Maandelijks archief: januari 2021

Het Amsterdamse coffeeshopbeleid, hoe de gevreesde afbraak te stoppen?

 

 

Hieronder een schrijven wat alles te maken heeft met het I-criterium, coffeeshopbeleid, leefbare binnenstad, hoe om te gaan met het massatoerisme enz enz.

Het is geschreven voor de Amsterdamse gemeenteraad met mijn commentaar op het beheersplan van de Driehoek met nieuwe voorstellen voor het Amsterdamse coffeeshopbeleid  (januari 2021) Een kritisch schrijven rechtstreeks uit mijn hart omdat de Driehoek in mijn ogen op een verkeerd spoor zit. Mijn advies is dat dit beheersplan ingetrokken wordt en een multidisciplinaire werkgroep met een volstrekt nieuwe visie aan de slag gaat. Dit betekent niet dat er geen interessante en uitdagende voorstellen in het beheersplan staan. Zeker niet, een aantal zijn zeer de moeite waard maar kunnen alleen maar tot hun recht komen bij een andere filosofie over de toekomst van het Amsterdamse coffeeshopbeleid dan waar het beheersplan zich op baseert. Een filosofie van een stad van tolerantie en gastvrijheid van een beleid waar toeristen en al die andere niet ingezetenen van onze stad de coffeeshops mogen blijven bezoeken. En dat op zo’n manier dat dit een positieve bijdrage levert aan het leefklimaat voor allen die wonen en werken in Amsterdam! Dat is de echte uitdaging waar we voor staan en realiseerbaar moet zijn met een andere kijk dan die in het beheersplan beschreven staat.

August de Loor  71 jaar geboren en getogen binnenstadbewoner, 52 jaar dienstbaar aan het Amsterdamse drugsbeleid en leefklimaat

                                         NAAR EEN BEHEERSBARE CANNABISMARKT IN AMSTERDAM

                               Een kritische commentaar op het beheersplan van de Amsterdamse Driehoek

Het beheersplan beschrijft haar doelstelling als volgt: Het realiseren van een beheersbare Amsterdamse cannabismarkt, waarbij niet alleen aan de voorkant ( bij de consument) maar ook aan de achterkant sprake is van een betere scheiding van de harddrugsmarkt en de softdrugsmarkt.

Deze doelstelling roept op zijn zachts gezegd nogal wat vragen op. Bij een beetje kennis van zaken moet de cannabismarkt namelijk als twee strikt van elkaar gescheiden fenomenen gezien worden; het illegale cannabiscircuit ( van productie, (tussen)handel en illegale verkoopcircuit tot straatdealers aan toe) en het gedoogde circuit van coffeeshops. Met het in de doelstelling  negeren van dit wezenlijk onderscheid van de cannabismarkt wordt de indruk gewekt als zou de Amsterdamse coffeeshopbranche zich aan de voorkant schuldig maken aan de verkoop van harddrugs (de consument) en aan de achterkant in de handel van harddrugs ( de begrippen voorkant en achterkant in de doelstelling versterkt die aantijging; in het illegale circuit is er namelijk niet zoiets als een voor- en achterkant, in coffeeshops wel, de voor- en achterdeur).

Met deze inleiding wil ik niet de indruk wekken van dat ik “spijkers op laag water zoek”! Integendeel, het is in de verdere toelichting van het beheersplan wel degelijk zo dat de suggestie gewekt wordt als zouden coffeeshops zich schuldig maken aan harddrugshandel Maar dit alles blijft uiterst vaag, ontbreken de bronnen tot zelfs onlogische redeneringen aan toe!

Zowel uit harde als “zachte” data uit de landelijke als Amsterdamse monitors blijkt al decennia zich nergens een dergelijke vermenging af te spelen en waar dit zich incidenteel in Amsterdam voordoet staat het HIT team paraat met dito sanctionering door het stadhuis van de desbetreffende coffeeshop. Kortom, mocht dit essentiële toezicht op het Amsterdamse coffeeshopbeleid zo in gebreke zijn gebleken bij de Amsterdamse Driehoek is het de plicht van diezelfde Driehoek om met bewijzen te komen ter verantwoording van hun taak van het gescheiden houden van de drugsmarkten

Het negeren in het beheersplan van het fundamentele verschil tussen het illegale circuit en coffeeshops is een ernstige emissie. Zoals gesteld wordt door dit negeren de coffeeshopbranche onterecht in het verdachtenbankje geplaatst terwijl de coffeeshop juist een effectief middel is in het gescheiden houden van de drugsmarkten.

Tenslotte, met het streven naar een BETERE SCHEIDING DER DRUGSMARKTEN staat het beheersplan op gespannen voet met de doelstelling van het softdrugsbeleid van een ABSOLUTE SCHEIDING DER DRUGSMARKTEN. Kortom, een beheersplan met minder ambitie dan het huidige drugsbeleid!

( hierbij nog een korte naschrift over de veronderstelling van harddrugs verkoop in coffeeshop. De praktijk leert dat mocht een coffeeshop zich schuldig maken aan verkoop van harddrugs aan haar bezoekers dit dan eerder opvalt bij de andere bezoekers dan bij de politie en is een coffeeshop in no-time zijn klanten kwijt (onderzoek naar; de sociaal/culturele functie van 115 Amsterdamse coffeeshops  Adviesburo Drugs 1994). Dit rapport, geschreven voor het stadhuis naar aanleiding van toentertijd dezelfde veronderstelling als nu al zouden coffeeshops zich schuldig maken aan de verkoop van harddrugs tot toen heroïne aan toe. Dit rapport heeft toen op voorspraak van de gemeenteraad (met dank aan het opmerkelijke PvdA raadslid Annemarie Grewel) geleid tot de oprichting van de Multidisciplinaire werkgroep: Toekomst Amsterdamse softdrugsbeleid met voorstellen wat decennialang de toets der kritiek kon doorstaan met toen al de oproep voor het legaliseren van de achterdeur van coffeeshop wat helaas met de opzet van het experiment van deze regering nog zeker 8/9 jaar op zich laat wachten, met de onzekerheid of dat überhaupt nog zal gebeuren)

Het zijn niet coffeeshops maar het illegale circuit waar de vermenging van de handel in soft- en harddrugs zich voordoet met steeds meer nieuwe harde producten ( tot zeer recent het, vanuit gezondheidszorg, zeer zorgelijke nieuwe product van Synthetische Wiet) en steeds meer mogelijkheden aan distributiekanalen voor zowel de  tussenhandel als de verkoop aan consumenten van dit illegale circuit, via internet, websites, 06-lijnen.

Op basis van de doelstelling van het beheersplan zou je dus mogen verwachten dat 80% van de notitie besteed zou worden met een overzicht van de huidige stand van zaken van dit uitdijende, lees drugsmarkt gemengde, illegale cannabiscircuit met vervolgens voorstellen van hoe op deze ontwikkeling op een slimme, effectieve manier geanticipeerd moet worden ( lees dus niet met de botte lees repressieve bijl). In het beheersplan staat daar niets over en ontbreekt het dus aan het prioriteit stellen van het Nederlandse dus ook Amsterdamse beleid van het gescheiden houden der drugsmarkten. Een fundamenteel onderdeel van deze prioritering is het als de weerga realiseren van een robuust coffeeshopbeleid. In het beheersplan worden daar wel degelijk een aantal voorstellen voor gedaan ( keurmerk, “oprekken” van een aantal gedoogcriteria) wat meer dan waard is om verder uit te werken met de uitdaging om daar de collega grote steden, de VNG en de landelijke overheid in mee te krijgen.

Maar de voorwaarde om daar vanuit Amsterdam mee aan de slag te gaan is dat het denkraam waar het beheersplan op gestoeld is van tafel gaat met daarvoor in de plaats het werken aan een robuust Amsterdams coffeeshopbeleid zoals hoe met de regio het nuloptiebeleid doorbroken kan worden, behoud van de kleinschaligheid en diversiteit in het aanbod van coffeeshops en dat evenwichtig verspreid over de stad ( zoals IJburg, Noord, Zeeburgereiland en meer woon/werk/groeikernen met zowel coffeeshops voor de yuppen- als de multiculti bewoners aldaar) met als positief  bijeffect van dat dit de bezoekersstroom op de binnenstad coffeeshops doet verminderen. Het is echter het raamwerk van het beheersplan wat dit soort voorstellen naar een robuust Amsterdams coffeeshopbeleid in de weg staat.

HET BEHEERSPLAN

In plaats daarvan zorgt het beheersplan tot een verder verschraling van  het Amsterdamse coffeeshopbeleid zoals de min of meer aankondiging van het verder reduceren van het aantal coffeeshops in de stad. Zo wordt menig keer in het beheersplan de Mantra herhaald van dat Amsterdam bijna 30% van het aantal coffeeshops in Nederland heeft met dus als ondertoon van dat daar makkelijk wel een hoop vanaf kan (en ook in haar publieke optreden over het beheersplan laat de burgemeester zich in die zin uit).

Met een concreet voorbeeld wil ik aantonen dat de geschiedenis zich dan weer zal herhalen zoals in 2012  met de uitruil van de Wietpas van het regeerakkoord uit 2010 met de invoering in Amsterdam van de Scholenafstand, zodat alweer meer coffeeshops dicht moesten zoals al eerder was gebeurd met Project 1012. Met dit puur getalsmatig sluiten zag het stadhuis totaal over het hoofd dat een behoorlijk deel van die coffeeshops populaire coffeeshops waren onder Marokkaanse en andere medelanders. En als er iets niet had moeten gebeuren dan was het dit wel met, ook door mij, een hoop inzet om de woede en frustratie onder deze buitengesloten coffeeshopbezoekers te temperen met bij een van de medewerkers van een gesloten coffeeshop de opmerking;  “Wat zou er gebeuren als bij het lukraak van boven sluiten van een groot aantal cafés daar toevallig veel yuppen-, homo- of korps studentencafés  bij zouden zitten, ik denk dat dat niet onopgemerkt geweest zou blijven bij menig stadhuis beleidsmakers, met bij mijn coffeeshop het risico van dat een deel van de bezoekers in het illegale circuit verdwijnen”!).

En laat nou datzelfde regeerakkoord uit 2010 weer opnieuw leidend zijn voor het Amsterdamse coffeeshopbeleid. Het is namelijk dit regeerakkoord wat het beheersplan in haar toelichting benoemd als denkraam van haar voorstellen, een akkoord  afkomstig van een regering wat onder zowel deskundigen als de volksmond aangeduid als een ; van demeestverstokte-anti -coffeeshop -politieke- partijen- van- VVD,CDA en PVV.

Het waarom het beheersplan voor dit regeerakkoord kiest kan alleen maar met dat de Amsterdamse Driehoek mee gaat in wat omschreven kan worden als de ondermijningstheorie. Het is bovengenoemde regering die als eerste deze ondermijningstheorie ( en de ongefundeerde kritiek op de gedoogpolitiek) vertaalde in ingrijpende nieuwe invalshoeken van het landelijke drugsbeleid ( en wat zich tot op de dag vandaag onverminderd voortzet).

Het is de ondermijningstheorie die in de toelichting van het beheersplan meermaals aangehaald worden als zou de coffeeshopbranche een ondermijnende invloed hebben op de legale bovenwereld, sterker nog van dat er aanwijzingen zijn van dat deze branche de harddrugsmarkt steunt, financiert, faciliteert.

Het wapen die het beheersplan voorstelt om de omvang van ondermijning door de Amsterdamse coffeeshopbranche terug te dringen is het I-criterium. Met dit criterium zakt in de theorie van het beheersplan namelijk het inkomen van de branche, ergo dus ook hun mate van ondermijning van de bovenwereld plus komt de Driehoek hiermee tegelijkertijd tegemoet aan de  toegenomen druk uit de publieke opinie van het terugdringen van het zgn. laagwaardige drugstoerisme; TWEE VLIEGEN IN EEN KLAP!

Het moge duidelijk zijn dat ik zeer bezorgd ben over wat dit beheersplan voor gevolgen heeft voor het Amsterdamse coffeeshopbeleid.

Ten aanzien van mijn andere argumenten van deze bezorgdheid verwijs ik naar mijn website augustdeloor.nl  met meerdere artikelen zoals;

  1. Het paard van Troje, een artikel met een overzicht van wat de gevolgen zullen zijn als in Amsterdam het I-Criterium ingevoerd wordt, een overzicht met veel meer gevolgen dan alleen die van een nog meer ondoorzichtig,dus meer ondermijnend straatdealsysteem
  2. En ook een andere notitie over de geringe bereidheid van bezoekers van coffeeshops om zich, ter preventie van het Coronavirus, te registreren als voorbeeld van dat het I-criterium op een fiasco zal uitlopen ( n.b. om de niet-ingezetenen buiten de coffeeshop te houden moeten ook de ingezetenen gecontroleerd worden wat met het nog steeds heersende stigma ten aanzien van het gebruik van cannabis op weinig medewerking van de coffeeshopbezoekers kan rekenen en het personeel van coffeeshops waar toeristen niet komen tot obstructie zal leiden ( was het niet burgemeester Halsema die tijdens een TV  discussie vraagtekens plaatste bij het invoeren van wetten of regels als die niet op voldoende draagvlak kon rekenen bij vooral degenen die uitvoering aan die wet moeten geven?)
  3. En op dezelfde website kunt u nog vele andere artikelen vinden die zowel indirect als direct betrekking hebben over dit onderwerp, zoals zeer kritische commentaren  als zou Amsterdam de drugshoofdstad van de wereld zijn, hier ten aanzien van drugs maar alles kan en mag ( wijlen Burgemeester Schelto Patijn zou, als bepleiter van de gedoogpolitiek, zich in zijn graf omdraaien bij zulke onzin wat al jaren in de media als Mantra over Amsterdam beweerd wordt!), enz, enz.

 

En  kunt u de komende tijd de volgende notities verwachten van:

  1. Een kritisch commentaar op het O.I.S. rapport over dat 57% van de Wallen/Singel toeristen de coffeeshops bezoeken.
  2. Het 30% dogma van als zou er nog maar 20 coffeeshops in Amsterdam over zijn er nog steeds sprake kan zijn van dat dit nog steeds 30% van het aantal in heel Nederland is, ergo dat hoge percentage weer als argument gebruikt kan worden om nog meer coffeeshops in Amsterdam te sluiten
  3. Een kritisch commentaar op het Breuer rapport over met hoeveel coffeeshops Amsterdam kan volstaan in 2020 en 2025.
  4. Een notitie van dat coffeeshops, in tegenstelling tot wat algemeen beweerd wordt, juist een effectief instrument is tegen de ondermijning.
  5. En wat u ook kunt verwachten is via woord en geschrift mijn visie over een toekomstbestendige Amsterdamse binnenstad voor zowel de bewoners, de werkers als de bezoekers

Multidisciplinair overleg

Tenslotte, met het beheersplan breekt de Driehoek met een lange traditie van dat zeer essentiële onderwerpen aangaande het Amsterdamse drugsbeleid dit altijd als eerste gewikt en gewogen wordt middels multidisciplinair overleg. Voorbeelden te over zoals een integraal drugspreventie beleid grootschalig evenementen, bij meerdere zeer zware beleidskeuzes tijdens de in Amsterdam diep ingrijpende heroïne epidemie. En om bij dit softdrugsdossier te blijven; hoe vaak is er niet multidisciplinair overlegd bij essentiële beleidszaken aangaande het coffeeshopbeleid met als eerste de softdrugswerkgroep in 1993 met alle sleutelfiguren aan de onderhandelingstafel wat een Amsterdams coffeeshopbeleid opleverde wat decennialang  de toets der kritiek kon doorstaan.  Het beheersplan is verre van deze overlegtraditie opgesteld en dat wreekt zich op velerlei manieren met als meest schokkende van dat het raamwerk waarop het beheersplan gebouwd is op drijfzand

Onbegrip over plan Halsema voor buitenlanderverbod coffeeshops

Onderstaande reactie van de Amsterdamse Coffeeshopbond, de BCD. auteur Derrick Bergkamp (VOC)

 

Het nieuws dat de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema buitenlandse toeristen wil gaan weren uit de coffeeshops haalde wereldwijd de media en leidde in Nederland vooral tot onbegrip en kritiek. ‘Als je het probleem wil aanpakken, dan moet je de groei van de budgetvluchten op Schiphol inperken, het aantal hotelkamers terug brengen en iets doen aan de vakantieverhuur.’

Halsema (GroenLinks) stuurde haar plannen op 8 januari naar de gemeenteraad [1]. Opmerkelijk: de burgemeester verwijst expliciet naar de beleidsvoornemens over coffeeshops van het minderheidskabinet Rutte I van VVD, CDA en gedoogpartner PVV, uit 2010. Citaat uit de brief van Halsema van 8 januari:

‘In 2010 hebben de Ministers van VWS en J&V zich uitgesproken voor een kleinschalige en lokale cannabismarkt, het voorkomen van cannabisgebruik onder jongeren en het terugdringen van drugstoerisme. Het Amsterdamse bestuur heeft zich daar expliciet bij aangesloten en door de introductie van blowverboden, door sluiting van coffeeshops en de invoering van een afstandscriterium tussen coffeeshops en scholen getracht de markt te verkleinen en beheersbaar te maken.’

Wet van vraag en aanbod

Het aantal Amsterdamse coffeeshops is sinds de eeuwwisseling 2000 gedecimeerd door het stadsbestuur: van 283 naar 166. Halsema: Dit heeft niet verhinderd dat de vraag naar cannabis (met name door de groei van het toerisme) is gegroeid.’ Het doet de vraag rijzen of de burgemeester enig inzicht heeft in de economische wet van vraag en aanbod. Het besluit doet ook de vraag rijzen of het college van B&W zich enige rekenschap heeft gegeven van de ervaringen met het I-criterium in de rest van Nederland.

Overal waar het i-criterium is gehandhaafd heeft dat direct geleid tot meer overlast van straatdealers en andere illegale aanbieders. Het i-criterium is boven de rivieren in vrijwel geen enkele coffeeshopgemeente ook maar een dag gehandhaafd. En de meeste gemeenten onder de rivieren die de regel wel hebben gehandhaafd, zijn daar van terug gekomen. Volgens onderzoeksbureau Breuer & Intraval geven niet meer dan zeven van de 102 coffeeshopgemeenten aan dat zij het i-criterium met hoge prioriteit handhaven, oftewel 6,9% [2].

Gerri Eickhof

In de reacties op het plan overheerst onbegrip. Kenmerkend was de persoonlijke noot van NOS verslaggever Gerri Eickhof in zijn reportage over het Halsema plan in het 8 Uur Journaal van 8 januari [3]. Staand voor coffeeshop de Jolly Joker op de Nieuwmarkt zei Eickhof:

‘Ik woon al heel lang in deze buurt en kan me nog levendig herinneren hoe vroeger vrijwel elke toerist onder de veertig werd besprongen door straathandelaren die sissend drugs te koop aanboden. Daar ging veel criminaliteit achter schuil. Het probleem verdween grotendeels toen de coffeeshops werden gereguleerd, met daarbij de uitdrukkelijke bepaling dat ook buitenlanders welkom waren. En critici van het nieuwe plan vrezen nu dat wanneer het wordt doorgezet, dat oude probleem weer terug keert.’

Tim Verlaan, onderzoeker van stadsgeschiedenis en verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, zei in het radioprogramma Met het Oog op Morgen:

‘De gemeente zit al langer met dat slechte imago in de maag. Daarom proberen ze al jaren de ‘kwaliteitstoeristen’ aan te trekken. Maar een kwaliteitstoerist binnenhalen is niet de oplossing voor het probleem. Het gaat niet om de kwáliteit van de toerist, maar om de kwantiteit. Als je die aantallen wil terugbrengen dan moet je iets anders doen dan gewoon zeggen dat mensen niet meer naar een coffeeshop mogen.’

Moralistische symboolpolitiek

Onderzoeker Tim Verlaan maakte nog een ander punt, dat veel vaker viel op te tekenen. Verlaan: ‘Ik weet niet of u zelf weleens een joint rookt? Een tevreden roker is geen onruststoker. Dus ik denk dat je meer last hebt van mensen die teveel drinken dan van mensen die een joint opsteken.’ Zijn conclusie: ‘Ik denk dat dit moralistische symboolpolitiek is die door de burgemeester wordt bedreven. Als je het probleem wil aanpakken, dan moet je de groei van de budgetvluchten op Schiphol inperken, het aantal hotelkamers terug brengen en iets doen aan de vakantieverhuur.’

De kans bestaat natuurlijk dat Halsema als een echte machtspoliticus er voor kiest om zich nu te profileren, terwijl ze weet dat het plan geen meerderheid in de gemeenteraad zal krijgen. Fotograaf, auteur en binnenstadbewoner Hans Aarsman hintte op die mogelijkheid in dezelfde uitzending van Met het Oog op Morgen.

Aarsman: ‘Dat vind ik altijd met dat soort voorstellen, hoewel ik geloof dat zij het ook echt als een voorstel ziet en ook afwacht van hoe kunnen we dat gaan aanpakken? En niet gelijk al het voorstel er doorheen duwt. Maar eigenlijk moet je als je met een voorstel komt al gelijk meenemen: hoe kun je het handhaven, zo’n maatregel? Je kan wel zeggen: die coffeeshops gaan dicht, maar wat gaan mensen dan doen? Die gaan natuurlijk naar de straathandel. Dan krijg je weer situaties zoals in de jaren tachtig. Wanneer je uit het Centraal Station komt, je direct sissend wordt aangesproken of je wiet wil. Dat is nu helemaal weg.’

Ironisch

Op social media regende het afkeurende reacties. Thomas de Groot, buitengewoon commissielid in de bestuurscommissie van Amsterdam West voor de PiratenPartij maakte in een serie tweets gehakt van het plan van Halsema: ‘Het is ironisch dat Halsema, die zich altijd profileerde als vrijgevochten liberaal, de geschiedenisboeken in gaat als de burgemeester die Amsterdam veranderde in een soort puriteins Maastricht.’

De Groot: ‘Halsema, die er altijd prat op ging op te komen voor de underdog, die nu sexwerkers slachtoffert aan het vastgoedkapitaal, en arme backpackers die een jointje willen ‘niet genoeg kwaliteit’ vindt hebben voor onze chique stad. De binnenstad-lobby, met de reclamebureaus die rijk willen worden aan citymarketing, van elke buurt een ‘quartier’ willen maken, op hun beurt weer gefinancierd door de vastgoedwinnaars, willen onze stad steriliseren, alles wat rommelig en rafelig en niet-wit en arm is weg hebben.’

Duo Tops en Tromp

De Groot wijst ook op de rol van het duo Pieter Tops en Jan Tromp en het rapport dat zij in opdracht van Halsema maakten over drugs in Amsterdam:

‘Een groot deel van de paniek komt van een rapport vol nepnieuws, waar de auteurs rijk van worden omdat alle gemeentes ze binnenhalen om diezelfde paniek te zaaien. Tromp en Tops hebben Halsema iets ingefluisterd, en gestaafd met nepfeiten en leugens. Vraag maar aan FTM-journalist Bart de Koning, die heeft de rapporten van deze twee querulanten volledig gefileerd. Zie bijvoorbeeld ‘Zoeken met een lampje naar bronnen en feiten in ondermijningsrapport’ [https://www.ftm.nl/artikelen/zoeken-met-een-lampje-naar-bronnen-en-feiten-in-ondermijningsrapport. Toch blijft dit nepnieuws-duo overal gemeentes en politiechefs adviseren, want ze verkondigen een aantrekkelijke boodschap. En Het Parool kakelt dat maar na, zonder de FTM te lezen. En Halsema is blijkbaar ook geen abonnee.’

Als het Halsema’s bedoeling was om de internationale media te halen met dit bedorven kliekje van Ivo Opstelten, dan is haar missie geslaagd. Van Frankrijk tot Zuid-Afrika haalde het buitenlanderverbod voor coffeeshops in het ooit vrije Amsterdam het nieuws. Zelfs de New York Times [5] berichtte er over.

In het artikel in de New York Times legt Andre van Houten, eigenaar van coffeeshop Chapiteau, uit dat de coffeeshopbranche de schuld krijgt van het gedrag van Britse, vooral mannelijke, toeristen die met een budgetvlucht naar de stad komen en dronken worden op de Wallen. Van Houten: ‘Wat is hier het probleem, drugs of alcohol? Wij krijgen altijd de schuld van alles dat verkeerd gaat in deze stad.’

Redactie BCD, 11 januari 2021

Noten:
[1]: Brief driehoek aan Raad beheersbare markt, 8 januari 2021
https://www.amsterdam.nl/nieuws/nieuwsoverzicht/coffeeshopbeleid/

[2]: Coffeeshops in Nederland 2018, aantallen coffeeshops en gemeentelijk beleid 1999-2018, Breuer & Intraval
https://www.breuerintraval.nl/publicatie/coffeeshops-in-nederland-2018/

[3]: NOS 8 Uur Journaal, vrijdag 8 januari 2021
https://tvblik.nl/nos-journaal/9-januari-2021

[4]: Amsterdam wil nieuw imago bij toeristen, zónder wiet, Met Het Oog op Morgen, 10 januari 2021
https://www.nporadio1.nl/binnenland/28866-amsterdam-wil-nieuw-imago-bij-…

[5]: In Amsterdam, Getting High at Coffee Shops May Soon Be for Locals Only, New York Times, 8 januari 2021
https://www.nytimes.com/2021/01/08/world/europe/amsterdam-marijuana-coff…

Karaktermoord en beeldvorming

De afgelopen dagen werd ik plat gebeld door journalisten met de vraag of ik kan bevestigen of Hugo de Jonge, onze Coronaminister “aan de coke zit”.
Alvorens ik te kennen gaf aan dergelijke verzoeken geen gehoor te geven vroeg ik door op welke veronderstellingen de journalisten deze bevestiging verlangen.

Hieruit kwam naar voren dat de combinatie van zijn gedrevenheid en zijn flamboyante gedrag (plus zijn uiterlijk tot hippe schoenen aan toe) tot deze verdacht makerij leidt van dat hij dan wel cocaïne zal gebruiken.

En zo wordt op deze diepgewortelde typering over gebruikers van cocaine plus dat de halve ZUIDAS en de halve TWEEDE KAMER aan de cocaïne zou zijn karaktermoord gepleegd op de minister van VWS.

Het moge duidelijk zijn dat de telefoongesprekken zeer kort van duur waren.

August de Loor

Ps Het bizarre hierbij is dat waar ik de minister tegen beschermde hij tot een wereld behoort waar beeldvorming over drug en druggebruik ook een veel voorkomend fenomeen is.

Nieuws van het CBD-front

Nieuwsbrief december 2020

Vlak voor het eind van 2020, een veelheid aan actuele informatie waar je ongetwijfeld interesse in zult hebben.

Maar allereerst een paar bemoedigende woorden. Het gaat maar door met Corona en nu weer een Lockdown tot 19 januari wat ongetwijfeld voor velen weer hard zal zijn aangekomen in zowel het persoonlijke als in het zakelijke leven.

Maar laat er nou ingrijpende besluiten genomen zijn en dat in positieve zin.
Eindelijk heeft de VN het aangedurfd om de al sinds 1961 rigide wetgeving aangaande cannabis open te breken. Wereldwijd kan hierdoor het reguleren van de medische/therapeutische toepassing van cannabis verder en versneld toegepast worden (met, hopelijk, als volgende fase, de legalisering van het recreatief gebruik).
En ook in Europa is een megastap gezet door CBD niet meer als een drug te beschouwen maar als een voedingsmiddel.

In 2021 is de belangrijkste uitdaging voor het CAN ( belangenvereniging van de branche en andere betrokkenen bij CBD en Cannabinoiden) om ervoor te zorgen dat deze besluiten worden omgezet in een duurzaam Nederlands (en uiteindelijk Europees) cannabinoïdenbeleid. Hiervoor zal de komende maanden de samenwerking van het CAN met andere organisaties in binnen- en buitenland versterkt worden, overleg is aangevraagd met de ministeries en NVWA, en de pijlen worden gericht op de campagnes van de politieke partijen voor de verkiezingen in maart 2021 ( de voorwaarde voor een zo goed mogelijk resultaat is een, in aard en omvang, gezonde vereniging. Het CAN is ook dit jaar weer gegroeid in aantal leden, dus wie zich aangesproken voelt, wordt lid!)

Ontwikkelingen in de EU

Afgelopen week hebben de Verenigde Naties en de Europese Commissie gestemd over de aanbevelingen die de WHO heeft gedaan mbt CBD en cannabis

Aan de ene kant is er nu overeenstemming over de legale status van de stof Cannabidiol. Cannabidiol, of deze wel of niet uit hennep is geïsoleerd, valt niet onder de bepalingen van de internationale verdragen en dus ook niet onder de Opiumwet. Het is dus geen ‘drug’ en mag in voeding en voedingssupplementen worden verwerkt. Maar dan is er wel een Novel Food autorisatie nodig! Meer daarover lees je hieronder.
Volgens deze redenering zou CBD-isolaat ook in cosmetica mogen verwerkt. Zodra de entry voor Cannabidiol in de Cosing database is aangepast zullen we je daarover informeren.
Aan de andere kant blijven CBD producten met een THC gehalte lager dan 0,2% (dus ook alle CBD producten met minder dan 0,05% THC) wel onder de bepalingen van de internationale verdragen vallen en dus onder de Opiumwet. Voor deze producten kan er geen Novel Food autorisatie worden aangevraagd en blijft het Nederlandse gedoogbeleid gelden, alsook de verschillende nationale maxima voor THC.

Samenvatting cannabidiol:
CBD-isolaat mag in voeding en voedingssupplementen, mits er voor de gebruikte kwaliteit een NF autorisatie is.
CBD-isolaat mag in cosmetica worden verwerkt.
Synthetische CBD mag in voeding en voedingssupplementen, mits er voor de gebruikte kwaliteit een NF autorisatie is.
Synthetische CBD mag in cosmetica worden verwerkt.

Samenvatting hennepextracten:
Hennepextracten zonder THC (breed spectrum) mogen in voeding en voedingssupplementen, mits er voor de gebruikte kwaliteit een NF autorisatie is.
Hennepextracten met THC (full spectrum) mogen in voeding en voedingssupplementen worden verwerkt die gedoogd worden onder de Opiumwet.
NB 1: Let op de verschillende toegestane THC limieten in het te vermarkten land.
NB 2: CBD-olie valt in Nederland nog steeds onder de definitie van Hennepolie (lijst 1) in de Opiumwet.
NB 3: De productie van hennepextracten mag niet in Nederland plaatsvinden. Daarvoor is een opiumontheffing nodig. Pas als de concentratie THC onder de 0,05% ligt, wordt het extract of het eindproduct gedoogd.

CAN Keurmerk voor CBD

Met het risico van dat ik in herhaling val blijf ik op het belang van het Keurmerk wijzen. Terugkijkend op hoe CBD zich de afgelopen jaren aan al die negatieve toedichtingen en het (drugs) stigma heeft moeten ontworstelen om tot een volwaardig en serieus genomen product te worden is het niet meer dan logisch dat dit bezegeld wordt met een Keurmerk. Ieder zichzelf respecterend bedrijf die zich met CBD bezig houdt zou hier in mijn ogen voor moeten kiezen om daarmee naar zowel de collega-ondernemers als de consument duidelijk te maken dat het product aan alle eisen van kwaliteit en etikettering voldoet.

Daarnaast moet het Keurmerk ook als een logische vervolgstap gezien worden op de recente besluitvorming binnen zowel de VN als de EU. En om bij die laatste te beginnen is het Keurmerk de kroon op het feit dat CBD nu niet meer als een drug maar als een voedingsmiddel beschouwd wordt.

Het CAN heeft de afgelopen jaren het Keurmerk ingezet als instrument om die positieve beleidswijziging via Nederland in de EU m.b.t. CBD te realiseren. En nu dat gerealiseerd is, is de daadwerkelijke invoering van het Keurmerk op elk CBD product de volgende stap in de verdere ontwikkeling naar een wereldwijd, duurzaam bij wet verankerd, CBD beleid. Binnen die mondiale ontwikkeling kan ieder afzonderlijk lid van het CAN een bijdrage leveren met het voeren van een Keurmerk op zijn of haar product. Het is die uitdaging waar het CAN de komende jaren voor staat!

December 2020

August de Loor

voorzitter vereniging CAN