Categoriearchief: Cannabis

de H-regel voor coffeeshops

  • Ik wil volgende week een artikel plaatsen over het succes van de H-gedoogregel van dat zover mij bekend geen enkele coffeeshop zich schuldig maakt aan de verkoop van harddrugs zodat het belangrijkste uitgangspunt van de wet uit 1976 van het scheiden der drugsmarkten nog steeds recht overeind staat! Mijn vraag aan de lezer is of mijn bewering wel klopt van dat er de afgelopen decennia geen sprake was/is van een via de coffeeshop gemengde verkoop van soft- en harddrugs. En dan heb ik het niet over incidenten van dat de politie wel eens bij de reguliere controle van de gedoogcriteria van coffeeshops een kleine hoeveelheid harddrugs aantreft in de kontzak/locker van een stomme/slordige shopmedewerker. Het is dat waar ik dan over wil schrijven dat in dergelijke situaties, waar de coffeeshopeigenaar nauwelijks iets tegen kan doen, de shop onevenredig zwaar gestraft wordt met een fikse periode van sluiting. Kortom de H-regel doet zijn werk maar wordt wel onevenredig ingezet bij incidenten die niets met de doelstelling van de wet van doen heeft en dan ook nog met een strafmaat, met verregaande consequenties voor de eigenaar, zijn personeel en niet te vergeten de vaste kern aan bezoekers. Dat wordt de strekking van mijn artikel maar voordat ik daarmee in de pen klim graag voorbeelden mocht blijken dat coffeeshops toch geregeld zich schuldig maken aan combi-verkoop! Alvast dank voor de moeite! Adres; info@adviesburodrugs.nl 
  • August

 

Tot zover met groet!

Sluiting smartshops op basis van achterhaald beleid

Sluiting smartshops op basis van achterhaald beleid

Tot op de dag van vandaag vindt door de Deelraad Binnenstad afdeling Handhaving een actieve  aanschrijving plaats van winkels met een, onder dreiging van een forse dwangsom, dringende oproep van het stoppen van de verkoop van psycho-actieve stoffen zoals Sclerotia. Deze aanschrijvingen worden onderbouwd met een verwijziging naar bestemmingsplannen die terug gaan tot het begin van deze eeuw(!). Hierin is vastgelegd dat in (delen van ) de binnenstad slechts een beperkt aantal winkels (omschreven als smartshops) smartproducten mogen verkopen. Alle winkels die niet op die lijst staan worden gesommeerd om met de verkoop van smartproducten te stoppen. Bij dit beleid zijn de volgende kanttekeningen te plaatsen:

1) Sinds begin van deze eeuw is het aantal liefhebbers van smartproducten gestegen,

2) Gelet op een aantal zorgwekkende ontwikkelingen binnen het illegale circuit van drug en druggebruik is het nut van smartshops als een veilig, legaal alternatief voor vele liefhebbers van smartproducten de laatste jaren toegenomen,

3) Het nut van smartshops in de binnenstad is ook aantoonbaar in het licht van het hardnekkige probleem  van straathandel in drugs in de Amsterdamse binnenstad , een handel vooral gericht op toeristen. Zowel coffeeshops als smartshops  leveren een bijdrage in het beperken van de aard en omvang van het probleem van de drugsstraathandel

In het het licht van deze constateringen is het merkwaardig dat de Deelraad blijft vasthouden aan een strikte uitvoering van het sluiten van smartshops op basis van oude bestemmingsplannen met als kanttekening dat een deel van de toentertijd toegestane winkels inmiddels om uiteenlopende redenen hun deuren gesloten hebben.

Het beleid is zelfs zo star dat zelfs winkels die niet 100% zwart op wit kunnen aantonen dat zij al voor de invoering van de bestemmingsplannen smartproducten verkochten de verkoop moeten staken  (een  novum van dat een winkel haar administratie van 7 jaar en ouder mag weggooien terwijl de Deelraad facturen van de toeleveringsbedrijven van smartproducten aan de winkel verlangen die twee keer zo oud zijn).

Met dit beleid is de Deelraad ook in strijd met de motie van haar eigen raad. In deze motie is een smartshopbeleid vastgesteld waarbij de prioriteiten anders ingevuld worden dan die van de diverse bestemmingsplannen. In deze motie wordt er o,a, op gewezen om voorrang te verlenen van het sluiten van winkels die onvoldoende aandacht schenken aan de voorlichting over smartproducten of waar de verkoop ook op andere wijze zich niet transparant afspeelt. In de motie wordt overleg met de belangenvereniging van smartproducten voorgesteld om na te gaan van wat onder een verstandig smartshopbeleid voor de binnenstad verstaan kan worden, welke smartshops in aanmerking komen voor verhuizing naar andere delen van de stad.

Los van dat deze motie op onderdelen op verschillende manieren geïnterpreteerd kan worden is het glashelder dat de raad van de Deelraad Binnenstad voor een andere uitvoering van het smartshopbeleid in de binnenstad koos.

Dit geldt ook ten aanzien van de adviescommissie van de regering die op verzoek van het ministerie van VWS een half jaar geleden een rapport heeft opgesteld met voorstellen voor een verstandig beleid van de verkoop van smartproducten. Veel van deze voorstellen zijn specifiek afgestemd op het realiseren van een evenwichtig smartshopbeleid voor de Amsterdamse binnenstad. Het ministerie van VWS heeft dit rapport van harte aanbevolen bij de Amsterdamse overheid en zijn binnen de verschillende geledingen van de Amsterdamse gezondheidszorg- en drugpreventieinstellingen en beleidsambtenaren van het Kabinet van burgemeester en wethouders hierover gesprekken gestart, waar ook de belangenvereniging van de smartshops bij betrokken wordt.

In weerwil van deze politieke en bestuurlijke bezinning over de invulling van het Amsterdamse smartshopbeleid blijft de Deelraad Binnenstad echter vast houden aan haar bestaande beleid.

En nu sinds de jongste gemeenteraadsverkiezingen de Deelraden zowel inhoudelijk als organisatorisch ingrijpend aan politiek/bestuurlijk gewicht hebben moeten inleveren en dat het nieuwe college van burgemeesters en wethouders een herbezinning overweegt over zowel de doelstelling als de uitvoering van de upgrading van de binnenstad is de stelling gerechtvaardigd dat het smartshopbeleid van de Deelraad Binnenstad achterhaald is, gebaseerd op oude politieke en bestuurlijke afwegingen.

Met vriendelijke groet  August de Loor
Adviesburo Drugs  7 Augustus 2014

Absurd hoe de overheid de jeugd wil beschermen tegen cannabis

Dit artikel verscheen op 3 februari 2017 in Het Parool.

“Ik verkoop tegenwoordig meer cannabislolly’s en andere wietprullaria dan klompen of andere traditionele Hollandse souvenirs”, is de strekking van een interview in het Parool van verleden week met een eigenaresse van een Amsterdamse souvenirwinkel.

Met een beetje oplettendheid op markten of giftshops in Barcelona, Boekarest of menig andere stad zie je steeds meer producten die (in) direct verwijzen naar cannabis.Diezelfde loftuitingen voor cannabis zijn ook te horen in velerlei muziekstromingen, in (straat)taal, op de sociale media tussen vooral jongeren. Kortom, cannabis is in velerlei opzichten een voor het publiek zichtbaar fenomeen geworden.

Lees verder