Categoriearchief: Pillen

Verleden, heden en de toekomst van drugsgebruik en drugsbeleid in Nederland

In 11 minuten zie je een terugblik van mijn carrière, van wat zich vanaf 1986 allemaal ondernomen is om de risico’s van drug-, en druggebruik tot een minimum te beperken.
En dat niet alleen met het starten van allerlei Harm Reduction projecten maar ook met het verbeteren van het drugsbeleid. De kennis en ervaring die hiermee opgebouwd is, is waardevol om vast te leggen voor al degene die zich nu met het drugsbeleid bezighouden.
Kortom, geen boek over wat ome August allemaal gedaan heeft maar via lessen uit het verleden de nieuwe generatie werkers een gids te geven hoe drug-, en druggebruik aan te pakken.
Deze unieke manier van geschiedschrijving betekent kilometers August de Loor archief doorspitten, de belangrijkste lessen daaruit vastleggen en via moderne communicatiemiddelen aan een zo breed mogelijk publiek ter beschikking te stellen. Een van die middelen is een documentaire over mijn carrière (en dit is de teaser van die documentaire).
Dit kost uiteraard geld. Dus wie dit leest trek je portemonnee open en je geld komt goed terecht. Neem contact op met het Adviesburo Drugs via info@adviesburodrugs.nl of telefoon 06-222 50 820.

Met vriendelijke dank,

August de Loor

Interview Governing the Narcotic City – Gemma Blok

Beste lezer,
Ik ga weer eens ouderwets tekeer van dit keer in een interview over de geschiedenis van het testen van drugs, een geschiedenis die terug gaat tot eind jaren 60 van de vorige eeuw en startte met het testen van cannabis.
In dit interview ga ik veel dieper in van dat dat testen nog veel meer functies heeft dan het voorlichten van gebruikers over wat gekocht is. En zal je merken dat ik in het interview ook alle kanten op schiet met mijn mening dan alleen dat testen.
De vrouw die mij interviewt is Gemma Blok, een professor in de geschiedkunde van ook die van de geschiedenis van drugs in Nederland. Zij interviewde mij in 2022 in het kader van een Europees project: NARCOTIC CITY
Een project waarin de geschiedenis van het drugsbeleid in meerdere Europese steden zoals Berlijn, Kopenhagen, Zurich, Praag, enz. en uiteraard ook Amsterdam met elkaar vergeleken wordt.
Mijn inbreng was dus een uitleg van het testen van drugs wat in Amsterdam was begonnen en nu in vele steden in Europa en de rest van de wereld navolging heeft gekregen.

Veel luisterplezier

In het interview wordt verwezen naar een beeldscherm over mijn carrière wat niet in beeld komt. Dat geldt ook van wat ik allemaal op de grond heb gelegd aan voorbeelden van mijn projecten waar het drugs testen een onderdeel van was zoals waarschuwingsflyers over levensbedreigende XTC-tabletten, de campagne van de aanpak van gifheroine, de waarschuwingscampagne over atropine in coke, de SAFE HOUSE CAMPAGNE (1988 – 1999), enz.

 

 

 

 

30 jaar DIMS – de geschiedenis van het testen van drugs

Drugs testen door de jaren heen

Op deze pagina nemen we u mee door de geschiedenis van het Drugs Informatie en Monitoring Systeem (DIMS). Dat is een uniek systeem en bovendien een van de oudste drugstestsystemen wereldwijd. Vanwege het 30-jarig bestaan van het DIMS in 2022 vertellen we aan de hand van diverse mijpalen hoe het DIMS door de jaren heen veranderde.

Voor het DIMS: de jaren 70 en 80

Het testen van drugs in Nederland kent een lange voorgeschiedenis. Een belangrijke mijlpaal daarin was de start van het testen van cannabis begin jaren 70.

Koos Zwart en Eric Fromberg waren hierin pioniers. Zij verzamelden de cannabis via een landelijk netwerk. De testresultaten, plus voorlichting over veilig gebruik, werden wekelijks via een populair radioprogramma op zaterdagmiddag verspreid. Dit unieke project is van grote invloed geweest op het Nederlandse drugsbeleid.

De analyses werden uitgevoerd door professor van der Kamp en zijn medewerker Jan Filedt-Kok van het apothekerslaboratorium van het Wilhelmina Gasthuis ziekenhuis (het latere AMC).

Rond 1972/1973 werd er gestart met het testen van heroïne. Het drugsteam van Stichting Streetcornerwork Amsterdam – met August de Loor als voorman – zorgde voor de drugsmonsters. Dit initiatief beperkte zich uiteindelijk niet alleen tot heroïne. Ook andere drugs werden getest. Tegelijkertijd werd er ook aan preventie en voorlichting gedaan. Bovendien kon men waarschuwen voor vervuilde drugs als daar aanleiding toe was en werden berichten over drugs en drugsgebruik genuanceerd en geduid.

In 1986 startte Stichting Adviesburo Drugs een dagelijks spreekuur voor gebruikers van diverse drugs. Signalen over vervuilde drugs die via dit spreekuur binnen kwamen, benadrukten volgens August de Loor de noodzaak van het testen van drugs.

Een nieuwe drugs in tabletvorm: xtc

In 1987 gebeurde er iets opmerkelijks:  voor het eerst diende zich in Nederland een nieuwe drugstrend aan in de vorm van een pil, xtc. Xtc werd razendsnel populair, maar in 1988 werd de werkzame stof xtc op lijst I van de Opiumwet geplaatst en ontstonden er zorgen over een toename in vervuilde xtc-pillen.

Om de aanwezigheid van vervuilingen snel te detecteren werd toen de tabletsneltestdetermineermethode bedacht. Op die manier kon het Adviesburo de consumenten op een effectieve manier waarschuwen. In samenwerking met het AMC werd een geheel nieuw systeem opgezet waarmee elk weekend de lijst met geteste xtc-pillen geactualiseerd kon worden. Daardoor werd het mogelijk om een breder publiek voor te lichten over de samenstelling van hun xtc-pillen.

In 1989 werd de Safe House Campagne opgezet in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Op die manier kon niet alleen getest worden op het dagelijks spreekuur van het Adviesburo Drugs, maar ook op grootschalige feesten in het land.

Voor meer informatie over de Safe House Campagne en de Stichting Adviesburo Drugs: August de Loor | Stichting Adviesburo Drugs

Hoe het Adviesburo Drugs destijds voorlichting gaf
Hoe het Adviesburo Drugs destijds voorlichting gaf

In 1997 was er de eerste grote xtc-crisis: er was een tekort aan grondstoffen voor MDMA, de werkzame stof in xtc.

1992: de oprichting van het DIMS

De daarop volgende jaren werd er steeds vaker op feesten getest in het hele land.Dat kwam onder meer door de interesse van Erik Fromberg (die toen medewerker was bij het NIAD, de voorloper van het huidige Trimbos-instituut). In samenwerking met Stichting Adviesburo Drugs werd begin jaren 90 een plan gemaakt om de instellingen voor verslavingszorg in Nederland mee te krijgen. Het idee was om ook lokaal drugsspreekuren te houden. Daarnaast werden preventiewerkers verplicht om stage te lopen binnen de Safe House Campagne. In 1992 werden alle lokale initiatieven bij elkaar gebundeld en ondergebracht bij wat nu het Trimbos-instituut is: het DIMS als landelijke monitor.

Bij de oprichting van het DIMS werden 30 jaar geleden de volgende doelen gesteld:

  • Het verzamelen van informatie over de actuele ontwikkelingen op de drugsmarkt en de trend daarin periodiek rapporteren.
  • Deze informatie gebruiken voor preventie- en voorlichtingsactiviteiten ten behoeve van (aspirant)gebruikers.
  • De reacties van (aspirant)gebruikers op het voor hun ontwikkelde voorlichtingsmateriaal gebruiken als basis voor het ontwikkelen van nieuw materiaal.

Andere essentiële functies van het DIMS die voortvloeiden uit het testen van drugs waren:

  • Het beschermen van consumenten voor vervuilde middelen
  • Het via de consument terugdringen van het aanbod van vervuilde drugs.

Trimbos-instituut

Het beheer van het DIMS kwam te liggen bij het Trimbos-instituut met Erik Fromberg als eerste projectleider. Vanaf dat moment leverden instellingen van verslavingszorg structureel drugsmonsters die gebruikers bij hen inleverden. Ook werden de drugsmonsters – die via het Adviesburo Drugs en de Safe House Campagne verzameld werden – geanalyseerd. Daarnaast verschenen er rapportages over de ontwikkelingen op de drugsmarkt en de – op dat moment aanwezige – vervuilingen.

De xtc-crisis

In 1997 was de eerste grote xtc-crisis: er was een tekort aan grondstoffen voor MDMA, de werkzame stof in xtc. Dit zorgde er voor dat andere stoffen als vervuiling opdoken. Een van deze stoffen was atropine. Dit zorgde voor veel gezondheidsincidenten, en de eerste grote landelijke Red Alert werd een feit.

Voor de Red Alert was een strategie afgesproken met alle DIMS-deelnemers. Toch ontstonden er interne problemen over hoe te waarschuwen over de situatie. Dit escaleerde tot de landelijke media.

De inmenging vanuit de hoek van justitie en de interne problemen binnen het project zorgden ervoor dat het DIMS-project bij de landelijke politiek op de radar kwam. In 1998 werden onder meer de begeleidings- en projectcommissie opgericht. Er was vaak overleg tussen de deelnemers onderling én met het ministerie van VWS, als opdrachtgever. Onder leiding van Inge Spruit, programmahoofd Epidemiologie van het Trimbos-instituut, én toenmalig minister Els Borst werden er een aantal onderzoeken gedaan naar xtc en het testen van drugs. In 1999 werd bij een bespreking in de Tweede Kamer besloten dat het DIMS door mocht gaan, maar alleen als monitor én als men dit via strikte protocollen deed. Onder leiding van Raymond Niesink stelde het DIMS deze protocollen op.

Klik op de afbeelding voor een vergrote versie.

Hoe destijds door het Adviesburo werd gewaarschuwd voor vervuilde drugs
Hoe destijds door het Adviesburo werd gewaarschuwd voor vervuilde drugs

Na het millenium

Vanaf 1999 (en officieel 2002: toen werd een motie aangenomen om het testen op feesten te verbieden) werd er niet meer getest op de dansvloer, maar alleen nog op kantoor. Bovendien kwamen er in 2002 werkafspraken met het Openbaar Ministerie (OM) om de spanningsverhouding tussn bescherming van de volksgezondheid en misdaadbestrijding beter hanteerbaar te maken. De voorwaarden die toen werden opgesteld zijn nog steeds van kracht.

DIMS als monitor

De kracht van het DIMS is dat het een netwerk is van samenwerkende partners: denk aan gemeentes, politie en medische diensten. Niet alleen regionaal, maar ook landelijk. Landelijke data worden geaggregeerd gedeeld met de deelnemende instanties en vormen een belangrijk onderdeel van de Nationale Drug Monitor.

Ook deelt het DIMS informatie met beleidsmakers en het Coördinatiepunt Assessment en Monitoring nieuwe drugs (CAM). De informatie wordt ook gebruikt om preventiebeleid op te maken. Het Trimbos-instituut rapporteert als focal point aan het EMCDDA. Dat betekent dat het DIMS gesignaleerde trends en ontwikkelingen Europees deelt via het EMCDDA en het EU Early Warning System. In 2009 werd de Monitor Drugsincidenten (MDI) opgericht om druggerelateerde incidenten te monitoren. Het DIMS en de MDI werken sindsdien nauw samen.

Hoe de Olympische Spelen een rol speelde in de xtc-crisis

In 2009 was er wederom sprake van een grote xtc-crisis. Vermoedelijk doordat – in aanloop naar de Olympische Spelen in China van 2008 – veel strenger werd opgetreden tegen de productie en export van diverse chemicaliën, waaronder grondstoffen voor de productie van MDMA. Tijdens deze crisis boden producenten verschillende stoffen ter vervanging aan. Een daarvan was mCPP. Dat middel zorgde voor lichte hallucinaties en vaak ook misselijkheid en hoofdpijn. Een ander was mefedron (4-MMC). In de jaren daarna werden herhaaldelijk van dit soort nieuwe stoffen op de markt gevonden die nog niet op de lijsten van de Opiumwet stonden. Deze stoffen worden Nieuwe Psychoactieve Stoffen (NPS) genoemd.  Om bij te houden hoeveel van dit soort nieuwe stoffen per jaar worden aangetroffen is het DIMS sinds 2012 ook het landelijk Meldpunt Nieuwe Drugs gestart.

Sinds 2013 monitort het DIMS ook de online verkoop van drugs. Hierbij gaat het niet alleen om verkoop van legale NPS via webshops, maar ook van illegale drugs via het dark web.

What is happening here (WIHH) SAFE HOUSE CAMPAGNE 1987-1999

In een nieuwe broedplaats in hartje Amsterdam presenteren 140 kunstenaars hun unieke werken. De organisatoren van deze tentoonstelling, Job Reuten en Joris Jan Reuten hebben mijn SAFE HOUSE CAMPAGNE tot een van de kunstwerken getransformeerd.

Kom dus allen langs, dinsdag t/m zaterdag van 12:00 tot 18:00 uur, Reguliersdwarsstraat 73 1017 BK Amsterdam. En laat je onderdompelen in deze unieke tentoonstelling.

 

AT5 interview- Drugstesten weer terug naar de dansvloer, een pleidooi

Naar aanleiding van een nieuwe Red Alert (juni 2022) over het waarschuwen van vloeibare XTC kwam de discussie weer op gang van het herstarten van het drugstesten op de dansvloer van grote evenementen zoals houseparties.
Toen mijn Adviesburo hier in 1999 mee stopte kwam die discussie  voor het herstarten regelmatig terug. Met dit filmpje op AT5 pleit ik daar weer voor op mijn eigen August manier.
Veel kijkplezier!

Het zoveelste dieptepunt in het Nederlandse drugsbeleid

Onderstaand filmpje  komt uit het brein van de Nederlandse Politie met de vraag voor welke doelgroep dit bedoeld is? Ongeacht welke roept dit, of de lachers op de hand of het versterken van de beeldvorming als zou de XTC gebruiker verantwoordelijk zijn voor het in stand houden van de drugscriminaliteit. Om het bij dat laatste te houden is het de vraag of die beschuldiging wel klopt en moet die verantwoordelijkheid niet eerder bij de overheid/politie gezocht worden!

Al terugblikkend leert dat de opkomst en razendsnelle populariteit van XTC ( tweede helft jaren 80 van de vorige eeuw) plaatsvond in een periode dat XTC nog niet verboden was!  En na het verbod was er ook nog niet echt sprake van een XTC producenten/handelaren criminaliteit! ( zie mijn rapport uit begin jaren 90 ; Het middel XTC bestaat niet!).                                                            Die criminaliteit kwam pas echt op gang door de oprichting van de Politie Unit Synthetische Drugs, 1996 de start van een op Amerikaanse DEA leest geschoeide bestrijding van XTC. Vanaf toen verhardde de XTC markt, namen de speedproducenten grotendeels de boel over met een oorlog die zelfs tot in de bossen van Brabant doordrong van het dumpen van chemisch XTC labafval, enz, enz   ( voor een meer gedetailleerde beschrijving van deze XTX geschiedenis, zie eerdere notities op deze website).

Dus ergo; hoe goedkoop, makkelijk en vooral dom is het om de XTC criminaliteit bij de XTC consument te leggen, met de vraag of er sprake is van een; Alternatieve Waarheid en dat geuit door een overheid die grotendeels zelf schuldig is aan die criminalisering van de XTC markt.

En als laatste valt te melden hoe ongelooflijk het filmpie een beeld geeft over de XTC consument, niet alleen een stigmatiserend maar vooral een denigrerend beeld waarbij de veronderstelde humor die het filmpje tracht te creëren daar nog een schepje bovenop gooit!

Campagne IGNORE STREETDEALERS opnieuw gestart via smartshops

Waarschuwingscampagne IGNORE STREETDEALERS

                                 

Nu na de Lockdown de stad weer langzaam tot leven komt met dagjesmensen, uitgaanders en toeristen steekt helaas ook weer het probleem van straatdealen de kop op. Opdringerig gedrag van straatdealers, fysiek geweld, straatroof, verkoop van versneden dope tot nu zelfs synthetische hasj en wiet zijn praktijken waar niemand op zit te wachten!

Voor de belangenvereniging van smartproducten (VLOS) en het Adviesburo Drugs is dit aanleiding om de waarschuwingscampagne IGNORE STREETDEALERS weer opnieuw onder de aandacht te brengen. Met een opvallende poster hopen we dat dit een bijdrage levert in het terugdringen van dit probleem.

Doe daarom mee aan deze campagne en hang de poster op waar die het meest opvalt. En om je daarbij van dienst te zijn kan je kiezen uit een grote of kleine poster.

Hartelijk dank  voor de medewerking!

Hans van der Hurk
voorzitter VLOS (www.vlos.nl)

August de Loor
Stichting Adviesburo Drugs (www.augustdeloor.nl)

Voor meer informatie: www.ignorestreetdealers.com.
Van deze website kunnen de posters gedownload worden.

 

Een van de scherpste geesten in het Nederlands drugsbeleid is niet meer! deel 2

Naar aanleiding van de rouwadvertentie voor mijn oud collega Herman Matser  in dagblad Het Parool en de Volkskrant geeft Peter de Waard, senior journalist van de Volkskrant  met onderstaand artikel een ode aan die bijzondere man!

Herman Matser 1952-2020

Hij was een einzelgänger, maar ook de steun en toeverlaat van August de Loor van het roemrijke Adviesburo Drugs in Amsterdam.

Het buro werd in 1986 opgericht – het jaar dat XTC voor het eerst op de markt kwam. Een jaar later kwam Herman Matser in dienst. Hij werd al gauw de XTC-deskundige met het bedenken van een systeem dat gebruikers gewaarschuwd konden worden als er versneden XTC tabletten in omloop waren.

‘Herman was de intellectueel, in mijn ogen een van de scherpste geesten in het Nederlands drugsbeleid. Ik vanaf 1970 de straathoekwerker voor heroïneverslaafden. Hij mijn tegenpool. Daardoor werkten we zo goed samen’, zegt de Loor.
Een voorbeeld. Op een zondagochtend in 2014 kreeg de Loor een telefoontje van de “bazin” van de Amsterdamse Meldkamer dat een toerist was overleden door een wit poeder dat op straat als cocaïne was aangeprezen. Echter het ziekenhuis had een overdosis heroïne als doodsoorzaak door gegeven. ‘Ik  belde Herman die onmiddellijk reageerde dat hier iets totaal niet klopte! Hoe kan dat nou, straatheroïne is bruin en cocaïne is wit?  “We moeten als een gek uitzoeken of dat poeder fentanyl is, of heroïne gejat bij de GGD, of de witte heroïne uit de Gouden Driehoek die populair is in de hogere gebruikerskringen van Amsterdam en een levensgevaarlijke straatdealer nu als cocaine aan toeristen verkoopt!!” En dat laatste bleek het geval te zijn. Zo konden per omgaande de eerste hulpposten geïnstrueerd worden en een campagne gestart  om toeristen voor dit gevaar te waarschuwen.’ Ruim dertig jaar werkte De Loor met hem samen.
Anita Hoogeboom raakte twintig jaar geleden met hem bevriend. ‘Hij was een soort broer voor mij. Zijn kookkunst was onovertroffen. Voor mijn dochter was hij ook een soort leraar. Ze kon altijd bij hem aankloppen.’ Vijf jaar geleden kreeg hij een ernstige infectieziekte waardoor hij wekenlang op de ic in het ziekenhuis lag. De jaren die hij daarna had, zag hij als een bonus. Twee jaar geleden ging Matser met pensioen. Op 2 juni overleed hij aan een hartstilstand.
Matser werd geboren in Arnhem. Zijn vader was een ondernemer, zijn moeder kwam uit een geprivilegieerd intellectueel nest. Hij was enig kind.
Behalve dat hij hoogbegaafd was, kon hij ook op jonge leeftijd virtuoos op de piano spelen. ‘Op het gymnasium was hij dol op het vak scheikunde. Het lukte hem zelf explosieven te maken. Bij een ontploffing verloor hij echter enkele vingers waardoor zijn muzikale carrière in duigen viel’, zegt zijn nicht Marriette van der Kooij.
Na een studie internationaal recht trok hij naar Pakistan, waar hij zich terugtrok bij een bergvolk. Hier raakte hij geïnteresseerd in het soefisme. Terug in Nederland werd hij de Rik van de Rik & Raldo show van VPRO radio nachtprogramma over wereldmuziek.
August de Loor hoorde dat – ‘ik hield van dat programma als ik weer eens in de nacht aan het werk was in de wereld van heroïneverslaafden’ – en kwam in contact met hem en vroeg hem voor zijn Adviesburo. Van der Kooij noemt haar neef ‘iemand die ontzettend op zichzelf was’. ‘Hij was ook een dwarsligger, een beetje anders. Daarom mocht ik hem graag, hoewel hij weinig contacten onderhield met zijn familie.’
Bij De Loor voelde hij zich in zijn element. Niemand had zoveel kennis en inzicht over al die verschillende drugsmarkten van heroïne tot de nieuwste uitgaansdrugs. Met Matser stond hij aan de wieg van talloze initiatieven van vele Aidspreventieprojecten voor junkies, het dagelijks drugstestspreekuur voor alle soorten druggebruikers, de Safe House Campagne van het testen van XTC op grote evenementen, van drugs EHBO training, van training van personeel van House Parties, coffeeshops, smartshops, enz.
Altijd kon De Loor op de kennis van Matser rekenen die bijna 200 duizend drugstesten zou doen. Daarnaast was hij een vraagbaak voor journalisten als er weer nieuwe drugs op de markt verschenen of de handel zich verplaatste. Hij kon onterechte paniek indammen en alarm slaan als er wel reden was voor zorg. Hiermee redde hij vele levens.

july 2020  Peter de Waard