Naar aanleiding van het rapport over dat de drugscriminelen steeds meer infiltreren in de legale Amsterdamse bovenwereld ( rapport;”De achterkant van Amsterdam”, Auteurs Tops/Tromp, sept 2019) stond twee weken lang de nationale media bol van de reacties die niet alleen overwegend positief reageerden op het rapport maar ook daar boven op met allerlei nieuwe meningem/info kwamen van dat het nog veel erger was van wat in het rapport geschreven was hoe erg de stand van zaken in Amsterdam is wat betreft de ondermijning van de drugscriminelen op het maatschappelijk bestel van deze stad. Met onderstaande open brief aan de burgemeester van Amsterdam probeer ik het een en ander in zijn juiste perspectief te plaatsen met de hoop dat ik nog meer tijd kan vinden om uit te leggen van wat in mijn ogen de oorzaak is hoe diep de beeldvorming is verankerd als zou Amsterdam de drugshoofdstad van de wereld zijn en de drugscriminelen nog net niet in het stadhuis zitten! Veel leesplezier!
Beste Femke,
In het rapport; De achterkant van Amsterdam van de onderzoekers Tops en Tromp met een verkenning van drugsgerelateerde criminaliteit wordt op basis van informatie van niet nader te verifiëren bronnen een beeld geschetst als zou Amsterdam de drugshoofdstad van de wereld zijn. Het logische verdere beeld wat daardoor in het rapport naar voren komt is dat Amsterdam, meer dan enige stad in de wereld gebukt gaat onder een verregaande ondermijning van het stedelijk maatschappelijk bestel door de enorme inkomsten uit de illegale drugsgelden. “De drugscriminelen hebben Amsterdam in de greep en het zwarte geld zit letterlijk onder iedere stoeptegel van de stad”!
Hierbij spreek ik mijn grote mate van bezorgdheid uit op hoeveel bijval dit rapport heeft gekregen met dat tot zelfs zeer belangrijke sleutelfiguren in onze stad en land bovenstaand beeld nog hebben aangescherpt waarbij ik jou verdere extreme oneliners zoals bovenstaand bespaar.
Er is meer dan voldoende aanleiding voor een kritische reactie van;
1) Als Amsterdam de drugshoofdstad zou zijn dit alleen maar gesteld kan worden bij een door Tops/Tromp vergelijkend onderzoek met andere steden in Europa. En als zij daarbij de jaarlijkse rapportages van de in Lissabon gestationeerde Europese Drugstrend Monitor erop hadden nageslagen komt er geen enkele indicatie naar voren als zou Amsterdam ook maar in de buurt komen waar Tops en Tromp hun veronderstelling op baseren. En ook mijn 50 jaar kennis en ervaring aan internationale kontakten met drugsdeskundigen van over de hele wereld is een bron waaruit een geheel andere ranking uit opgemaakt kan worden van hoe Amsterdam ervoor staat ten aanzien van drug en druggebruik
2) Er is voldoende aanleiding van dat de beeldvorming van Amsterdam als drugsstad een uitvloeisel is van waar Amsterdam zich in menig opzicht de afgelopen 40 jaar in onderscheid van dat een groot deel van haar drugsbeleid zich openlijk manifesteert. Het is de beeldvorming van dat de zichtbaarheid van coffeeshops synoniem staat van dat er dan wel veel drugs gebruikt wordt (terwijl de data van genoemd Europese Drugsmonitor daar geen enkele onderbouwing bij geeft). Het is wijlen Burgemeester Patijn die de zichtbaarheid van coffeeshops, smartshops, XTC testservices op festivals, spuitomruilprojecten, heroïneverstrekking ( en andere drugsbeleidslijnen op basis van Harm Reduction) juist als verworvenheid zag van het drugsbeleid; “Hoe zichtbaarder, hoe meer toezicht, hoe meer rendement van het beleid, zei burgemeester van der Laan bij de start van de waarschuwingscampagne IGNORE STREETDEALERS. Het heeft er alle schijn van dat Tops en Tromp zich hebben laten verleiden door die mensen te interviewen die, als Patijn nog zou leven, hij gezegd zou hebben dat het die mensen zijn die het openlijke karakter van het Amsterdamse drugsbeleid vereenzelvigen met de Mantra dat in Amsterdam alles kan en mag. Van het Mantra van dat het gedoogbeleid synoniem is voor een slap beleid terwijl diezelfde Patijn steeds maar weer benadrukte dat het gedoogbeleid een streng beleid is van een actieve handhaving van de gedoogcriteria ( zodat de beschuldiging als zou het Amsterdamse stadhuis ten aanzien van drug en druggebruik decennialang de andere kant op gekeken heeft je reinste onzin is!)
3) Een meer recente voeding van genoemd Mantra van alles kan en mag is als zou de afgelopen jaren het gebruik van drugs genormaliseerd zijn van dat er zonder enige restrictie maar van alles en nog wat geslikt en gesnoven wordt. Sinds de opkomst vanaf de jaren 60 van wat omschreven kan worden als de moderne trends in drug en druggebruik heeft iedere oudere generatie de neiging om de nieuwere generatie te betichten van extremer druggebruik. Zonder mij te wagen welke psychologische of sociologische mechanismes hieraan ten grondslag liggen is deze beeldvorming de laatste decennia doorgedrongen tot de meer officiële kaders in de verslavingszorg, eerstenhulpinstanties , schooldecanen tot de Amsterdamse Ombudsman aan toe als zou tegenwoordig op de Amsterdamse Middelbare scholen het gebruik van cocaïne de norm zijn ( ergo, dus de niet gebruikende scholier zou dan volgens deze veronderstelling outcast zijn omdat ie bijv als 15 jarige niet de dagelijkse 65/75 euro cocaine onkosten kan ophoesten). En ook het Tops/Tromp rapport en de vele reacties daarop geven een legio aan dergelijke voorbeelden van dat er maar een end op los gesnoven,geblowd en geslikt wordt. Van wat er werkelijk aan de hand is, is een vervolksing van bepaalde soorten drugs zoals XTC en cocaine. Een van de belangrijkste kenmerken van dat vervolksen is van dat de toename van het aantal gebruikers evenredig verloopt met een afname aan extremiteit in het gebruik aangezien het vervolksen meer conservatieve normen en waarden (rituelen) genereren van het niet uit de hand lopen van het gebruik. Bij grondige waarneming van elke afzonderlijke drugstrends van subcultuur naar vervolksing over de afgelopen decennia is dit mechanisme te herleiden maar is begrijpelijkerwijs niet bekend bij omstanders die wel de toename van het aantal gebruikers zien maar onwetend over de afname van de extremiteit. Het is schrijnend om te zien van wat de omschrijving van normalisering aan schrikbeelden/ doemscenario,s oplevert terwijl er in feite sprake is van een vervolksing wat alom over het hoofd gezien wordt. Het moge duidelijk zijn dat doemscenario,s nou niet zo,n goede basis is voor het verder ontwikkelen van het Amsterdamse drugsbeleid
Dezelfde beeldvorming van schrikbeelden doet zich ook schrijnend voor over wat er allemaal beweerd wordt van dat Amsterdam in de greep is van het zwarte geld van wat er aan bedragen in de drugshandel verdiend wordt.
1) Om in deze notitie het tot cannabis te beperken zijn het de coffeeshops die ervoor zorgen dat het overgrote deel van de inkomsten van de verkoop van cannabis aangewend worden voor het betalen van de omzetbelasting, BTW, loonbelasting en andere sociaal/financiële verplichtingen van het personeelsbeleid, verhuur van het pand, noodzakelijke verbouwingen als onderhoudskosten wat ten goede komt voor de lokale aannemers/loodgieters, accountants, cursussen personeel coffeeshops en noem maar op van wat er zich allemaal aan dagelijkse in- en uitgaven voordoen wat rechtstreeks in de reguliere economie van Amsterdam vloeit. Het is in elke stad in de wereld waar de inkomsten uit de verkoop van cannabis niet op deze zeer directe manier omgezet kan worden in de reguliere landelijke als lokale economie en werkgelegenheid. Het had van de wetenschapper bestuurskunde, de heer Tops verwacht mogen worden van dat deze nuance verwerkt zou worden in de analyses over de drugsgerelateerde geldstromen in de Amsterdamse samenleving die in menig opzicht anders van aard en omvang is dan in steden zonder coffeeshops. En als Amsterdam vergeleken wordt met de andere grote steden van Nederland met een per stad substantieel minder aantal coffeeshops dan Amsterdam is ook dit waar Amsterdam gunstig bij af steekt van dat de uiteindelijke winsten over de verkoop van cannabis over zeer vele handen verdeeld is. En wat ik van economen nog een beetje begrijp is dat op zich zwart geld niet zozeer het probleem is zolang het maar niet in handen is van een beperkt aantal mensen.
2) Het is in het buitenland waar dit systeem van coffeeshops ontbreekt zodat al het geld wat daar verdiend wordt aan cannabis 100% zwart is met daar bovenop als ongunstig bijeffect van dat een deel van dat zwarte geld besteedt wordt voor de inkoop van harddrugs als uitvloeisel van dat een groot deel op de illegale dealadressen de consument zowel soft- als harddrugs kan kopen. En wat dit vervolgens aan verharding van het drugsgerelateerde zwart geld voor die landen betekend moge duidelijk zijn. Met het systeem van coffeeshops van een strikte scheiding tussen soft- en harddrugs blijft Amsterdam ( en Nederland) bespaart van een dergelijke verharding van dat zwarte drugsgeld
Wordt vervolgd!
11 september 2019 stichting Adviesburo drugs August de Loor