Maandelijks archief: november 2017

August de Loor roept op: ‘De coffeeshopbranche moet uit de kast komen!’

Interview in High Life magazine van november 2017:  Derrick Bergman / G0NZ0 Media

Vorig jaar stopte August de Loor na dertig jaar met zijn Adviesburo Drugs. Sinds hij in 1970 Nederlands eerste straathoekwerker werd, is hij betrokken bij alles rond drugs en drugsbeleid. Achter de schermen speelt August nog steeds een belangrijke rol. Richting de overheid, maar ook richting de coffeeshopbranche. “We hebben veertig jaar coffeeshops in Nederland en cannabis is uitgegroeid tot een volksgenotsmiddel. Dan moet de branche zeggen: wij hebben, net als cafés, een niet meer weg te denken sociaal-culturele functie in de samenleving.”

We spreken August thuis in de Amsterdamse Kerkstraat. Een interview met de geboren Amsterdammer wordt onvermijdelijk een college over drugs en de manier waarop de maatschappij daar mee omgaat. Hij vond in 1981 de spuitenomruil uit tegen AIDS onder junkies, in 1986 de XTC sneltest op houseparties en het Red Alert systeem om alarm te slaan als er vervuilde drugs in omloop zijn. En hij was in 1993 de initiatiefnemer van de eerste coffeeshopbond in Nederland (Bond van Cannabis Detaillisten) en een jaar later van de VLOS (Vereniging Landelijk Overleg Smartproducten). Tot zijn belangrijkste leermeesters rekent hij Koos Zwart en Jan Schaefer, de wethouder die een revolutie veroorzaakte in de Amsterdamse woningbouw en stadsplanning. Via Schaefer leerde hij Eberhard van der Laan kennen, jaren voordat hij burgemeester werd.

Straatdealers
August had een zeer kort lijntje met de burgemeester. Eén van hun laatste gesprekken voordat Van der Laan in oktober overleed, ging over de straatdealers in de stad. “De meeste overlast gevende straatdealertjes zijn Marokkaanse kids, 18-23. Die moet je om veel redenen aanpakken. Bijvoorbeeld, de afgelopen vijf, zes jaar heeft een groot deel van de jihadisten die in Europa aanslagen plegen een straatdeal verleden. De jihadisten die het vliegveld van Zaventem opbliezen, die in Berlijn met een truck op de kerstmarkt inreed: ze komen allemaal uit de heavy straatdopewereld. Ik heb hier in Amsterdam al meerdere malen gezien dat die straatdealers worden opgehitst door zo’n lange baard imam om hun bedorven straatdealleefstijl in te ruilen voor de extreme vorm van islam. Ergo: van het ene naar het andere isolement.” Van der Laan kon zijn oren niet geloven. “Ik zag zijn koppie scheef gaan toen ik hem uitlegde: jij hebt met je scholenafstand van het sluiten van veel coffeeshops in Amsterdam -per toeval, dat wist jij niet- ook Marokkaans georiënteerde coffeeshops gesloten. En dat heeft voor heel veel kwaad bloed gezorgd, met dito meer Marokkaanse straatdealers!”

Alles heeft met elkaar te maken, wil hij maar zeggen. Maar dan moet je wel inzicht hebben in de drugswereld én voelhoorns in de samenleving. “Het is die samenhang die veel te weinig ontwikkeld is binnen de officiële instanties. Het zijn de Trimbos instituten en de verslavingsinstanties die het drugsbeleid voor grote evenementen bepalen, terwijl ze zich steeds meer laten beïnvloeden door de overheid en de politieke mores van het moment. Neem het gratis water beleid voor het Amsterdam Dance Event, een doorgeschoten maatregel waarmee ze denken XTC doden te voorkomen. Maar XTC doden bestaan niet! Er is altijd veel meer aan de hand, zoals een vrouw die als XTC dode werd omschreven, maar in haar eigen zweet was gestorven omdat ze een latex pak droeg op een fetisjparty. Ze had een hoge positie bij de politie en durfde niet naar de EHBO te gaan. Ze stierf dus niet door XTC maar door het taboe rond het gebruik en daar helpt gratis water geen moer bij!”

Op basis van bijna een halve eeuw ervaring heeft August weinig vertrouwen in de kabinetsplannen voor regulering van cannabis. “Ik maak me ernstig zorgen hoe dat er uit gaat zien.” Binnen de coffeeshopbranche ziet hij dat een deel eigenlijk geen verandering wil van de illegale achterdeur. “Dan denk ik: wordt wakker, het is geen jaren zestig meer, cannabis is allang uitgegroeid tot een volksgenotsmiddel! Aan de andere kant is een deel van de coffeeshopbranche zo naïef dat zij het heil van de legalisering van de overheid verwacht. Maar van staatswiet kan je toch nooit high of stoned worden!” Voor August geldt: “Het is de consument waar je vanuit moet gaan. De diversiteit aan soorten hasj en wiet moet in stand blijven en dat binnen de sociale functie van coffeeshops.”

Binnen de branche wordt teveel tijd verspild aan discussies over wie wel en niet een bonafide coffeeshop is, vindt August. “Dat bepaalt de rechter toch? Als coffeeshopbond moet je altijd vierkant achter je achterban staan, zelfs achter de meest klootzakkerige coffeeshop. Zoals een advocaat achter zijn cliënt blijft staan. Dáár moet voor geknokt worden: de sociaal-culturele functie van coffeeshops. Ja, het aantal straatdealers neemt toe als door de scholenafstand of ander beleid coffeeshops gesloten worden. Maar door alleen dat argument te gebruiken verlaagt de branche zich tot dat niveau van die straatdealers. Ik hoor nergens vanuit de coffeeshopbonden dat door het sluiten van coffeeshops een rasta het risico loopt van dat zijn  favoriete rasta coffeeshop gesloten is en hij gedwongen wordt om naar een middle of the road coffeeshop te gaan. Als ik voor mijn pilsje gedwongen wordt om naar een André Hazes café  te moeten, nou, dan neemt de kans dat ik alcoholist wordt alleen maar toe! Er moeten mensen zijn die tegen de coffeeshopwereld zeggen: jullie moeten jullie zelf veel beter voor pers en politiek profileren. Dus geen Cannabis Connect, maar Coffeeshop Connect.  De branche laat zich haar negatieve imago veel te makkelijk aanleunen. Daardoor kan de burgemeester van Rotterdam vrolijk beweren dat hij legalisering van cannabis wil regelen via staatswinkels of via internet, waarmee hij de coffeeshop bij het grof vuil zet!”

Wat nodig is, kortom is meer trots en meer nadruk op de kracht van de coffeeshop en de normalisering van cannabis. “We hebben veertig jaar coffeeshops, vier generaties van consumenten
en cannabis is uitgegroeid tot een volksgenotsmiddel. Dan moet de branche zeggen: wij hebben, net als cafés, een niet meer weg te denken sociaal-culturele functie in de samenleving. Coffeeshops zijn de café-slijterijen van vroeger maar dan nu voor cannabis. Ze zorgen voor de scheiding van de drugsmarkten en beperken de straathandel, maar dat zijn langzamerhand bijkomstige voordelen. Waar het echt om draait is dat het legaliseren van cannabis de rechtstaat dient, zodat honderdduizenden consumenten in alle lagen van de bevolking niet meer in de marge hoeven te blijven.” En waarom zetten coffeeshops eigenlijk nooit vraagtekens bij het afficheringsverbod? “Iedere toeristenwinkel, het hele Waterlooplein hangt vol met cannabis prullaria. Ik zou daar foto’s van maken om aan te tonen hoe achterhaald het A-criterium is. Mijn poster van vijf jaar geleden, met 220 voorpuien van Amsterdamse coffeeshops: die zou iedere week dat er weer een coffeeshop is gesloten door achterhaald beleid opnieuw uitgedraaid moeten worden. De coffeeshopbranche moet uit de kast komen!”

www.augustdeloor.nl

 

 

 

Adviezen vanuit Amsterdams perspectief over het in het regeeraccoord aangekondigde experiment van het reguleren van de kweek van Nederwiet

Inleiding

Na consultatie met mijn denktank hierbij in telegramstijl i mijn zienswijze/adviezen over het experiment van het legaliseren van cannabis opgesteld zoveel mogelijk vanuit de positie van Amsterdam. Dit schrijf ik omdat de Amsterdamse gemeenteraad voorop wil lopen bij het meedoen aan dit experiment terwijl in mijn ogen Amsterdam daarvoor geen geschikte stad is. Daarnaast zet ik sowieso de nodige vraagtekens bij het experiment van een verkeerde invalshoek van of met het legaliseren van cannabis de criminaliteit teruggedrongen wordt. Ten eerste is een dergelijke afname niet te meten ( zoals; hoe kunnen de steden die meedoen bij de start van het experiment nagaan hoe groot de cannabiscriminaliteit in hun regio is ?) om nog maar te zwijgen over dat hiermee het belangrijkste aspect van dit dossier over het hoofd gezien wordt van dat het gebruik van cannabis een niet meer weg te denken fenomeen is. In willekeurig welk modern land in de wereld vertoond in aard en omvang het gebruik van cannabis vele overkomsten met die in het gebruik van alcohol. Kortom, in mijn advies leg ik voor dit experiment niet de nadruk op de wel/niet verlaging van de criminaliteit maar op het fenomeen van coffeeshops. Met het onderzoeken van het fenomeen van coffeeshops komt namelijk in beeld van wat de consument aan wensen en behoeftes heeft in het gebruik van cannabis. Het is het inzicht daarin wat richting moet geven aan het experiment van wat uiteindelijk de beste vorm is van alle ketens van legale cannabis.

Veel leesplezier met onderstaand advies waar hopelijk ook niet -Amsterdamse beleidsmakers baat bij hebben.

 

AMSTERDAM; MEEDOEN AAN DIT EXPERIMENT?

Mijn advies is dat Amsterdam zich niet als kandidaat aanmeldt voor deelname aan het experiment

  • In het regeerakkoord wordt expliciet gewezen op middelgrote steden,
  • Amsterdam is met haar zeer uitgebreide diversiteit aan liefhebbers van cannabis en coffeeshopstructuur veel te a-typisch om aan het experiment deel te nemen. Dit geldt bijvoorbeeld ook voor de zuidelijke grenssteden als Maastricht, Breda, Middelburg met een toeloop aan consumenten van over de grens, ergo, de steden in midden- en noord Nederland lenen zich beter voor deelname aan het experiment.
  • Er is ook niet zoiets als een overzichtelijke situatie binnen Amsterdam zelf.  Alleen al de verschillen tussen centrum- en buurtcoffeeshops is al zo groot dat dit bijna al twee typen experiment verlangd. Echter, de lokaties tussen de buurt- en binnenstadshops liggen zo dicht bijeen met het risico dat beide experimenten elkaar onderling beinvloeden, wat fnuikend is voor een wetenschappelijke toetsing van het experiment.
  • Het experiment zal in welke lokale situatie binnen een stad of regio een aantal verhoudingen “op scherp” zetten tussen niet alleen de legale en illegale toevoerlijnen van hasj en wiet naar de coffeeshops maar ook binnen de illegale productie- en handelslijnen buiten de shops. Nu het In Amsterdam weer gelukkig rustig is met niet meer dat rare fenomeen van kogels richting de coffeeshops is het onverstandig om met het experiment weer allerlei spanningen te creëren binnen bovenbeschreven twee circuits,
  • Het onvermijdelijke publieke/politieke/journalistieke rumoer wat het experiment in iedere stad teweeg zal brengen zal voor Amsterdam letterlijk en figuurlijk grenzeloos uitpakken op zowel het nivo van de (inter)nationale cannabisconsument als de internationale media, allemaal invloeden die het verloop van een experiment in Amsterdam kunnen verstoren waarbij ook het eindoordeel van het experiment op zich weer voor allerlei, lees onvoorspelbare, internationale effecten zal zorgen ( bijvoorbeeld; de publiciteit rond de wietpas van een paar jaar geleden galmt nog steeds na van dat nog menig consument of journalist uit het buitenland veronderstelt dat toeristen niet welkom zijn in een Amsterdamse coffeeshop)

 

AMSTERDAMS MULTIDISCIPLINAIRE WERKGROEP

Kortom, in menig opzicht is het onverstandig van dat Amsterdam mee doet aan het experiment. Zelfs het streven naar deelname zal voor de nodige irritaties zorgen bij zowel de nationale overheid als bij al die lokale overheden die aan het experiment willen deelnemen  ( “heb je Amsterdam weer”) . Mijn advies is dan ook dat Amsterdam van begin af aan zich bescheiden opstelt met wel het aanbieden van haar expertise van hoe het experiment het beste uitgevoerd kan worden, wat absoluut wel en absoluut niet uitgezocht moet worden, wat daarbij de vele valkuilen zijn, wat voor bijeffecten te verwachten zijn van het experiment tot hoe de onderzoeksresultaten geïnterpreteerd moeten worden. De inbreng van Amsterdam binnen het landelijk overleg is het beste te garanderen met de oprichting van een Amsterdamse multidisciplinaire werkgroep met met name deskundigen met kennis over hoe de cannabis- en coffeeshopwereld in elkaar zit. Het zijn zij die de onderzoekers wegwijs kunnen maken van wat de huidige status quo is van de illegale situatie achter de achterdeur van coffeeshops tot wat de “moderne” consument aan wensen en behoeftes heeft in het gebruik van cannabis. Het is deze kennis wat niet alleen als nulmeting dient voor het onderzoek maar ook als radar hoe het experiment opgezet moet worden. Beleidsmakers van het stadhuis complementeren de werkgroep voor de politiek bestuurlijke inbedding van het experiment. Het is deze multi knowhow die Amsterdam ter beschikking kan stellen aan de landelijke coördinatie voor zowel de opzet als de uitvoering van het experiment.

 

POLITIEKE BAROMETER

Als drie van de vier politieke partijen met een al decennia lange zeer conservatieve visie aangaande het drugsbeleid een experiment voor het legaliseren van cannabis opnemen in het regeerakkoord is er politiek gezien eigenlijk geen weg meer terug van het uiteindelijk daadwerkelijk legaliseren van cannabis. En als de kandidaten die het experiment binnen hun stadsgrenzen willen uitvoeren allen lid zijn van de Joint venture voor het legaliseren van cannabis wil dat zeggen dat het experiment wel moet slagen. Dat is de politieke barometer ten aanzien van dit experiment

 

POLITIEK PRAGMATISME

Kortom, als het experiment alleen maar tot positieve conclusies kan leiden bepleit ik een pragmatische opzet van het experiment. En laat dat nou goed uitkomen omdat wat dit experiment wil uitzoeken niet meetbaar is. Zowel het echt grondig uitvoeren van het experiment als daar goed gefundeerde conclusies uit opmaken binnen een werkelijkheid van wat zich al meer dan 40 jaar door de illegaliteit grotendeels onzichtbaar afspeelt is haast onmogelijk. Een experiment uitvoeren van een legale situatie van telen/handel van wiet in een beperkt aantal steden voor een beperkt aantal coffeeshops binnen  het totaal van een  volstrekt illegale situatie van kweek/handel van datzelfde product zal ongetwijfeld naar beide kanten voor allerlei onvoorspelbare effecten zorgen wat invloed zal hebben op het verloop, dus de conclusies van het experiment ( en dan heb ik het nog geeneens over het fenomeen van de handel in buitenlandse cannabis). Dit probleem wordt ook onderkent door de coffeeshopbranche die over het experiment vergaderd heeft en geresulteerd in een aantal aanbevelingen zoals het verhogen van de hoeveelheid voorraad van cannabis in coffeeshops en de mogelijkheid van het labtesten van illegaal gekweekte cannabis in de niet bij de experiment aangesloten coffeeshops. Hiermee blijven niet alleen de verschillen tussen de legale achterdeuren (van de experimentcoffeeshops)   met de illegale achterdeuren beperkt, waardoor allerlei onvoorspelbare, lees ongewenste bijeffecten van het experiment beperkt blijven maar leveren deze verruimingen van de gedoogcriteria in mijn ogen tegelijkertijd een gefaseerde bijdrage in de uiteindelijke legale situatie van de achterdeur van coffeeshops ( wat ook bevorderd zou worden als het Minsterievan Financien een transparante regeling met de coffeeshopbranche treft over de in- en verkoop van cannabis; De Nederlandse koopmansgeest boven die van de politieke mores van het gedoogbeleid)

Deze pragmatische benadering moet in mijn visie onderbouwd worden met een soort sociologische/antropologische geschiedschrijving van het fenomeen van coffeeshops wat duidelijk moet maken dat dit fenomeen het beste instrument is voor het in goede banen leiden van het op consumentenniveau verkopen en gelegenheid bieden van het roken van cannabis. Bij nadere beschouwing van het alcohol- en tabaksbeleid is al jaren een trend waarneembaar van het beperken van het aantal verkooppunten binnen het algemeen publieke domein met als streven van verkoop binnen een specialistische setting ( de slijterij voor alcohol, de tabakswinkel voor tabak). Vanaf haar oorsprong is de coffeeshop een dergelijke specialistische setting maar dan voor cannabis. Het  politiek en publiek inbedden van de legale status van cannabis is gebaat bij een gedegen evaluatie van het fenomeen van coffeeshops over de afgelopen 40/45 jaar en wat de dagelijkse praktijk van coffeeshops aan voordelen oplevert voor alle betrokkenen partijen. Een dergelijk onderzoek moet in mijn ogen als basis dienen van het experiment.

 

DRIETRAPSTRATEGIE

Naast bovenstaande aanbevelingen van een meer integrale uitvoering van het experiment wil ik er op wijzen dat er zich uiteenlopende ontwikkelingen voordoen rond cannabis van een stormachtige ontwikkeling in de kleinschalige kweekmethodes, de enorme diversiteit in soorten zaden om over de inzichten in de potentieel medisch/therapeutische toepassingen van cannabis maar te zwijgen. Het meest kenmerkende hierbij is de laagdrempeligheid van deze ontwikkelingen van dat in principe iedereen in staat is om met het planten van een zaadje voor eigen doktor/dealer te spelen als voor dealer voor eigen kring, vriendenkring ( tot het nivo aan toe van wat omschreven kan worden als een Cannabis Social Club). Deze laagdrempelige ontwikkeling speelt zich ook af dat heel veel mensen zich kunnen opwerpen als wonderdokter van allerlei cannabinoiden. Het is die laagdrempeligheid wat een drietrapstrategie verlangt om de homegrow van cannabis, de legale achterdeur van coffeeshops als de medisch/therapeutische toepassingen van cannabis in goede banen te leiden.

Ten aanzien van het experiment beveel ik van harte aan dat dit vergezeld moet gaan van het protocollieren van de homegrow van cannabis. Zonder enige mate van regulering van de homegrow ontbreekt het fundament waarop de legale toevoer van cannabis naar de coffeeshops geregeld moet worden.

 

Tot zover mijn eerste bijdrage aan adviezen op welke wijze het Amsterdamse stadsbestuur een bijdrage kan leveren aan het experiment.

High life

Eind van de maand verschijnt weer de nieuwe HiGH LIFE, het vakblad voor de cannabist.

Dit keer met een interview met mij wat ik van harte aanbeveel om te lezen. En om jullie een beetje nieuwsgierig te maken, hierbij alvast een klein deel uit het interview over met name mijn mening dat de coffeeshopbranche al decennialang zich een negatief imago laat aanleunen waar door de legalisering van cannabis veel te lang op zich laat wachten , plus nog belangrijker het risico van dat die legalisering een vorm krijgt wat geen verbetering geeft van de huidige situatie!

Heb ik jullie nieuwsgierig gemaakt, koop dat blad! En dan hier een deel uit het interview;

“De coffeeshopbranche laat zich haar negatieve imago veel te makkelijk aanleunen waardoor bijvoorbeeld de burgemeester van Rotterdam vrolijk kan beweren dat hij het legaliseren van cannabis wil regelen via Staatswinkels of via internet waarmee hij de coffeeshop bij het grof vuil zet!.”  

Meer trots, kortom en meer nadruk op de kracht van de coffeeshop en de normalisering van cannabis is mijn pleidooi!. “We hebben veertig jaar coffeeshops in Nederland, vier generaties van consumenten en cannabis is uitgegroeid tot een volksgenotsmiddel”. Coffeeshops zijn de café-slijterijen van vroeger maar dan nu voor cannabis. Het zorgt voor de scheiding der drugsmarkten en dat de straathandel beperkt blijft, maar dat zijn langzamerhand bijkomstige voordelen. Want waar het echt om draait is dat het legaliseren van cannabis de rechtstaat dient van dat honderd duizenden consumenten in alle lagen van de bevolking niet meer in de marge hoeven te blijven van zoals voormalig president Clinton zei; “ik heb geblowd maar niet geïnhaleerd!” Iedere prullariawinkel, het hele Waterlooplein hangt vol met cannabis gerelateerde prullaria. Ik zou daar foto’s van maken om aan te tonen hoe achterhaald het A-criterium voor coffeeshops is . Mijn poster van vijf jaar geleden van 220 voorpuien van Amsterdamse coffeeshops: die zou iedere week opnieuw uitgedraaid moeten worden van dat er weer een coffeeshop gesloten is door achterhaald beleid. “De coffeeshopbranche moet uit de kast komen!.”