Het is verheugend dat er steeds meer medestanders te vinden zijn
richting een integrale uitvoering van de legale achterdeur van
coffeeshops. Vooral bijeenkomsten in steden over dit onderwerp leveren
veel resultaat op met als laatste voorbeeld die van afgelopen vrijdag in
Den Haag. Hieronder mijn verslag;
De politieke bijeenkomst van afgelopen vrijdag in Den Haag over het lokale
coffeeshopbeleid, georganiseerd door de Haagse coffeeshopeigenaren was een
succes. De raadsleden gingen achter de integrale opzet van de legale achterdeur
staan (lees: geen Staatswiet maar een uitgebreide menukaart op basis van de wens
aan variatie van de consument) en achter de daarbij noodzakelijke fasegewijze
invoering van diezelfde achterdeur. Als het experiment start zal het bestaande
gedoogbeleid voor coffeeshops opgerekt moeten worden. Dat betekent meer
voorraad voor alle coffeeshops in Nederland, het gedogen van de stasj en het
vervoer van – en naar de shop en daarbij een mildere sanctionering na “overtreding”
van de gedoogcriteria.
En als laatste dat de legale achterdeur niet zonder een ruimhartig cannabis
homegrow-beleid kan en niet zonder een protocol voor de medische/therapeutische
toepassing van cannabis. Daarbij te beginnen met het vaststellen van een protocol
voor de productie en verkoop van CBD onder de Warenwet. (zie mijn artikelen over
het CAN). Kortom, de drietrapsstrategie van het legaliseren van cannabis.
Met eerdere bijeenkomsten in andere steden komt een beeld naar voren dat lokale
coffeeshopeigenaren en lokale bestuurders/politici zich meer en meer in deze
integrale visie van het legaliseren van cannabis kunnen vinden. Daarbij opgemerkt
dat ik dit dossier niet vanuit het terugdringen van de criminaliteit benader maar vanuit
analyses over 50 jaar gebruik van het genotsmiddel cannabis (het na alcohol tweede
genotsmiddel) en de functie van coffeeshops als natuurlijke habitat van het in goede
banen leiden van dat gebruik. Met die benadering doorbreek je het beperkte
denkraam hoe, zowel door de voor- als tegenstanders, tegen het legaliseren van
cannabis aankijken. Waarbij bij de voorstanders van die legalisering de ogen open
gaan en beseffen dat dit dossier veel meer is dan een paar legale kassen met legaal
gekweekte Staatswiet. En dat er serieus over deze laatste, lees zeer beperkte, opzet
van legale cannabis nagedacht wordt werd gisteren op de radio duidelijk. Minister
Grapperhaus van Justitie deed uitspraken over het wietteeltexperiment met als inzet
het experimenteren met Staatswiet met een laag percentage THC!
Als je zijn uitspraak op het alcoholbeleid zou toepassen zouden al die particuliere
producenten van bier, wijn en gedestilleerd opgedoekt worden met daarvoor in de
plaats een door de overheid aan cafés geproduceerd evenementenbier (met daarbij
de onvermijdelijke foldertjes van de lokale verslavingszorg over het gevaar van
alcohol) Wat een gezellige boel zal dat geven!
August de Loor – 13 maart 2018
Categoriearchief: Cannabis
DE H-GEDOOGREGEL “Hoe te voorkomen van dat je coffeeshop gesloten wordt”
Beste coffeeshopeigenaar
Het beleid uit 1976 van het scheiden van de verkoop van softdrugs met die van harddrugs vormt de basis van het landelijke en lokale coffeeshopbeleid. Het spreekt voor zich dat van alle AHOJ-G gedoogcriteria voor coffeeshops die van de H van harddrugs de meest belangrijke is. Die regel raakt namelijk de kern van waar het bij het scheidingsbeleid om draait. Het is dus logisch dat de overheid extra alert is op de handhaving door coffeeshops van de H- regel. Terugkijkend op de afgelopen 40/45 jaar maakt duidelijk dat in coffeeshops het overtreden van de H-regel nauwelijks voorkomt ( terwijl uit rapportages van politie/justitie over de infrastructuur van de drugshandel vaak genoeg zowel soft- als harddrugs aangetroffen wordt wat betekent dat op het nivo van de consument, met het systeem van coffeeshops, een scheiding van beide middelen plaats vindt).
Nadere bestudering van die beperkte aantal overtredingen levert twee constateringen op van;
1) Van als er sprake is van een overtreding dit bijna in alle gevallen slordigheden van personeel betreft van het niet thuis laten van voor eigen gebruik van een portie harddrugs,
2) Van dat die slordigheden de laatste jaren zijn toegenomen
Dit laatste is een uitvloeisel van de popularisering ( ook wel omschreven als vervolksing) van het gebruik van uitgaansdrugs zoals XTC, snuifcocaïne, Ketamine, middelen die bij de start van het scheidingsbeleid in de jaren zeventig nog geeneens bestonden. Kortom, door de vervolksing van het gebruik van uitgaansdrugs neemt de kans toe dat coffeeshops de H-regel overtreden terwijl die overtreding niets van doen heeft van waar het bij het coffeeshopbeleid om gaat van het scheiden der drugsmarkten.
Coffeeshopeigenaren hebben er baat bij om hun personeel constant te wijzen op het belang van het handhaven van de H-regel van in welke zin dan ook geen aanwezigheid van harddrugs in de zaak. Hierbij strekt het tot aanbeveling om hen er ook op te attenderen ook geen andere psycho-actieve stoffen dan harddrugs op zak/rugzak te hebben zoals smartproducten, legale designerdrugs. Het ook onder de aandacht brengen van deze middelen verhoogt de alertheid bij het personeel van waar het bij coffeeshops om te doen is van het volledig focussen op softdrugs.
En om verder risico van het overtreden van de H-regel te voorkomen is het advies om de garderobe voor het personeel, zoals lockers/kapstokken, zoveel mogelijk af te scheiden van het publieke gedeelte waar de bezoekers zich bevinden. Want mocht bij de politiecontrole in dat afgesloten deel harddrugs aangetroffen worden in bijvoorbeeld de kleding van een personeelslid is het aannemelijk voor het OM dat het hier een slordigheid betreft wat de eigenaar niet aangerekend kan worden.
Een dergelijke situatie heeft zich recent in Amsterdam voor gedaan wat niet tot sluiting of anderszins aan strafoplegging voor de coffeeshopeigenaar heeft geleidt.
Met vriendelijke groet! August de Loor
Bron speech Raimond Dufour voor nieuwjaarsreceptie coffeeshopbond PCN
In een van mijn vorige berichten over bovengenoemde speech van Raimond Dufour, voorzitter van Stichting Drugsbeleid was een van zijn leden van het bestuur benieuwd naar de bron uit zijn speech dat in 1992 de verslavingszorg waarschuwde voor een vanuit de coffeeshops nieuwe lichting aan jonge heroineverslaafden, een waarschuwing wat de toen al sluimerende politieke en publieke sentimenten versterkte al zou het scheidingsbeleid tussen soft- en harddrugs een mislukking zijn met o,a, dat coffeeshops net zo goed gesloten kunnen worden. Aangezien ik in de speech van Raimond genoemd werd ben ik in mijn archief gedoken met hierbij een eerste voorlopige reactie van wat ik gevonden heb. Aangezien ik nog verder in het archief grasduin zal ik later op dit thema doorgaan maar nu al een ieder veel leesplezier gewenst!! August
Beste bestuurslid van Stichting Drugsbeleid
Met jouw wens voor meer informatie over de bron van de speech van jouw voorzitter heb je mij wel effe aan het werk gezet van het metersdiep duiken in het archief van het Adviesburo Drugs. Met aan de ene kant dat ik weken ongezond fastfood heb gegeten met nauwelijks meer een priveleven (.) maar aan de andere kant weer de ontdekking hoeveel bijzonder materiaal bewaard is gebleven van decennia kennis en ervaring over/binnen zowat al de verschillende drugsmarkten. Kortom, een beroemd voetballer zou zeggen; “ieder nadeel heeft een………..!!” En dan nu van wat ik gevonden heb.
1) Zomer 1992 alarmeert de Jellinek over een nieuwe lichting, jonge harddruggebruikers, verslaafd geraakt als gevolg van het teveel aan coffeeshops, als gevolg van het ontbreken van toezicht door de politie van harddruggebruik in coffeeshops en als gevolg van de ingezakte heroïneprijs ( en al deze constateringen op basis van hun theorie als zou; het aanbod de vraag naar drugs aansturen van in dit geval van die van softdrugs naar een nieuwe golf van heroineverslaafden)
2) 5 december 1992 bericht bij monde van de directeur van de Jellinek (Jan Walburg de latere directeur van het Trimbosinstituut) dit in de Telegraaf aangevuld met het alarmerende bericht dat het THC gehalte in cannabis in slechts enkele jaren gestegen is van enkele procenten naar tot soms wel 40%!
Tot zover de Amsterdamse bron en sluit ik mij aan bij jouw herinnering van dat dergelijke alarmerende berichten ook binnen informele en formele landelijke bijeenkomsten van de verslavingszorg geuit werden in toen ook het NIAD ( maar bestond die toen al? Weet dat niet meer zeker)
Maar terugkijkend naar het bericht in de Telegraaf van 5 december is het wel heel toevallig dat een week later op 15 december in Amsterdam de grootschalige politieacties tegen coffeeshops startte zoals omschreven in de speech van Raimond. In een week tijd kan uiteraard, alleen al in logistieke zin, zo,n massale politieactie niet opgezet worden dus moet er anderszins al vanaf de zomer uitwisseling van bovenstaande verontrustende berichten hebben plaats gevonden tussen de Jellinek en de Amsterdamse driehoek ( of andersom)
En dan nu de vraag of er een kern van waarheid schuilde in die alarmerende berichten?
1) Die nieuwe golf aan een jonge generatie heroine verslaafden is er nooit gekomen (zelfs het sinds die tijd van twee economische crisis met veel werkeloosheid/negatieve toekomstperspectief onder bepaalde groepen jongeren heeft geen kiem daartoe gelegd)
2) Het sinds die tijd tot op heden drie keer aan periodes van pittige prijsdalingen van heroine heeft ook geen invloed gehad op de hernieuwde populariteit van dit middel
3) Uit allerlei data van (lokale)politie/justitie van steden met coffeeshops is slechts sprake van door de decennia heen zeer incidentele gevallen van de overtreding van het H-criterium van de gedoogcriteria voor coffeeshops van harddrughandel of –gebruik in coffeeshops ( incidenten wat zich ook in bijna alle gevallen beperkte van slordig coffeeshoppersoneel die vergeten waren om hun privé XTC of andere uitgaansdrug uit hun zakken te halen voordat zij naar hun werk gingen). Kortom, in tegenstelling tot de waarschuwingen vanuit de verslavingszorg stond ( en staat) het belangrijkste uitgangspunt van het scheidingsbeleid met het systeem van coffeeshops recht overeind!
Ten aanzien van de alarmerende berichten over de explosieve stijging van het THC- gehalte in cannabis valt het volgende op te merken. Het was ook de politie ( met name de drugsdeskundige van de Rotterdamse politie, de latere drugsadviseur van het Trimbosinstituut) die in die tijd hiervoor waarschuwde. Waarschuwingen die de kiem legde bij politie/Justitie van het aanpakken van de eerste Nederwietkwekerijen, van de later dat decennium door het Trimbos geuitte one-liners van dat softdrugs haar onschuld heeft verloren van dat wiet eigenlijk een harddrug is en de rest is geschiedenis tot op de dag van vandaag van de aanbeveling vanuit meerdere gemeentes ( die aan het legale wietexperiment willen meedoen) van dat als wiet gelegaliseerd wordt dit alleen kan/moet/mag als het een laag THC gehalte bevat ( met als je dit zou vergelijken met het alcoholbeleid cafe,s alleen maar evenementenbier mogen schenken).
Wat er begin jaren negentig werkelijk afspeelde, was de commerciële doorbraak van Nederwiet van dat de kwaliteit van geur en smaak dermate verbeterde van dat het voor coffeeshops aantrekkelijk werd om het naast de tot die tijd populaire buitenlandse hasj- en wietsoorten te verkopen. Wat zich daarbij echter als probleem aandiende was dat de Nederwiet ten opzichte van de buitenlandse soorten nog een inhaalslag moest maken in het THC gehalte. In plaats van een handreik bieden om via legalisering dit opkomend fenomeen van de kweek van Nederwiet in goede banen te leiden werd er alleen maar eenzijdig, lees alarm geslagen naar het stijgen van het THC-gehalte in Nederwiet zonder dat er gekeken werd van dat er slechts sprake was van een inhaalslag met de buitenlandse soorten. Kortom, zowel de politie als de Jellinek hadden volkomen gelijk in hun waarneming over het stijgende THC- gehalte in Nederwiet, maar echter op zo,n manier dat dit de kiem legde van een beleid wat volstrekt averechts stond op wat wenselijk en noodzakelijk was ( en dat die eenzijdige waarneming van toen nog veel meer negatieve gevolgen heeft veroorzaakt zoals het negeren van de invloed van de werkzame stof van CBD in cannabis is tot op de dag van vandaag nog merkbaar)
Wordt vervolgd!
speech Raimond Dufour Stichting Drugsbeleid over legale cannabis en de positie van coffeeshops
Toespraak Raimond Dufour voorzitter van de Stichtng Drugsbeleid, op de nieuwjaarsbijeenkomst van het Platform Cannabisondernemingen PCN, woensdag 17 januari 2017 te Tilburg
Beste mensen,
Bij een eerdere bijeenkomst met u zei ik, mij gelukkig te prijzen me in een gezelschap te bevinden van de meest doeltreffende criminaliteitsbestrijders in ons land!
Coffeeshops voorkómen hier immers grotendeels de –niet geringe- criminaliteit die in andere landen optreedt bij de verkoop van cannabis aan consumenten.
Dit jaar wordt het jaar van erkenning van uw rol. Met de komende experimenten voor regulering van de cannabisteelt gloort de dag dat de coffeeshop inderdaad volledig “uit de schaduw” treedt en zich gaat koesteren aan het volle daglicht.
1. Stichting Drugsbeleid bepleit dit al sinds haar oprichting in 1996. Twee jaar eerder al schetsten wij het drugsprobleem in volle omvang en stelden we regulering voor van alle drugs. Heiligschennis in die tijd, ketterij, immoreel!
In 1998 publiceerden wij de brochure “Coffeeshop uit de schaduw, plan voor regulering van de ‘achterdeur”. We hadden ons plan opgesteld in samenwerking met gemeenten, politie en O.M. Het stelde een vergunningenstelsel voor onder toezicht van een Nationaal Bureau en van gemeenten.
Het heeft eventjes geduurd!
Maar aan het eind van het recente Kamerdebat over de achterdeur-experimenten zei Vera Bergkamp iets opzienbarends. Ze zei -houdt u vast- : het gaat er op lijken dat we ons in het drugsdebat van nu af aan zullen gaan baseren op de feiten!
Dat is tot dusverre namelijk wel anders geweest. Al lang voor president Trump waren “feitenvrije politiek” en nepnieuws in het drugsdebat en -beleid schering en inslag. Als Vera gelijk krijgt en de feiten richtinggevend worden, ja dan kan het hard gaan met de omslag!
2. Voorgeschiedenis.
In dit jaar van de Grote Sprong Voorwaarts lijkt het me gepast nog eens terug te kijken.
In de ontwikkeling van de coffeeshop staat 1976 met gouden letters gebeiteld. In dat jaar diende een jeugdige minister van Justitie het wetsontwerp in dat, zoals hij in een recent intervieuw zei, ertoe geleid heeft dat er een zekere decriminalisering plaatsvond mbt softdrugs. Uit dat wetsontwerp, zei hij, is de opkomst van de coffeeshops voortgekomen.
En: Ik had de softdrugs helemáal uit het strafrecht willen halen. Ik kwam niet verder dan er een overtreding van te maken. Zo is het niet langer een misdrijf. Ik deed dat met de bedoeling en in de verwachting dat dit proces zich verder zou voortzetten. (A.D. 24-1-2017).
We weten allemaal dat het tegendeel gebeurde. August de Loor, wie kent hem niet, man met vele petten waaronder die van bestuurslid van Stichting Drugsbeleid, stuurde mij het volgende geschiedenis-relaas :
December 1992, afgesloten straten in de Amsterdamse woonwijken, 570 man politie met kogelvrije vesten, getrokken pistolen, laagvliegende helicopters, vastgeboeide arrestanten afgevoerd in stadsbussen! Was dit de WAR ON DRUGS in de USA? Was dit Italië in de strijd tegen de maffia? Nee, dit was Nederland met, na 20 jaar coffeeshops en 16 jaar softdrugsbeleid, haar nieuwe aanpak van coffeeshops! En dat dit in de lucht hing had alles te maken met een stroom aan aantijgingen die hier aan vooraf ging; als zouden coffeeshops zich schuldig maken aan handel in harddrugs, aan wapenhandel, belastingfraude, herbergen van illegalen, enz. En toen zelfs de verslavingszorg waarschuwde voor een nieuwe golf aan heroïneverslaafden die vanuit de coffeeshops ontstaan zou zijn, begon bij politiek en publiek de gedachte te leven als zou het scheidingsbeleid tussen soft- en harddrugs gefaald hebben, zodat coffeeshops net zo goed gesloten konden worden.
Het was binnen deze publieke opvatting dat, op initiatief van het Adviesburo Drugs, de BCD werd opgericht, de Bond van Cannabis Detaillisten. De bond oogstte meteen het succes dat Amsterdam, in tegenstelling tot menig andere stad, afzag van een actief sluitingsbeleid van coffeeshops. In plaats daarvan werd een commissie Toekomst Amsterdams Softdrugsbeleid opgericht, wat de basis legde van een politiek en bestuurlijk stabiel Amsterdams softdrugs- en coffeeshopbeleid in de jaren negentig. In het periodieke overleg tussen de BCD en de burgemeester dat daarop volgde, werd daar praktische invulling aan gegeven met een lange lijst aan grote en kleine dossiers.
Het waren deze resultaten waardoor in steeds meer steden coffeeshopbonden werden opgericht, met daarop volgend in 2001 de oprichting van het LOC ( Landelijk Overleg Coffeeshopbonden). En dat dit platform net op tijd kwam bleek maar al te gauw bij de start van de regering- Balkenende met weer opnieuw een aanslag op het softdrugsbeleid, met plannen tot invoering van de scholenafstand (die leidde tot een verdere ingrijpende reductie van het aantal coffeeshops), een registratieplicht voor bezoekers van coffeeshops, de Wietpas met een verbod voor toeristen van het bezoeken van coffeeshops, en het plaatsen van cannabis met 15% of meer THC als harddrug op lijst 1 van de Opiumwet.
Maar waar begin jaren negentig nauwelijks enig protest klonk tegen de toen ingevoerde omslag in het softdrugsbeleid, kwam er nu wel veel protest op gang waardoor veel van bovengenoemde maatregelen uiteindelijk niet ingevoerd zijn. Het is ontegenzeggelijk de inzet van de bonden geweest waardoor die publieke en politieke protesten op gang zijn gekomen.
Met als nieuwste resultaat nu de eerste politieke stappen richting het legaliseren van de achterdeur van coffeeshops!
Alleen op die manier komen alle voordelen van legalisering tot hun recht! Bijna 50 jaar kennis en ervaring binnen de coffeeshopbranche over de wensen van de consument moet daar garant voor staan! De vraag is of de overheid zich hiervan bewust is? Als je hun voorstellen over de opzet van het experiment leest, met bijv. disciplines die in de begeleidingscommissie van het experiment gekozen worden met weinig affectie en kennis met de cannabiswereld, zijn daar gerede twijfels bij te plaatsen! Tot zover de terugblik van August.
3. Verschuiving van ministerie Volksgezondheid naar Justitie
Ik voeg daar zelf het volgende aan toe, nl over de verschuiving van het ministerie van Volksgezondheid naar dat van Justitie . Ik baseer dit mede op een beschrijving van weer een ander bestuurslid van Stichting Drugsbeleid, Koert Swierstra die dit van nabij heeft meegemaakt.
Formeel is VWS nog steeds de coordinator van het drugsbeleid. Tot de 90-er jaren was dat ook feitelijk zo. Maar daarna verschuift de aandacht van harm reduction naar bestrijding van overlast en criminaliteit bij verslaafden en bij drugshandel, waaronder die, al dan niet vermeend, rond coffeeshops. We hoorden net de voorbeelden. Grensoverschrijdende drugscriminaliteit intensiveerde de rol van Europa, van Brussel. Bij Justitie viel drugsbeleid notabene onder Internationale Aangelegenheden! De wet “Victor” ontstond tbv ontruiming van drugspanden. Ook de Strafrechtelijke Opvang van Verslaafden zag het licht (SOV, later ISD -inrichting voor stelselmatige daders). Dat alles kwam in hoofdzaak uit de koker van Justitie.
En de rol van Justitie is steeds verder toegenomen. Justitie bepaalt in feite het drugsdebat en -beleid. De nadruk ligt nu op “ondermijnende criminaliteit”, dwz het doordringen ervan in de haarvaten van de maatschappij. En de centrale boosdoener daarbij: drugscriminaliteit. Die dan ook te vuur en te zwaard bestreden wordt. En niet alleen strafrechtelijk. Dieptepunt is wel het recente besluit van de gezamenlijke burgemeesters in Zeeland, dat als vanaf 5 gram cannabis in een woning wordt aangetroffen de woning ontruimd mag worden….
4. Moeras.
In de conclusie van de ‘Drugnota’ van het eerste Paarse kabinet stond de passage: “het drugsbeleid is geen oefening in de logica”. Een understatement van eerbiedwekkend formaat !
Justitie is verstrikt geraakt in het moeras van de Drugsoorlog: dwz in het bestrijden van drugscriminaliteit die ze zelf in het leven roept. Door dit uiterste gebrek aan logica is het zelf ondermijnd. Ministers en staatssecretarissen, glijden er over uit en moeten, de een na de ander, het veld ruimen. Een enkele staatssecretaris wordt in arren moede maar buschauffeur in Haarlem. En dát schijnt hij wél heel goed te doen…
Media zijn trouwens evenzeer de weg kwijt. Naar aanleiding van een recente uitzending van het programma Buitenhof schreef ik aan de redactie:
“Uw uitzending van gisteren besprak de ondermijning van onze samenleving door drugscriminaliteit en de daarmee verdiende miljarden. Terecht.
Onbesproken bleef echter de oorzaak. En dat is uw programma onwaardig.
Na decennia drugsoorlog wordt het tijd de balans op te maken. Het doel: drugs uit de samenleving weg te houden is een wensdroom gebleken: er wordt hooguit 10% weggevangen.
Maar het is erger dan een fiasco: het drugsbeleid veroorzaakt , direct en indirect, zeker de helft van de totale criminaliteit.
Geen wonder dat volgens een recent rapport van de top van politie en O.M. de burger het vertrouwen in de rechtshandhaving dreigt te verliezen en criminelen handelen alsof ze niet meer gepakt kunnen worden (Trouw 13-1-17).
Het alternatief, schreef ik, is regulering: toestaan onder verstandige voorwaarden. Voor cannabis gloort nu enig licht. Voor de andere meest gebruikte drugs: xtc, amfetamine en cocaïne moeten er soortgelijke proefprojecten komen.
Dan kan nog binnen deze regeerperiode het hele drugsprobleem teruggebracht worden tot wat het in wezen is: een gezondheidsvraagstuk van beperkte omvang.
Wordt het niet tijd dat Buitenhof de kern aan de orde stelt ? Wat was ook alweer de rechtsgrond voor het drugsverbod? Waarom mag een volwassen burger niet zelf uitmaken welk roesmiddel hij aangenaam vindt? Honderdduizenden gebruikers vinden dat allang en doen dat beheerst.
Er ligt een miljardenwinst op een presenteerblad klaar voor overheid en samenleving. En een einde aan de ondermijning.” Tot zover mijn brief.
5. Echte rol van Justitie.
Wat men op Justitie nu zo langzamerhand echt zou moeten doen is zich realiseren dat het justitiele apparaat, om een gezondheidsprobleem op te lossen, zich heeft laten opzadelen met een vreemdsoortig geheel aan delicten, die fundamenteel verschillen van de normale. Gewone delicten betreffen immers zaken die ons door anderen tegen onze wil worden aangedaan. We willen niet bestolen of mishandeld worden, dan grijpt het strafrecht in.
Bij drugs echter wil de volwassen drugsconsument, die mag autorijden, het landsbestuur kiezen en bungeejumpen, graag drugs gebruiken, en hij wil dus ook dat ze geproduceerd en aan hem verkocht worden. En nu zegt de overheid: drugs zijn slecht voor je, je bent te dom of te slap om er af te blijven, dus we verbieden het en gaan het onmogelijk maken. Met alle ellende vandien…
Justitie zou moeten zeggen: Volksgezondheid, los je eigen problemen voortaan maar met je eigen middelen op, wij zijn er niet voor zulke onechte, “consensuele” delicten. Wij gaan ons van nu af aan bezighouden met de echte misdaad, waar we nu nauwelijks aan toe komen…
6. Experimenten.
Wordt 2018 het jaar waarin de coffeeshop uit de schaduw treedt? Het Kabinet lijkt er serieus naar te gaan streven om de experimenten goed op te zetten. Zo moeilijk lijkt dat trouwens niet. Cruciaal is dat daarbij de
coffeeshops nauw betrokken worden. Zij zijn immers de experts inzake het assortiment wat gekweekt moet worden.
Wat zijn het toch wonderbaarlijke instellingen, jullie coffeeshops, uniek in de wereld! Jullie hebben het toch maar voor elkaar gekregen dat honderdduizenden gebruikers geen celstraf of strafblad hebben gekregen of zelfs maar administratieve sancties zoals intrekking van hun rijbewijs. Jullie welslagen, het beste bewijs dat de drugsoorlog helemaal niet nodig is, heeft er vast en zeker toe bijgedragen dat in al die staten in de VS de referenda voor eerst medische en vervolgens ook recreatieve cannabis zijn aangenomen.
Tot dat de coffeeshop uit de schaduw treedt gaat er nog heel wat tijd verloren. De regering wil de experimenten nl bij wet regelen. Als we alles op alles zetten, zeggen ze, dan kan nog voor het zomerreces het wetsontwerp bij de Tweede Kamer liggen. Daarna volgen de behandelingen in de beide Kamers. En daarna moeten de experimenten nog beginnen, dan de evaluatie, en tot slot als ze geslaagd zijn de indiening van de nieuwe wet.
Het had m.i. alles veel rapper gekund via toepassing van het opportuniteitsprincipe, maar vooruit…
Die hele tussentijd moet nu goed gebruikt worden. Allereerst lijkt me een moratorium op zijn plaats in het verbeten vervolgingsbeleid van coffeeshops, zoals bv t.a.v. voorraad-overschrijding. Ook kan die periode benut worden voor beraad over het toestaan van eigen teelt door bewoners, in de eerste plaats voor hun medisch gebruik. Hulde voor de burgemeester van deze illustere gemeente Pieter Noordanus: hij is er al in geslaagd dat voor Tilburg voor elkaar te krijgen. Kom op, Volksgezondheid, nu de andere gemeenten nog! En kijk ook eens naar de Wild-Westsituatie rond cannabis-olie.
Het PCN kan en is het aan haar stand verplicht een voorname rol spelen bij dit alles. Hetzelfde geldt voor plaatselijke verenigingen van coffeeshops, zoals in mijn woonplaats Haarlem het THC oftewel Team Haarlemse Coffeeshop-ondernemers uitstekend functioneert . Maar daarin is dan ook een van de gangmakers niemand minder dan uw eigen voorzitter Hein Schafrat!
In 2013 bracht het PCN een fraai rapport uit: “Groeien naar Regulering” Kan het nu niet een vervolg maken: “Experimenten voor Regulering”? Met voorstellen over hoe die er uit moeten gaan zien? Wees, zou ik zeggen de Commissie een slag voor en help haar op weg!
7. Coffeeshop 2.0.
Maar eens breekt de dageraad aan en treedt de coffeeshop 2.0 met volmaakt legale cannabis in het volle zonlicht. Tegen die tijd kunnen de vaderlandse kwekers –die immers ‘s werelds beste zijn – ook Nederhasj aanbieden die de Afghaanse of andere buitenlandse uit de markt drukt. Verkoop via internet loopt eveneens via de coffeeshop 2.0, zodat ook dat deel, nu zo’n 20% van de markt, veilig wordt bediend. Er komt meer aandacht voor gezonder gebruik zonder vermenging met tabak. Men is terughoudend met het aanbieden van mengprodukten zoals spacecake en dergelijke.
Wordt het dan ook geen tijd, zeg ik met nóg meer schroom, dat, zoals een slang zijn oude huid aflegt, de coffeeshop dat doet met zijn toch wat misleidende naam, en zich een waarachtiger aanduiding aanmeet, bv die van ‘cannabis-cafe’ ?
Toegegeven, ‘coffeeshop’ is een geuzennaam. Maar misschien niet meer zo passend bij de nieuwe tijd. De tijd waarin het oh zo respectabele cannabiscafé een welkome gast wordt voor buurten en gemeenten die tot dusverre huiverig waren om coffeeshops toe te laten. Dit betekent dat het PCN zich mag gaan voorbereiden op een onstuimige groei van zijn ledenaantal. Niets ten nadele van dit fraaie Bosvreugd. Maar tezijnertijd wordt het eerder de RAI of Ahoy voor de jaarvergadering.
Dames en heren: er is werk aan de winkel. We gaan heel wat beleven !
terug uit Italie een beschouwing
Ik ben net terug uit Italie voor werkbezoek over het cannabisbeleid aldaar, over zowel recreatief gebruik van cannabis als gebruik cannabinoiden ( CBD ) Wat ik daar gezien heb is een vat vol tegenstellingen van voorzichtige pogingen van doorbraken tot grenzeloos conservatisme ( invloed van de katholieke kerk op de publieke meningsvorming gestoeld op hechte familieverbanden wat weinig ruimte laat voor jongeren). Dit meldt ik omdat wat je daar ziet uiteraard via de nationale regeringen van invloed is dat Nederland Europees weinig ruimte heeft voor het verder ontwikkelen van ons drugsbeleid.
een ieder een gelukkig nieuwjaar toegewenst van een vanuit het Nederlandse drugsbeleid bijzonder spannend jaar als ik alleen kijk naar waarmee de regering komt van hoe de opzet van het experiment van het legaliseren van de achterdeur van coffeeshops eruit ziet, spannend omdat ook hier een vat vol tegenstellingen in beeld komt met als vraag of de legalisering van de achterdeur nou die voordelen gaat opleveren die nodg/gewenst zijn.
Legale achterdeur coffeeshops!
De regering gaat de komende tijd een onafhankelijke begeleidingscommissie instellen voor het experiment van de legale achterdeur. Mijn advies is dat Amsterdam hetzelfde doet van het samenstellen van een soortement denktank aangezien de consequenties van die legalisering zeer uiteenlopend zullen zijn zowel in positieve als in negatieve zin, en dan niet alleen specifiek voor het drugsbeleid! Hoe meer ik om me heen kijk hoe meer ik overtuig raak dat dit nauwelijks beseft wordt wat op zich al aanleiding is voor het formeren van die Amsterdamse denktank zoals ik dat al eerder het Amsterdamse stadhuis heb geadviseerd ( zie eerdere berichten op de website).
Groet! August.
P.S. Hier in Italië is het drugsbeleid nog uit het jaar nul met veel conservatisme vanuit de kerk. Het zijn moedige mensen die hier strijden voor een beleid voor toestaan recreatief cannabisgebruik als de medische toepassing! Ben nu onderweg naar Sicilië waar ook een patiëntengroep bezig is voor medische cannabis a la Bedrocan in Nederland! In Rome heb ik de eerste rookruimte voor deze patiënten bezocht. Een armeclubhuisruimte met moedige, mondige mensen. Die hebben veel eerder een lintje verdiend dan ik in Nederland met veel meer mogelijkheden!!
Mijn pelgrimage in Italië!
Ik ben tot 11 januari in Italië voor onder andere werkbezoek en overleg voor een beleid voor het toestaan van zowel het recreatief gebruik van cannabis als het verstrekken van cannabinoiden op medische indicaties! Wat betreft dat laatste is een moedige groep van patiënten in Rome en Sicilië bezig om allerlei ( loodzware) deuren open te krijgen!
Wat ik begrijp is dat de Italiaanse regering maar een zeer beperkte hoeveelheid medische marihuana uit Nederland heeft ingekocht wat al een tijd geleden op is zodat de patiënten “droog” staan, plus dat het medicijn onevenredig duur is! Ik heb toegezegd om het een en ander verder uit te zoeken in Nederland bij Bedrocan! Als iemand daar al meer over weet, laat me weten!!
Voor de rest had ik de eer om de eerste rookruimte in Italië te bezoeken waar de medische marihuana gebruikt mag worden bij het tonen van de registratie! Het zag er nogal primitief uit maar het begin is er!! Uiteindelijk hield ik aan dit bezoek een troosteloos gevoel over van een oerconservatief land alhier waarbij je in velerlei opzicht de invloed van de kerk op de achtergrond voelt!
Dit betekent voor het beleid voor het toestaan van recreatief gebruik van cannabis van dat er nog zeer veel hobbels bevochten moet worden! Daar waar de laagdrempeligheid van de verkoop van alcohol bijna drempelloos is, wordt er rond cannabis alleen maar spastisch gereageerd door pers, publiek en politiek!
Ik stop want ik krijg een glaasje heerlijke citroenlikeur aangeboden en Italianen zijn vrolijke drinkers!!
verbod op de verkoop van legale cannabis met een hoog percentage THC
Landelijke dagbladen melden op 4 december het volgende bericht; Meerdere gemeentes die zich opgegeven hebben voor het experiment van legale cannabis stellen dat zij geen verkoop wensen van wat zij als te sterke wiet beschouwen, in vakjargon; cannabis met een hoog percentage THC. Hierbij stellen zij dat zij zich niet verantwoordelijk willen voelen als ook maar een consument door het gebruik van die sterke wiet een Psychose oploopt
Op dit uitgangspunt valt het nodige op aan te merken;
1) deze visie lijkt in een aantal opzichten op die van het voornemen van een van de vorige regeringen om cannabis met een percentage van 15% THC als harddrug op lijst 1 van de Opiumwet te plaatsen. Na een hoorzitting waar zowat elke discipline aan deskundige dit voornemen van tafel veegde komt dit aspect weer in beeld. Het bizarre is dat het toen nog een voornemen was van regeringen met een antipathie tegen cannabis en coffeeshops (zoals Rutte/Opstelten) maar nu afkomstig is van gemeentes die cannabis gelegaliseerd willen hebben
2) Wat in die hoorzitting als een van de belangrijkste argumenten tegen dit voornemen ingebracht werd was dat niet het percentage THC maar het ontbreken van CBD maatgevend is voor de sterkte van cannabis. Zolang er een redelijke hoeveelheid CBD in de wiet zit maakt de hoogte aan percentage THC weinig tot niets uit. Dit inzicht zie ik in de recente berichtgeving vanuit de gemeentes op geen enkele manier terug terwijl je mag verwachten dat die gemeentes zich hebben laten informeren door deskundigen
3) Het oplopen van een psychose ( of andere zeer onaangename verschijnselen zoals desorientatie, “flippen”, enz ) heeft weinig te maken met de sterkte van de cannabis maar veelal met overmatig gebruik; scherper gesteld; een onbalans tussen gebruik en de sociaal/psychische conditie van de consument van dat moment. Kortom; een verstandige consument draait een kleine joint van sterke cannabis en een grote bij zwakke wiet. Ter vergelijking met alcohol drink je geen whisky in een bierglas! Overmaat schaadt of dat nou gebeurt bij zwakke of bij sterke soorten cannabis
4) KIjkend naar 50 jaar trends in gebruik van cannabis zie ik vele overeenkomsten met de trends in het gebruik van alcohol van een grote mate aan diversiteit van niet alleen aan soorten groepen consumenten (in leeftijd, sociale klasse en etniciteit) maar ook aan aanleidingen en motieven van gebruik. Als uitvloeisel van deze ontwikkeling zie je zowel bij alcohol als bij cannabis een grote variateit in het aanbod; bij alcohol aan soorten bier, wijn en gedestilleerd ( en niet te vergeten de cocktails en andere mixdranken). Diezelfde opdeling van zwakke tot sterke aan soorten alcohol zie je ook terug bij cannabis. Het legaliseren van cannabis loopt op een fiasco uit als door de overheid een norm wordt opgelegd van alleen verkoop van zwakke wiet met als je dat zou vergelijken met alcohol van dat alleen evenementenbier met een laag percentage alcohol verkocht mag worden in cafe, restaurant of supermarkt
5) En om nog even verder bij alcohol te blijven; Als het niet verantwoordelijk voelen voor ook maar een psychose incident bij legale cannabis de norm moet worden verzoek ik alle gemeentes om vrijdag- en zaterdagnacht eens post te vatten aan de randen van de lokale uitgaanskwartieren en later die nacht op de eerstehulpposten van ziekenhuizen om dan door de week de alcohol afkickklinieken te bezoeken en daarna de bankjes in de stad met de lokale alcoholisten. Moet ik dit aspect nog verder toelichten ten opzichte van de norm die ten aanzien van cannabis wordt opgelegd????
6) Tenslotte;met deze normering ten aanzien van het legaliseren van cannabis (Oeps, ik moet effe weg, wordt vervolgd!)
August de Loor roept op: ‘De coffeeshopbranche moet uit de kast komen!’
Interview in High Life magazine van november 2017: Derrick Bergman / G0NZ0 Media
Vorig jaar stopte August de Loor na dertig jaar met zijn Adviesburo Drugs. Sinds hij in 1970 Nederlands eerste straathoekwerker werd, is hij betrokken bij alles rond drugs en drugsbeleid. Achter de schermen speelt August nog steeds een belangrijke rol. Richting de overheid, maar ook richting de coffeeshopbranche. “We hebben veertig jaar coffeeshops in Nederland en cannabis is uitgegroeid tot een volksgenotsmiddel. Dan moet de branche zeggen: wij hebben, net als cafés, een niet meer weg te denken sociaal-culturele functie in de samenleving.”
We spreken August thuis in de Amsterdamse Kerkstraat. Een interview met de geboren Amsterdammer wordt onvermijdelijk een college over drugs en de manier waarop de maatschappij daar mee omgaat. Hij vond in 1981 de spuitenomruil uit tegen AIDS onder junkies, in 1986 de XTC sneltest op houseparties en het Red Alert systeem om alarm te slaan als er vervuilde drugs in omloop zijn. En hij was in 1993 de initiatiefnemer van de eerste coffeeshopbond in Nederland (Bond van Cannabis Detaillisten) en een jaar later van de VLOS (Vereniging Landelijk Overleg Smartproducten). Tot zijn belangrijkste leermeesters rekent hij Koos Zwart en Jan Schaefer, de wethouder die een revolutie veroorzaakte in de Amsterdamse woningbouw en stadsplanning. Via Schaefer leerde hij Eberhard van der Laan kennen, jaren voordat hij burgemeester werd.
Straatdealers
August had een zeer kort lijntje met de burgemeester. Eén van hun laatste gesprekken voordat Van der Laan in oktober overleed, ging over de straatdealers in de stad. “De meeste overlast gevende straatdealertjes zijn Marokkaanse kids, 18-23. Die moet je om veel redenen aanpakken. Bijvoorbeeld, de afgelopen vijf, zes jaar heeft een groot deel van de jihadisten die in Europa aanslagen plegen een straatdeal verleden. De jihadisten die het vliegveld van Zaventem opbliezen, die in Berlijn met een truck op de kerstmarkt inreed: ze komen allemaal uit de heavy straatdopewereld. Ik heb hier in Amsterdam al meerdere malen gezien dat die straatdealers worden opgehitst door zo’n lange baard imam om hun bedorven straatdealleefstijl in te ruilen voor de extreme vorm van islam. Ergo: van het ene naar het andere isolement.” Van der Laan kon zijn oren niet geloven. “Ik zag zijn koppie scheef gaan toen ik hem uitlegde: jij hebt met je scholenafstand van het sluiten van veel coffeeshops in Amsterdam -per toeval, dat wist jij niet- ook Marokkaans georiënteerde coffeeshops gesloten. En dat heeft voor heel veel kwaad bloed gezorgd, met dito meer Marokkaanse straatdealers!”
Alles heeft met elkaar te maken, wil hij maar zeggen. Maar dan moet je wel inzicht hebben in de drugswereld én voelhoorns in de samenleving. “Het is die samenhang die veel te weinig ontwikkeld is binnen de officiële instanties. Het zijn de Trimbos instituten en de verslavingsinstanties die het drugsbeleid voor grote evenementen bepalen, terwijl ze zich steeds meer laten beïnvloeden door de overheid en de politieke mores van het moment. Neem het gratis water beleid voor het Amsterdam Dance Event, een doorgeschoten maatregel waarmee ze denken XTC doden te voorkomen. Maar XTC doden bestaan niet! Er is altijd veel meer aan de hand, zoals een vrouw die als XTC dode werd omschreven, maar in haar eigen zweet was gestorven omdat ze een latex pak droeg op een fetisjparty. Ze had een hoge positie bij de politie en durfde niet naar de EHBO te gaan. Ze stierf dus niet door XTC maar door het taboe rond het gebruik en daar helpt gratis water geen moer bij!”
Op basis van bijna een halve eeuw ervaring heeft August weinig vertrouwen in de kabinetsplannen voor regulering van cannabis. “Ik maak me ernstig zorgen hoe dat er uit gaat zien.” Binnen de coffeeshopbranche ziet hij dat een deel eigenlijk geen verandering wil van de illegale achterdeur. “Dan denk ik: wordt wakker, het is geen jaren zestig meer, cannabis is allang uitgegroeid tot een volksgenotsmiddel! Aan de andere kant is een deel van de coffeeshopbranche zo naïef dat zij het heil van de legalisering van de overheid verwacht. Maar van staatswiet kan je toch nooit high of stoned worden!” Voor August geldt: “Het is de consument waar je vanuit moet gaan. De diversiteit aan soorten hasj en wiet moet in stand blijven en dat binnen de sociale functie van coffeeshops.”
Binnen de branche wordt teveel tijd verspild aan discussies over wie wel en niet een bonafide coffeeshop is, vindt August. “Dat bepaalt de rechter toch? Als coffeeshopbond moet je altijd vierkant achter je achterban staan, zelfs achter de meest klootzakkerige coffeeshop. Zoals een advocaat achter zijn cliënt blijft staan. Dáár moet voor geknokt worden: de sociaal-culturele functie van coffeeshops. Ja, het aantal straatdealers neemt toe als door de scholenafstand of ander beleid coffeeshops gesloten worden. Maar door alleen dat argument te gebruiken verlaagt de branche zich tot dat niveau van die straatdealers. Ik hoor nergens vanuit de coffeeshopbonden dat door het sluiten van coffeeshops een rasta het risico loopt van dat zijn favoriete rasta coffeeshop gesloten is en hij gedwongen wordt om naar een middle of the road coffeeshop te gaan. Als ik voor mijn pilsje gedwongen wordt om naar een André Hazes café te moeten, nou, dan neemt de kans dat ik alcoholist wordt alleen maar toe! Er moeten mensen zijn die tegen de coffeeshopwereld zeggen: jullie moeten jullie zelf veel beter voor pers en politiek profileren. Dus geen Cannabis Connect, maar Coffeeshop Connect. De branche laat zich haar negatieve imago veel te makkelijk aanleunen. Daardoor kan de burgemeester van Rotterdam vrolijk beweren dat hij legalisering van cannabis wil regelen via staatswinkels of via internet, waarmee hij de coffeeshop bij het grof vuil zet!”
Wat nodig is, kortom is meer trots en meer nadruk op de kracht van de coffeeshop en de normalisering van cannabis. “We hebben veertig jaar coffeeshops, vier generaties van consumenten
en cannabis is uitgegroeid tot een volksgenotsmiddel. Dan moet de branche zeggen: wij hebben, net als cafés, een niet meer weg te denken sociaal-culturele functie in de samenleving. Coffeeshops zijn de café-slijterijen van vroeger maar dan nu voor cannabis. Ze zorgen voor de scheiding van de drugsmarkten en beperken de straathandel, maar dat zijn langzamerhand bijkomstige voordelen. Waar het echt om draait is dat het legaliseren van cannabis de rechtstaat dient, zodat honderdduizenden consumenten in alle lagen van de bevolking niet meer in de marge hoeven te blijven.” En waarom zetten coffeeshops eigenlijk nooit vraagtekens bij het afficheringsverbod? “Iedere toeristenwinkel, het hele Waterlooplein hangt vol met cannabis prullaria. Ik zou daar foto’s van maken om aan te tonen hoe achterhaald het A-criterium is. Mijn poster van vijf jaar geleden, met 220 voorpuien van Amsterdamse coffeeshops: die zou iedere week dat er weer een coffeeshop is gesloten door achterhaald beleid opnieuw uitgedraaid moeten worden. De coffeeshopbranche moet uit de kast komen!”
www.augustdeloor.nl
Adviezen vanuit Amsterdams perspectief over het in het regeeraccoord aangekondigde experiment van het reguleren van de kweek van Nederwiet
Inleiding
Na consultatie met mijn denktank hierbij in telegramstijl i mijn zienswijze/adviezen over het experiment van het legaliseren van cannabis opgesteld zoveel mogelijk vanuit de positie van Amsterdam. Dit schrijf ik omdat de Amsterdamse gemeenteraad voorop wil lopen bij het meedoen aan dit experiment terwijl in mijn ogen Amsterdam daarvoor geen geschikte stad is. Daarnaast zet ik sowieso de nodige vraagtekens bij het experiment van een verkeerde invalshoek van of met het legaliseren van cannabis de criminaliteit teruggedrongen wordt. Ten eerste is een dergelijke afname niet te meten ( zoals; hoe kunnen de steden die meedoen bij de start van het experiment nagaan hoe groot de cannabiscriminaliteit in hun regio is ?) om nog maar te zwijgen over dat hiermee het belangrijkste aspect van dit dossier over het hoofd gezien wordt van dat het gebruik van cannabis een niet meer weg te denken fenomeen is. In willekeurig welk modern land in de wereld vertoond in aard en omvang het gebruik van cannabis vele overkomsten met die in het gebruik van alcohol. Kortom, in mijn advies leg ik voor dit experiment niet de nadruk op de wel/niet verlaging van de criminaliteit maar op het fenomeen van coffeeshops. Met het onderzoeken van het fenomeen van coffeeshops komt namelijk in beeld van wat de consument aan wensen en behoeftes heeft in het gebruik van cannabis. Het is het inzicht daarin wat richting moet geven aan het experiment van wat uiteindelijk de beste vorm is van alle ketens van legale cannabis.
Veel leesplezier met onderstaand advies waar hopelijk ook niet -Amsterdamse beleidsmakers baat bij hebben.
AMSTERDAM; MEEDOEN AAN DIT EXPERIMENT?
Mijn advies is dat Amsterdam zich niet als kandidaat aanmeldt voor deelname aan het experiment
- In het regeerakkoord wordt expliciet gewezen op middelgrote steden,
- Amsterdam is met haar zeer uitgebreide diversiteit aan liefhebbers van cannabis en coffeeshopstructuur veel te a-typisch om aan het experiment deel te nemen. Dit geldt bijvoorbeeld ook voor de zuidelijke grenssteden als Maastricht, Breda, Middelburg met een toeloop aan consumenten van over de grens, ergo, de steden in midden- en noord Nederland lenen zich beter voor deelname aan het experiment.
- Er is ook niet zoiets als een overzichtelijke situatie binnen Amsterdam zelf. Alleen al de verschillen tussen centrum- en buurtcoffeeshops is al zo groot dat dit bijna al twee typen experiment verlangd. Echter, de lokaties tussen de buurt- en binnenstadshops liggen zo dicht bijeen met het risico dat beide experimenten elkaar onderling beinvloeden, wat fnuikend is voor een wetenschappelijke toetsing van het experiment.
- Het experiment zal in welke lokale situatie binnen een stad of regio een aantal verhoudingen “op scherp” zetten tussen niet alleen de legale en illegale toevoerlijnen van hasj en wiet naar de coffeeshops maar ook binnen de illegale productie- en handelslijnen buiten de shops. Nu het In Amsterdam weer gelukkig rustig is met niet meer dat rare fenomeen van kogels richting de coffeeshops is het onverstandig om met het experiment weer allerlei spanningen te creëren binnen bovenbeschreven twee circuits,
- Het onvermijdelijke publieke/politieke/journalistieke rumoer wat het experiment in iedere stad teweeg zal brengen zal voor Amsterdam letterlijk en figuurlijk grenzeloos uitpakken op zowel het nivo van de (inter)nationale cannabisconsument als de internationale media, allemaal invloeden die het verloop van een experiment in Amsterdam kunnen verstoren waarbij ook het eindoordeel van het experiment op zich weer voor allerlei, lees onvoorspelbare, internationale effecten zal zorgen ( bijvoorbeeld; de publiciteit rond de wietpas van een paar jaar geleden galmt nog steeds na van dat nog menig consument of journalist uit het buitenland veronderstelt dat toeristen niet welkom zijn in een Amsterdamse coffeeshop)
AMSTERDAMS MULTIDISCIPLINAIRE WERKGROEP
Kortom, in menig opzicht is het onverstandig van dat Amsterdam mee doet aan het experiment. Zelfs het streven naar deelname zal voor de nodige irritaties zorgen bij zowel de nationale overheid als bij al die lokale overheden die aan het experiment willen deelnemen ( “heb je Amsterdam weer”) . Mijn advies is dan ook dat Amsterdam van begin af aan zich bescheiden opstelt met wel het aanbieden van haar expertise van hoe het experiment het beste uitgevoerd kan worden, wat absoluut wel en absoluut niet uitgezocht moet worden, wat daarbij de vele valkuilen zijn, wat voor bijeffecten te verwachten zijn van het experiment tot hoe de onderzoeksresultaten geïnterpreteerd moeten worden. De inbreng van Amsterdam binnen het landelijk overleg is het beste te garanderen met de oprichting van een Amsterdamse multidisciplinaire werkgroep met met name deskundigen met kennis over hoe de cannabis- en coffeeshopwereld in elkaar zit. Het zijn zij die de onderzoekers wegwijs kunnen maken van wat de huidige status quo is van de illegale situatie achter de achterdeur van coffeeshops tot wat de “moderne” consument aan wensen en behoeftes heeft in het gebruik van cannabis. Het is deze kennis wat niet alleen als nulmeting dient voor het onderzoek maar ook als radar hoe het experiment opgezet moet worden. Beleidsmakers van het stadhuis complementeren de werkgroep voor de politiek bestuurlijke inbedding van het experiment. Het is deze multi knowhow die Amsterdam ter beschikking kan stellen aan de landelijke coördinatie voor zowel de opzet als de uitvoering van het experiment.
POLITIEKE BAROMETER
Als drie van de vier politieke partijen met een al decennia lange zeer conservatieve visie aangaande het drugsbeleid een experiment voor het legaliseren van cannabis opnemen in het regeerakkoord is er politiek gezien eigenlijk geen weg meer terug van het uiteindelijk daadwerkelijk legaliseren van cannabis. En als de kandidaten die het experiment binnen hun stadsgrenzen willen uitvoeren allen lid zijn van de Joint venture voor het legaliseren van cannabis wil dat zeggen dat het experiment wel moet slagen. Dat is de politieke barometer ten aanzien van dit experiment
POLITIEK PRAGMATISME
Kortom, als het experiment alleen maar tot positieve conclusies kan leiden bepleit ik een pragmatische opzet van het experiment. En laat dat nou goed uitkomen omdat wat dit experiment wil uitzoeken niet meetbaar is. Zowel het echt grondig uitvoeren van het experiment als daar goed gefundeerde conclusies uit opmaken binnen een werkelijkheid van wat zich al meer dan 40 jaar door de illegaliteit grotendeels onzichtbaar afspeelt is haast onmogelijk. Een experiment uitvoeren van een legale situatie van telen/handel van wiet in een beperkt aantal steden voor een beperkt aantal coffeeshops binnen het totaal van een volstrekt illegale situatie van kweek/handel van datzelfde product zal ongetwijfeld naar beide kanten voor allerlei onvoorspelbare effecten zorgen wat invloed zal hebben op het verloop, dus de conclusies van het experiment ( en dan heb ik het nog geeneens over het fenomeen van de handel in buitenlandse cannabis). Dit probleem wordt ook onderkent door de coffeeshopbranche die over het experiment vergaderd heeft en geresulteerd in een aantal aanbevelingen zoals het verhogen van de hoeveelheid voorraad van cannabis in coffeeshops en de mogelijkheid van het labtesten van illegaal gekweekte cannabis in de niet bij de experiment aangesloten coffeeshops. Hiermee blijven niet alleen de verschillen tussen de legale achterdeuren (van de experimentcoffeeshops) met de illegale achterdeuren beperkt, waardoor allerlei onvoorspelbare, lees ongewenste bijeffecten van het experiment beperkt blijven maar leveren deze verruimingen van de gedoogcriteria in mijn ogen tegelijkertijd een gefaseerde bijdrage in de uiteindelijke legale situatie van de achterdeur van coffeeshops ( wat ook bevorderd zou worden als het Minsterievan Financien een transparante regeling met de coffeeshopbranche treft over de in- en verkoop van cannabis; De Nederlandse koopmansgeest boven die van de politieke mores van het gedoogbeleid)
Deze pragmatische benadering moet in mijn visie onderbouwd worden met een soort sociologische/antropologische geschiedschrijving van het fenomeen van coffeeshops wat duidelijk moet maken dat dit fenomeen het beste instrument is voor het in goede banen leiden van het op consumentenniveau verkopen en gelegenheid bieden van het roken van cannabis. Bij nadere beschouwing van het alcohol- en tabaksbeleid is al jaren een trend waarneembaar van het beperken van het aantal verkooppunten binnen het algemeen publieke domein met als streven van verkoop binnen een specialistische setting ( de slijterij voor alcohol, de tabakswinkel voor tabak). Vanaf haar oorsprong is de coffeeshop een dergelijke specialistische setting maar dan voor cannabis. Het politiek en publiek inbedden van de legale status van cannabis is gebaat bij een gedegen evaluatie van het fenomeen van coffeeshops over de afgelopen 40/45 jaar en wat de dagelijkse praktijk van coffeeshops aan voordelen oplevert voor alle betrokkenen partijen. Een dergelijk onderzoek moet in mijn ogen als basis dienen van het experiment.
DRIETRAPSTRATEGIE
Naast bovenstaande aanbevelingen van een meer integrale uitvoering van het experiment wil ik er op wijzen dat er zich uiteenlopende ontwikkelingen voordoen rond cannabis van een stormachtige ontwikkeling in de kleinschalige kweekmethodes, de enorme diversiteit in soorten zaden om over de inzichten in de potentieel medisch/therapeutische toepassingen van cannabis maar te zwijgen. Het meest kenmerkende hierbij is de laagdrempeligheid van deze ontwikkelingen van dat in principe iedereen in staat is om met het planten van een zaadje voor eigen doktor/dealer te spelen als voor dealer voor eigen kring, vriendenkring ( tot het nivo aan toe van wat omschreven kan worden als een Cannabis Social Club). Deze laagdrempelige ontwikkeling speelt zich ook af dat heel veel mensen zich kunnen opwerpen als wonderdokter van allerlei cannabinoiden. Het is die laagdrempeligheid wat een drietrapstrategie verlangt om de homegrow van cannabis, de legale achterdeur van coffeeshops als de medisch/therapeutische toepassingen van cannabis in goede banen te leiden.
Ten aanzien van het experiment beveel ik van harte aan dat dit vergezeld moet gaan van het protocollieren van de homegrow van cannabis. Zonder enige mate van regulering van de homegrow ontbreekt het fundament waarop de legale toevoer van cannabis naar de coffeeshops geregeld moet worden.
Tot zover mijn eerste bijdrage aan adviezen op welke wijze het Amsterdamse stadsbestuur een bijdrage kan leveren aan het experiment.