Misschien is het velen ontgaan, maar sinds 1 july is de controle op het onder invloed van alcohol deelnemen aan het verkeer aangevuld met die van controle op het gebruik van drugs
De invoering kent een lange geschiedenis. Politici, verkeerspolitie , de media wezen de afgelopen 15 jaar er constant op dat Nederland hiermee achterbleef met de rest van Europa, waar drugscontroles in het verkeer allang gemeengoed is. Waar zowel het Ministerie van Verkeer en Waterstaat als die van Justitie en Veiligheid, analoog aan die controles in Europa geen onderscheid wilde maken tussen gebruik en daadwerkelijk onder invloed deelnemen aan het verkeer is na veel strijd binnen en buiten allerlei commissies deze opzet van drugscontroles voorkomen. Met de nu ingevoerde controle is afstand genomen tegen bovenstaande rigide, lees zero tolerance, regelgeving. Maar dit betekent niet dat er geen aanleiding is voor kritiek op het Nederlandse controlesysteem. Er kleven wel degelijk zowel principiële als praktische bezwaren aan dit systeem met daarbij het risico van dat politie/justitie oneigenlijke argumenten kan gaan gebruiken waar en wanneer drugscontroles worden ingezet. Er is alle aanleiding voor het nauwlettend volgen van de controles en waar nodig verbeteringen toepassen
Dit nauwlettend volgen bepleit ik om een aantal redenen van
- Het Nederlandse testsysteem en de verbeteringen gebruikt kan worden als pleidooi van het veranderen van de rigide drugscontroles in het verkeer in de Europese landen ( Nederland eindelijk weer eens als gidsland voor het Europees drugsbeleid )
- Het risico voorkomen van dat de drugscontroles gebruikt worden voor nader politie- en justitieonderzoek naar de handel en wandel van de betrapte chauffeur ( en eventueel zijn medepassagiers). In tegenstelling tot alcohol zijn drugs illegaal. Het is die illegaliteit die een op zich legitieme maatregel van drugscontroles in het verkeer in een gespannen positie manoeuvreert waar in mijn ogen in de regelgeving van die drugscontrole weinig rekening mee gehouden is. In feite is het raar dat de overheid controles uitvoert op middelen die diezelfde overheid verboden heeft. Op basis van het opportuniteitsprincipe is die dubbele houding van de overheid echter te verdedigen ( een positie die de overheid ook inneemt bij bijvoorbeeld het testen van drugs, een in strikte zin onwettige handeling, maar wel een onmisbaar instrument om gebruikers te waarschuwen als plots een partij drugs op de markt opduikt met een direct gezondheidsrisico voor de gebruikers!). Maar vanwege die dubbelheid heeft de overheid de plicht om in dit geval alle ins en outs rond drugscontroles in het verkeer nauwgezet te protocoliseren. Die protocollen over vooral het indammen van oneigenlijk/misbruik van die drugscontroles ontbreken echter haast volledig.
- Waar bij de invoering ook nauwelijks rekening mee gehouden is dat drugscontroles tot vele andere en tot meer verstrekkende gevolgen leidt voor de chauffeur dan die bij alcohol. Bij dit laatste genotsmiddel blijven de gevolgen van een positieve testuitslag beperkt tot het tijdelijk ontnemen van het rijbewijs ( met doorgaans met beperkte gevolgen omdat dit vaak opgevangen wordt met door familie, collega werknemer tot werkgever aan toe ophalen/terugbrengen van de gedupeerde chauffeur tot in zijn eigen wagen aan toe). Daar waar alcoholcontroles tot het volkse erfgoed behoort, te horen in menig carnavalslied, cafehumor en one-liners op tegeltjes ligt dit bij drugcontroles volstrekt anders waarbij alleen al de mate van taboe rond elke afzonderlijke drug bepalend is hoe verstrekkend de gevolgen reiken voor de persoon in kwestie. Kijkend dat vooral jong volwassenen drugs gebruiken kunnen positieve drugsuitslagen verstrekkende negatieve gevolgen hebben voor hun verdere levensloop van een niet terug te dringen stigma binnen zowel de relationele sfeer van familie, vrienden,bekenden tot de buren in de straat aan toe als aan een aanslag op de carrièremogelijkheden van school of baan. Dit geldt niet alleen voor de chauffeur maar ook voor zijn medepassagiers (het verwijt van het omgaan met “verkeerde drugsvrienden”). Het is het taboe over drugs wat allerlei voor de persoon ongewenste mechanismes op gang brengt wat de drugscontroles in het verkeer in een meer gespannen positie plaats als die van alcohol. Die gespannenheid zit als het ware opgesloten in die drugscontroles aangezien het bij de uitvoerders (en de beleidskaders daarboven) van de verkeerscontroles het niet zo zou zijn dat zij vrij zijn van vooroordelen en stigma ten aanzien van druggebruikers.
Kortom, er is meer dan voldoende aanleiding van het nauwlettend volgen van hoe in Nederland de drugscontroles in het verkeer uitgevoerd gaan worden. Er is volop reden voor een grote mate van bezorgdheid. Dat zeg ik ook omdat je had mogen verwachten dat aan deze invoering een landelijke voorlichtingscampagne over het risico van onder invloed van drugs deelnemen aan het verkeer gekoppeld had moeten worden en dat met name gericht op jong volwassenen. Daarnaast had de overheid de moeite moeten getroosten van het nader toelichten van waar het bij de controles feitelijk om te doen is van puur het verhogen van veilger verkeer waarmee elke schijn voorkomen was als zou het een nieuw instrument zijn in het bestrijden van drug en druggebruik. Nu dit alles niet gebeurd is roept dit wel die schijn op wat uiteindelijk ook ten nadele zal uitpakken van de effectiviteit van de drugscontroles in het verkeer
August de Loor