid van de legale toevoer van cannabis naar coffeeshops. Hetzelfde geldt ten aanzien van cannabinoiden. Op het ogenblik lopen er allerlei ontwikkelingen van zowel beleid ( als het ontbreken daarvan) als de toepassingen van cannabinoiden door elkaar heen wat zeer ongewenst is. Het ontwikkelen van een helder beleid ten aanzien van cannabinoiden is de derde trap richting een duurzaam cannabisbeleid

Het exclusieve experiment

Hierbij een vervolg van wat de nadelen zijn van het exclusieve experiment;

Tijdsduur; Met een voorzichtige inschatting zal het hele tijdspad van het exclusieve experiment aan voorbereiding, uitvoering, afbouwen en vaststellen van de eindconclusies 5 tot 6 jaar in beslag nemen;
1) Gelet op de importantie van de noodzaak aan duidelijkheid over de voor- of nadelen van het legaliseren van de achterdeur van coffeeshops is dit tijdspad veel te lang
2) Alle andere dossiers van het Nederlandse soft- en coffeeshopbeleid komen stil te liggen met als argument dat eerst de resultaten van het experiment afgewacht moeten worden. Gelet op allerlei nieuwe ontwikkelingen en nieuwe inzichten over cannabis is een dergelijke stilstand zowel bestuurlijk als politiek onverantwoord,
3) Dat zowel op mondiaal als Europees nivo steeds meer het besef doordringt van dat het gebruik van cannabis zich steeds meer vervolkst, van dat door de illegale status de risico,s van het gebruik hoger en de drempel naar het gebruik van andere middelen lager ligt (met name onder de risicogroepen), van dat de illegaliteit een effectieve ( primaire en secundaire) preventie en voorlichting in de weg staat, van dat het bestrijden van cannabis hoegenaamd geen effect heeft, van dat zo langzamerhand wat bestreden wordt als hoe dat bestreden wordt aantornt tegen de fundamenten van de rechtstaat. Het zijn een aantal van deze en andere redenen van dat steeds meer landen over gaan tot het legaliseren van cannabis.
4) Een specifieke uitvloeisel van de illegale status van cannabis is de toenemende populariteit van synthetische cannabinoiden ( in met name landen met een streng cannabisbeleid) Zowel de maatschappelijke schade als de gezondheidsrisico,s van het gebruik van deze middelen wordt steeds meer zichtbaar wat snelheid van aanpak verlangt welke drempels er tegen deze risicovolle middelen opgeworpen moeten worden. Er is onder deskundigen steeds meer eenduidigheid van dat die drempel het legaliseren van (het natuurproduct) cannabis is.
5) De afgelopen jaren is er sprake van een enorme toename aan kennis en inzicht in de ( semi) medisch/therapeutische toepassingen van cannabis. In de schaduw van het officiële beleid van op medische indicaties voorschrijven van cannabis doen zich de afgelopen jaren allerlei ongewenste praktijken voor wat zijn oorsprong heeft in de illegale status van cannabis. Het is verheugend dat zowel in VN verband als binnen de EU op het ogenblik overleg plaatsvindt hoe de recente inzichten over de uiteenlopende werking van cannabis omgezet moet worden in nieuw beleid. Het moge duidelijk zijn dat dit nieuwe beleid alleen maar een kans van slagen heeft bij het legaliseren van cannabis, ergo ook die voor het recreatief gebruik van cannabis.
6) Zoals het experiment omschrijft dient er onderzoek gepleegd te worden of de legale aanvoer van cannabis aan de achterdeur van coffeeshops de criminaliteit terugdringt, de volksgezondheid dient, de overlast beperkt en de veiligheid bevorderd. Al deze aspecten hebben betrekking op het circuit achter de achterdeur van coffeeshops, aangezien daar de illegale productie en handel van cannabis zich afspeelt. Het vreemde doet zich voor dat in plaats van een uitleg hoe deze aspecten nader onderzocht worden, deze aspecten als eis worden opgelegd aan de coffeeshopbranche zoals de verplichting van voorlichtingsmateriaal in de coffeeshops over de risico,s van het gebruik van cannabis, van dat het coffeeshoppersoneel verplicht wordt om een cursus te volgen, enz. Het zijn deze eisen die weinig van doen hebben van waar het bij het experiment om te doen is maar eerder opgevat kunnen worden als een uitbreiding van de AHOJ-G criteria voor coffeeshops en dat onder het mom van het experiment. Het zijn deze reacties die ik in de coffeeshopbranche opvang wat uiteraard het draagvlak in de branche voor het experiment niet ten goede komt. En trouwens zorgen deze eisen ervoor dat de wetenschappelijke toetsing van het experiment nog moeilijker te realiseren is dan het al is zonder die nieuwe criteria voor coffeeshops,
7) Het is volstrekt onmogelijk om met het exclusieve experiment tot gefundeerde conclusies te komen. Dit komt niet alleen door dat er allerlei extra aspecten aan het experiment zijn toegevoegd maar ook het beperkt aantal steden die mee doen met daarbij dat de grote steden uitgesloten zijn plus dat er op geen enkele wijze rekening gehouden wordt met de uiterst onevenwichtige spreiding van coffeeshops over het land. Het gevolg is dat zowat elke coffeeshop in (middel)grote steden een regionale functie hebben, die in de grenssteden een grensoverschrijdende en in de grote steden weer anders, afhankelijk van of de coffeeshop in het centrum staat of de woonwijken. Het exclusieve experiment met 6 tot 10 op zichzelf staande eilandjes van 100% legale coffeeshops houdt geen enkele rekening met deze diversiteit aan functies tussen de coffeeshops. En alleen al dat de afstanden tussen elk afzonderlijk eilandje met de naburige controlestad grote verschillen vertonen zorgt ervoor dat niet goed onderzocht kan worden wat het effect is van de legale achterdeur
8) Een zeer reëel risico van het exclusieve experiment is dat het voor allerlei negatieve bijeffecten kan zorgen wat zich niet zal beperken tot de deelnemende en niet deelnemende coffeeshops maar ook voor onrust en spanningen zal zorgen tussen de kweek en handelslijnen van nederwiet als de handelslijnen van buitenlandse hasj en wiet. Zo is met een beetje kennis van zaken denkbaar dat als plotsklaps de levering aan de 100% legale coffeeshops stopt dit niet zonder gevolgen zal blijven van een onderlinge concurrentieslag naar de productie en handelslijnen die nog aan de reguliere coffeeshops leveren. En vervolgens zal deze onrust niet zonder gevolgen blijven in het maatschappelijk bestel zoals de woonwijken in (middel)grote steden tot de agrarische gebieden in Nederland.
9) Wat opvalt in de AMvB notitie is dat de voorgestelde logistiek over de productie en transport van de legaal gekweekte nederwiet nauwelijks afwijkt van die van cannabis voor de medische toepassing. Het wekt de indruk dat de opstellers van de notitie zich onvoldoende realiseren van dat productie en transport van cannabis voor recreatief gebruik een eigen logistiek verlangd. Productie en transport van een aan trends onderhevig genotsmiddel en dat nog aan een door- de- weeks- horecacircuit (wat coffeeshops zijn) vereist een meer flexibele, dus een complexere logistiek dan die van een geneesmiddel geleverd aan een apotheek. Uiteraard is het verdedigbaar dat, gelet op de beperkte opzet van het exclusieve experiment, de logistiek van productie en transport voor medische cannabis als voorbeeld genomen is. Maar kennelijk zijn de bedenkers van het experiment onwetend dat die logistiek al tijden onder vuur ligt en veel kritiek ondervindt. En als die logistiek al voor het medische traject al onvoldoende functioneert, wat kan er dan……………?!?!
10) Voor het op orde houden van de menukaart aan soorten hasj en wiet moet elke coffeeshopeigenaar een fijnmazig netwerk in stand houden aan de achterdeur van zijn shop. Dit vergt zeer veel alertheid zoals het bewaken van de kwaliteit van de koopwaar, met wie wel aan kweker/handelaar in zee gegaan kan worden en met wie niet?, hoe te reageren op schommelingen in de handelsprijzen en dat alles zonder enige steun van formele toezichthoudende instanties zoals die bij de legale handelslijnen ruimschoots voor handen zijn. Waar het bij de handelslijnen van buitenlandse hasj en wiet nog redelijk overzichtelijk is kwam daar vanaf de jaren negentig een nog veel complexer en fijnmazige handelslijn bij van die van de vele soorten Nederwiet. De belangrijkste garantie voor de coffeeshopeigenaar om dit alles in goede banen te leiden is het, op basis van wederzijds vertrouwen, opbouwen van duurzame relaties met de netwerken van kwekers/handelaren. Met de invoering van het exclusieve experiment moet een substantieel aantal coffeeshopeigenaren van de ene op de andere dag dit netwerk vaarwel zeggen. Het moge duidelijk zijn dat dit niet zonder slag of stoot zal gaan met vanuit de eigenaar bezien het ontslaan van personeel, het afstoten van een informeel infrastructuur en dat op basis van dat een aantal jaren later dit weer “in ere hersteld “ moet worden als het experiment stopt met de vraag of de coffeeshop al dan al niet failliet is omdat de legale koopwaar kennelijk niet aansloeg en de klanten 2 kilometer verder in een naburige stad hun cannabis inkochten
11) Door de afgelopen decennia intensivering van de bestrijding van kweek en handel van Nederwiet (het werk van de Nationale Taskforce in de bestrijding van wietkwekerijen) komt daar nog bij dat een deel van bovengenoemde netwerken gecriminaliseerd is met voorspelbaar dat dit deel van het circuit het er niet bij laat zitten als zij een deel van hun afzet van die van de geselecteerde coffeeshops kwijt raken. Over wat hiervan de gevolgen zullen zijn is niet exact te voorspellen maar dat het tot onrust zal leiden van een concurrentieslag van een prijzenoorlog van niet alleen maar de niet geselecteerde coffeeshops maar ook naar het illegale verkoopcircuit van cannabis moge duidelijk zijn.

Deze en nog meer redenen geven voldoende aanleiding van dat het geen goed idee is om te kiezen voor het exclusieve experiment. Zoals eerder in deze notitie aangegeven is het organische experiment verre te prefereren aangezien daarmee niet die problemen zullen voordoen als met het exclusieve experiment.

1) Het kan rekenen op een breed draagvlak binnen de coffeeshopbranche
2) De door de branche 45 jaar opgebouwde kennis en ervaring met zowel wat er bij de inkoop komt kijken als wat er aan wensen en behoeftes leeft onder de consumenten kan naadloos ingezet worden bij de fasegewijze introductie van de legale soorten cannabis
3) Het brede draagvlak biedt de basis om met de branche van gedachte te wisselen over het sneller introduceren van soorten cannabis met een hoger percentage CBD
4) In tegenstelling met het exclusieve experiment heeft het organische experiment geen last van het logistieke probleem om in een keer een veelheid aan legale soorten cannabis te produceren met ook nog de vraag of die soorten wel zullen aanslaan
5) Het organisch experiment kan met een zeer beperkte onderzoeksopzet volstaan om toch tot zinvolle conclusies te komen
6) Dit type experiment is veel makkelijker bij te sturen zonder dat dit tot problemen leid in de uitvoering als in de onderzoeksresultaten
7) Met deze opzet kan al in een vroeg stadium van het experiment de eerste onderzoeksresultaten overgeheveld, lees ingebed worden binnen het bestaande softdrugs- en coffeeshopbeleid
8) Met de organische opzet wordt het probleem van de buitenlandse hasj letterlijk in de tijd opgeschoven, met als voordeel van het achterwege blijven van spanning en onrust binnen dit handelscircuit met als ook deze soorten tezijnertijd gelegaliseerd zijn dit probleem zichzelf opgelost heeft
9) Naar Canadees voorbeeld geeft het organisch experiment meer kans van dat de opgebouwde kennis en ervaring uit het illegale circuit van productie en handel van cannabis overgeheveld kan worden naar het legale circuit
10) Het organische experiment geeft de minste kans op allerlei misverstanden in andere landen over de beleidsontwikkelingen van het Nederlandse drugsbeleid ( zoals dit zich heeft afgespeeld ten tijde rond de invoering van de Wietpas

Tot zover mijn reactie op de notitie van de AMvB met een duidelijke oproep om voor het organisch experiment te kiezen. Maar dat niet alleen. Met deze notitie bepleit ik ook een integraal cannabis beleid van wat zich niet beperkt tot onderzoek naar de legale achterdeur van coffeeshops. Het werken aan een evenwichtige spreiding van coffeeshops , van dat daarmee de kleinschaligheid gewaarborgd is, plus een duurzaam beleid voor de home grow van cannabis en tenslotte hoe beleidsmatig te reageren op de stormachtige ontwikkelingen van Cannabinoiden zijn de uitdagingen waar het Nederlandse drugsbeleid voor staat. Met deze notitie lever ik mijn bijdrage om die weg in te slaan

Amsterdam 30 december 2018

August de Loor
Stichting Adviesburo Drugs
Voorzitter vereniging Cannabinoiden Adviesbureau Nederland