Categoriearchief: Cannabis

Historische stap in VS: federale legaliseringswet krijgt meerderheid in justitiecommissie Congres

Historische stap in VS: federale legaliseringswet krijgt meerderheid in justitiecommissie Congres
November 21st, 2019 | 15:32
Door webmaster
Het einde van het federale Amerikaanse cannabisverbod, de moeder aller cannabisverboden, komt nu echt dichtbij. Op woensdag 20 november 2019 stemde een meerderheid van de justitiecommissie in het Congres, de House Judiciary Committee, voor de MORE Act, die cannabis op federaal niveau legaliseert
MORE staat voor Marijuana Opportunity Reinvestment and Expungement Act. De belangrijkste elementen van de wet:
-cannabis verdwijnt volledig van de lijst met verboden middelen
-veroordelingen en arrestaties wegens cannabis worden verwijderd van ieders strafblad en andere overheidsinformatie
-er wordt geld geïnvesteerd in gemeenschappen en groepen die het meest geleden hebben onder de drugsoorlog
-er komt een belasting van 5% op verkoop van cannabis in staten waar dit legaal is
-staten beslissen zelf hoe ze de legalisering vormgeven
De verdediger van het wetsvoorstel heet Jerrold Nadler, Democratische senator voor New York en voorzitter van de justitiecommissie. De volledige tekst van zijn indrukwekkende statement voorafgaand aan de stemming staat hieronder. Uiteindelijk stemden 24 leden van de commissie voor en 10 tegen. Natuurlijk, dit is de eerste stap in een lang proces. Maar wel een belangrijke stap. Zoals website CNNBS.nl vandaag schrijft: “Nooit sinds in 1937 het landelijke verbod op cannabis in de VS begon, kwam een wetsvoorstel om dat verbod weer op te heffen zo ver als nu het geval is met de MORE Act.”
Als Boehner een paar partijgenoten en ex-collega’s om weet te praten, ziet het er goed uit voor de stemming in de Senaat. Daarna zou president Trump de MORE Act met een veto kunnen treffen, maar waarschijnlijk begrijpt ook hij dat dit bij de kiezer slecht zou vallen. Volgens de laatste peiling is 67% (!) van de Amerikanen inmiddels voorstander van legalisering.Over het voorstel moet nu nog worden gestemd door het volledige House of Representatives en daarna door de Senaat, de Amerikaanse versie van onze Eerste Kamer. De Republikeinen hebben daar weliswaar een meerderheid, maar legalisering van cannabis is al een paar jaar een zogenaamd bipartisan issue, een kwestie waarin Democraten en Republikeinen samen optrekken. John Boehner, voormalig speaker of the house is een beroemd voorbeeld van een Republikein die 180 graden is gedraaid. Tegenwoordig zit Boehner in de raad van bestuur van Acreage Holdings, een cannabis investeringsfonds.
Chairman Nadler Statement for the Markup of H.R. 3884, the Marijuana Opportunity Reinvestment and Expungement (MORE) Act of 2019:
De speech van Nadler zou verplicht leesvoer moeten zijn voor alle Nederlandse politici, bestuurders, politiemensen, journalisten en anderen die zich beroepshalve met cannabis bezig houden.
Het cannabisverbod is een historische vergissing, die wereldwijde enorme schade heeft veroorzaakt en dat nog elke dag doet, ook in Nederland.
Het cannabisverbod is onrechtvaardig en ongerechtvaardigd en gebaseerd op desinformatie, hysterie en racistische stereotypering.
Wie dit verbod nu nog blijft steunen en verdedigen, staat aan de verkeerde kant van de geschiedenis.
“H.R. 3884, the ‘Marijuana Opportunity Reinvestment and Expungement Act of 2019,’ or the ‘MORE Act of 2019.’ This bill would make three important changes to federal law. It would:

De drugscriminelen hebben vrij spel in Amsterdam

Naar aanleiding van het rapport over dat de drugscriminelen steeds meer infiltreren in de legale Amsterdamse bovenwereld ( rapport;”De achterkant van Amsterdam”, Auteurs Tops/Tromp, sept 2019) stond twee weken lang de nationale media bol van de reacties die niet alleen overwegend positief reageerden op het rapport maar ook daar boven op met allerlei nieuwe meningem/info kwamen van dat het nog veel erger was van wat in het rapport geschreven was hoe erg de stand van zaken in Amsterdam is wat betreft de ondermijning van de drugscriminelen op het maatschappelijk bestel van deze stad. Met onderstaande open brief aan de burgemeester van Amsterdam probeer ik het een en ander in zijn juiste perspectief te plaatsen met de hoop dat ik nog meer tijd kan vinden om uit te leggen van wat in mijn ogen de oorzaak is hoe diep de beeldvorming is verankerd als zou Amsterdam de drugshoofdstad van de wereld zijn en de drugscriminelen nog net niet in het stadhuis zitten! Veel leesplezier!
Beste Femke,

In het rapport; De achterkant van Amsterdam van de onderzoekers Tops en Tromp met een verkenning van drugsgerelateerde criminaliteit wordt op basis van informatie van niet nader te verifiëren bronnen een beeld geschetst als zou Amsterdam de drugshoofdstad van de wereld zijn. Het logische verdere beeld wat daardoor in het rapport naar voren komt is dat Amsterdam, meer dan enige stad in de wereld gebukt gaat onder een verregaande ondermijning van het stedelijk maatschappelijk bestel door de enorme inkomsten uit de illegale drugsgelden. “De drugscriminelen hebben Amsterdam in de greep en het zwarte geld zit letterlijk onder iedere stoeptegel van de stad”!
Hierbij spreek ik mijn grote mate van bezorgdheid uit op hoeveel bijval dit rapport heeft gekregen met dat tot zelfs zeer belangrijke sleutelfiguren in onze stad en land bovenstaand beeld nog hebben aangescherpt waarbij ik jou verdere extreme oneliners zoals bovenstaand bespaar.
Er is meer dan voldoende aanleiding voor een kritische reactie van;

1) Als Amsterdam de drugshoofdstad zou zijn dit alleen maar gesteld kan worden bij een door Tops/Tromp vergelijkend onderzoek met andere steden in Europa. En als zij daarbij de jaarlijkse rapportages van de in Lissabon gestationeerde Europese Drugstrend Monitor erop hadden nageslagen komt er geen enkele indicatie naar voren als zou Amsterdam ook maar in de buurt komen waar Tops en Tromp hun veronderstelling op baseren. En ook mijn 50 jaar kennis en ervaring aan internationale kontakten met drugsdeskundigen van over de hele wereld is een bron waaruit een geheel andere ranking uit opgemaakt kan worden van hoe Amsterdam ervoor staat ten aanzien van drug en druggebruik
2) Er is voldoende aanleiding van dat de beeldvorming van Amsterdam als drugsstad een uitvloeisel is van waar Amsterdam zich in menig opzicht de afgelopen 40 jaar in onderscheid van dat een groot deel van haar drugsbeleid zich openlijk manifesteert. Het is de beeldvorming van dat de zichtbaarheid van coffeeshops synoniem staat van dat er dan wel veel drugs gebruikt wordt (terwijl de data van genoemd Europese Drugsmonitor daar geen enkele onderbouwing bij geeft). Het is wijlen Burgemeester Patijn die de zichtbaarheid van coffeeshops, smartshops, XTC testservices op festivals, spuitomruilprojecten, heroïneverstrekking ( en andere drugsbeleidslijnen op basis van Harm Reduction) juist als verworvenheid zag van het drugsbeleid; “Hoe zichtbaarder, hoe meer toezicht, hoe meer rendement van het beleid, zei burgemeester van der Laan bij de start van de waarschuwingscampagne IGNORE STREETDEALERS. Het heeft er alle schijn van dat Tops en Tromp zich hebben laten verleiden door die mensen te interviewen die, als Patijn nog zou leven, hij gezegd zou hebben dat het die mensen zijn die het openlijke karakter van het Amsterdamse drugsbeleid vereenzelvigen met de Mantra dat in Amsterdam alles kan en mag. Van het Mantra van dat het gedoogbeleid synoniem is voor een slap beleid terwijl diezelfde Patijn steeds maar weer benadrukte dat het gedoogbeleid een streng beleid is van een actieve handhaving van de gedoogcriteria ( zodat de beschuldiging als zou het Amsterdamse stadhuis ten aanzien van drug en druggebruik decennialang de andere kant op gekeken heeft je reinste onzin is!)
3) Een meer recente voeding van genoemd Mantra van alles kan en mag is als zou de afgelopen jaren het gebruik van drugs genormaliseerd zijn van dat er zonder enige restrictie maar van alles en nog wat geslikt en gesnoven wordt. Sinds de opkomst vanaf de jaren 60 van wat omschreven kan worden als de moderne trends in drug en druggebruik heeft iedere oudere generatie de neiging om de nieuwere generatie te betichten van extremer druggebruik. Zonder mij te wagen welke psychologische of sociologische mechanismes hieraan ten grondslag liggen is deze beeldvorming de laatste decennia doorgedrongen tot de meer officiële kaders in de verslavingszorg, eerstenhulpinstanties , schooldecanen tot de Amsterdamse Ombudsman aan toe als zou tegenwoordig op de Amsterdamse Middelbare scholen het gebruik van cocaïne de norm zijn ( ergo, dus de niet gebruikende scholier zou dan volgens deze veronderstelling outcast zijn omdat ie bijv als 15 jarige niet de dagelijkse 65/75 euro cocaine onkosten kan ophoesten). En ook het Tops/Tromp rapport en de vele reacties daarop geven een legio aan dergelijke voorbeelden van dat er maar een end op los gesnoven,geblowd en geslikt wordt. Van wat er werkelijk aan de hand is, is een vervolksing van bepaalde soorten drugs zoals XTC en cocaine. Een van de belangrijkste kenmerken van dat vervolksen is van dat de toename van het aantal gebruikers evenredig verloopt met een afname aan extremiteit in het gebruik aangezien het vervolksen meer conservatieve normen en waarden (rituelen) genereren van het niet uit de hand lopen van het gebruik. Bij grondige waarneming van elke afzonderlijke drugstrends van subcultuur naar vervolksing over de afgelopen decennia is dit mechanisme te herleiden maar is begrijpelijkerwijs niet bekend bij omstanders die wel de toename van het aantal gebruikers zien maar onwetend over de afname van de extremiteit. Het is schrijnend om te zien van wat de omschrijving van normalisering aan schrikbeelden/ doemscenario,s oplevert terwijl er in feite sprake is van een vervolksing wat alom over het hoofd gezien wordt. Het moge duidelijk zijn dat doemscenario,s nou niet zo,n goede basis is voor het verder ontwikkelen van het Amsterdamse drugsbeleid

Dezelfde beeldvorming van schrikbeelden doet zich ook schrijnend voor over wat er allemaal beweerd wordt van dat Amsterdam in de greep is van het zwarte geld van wat er aan bedragen in de drugshandel verdiend wordt.

1) Om in deze notitie het tot cannabis te beperken zijn het de coffeeshops die ervoor zorgen dat het overgrote deel van de inkomsten van de verkoop van cannabis aangewend worden voor het betalen van de omzetbelasting, BTW, loonbelasting en andere sociaal/financiële verplichtingen van het personeelsbeleid, verhuur van het pand, noodzakelijke verbouwingen als onderhoudskosten wat ten goede komt voor de lokale aannemers/loodgieters, accountants, cursussen personeel coffeeshops en noem maar op van wat er zich allemaal aan dagelijkse in- en uitgaven voordoen wat rechtstreeks in de reguliere economie van Amsterdam vloeit. Het is in elke stad in de wereld waar de inkomsten uit de verkoop van cannabis niet op deze zeer directe manier omgezet kan worden in de reguliere landelijke als lokale economie en werkgelegenheid. Het had van de wetenschapper bestuurskunde, de heer Tops verwacht mogen worden van dat deze nuance verwerkt zou worden in de analyses over de drugsgerelateerde geldstromen in de Amsterdamse samenleving die in menig opzicht anders van aard en omvang is dan in steden zonder coffeeshops. En als Amsterdam vergeleken wordt met de andere grote steden van Nederland met een per stad substantieel minder aantal coffeeshops dan Amsterdam is ook dit waar Amsterdam gunstig bij af steekt van dat de uiteindelijke winsten over de verkoop van cannabis over zeer vele handen verdeeld is. En wat ik van economen nog een beetje begrijp is dat op zich zwart geld niet zozeer het probleem is zolang het maar niet in handen is van een beperkt aantal mensen.
2) Het is in het buitenland waar dit systeem van coffeeshops ontbreekt zodat al het geld wat daar verdiend wordt aan cannabis 100% zwart is met daar bovenop als ongunstig bijeffect van dat een deel van dat zwarte geld besteedt wordt voor de inkoop van harddrugs als uitvloeisel van dat een groot deel op de illegale dealadressen de consument zowel soft- als harddrugs kan kopen. En wat dit vervolgens aan verharding van het drugsgerelateerde zwart geld voor die landen betekend moge duidelijk zijn. Met het systeem van coffeeshops van een strikte scheiding tussen soft- en harddrugs blijft Amsterdam ( en Nederland) bespaart van een dergelijke verharding van dat zwarte drugsgeld

Wordt vervolgd!
11 september 2019 stichting Adviesburo drugs August de Loor

De Amsterdamse coffeeshop in mondiaal perspectief

In de recente brief van de burgemeester aan de gemeenteraad met voorstellen voor het verbeteren van het leefklimaat in de Amsterdamse binnenstad staat beschreven van dat de afdeling Onderzoek en Statistiek (O & S) van het stadhuis deze zomer onderzoek pleegt naar de overlast van coffeeshops.

De vraag die hierbij gesteld kan worden is of een dergelijk onderzoek gegevens oplevert voor het verbeteren van het leefklimaat van die binnenstad. Ten eerste is een overlastonderzoek per definitie slechts een momentopname met in dit geval ook nog tijdens het toeristen hoog seizoen met meer toeloop op coffeeshops plus veel volk en andere activiteiten op straat met ergo meer kans van dat die drukkere shops sneller als overlast ervaren wordt. Daar bovenop is het de vraag of een dergelijk onderzoek wel nodig is en geen herhaling van zetten waarbij ik verwijs naar;

1) De jaarlijkse Nationale Drugs Monitor van het Trimbos Instituut met als constatering van dat in 2018 coffeeshopoverlast niet of nauwelijks voorkwam in de meeste gemeenten.

2) Daarnaast een vergelijkbaar onderzoek van het Bongersinstituut van de UvA van een aantal jaren eerder maar dan specifiek gericht op de Amsterdamse “binnenstadcoffeeshops”. Een onderzoek met min of meer hetzelfde resultaat ( n.b. dat zelfde instituut heeft ook onderzoek gepleegd naar de type bezoekers van coffeeshops met als opvallend resultaat van dat het afrekent met de alom hardnekkige veronderstelling als zou de buitenlandse coffeeshopbezoeker tot de categorie van laagwaardige toerist behoren. Ik vind het zinvol om dit te memoreren aangezien ook nu weer in de recente publieke en politieke discussies over de verloedering van de Amsterdamse binnenstad de coffeeshops als belangrijke veroorzakers van die verloedering aangewezen worden. Met het feit dat van alle horeca- en andere publieke circuits in de binnenstad alleen over coffeeshops een overlastonderzoek verlangd wordt wekt de indruk dat het stadhuis mee gaat in deze veronderstelling).

3) En tenslotte de periodieke waarnemingen van het Adviesburo Drugs over de afgelopen 10/15 jaar over de relatie tussen gevoerd coffeeshopbeleid en overlast. Als uitvloeisel van Project 1012 en van het beleid van een verbod op coffeeshops binnen een straal van 250 meter nabij scholen is in die periode het aantal coffeeshops in de binnenstad drastisch afgenomen zodat de nog open coffeeshops meer klanten te verwerken kregen, tot zelfs rijen aan wachtenden voor de deur, en andere klachten voor de direct omwonenden Hierbij is het vermeldenswaardig dat de reductie aan coffeeshops ook de trend versterkte, die jaren eerder op gang was gekomen n.a.v. de invoering van de Tabakswet, dat een groot deel van de coffeeshops zich nog louter concentreert op de verkoop van cannabis. Naast dat dit negatief uitpakt voor het beleid van secundaire drugspreventie zorgt het wegvallen van de ontmoetingsfunctie van coffeeshops ook voor een potentieel hoger risico van overlast voor de omgeving van snel in- en uitlopende klanten, wat het personeel weinig tot geen gelegenheid biedt om corrigerend op te treden (trouwens, een louter verkoopfunctie van coffeeshops is ook in de strijd met de richtlijnen van het landelijk Pakket van Procureurs Generaal).

De Amsterdamse coffeeshops in mondiaal perspectief

Vanaf de jaren zestig is cannabis uitgegroeid tot, na alcohol, het meest populaire genotsmiddel in de wereld. Echter is Amsterdam, als toeristische wereldstad, nog steeds de enige stad in de wereld waar zonder angst voor arrestatie in de publieke ruimte cannabis gekocht en geconsumeerd kan worden. Het is dan ook meer dan logisch dat voor al die wereldwijde liefhebbers van cannabis in leeftijd, sociale klasse en etniciteit de Amsterdamse coffeeshop een unieke plek is wat in eigen stad of land volstrekt ontbreekt. Vanuit deze mondiale invalshoek zou je logischerwijs een enorme, aan Koningsdag afgeleide, dagelijkse overlast in de binnenstad mogen verwachten met een dito aanslag op de Amsterdamse eerstehulpdiensten voor al die buitenlandse consumenten die, onwennig aan de genoten vrijheid geen maat weten te houden. Dit beeld is geenszins het geval wat de vraag oproept waarom er in al die decennia nooit onderzoek is gedaan welke mechanismes van invloed zijn dat, ondanks bovenbeschreven mondiaal perspectief, het met de overlast van coffeeshops in de Amsterdamse binnenstad reuze meevalt. En om Koningsdag daarbij als voorbeeld te nemen zijn het de coffeeshops die er op die dag altijd een terughoudend verkoopbeleid op na houden, met daardoor nauwelijks overlast en verhoudingsgewijs ten opzichte van alcohol nauwelijks het inzetten van ambulances.

Een leefbare Amsterdamse binnenstad
Het zijn in mijn ogen al deze aspecten die Buro O & S in ogenschouw dient te nemen in hun onderzoek. Maar dan nog zijn er voldoende vraagtekens te plaatsen of een dergelijk overlastonderzoek kennis en inzichten oplevert voor de beleidsmakers in het Amsterdamse stadhuis. Met alleen al het stellen van deze vraag bepleit ik een geheel andere invalshoek van dat een leefbare Amsterdamse binnenstad gebaat is bij een integrale visie op het gebruik van cannabis met de coffeeshop als instrument voor het in goede banen leiden van dat gebruik.
lokaal
1) De eerste invalshoek is onderzoek naar de verschillen in functies tussen de coffeeshops in het centrum van de stad en die in de woonwijken Ter herinnering heb ik daarover als niet – wetenschapper in 1994 een rapport geschreven die in menig opzicht nog steeds lezenswaardig is ( Onderzoek naar de sociale functie van 115 Amsterdamse coffeeshops, Adviesburo Drugs 1994). Met een dergelijk onderzoek zal dit ongetwijfeld een beleidslijn opleveren naar een evenwichtig, over de stad verspreid, netwerk van kleinschalige coffeeshops. Wat niet alleen tegemoet komt aan de diversiteit aan liefhebbers van cannabis, (vergelijkbaar met de diversiteit aan liefhebbers van alcohol met dito hun behoefte aan verscheidenheid in soorten cafés), maar ook de toeloop terugdringt op de coffeeshops in de binnenstad

Regionaal
2) Ten tweede het werken aan een regionaal coffeeshopbeleid. Vanuit alle regionale Amsterdamse windhoeken bezien zijn er nauwelijks tot geen coffeeshops in de regio (met Amstelveen als koploper met nul coffeeshops om ook over onze nieuwe woonwijk IJburg maar te zwijgen) waardoor al die cannabisconsumenten in die regio aangewezen zijn op de Amsterdamse coffeeshops. Het moet toch langzamerhand duidelijk zijn dat het 45 jaar oude, op lokaal niveau, nuloptievestigingsbeleid van coffeeshops een gedrocht is! Onderzocht moet worden of ook de Provinciale overheid een rol kan spelen als bijdrage voor een uiteindelijk over het land evenwichtig gespreid netwerk van lokale coffeeshops. Met als positief bijeffect van, hoe dichter een voorziening gesitueerd is in een omgeving waar de behoefte ligt, hoe minder kans op overlast.

Mondiaal
3) Ten derde mijn oproep dat Amsterdam over zijn eigen verworvenheden uitstijgt dat na 50 jaar Amsterdamse coffeeshops en 43 jaar Nationaal scheidingsbeleid tussen soft- en harddrugs er eindelijk mondiaal ontwikkelingen op gang komen richting het legaliseren van cannabis. Zowel binnen de internationale instituties, zoals de WHO en de VN, als binnen allerlei samenwerkingsverbanden in de verschillende werelddelen. In Europa, Azië, Noord en Zuid Amerika zijn ontwikkelingen gaande voor het reguleren en legaliseren van industriële producten van Hennep, van productie en verkoop van CBD, van de medisch/therapeutische toepassingen tot het daadwerkelijk legaliseren van het recreatief gebruik van cannabis. Al deze ontwikkelingen voltrekken zich in een stroomversnelling en, nog belangrijker, een niet te stoppen proces, met Canada en steeds meer Staten in de USA als de meest vooruitstrevende landen. In het kielzog van deze ontwikkelingen worden in steeds meer landen in de wereld vergelijkbare horecagelegenheden geopend met die van de Amsterdamse coffeeshops. Zo gaan steeds meer bestuurders en beleidsmakers in landen waar de legalisering van cannabis op de agenda staat na een bezoek aan Amsterdam terug naar eigen land met de overtuiging dat de coffeeshop een effectief instrument is in het integreren van die legale cannabis in het lokale horecabeleid.
Het moge duidelijk zijn van dat deze mondiale ontwikkelingen zijn weerslag zal krijgen op een geleidelijke afname van de internationale toeloop op de Amsterdamse “binnenstadcoffeeshops”. Met geoefende ogen en oren is deze ontwikkeling al waar te nemen uit beschrijvingen van toeristen dat zij meer en meer in eigen land van vergelijkbare voorzieningen gebruik kunnen maken als de Amsterdamse coffeeshops. Deze ontwikkeling speelt zich al veel prominenter af aan de oostgrens van Nederland van dat door steeds meer steden in Duitsland met “informele” coffeeshops de toeloop op de coffeeshops in de grenssteden afneemt.
De komende jaren zal deze afname aan buitenlandse cannabisconsumenten op Amsterdam ongetwijfeld doorzetten zodat de Amsterdamse coffeeshop steeds meer dezelfde functie krijgt als het café van het in plaats van alcohol het onder gelijkgestemden in een sociale setting consumeren van cannabis. Een in alle opzichten de meest effectieve methode van het in goede banen leiden in het gebruik van een psychoactieve stof.

De coffeeshop als normale horecaonderneming.
Bovenbeschreven beleidslijnen richting een integraal coffeeshopbeleid valt en staat bij het legaliseren van de achterdeur van coffeeshops. Helaas komt de opzet die de regering gekozen heeft met haar experiment voor die legalisering in geen velden of wegen tegemoet aan hoe die legale achterdeur er idealiter uit moet zien ( het vergt voor deze notitie te lang om dit nader toe te lichten). Maar even belangrijk is dat door de gekozen opzet van het experiment het Amsterdamse softdrugs- en coffeeshopbeleid voor de komende 6 – tot 7 jaar onwrikbaar in beton gegoten zit met geen enkele mogelijkheid om de nu al decennia verstikkende AHOJ-G criteria voor coffeeshops open te breken om over de andere noodzakelijke vernieuwingen van het cannabisbeleid maar te zwijgen zoals het onder de Warenwet plaatsen van CBD. Een dergelijke stilstand is niet alleen fnuikend voor het softdrugs- en coffeeshopbeleid maar ook voor de beleidsontwikkeling van de Amsterdamse binnenstad

Amsterdam 4 augustus 2019

August de Loor
Stichting Adviesburo Drugs

VEILIG THUIS KWEKEN VAN WIET, een nieuw initiatief van de VOC

Geachte redactie / journalist,
In de bijlage stuur ik u een persbericht over de nieuwe campagne en website van het VOC: www.veiligthuiskweken.nl. Ik plak de tekst ook onderaan deze mail.
Met vriendelijke groet, namens het bestuur van de stichting VOC,
Derrick Bergman
Voorzitter
PERSBERICHT:
www.VeiligThuisKweken.nl nu online
Veilig thuis cannabis kweken

EINDHOVEN – Het Verbond voor Opheffing van het Cannabisverbod (VOC) is een campagne gestart over het veilig en verantwoord thuis kweken van kleine aantallen cannabisplanten voor eigen gebruik. Daartoe is de website www.VeiligThuisKweken.nl in het leven geroepen.

VeiligThuisKweken.nl is in eerste instantie bedoeld voor mensen die willen weten hoe je thuis veilig, verantwoord en zonder overlast een klein aantal cannabisplanten kunt telen. De site bevat een korte handleiding voor buiten- en binnenteelt, een lijst do’s and don’ts en een uitgebreide woordenlijst. Aan de hand van een aantal fictieve personen wordt uitgelegd hoe men concreet te werk zou kunnen gaan. Ook is op de site een disclaimer toegevoegd en uitleg over de wet- en regelgeving: formeel is elke vorm van cannabisteelt immers nog steeds verboden in Nederland. Wie in een sociale woningbouw huis woont, loopt dan ook een reëel risico op huisuitzetting.

Veiligthuiskweken.nl is voorts vooral ook bedoeld voor politici, bestuurders, journalisten en andere mensen die beroepshalve met cannabis te maken hebben. Een deel van hen denkt dat thuisteelt per definitie gevaarlijk of problematisch is. Ook is relatief onbekend in hoeveel landen en staten thuisteelt al legaal is. Deze informatie is ook terug te vinden op de site. Belangrijkste doel van de campagne, met o.a. flyers, stickers en posters, is het onderwerp thuis kweken op de politieke en maatschappelijke agenda krijgen. Thuisteelt ontbreekt bijvoorbeeld zowel in het wietexperiment van het kabinet Rutte III als in de “wietwet” van D66, door de Tweede Kamer aangenomen op 21 februari 2017 maar niet doorgeleid naar de Eerste Kamer.

Voor de ontwikkeling van de website werkte de stichting VOC samen met cannabis-expertisecentrum en growshop Plantarium in Nijmegen. Deze ‘eerste legale growshop van Nederland’ heeft al zo’n 25 jaar ervaring met kleinschalige thuisteelt. De vormgeving van de site en campagne, met o.a. flyers en posters, is in handen van het Groningse Ontwerpburo KiWi. Tijdens een feestelijke bijeenkomst ter viering van het 10-jarig bestaan van het VOC in Eindhoven op 11 mei, zette erevoorzitter Henk Poncin de website online met een druk op de rode knop.

Website: www.veiligthuiskweken.nl
Website stichting VOC: www.voc-nederland.org

het experiment van de legale toevoer van cannabis naar de coffeeshops

Beste Allen,

Morgen stap ik in het vliegtuig om in Zuid Amerika in een aantal landen van het CARICOM die het legaliseren voorstaan van cannabis mijn adviezen te geven welke strategie tot hopelijk het gewenste resultaat leidt. Daar waar Nederland ook in menig ander dossier van een progressief drugsbeleid de afgelopen decennia een gidsland was moet ik helaas met onderstaande mening over het wietexperiment overbrengen dat Nederland volkomen de weg kwijt is, in menig opzicht met haar drugsbeleid dolende is!
En dan hier in Telegramstijl mijn mening over het experiment;

Als de Tweede en Eerste Kamer het experiment over de legale toevoer van cannabis naar de coffeeshop goedkeurt zoals de regering dat nu voor ogen heeft zijn we tussen de 6 en 7 jaar verder voordat de politieke afweging gemaakt kan worden over de eindconclusie van het experiment.
Een andere consequentie is dat gedurende al die jaren het huidige softdrugs- en coffeeshopbeleid in beton gegoten zit zodat het nadeel van het (veel te lang aangehouden) gedoogbeleid verder voortwoekert.
Kijkend naar zowel de enorme veranderingen, innovaties die zich de afgelopen jaren in de wereld van cannabis voordoen plus wat er aan politieke/bestuurlijke doorbraken verlangd worden ten aanzien van, naast die van het coffeeshopbeleid, vele andere dossiers met betrekking tot cannabis is het experiment geen doorbraak maar een sta in de weg voor een effectief, op de toekomst gericht cannabis- en coffeeshopbeleid

Het is te triest voor woorden met de bizarre constatering van dat ik nauwelijks enig ophef en verontwaardiging waarneem over hoe de overheid cannabis wil legaliseren

August de Loor

Op 6 mei vlieg ik weer terug naar Nederland in het besef dat ik dan op 10 km hoogte mijn verjaardag moet vieren, 70 jaar geworden met 50 jaar daarvan in diens van het Nederlandse drugsbeleid die er in mijn ogen nog nooit zo slecht voorgestaan heeft! Wat een klote kado!

NAAR LEGALE WIET IN SURINAME: Het komt daar met vijf centimeter per dag uit de grond

Highlife 2019-2

In PDF vorm
Highlife 2019-2

De AMvB notitie over het experiment gesloten keten toevoer legale wiet aan coffeeshops, mijn commentaar

V
Hierbij mijn commentaar op de notitie van de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) over het experiment van een gesloten toevoer van legaal gekweekte nederwiet naar coffeeshops. Zoals in de notitie aangegeven betekent dit dat die coffeeshops die gevestigd zijn in 6 tot 10 voor het experiment geselecteerde steden van de een op de andere dag 100% legaal moeten worden, om een paar jaar later van de ene op de andere dag weer terug te moeten naar de illegale achterdeur en dat in een situatie dat voor het overgrote deel van de niet geselecteerde coffeeshops alles bij het oude blijft.

Om maar meteen met de deur in huis te vallen is mijn advies om van deze opzet van het experiment af te zien omdat de opzet ( in deze notitie als het exclusieve experiment omschreven) in werkelijk elk opzicht niet uitgaat van waar het bij dit experiment om te doen is van het doorbreken van de tegenstelling tussen de voor- en achterdeur van coffeeshops. Of het nou de voorstanders van het gedoogbeleid van cannabis zijn of de tegenstanders, beide zijn het er over eens dat de tegenstelling tussen de legale voordeur van een coffeeshop met die van de illegale achterdeur niet langer houdbaar is. Het bizarre is dat het experiment om die tegenstelling te onderzoeken van zichzelf vol met tegenstellingen zit. Het is de tegenstelling van dat meerdere jaren een beperkt aantal 100% legale coffeeshops moeten functioneren in tegenstelling tot het overgrote deel aan coffeeshops met nog illegale achterdeuren, van dat die legale coffeeshops het resultaat zijn van pure toeval van gevestigd zijn in steden die gekozen zijn om aan het experiment deel te nemen ( min of meer een variant van het 40 jarige vermaledijde nuloptie-, lees willekeurbeleid van dat de ene stad geen en de buurstad wel coffeeshops toelaat), van de tegenstelling dat die deelname verplichtend opgelegd wordt, maar het voor de coffeeshopeigenaar onduidelijk is welke lokaal politiek/bestuurlijke motieven een rol hebben gespeeld waarom de stad zich opgegeven heeft voor het experiment, van onduidelijkheid welke sanctionering er opgelegd kan worden mocht zich tijdens het experiment allerlei onvolkomenheden voordoen, van de tegenstelling dat waar de coffeeshopeigenaar altijd in vrees leefde voor de overheid bij zijn/haar activiteiten bij de achterdeur diezelfde overheid nu haast de volledige regie in handen heeft over diezelfde achterdeur, van de tegenstelling van dat het zwaartepunt van het experiment in feite zich concentreert op de situatie achter de achterdeur van coffeeshops terwijl het experiment allerlei extra verplichtingen aan coffeeshops oplegt die niets met die achter/achterdeur situatie van doen hebben, van de tegenstelling van dat de toekomst van de aan het experiment deelnemende coffeeshops vele malen onzekerder is dan de shops die niet aan het experiment meedoen terwijl die laatsten deels nog afhankelijk zijn van een situatie waarvan zowel de voor- als tegenstanders van het gedoogbeleid vinden dat dit geen toekomst meer heeft, dus moet stoppen!
Het is met verder in deze notitie aan uitleg over de nog vele andere inhoudelijke en praktische bezwaren tegen het exclusieve experiment dat ik van harte een andere opzet van onderzoek bepleit van een experiment van het met een paar soorten starten van legaal gekweekte cannabis met als uitgangspunt dat, na bewezen aanslaan onder consumenten, steeds meer soorten geleidelijk aan de illegale soorten uit coffeeshops verdwijnen (in deze notitie omschreven als het organisch experiment). Het belangrijkste voordeel van deze opzet van het experiment is dat het ontbreekt aan enige vorm van tegenstelling, het schuift als het ware “organische” in op een al meer dan 50 jaar dagelijkse gang van zaken van coffeeshops met als resultaat van dat van “onderaf” ( de consument) en van “ binnenuit”( de werkvloer van de coffeeshop) de illegale achterdeur steeds legaler wordt zonder dat dit tot allerlei ongewenste bijeffecten leiden.
Deze opzet van het experiment is ook te prefereren omdat de wetenschappelijk toetsing eenvoudig te realiseren is en als nodig op een eenvoudige manier aangepast kan worden met als belangrijkste voordeel dat al vrij snel de eerste resultaten bekend worden zodat even snel op wetenschappelijke data de discussie gestart kan worden of en zo ja, hoe de legalisering van cannabis in Nederland vorm moet krijgen.

Naar een evenwichtige spreiding over het land van kleinschalige coffeeshops

Zoals in de inleiding al aangegeven heeft het experiment alles te maken met op welke manier de criminaliteit achter de achterdeur van coffeeshops teruggedrongen kan worden. En als dit dan toch de inzet is waarom dan niet meteen te streven hoe het overige deel van de criminaliteit van productie en handel van cannabis teruggedrongen kan worden? Het is dat deel van productie en handel wat het illegale verkoopcircuit bevoorraadt van privéadressen, 06-lijnen, straathandel en verkoop via de sociale media ( alle vier de circuits die zich vooral voordoen in gebieden met weinig tot geen coffeeshops plus dat deze circuits zich ook inlaten met gecombineerde verkoop van soft- en harddrugs daar waar bij coffeeshops dit laatste zich niet voor doet ). Het strekt dan ook tot aanbeveling om naast het starten van het organische experiment te starten met een beleid van een evenwichtige spreiding van coffeeshops over het land. Met een dergelijke spreiding wordt niet alleen dit illegale circuit teruggedrongen maar komt ook de functie van coffeeshops beter tot zijn recht. Hierbij een nadere toelichting op die functie
Het creëren van een natuurlijke setting waarbinnen een genotsmiddel aangeschaft en geconsumeerd kan worden is een effectief instrument van het beperken van het gezondheidsrisico van dat genotsmiddel. Het zijn vooral de kleinschalige coffeeshops met een afhaal- en horecagedeelte die de afgelopen 40 jaar bewezen hebben een dergelijk effectief instrument te zijn. In feite zijn kleinschalige coffeeshops te vergelijken met het ouderwetse fenomeen van buurtcafé/slijterij maar dan niet voor alcohol maar voor aanschaf en roken van een joint en dat laatste binnen de sociale setting van het horecagedeelte van de coffeeshop met toezicht door het personeel. Kleinschalige coffeeshops hebben per definitie een kleine voordeur dus ook een kleine achterdeur, een in vele opzichten meest effectieve uitvoering van het Nederlandse drugsbeleid van die van Harm Reduction in het beperken van de gezondheidsrisico,s van in dit geval softdrugs. Kleinschalige coffeeshops zijn ook in staat gebleken om in te spelen op de trend ( op gang gekomen vanaf midden jaren negentig) van een toenemende diversiteit aan type consumenten van cannabis in leeftijd ( 18+) sociale klasse en etniciteit. Daar waar de diversiteit in type cafe,s en andere natte horeca een al jaren ingeburgerd fenomeen is in stad en land is door de afgelopen decennia ingrijpende reductie van het aantal coffeeshops een verschraling in het type coffeeshop ontstaan. Kortom een ontwikkeling die haaks stond op de noodzaak in een divers aanbod aan type coffeeshops om de diversiteit aan groepen consumenten op te vangen. En tenslotte bepleit ik voor een fijnmazig landelijk netwerk van coffeeshops met een verwijzing van waar het alcohol- en tabaksbeleid steeds meer op aanstuurt van een transitie in de verkoop van beide producten van supermarkten naar die van kleinschalige, specialistische settingen ( alcohol in de slijterij en tabak in tabakswinkels). Deze transitie is voor de verkoop van cannabis niet nodig; de coffeeshop voorziet daar al decennia in wat met een fijnmazig netwerk van kleinschalige coffeeshops het meest tot zijn recht komt! Hoe die evenwichtige spreiding van kleinschalige coffeeshops over het land uitgewerkt moet worden is voor nader beraad, zoals bijvoorbeeld binnen regionaal overleg opheffen van het lokale, in feite “ not in my backyard” nuloptiebeleid

Drietrapsstrategie

Naast de trend in de diversiteit aan groepen consumenten van cannabis speelt zich ook een stormachtige ontwikkeling af van steeds goedkopere en simpele technieken van kleinschalige kweekmethodes van cannabis, van een enorme toename aan soorten zaden om over het omzetten van wiet in oliën voor ( semi) medisch/therapeutische toepassingen (en hennep voor CBD oliën) maar te zwijgen. Een van de kenmerken is de lage instap om met al deze verschillende technieken en methodes aan de gang te gaan, een lage instap met als onvermijdelijk gevolg van, als uitvloeisel van het ontbreken van een samenhangend beleid, een toenemende wildgroei
In mijn ogen is het dan ook van belang dat in het verlengde van onderzoek naar het legaliseren van de achterdeur van coffeeshops dit vergezeld moet gaan met het protocollieren van de home-grow van cannabis. Zonder enige mate van regulering van de home-grow ontbreekt het fundament voor het beleid van de legale toevoer van cannabis naar coffeeshops. Hetzelfde geldt ten aanzien van cannabinoiden. Op het ogenblik lopen er allerlei ontwikkelingen van zowel beleid ( als het ontbreken daarvan) als de toepassingen van cannabinoiden door elkaar heen wat zeer ongewenst is. Het ontwikkelen van een helder beleid ten aanzien van cannabinoiden is de derde trap richting een duurzaam cannabisbeleid

Het exclusieve experiment

Hierbij een vervolg van wat de nadelen zijn van het exclusieve experiment;

Tijdsduur; Met een voorzichtige inschatting zal het hele tijdspad van het exclusieve experiment aan voorbereiding, uitvoering, afbouwen en vaststellen van de eindconclusies 5 tot 6 jaar in beslag nemen;
1) Gelet op de importantie van de noodzaak aan duidelijkheid over de voor- of nadelen van het legaliseren van de achterdeur van coffeeshops is dit tijdspad veel te lang
2) Alle andere dossiers van het Nederlandse soft- en coffeeshopbeleid komen stil te liggen met als argument dat eerst de resultaten van het experiment afgewacht moeten worden. Gelet op allerlei nieuwe ontwikkelingen en nieuwe inzichten over cannabis is een dergelijke stilstand zowel bestuurlijk als politiek onverantwoord,
3) Dat zowel op mondiaal als Europees nivo steeds meer het besef doordringt van dat het gebruik van cannabis zich steeds meer vervolkst, van dat door de illegale status de risico,s van het gebruik hoger en de drempel naar het gebruik van andere middelen lager ligt (met name onder de risicogroepen), van dat de illegaliteit een effectieve ( primaire en secundaire) preventie en voorlichting in de weg staat, van dat het bestrijden van cannabis hoegenaamd geen effect heeft, van dat zo langzamerhand wat bestreden wordt als hoe dat bestreden wordt aantornt tegen de fundamenten van de rechtstaat. Het zijn een aantal van deze en andere redenen van dat steeds meer landen over gaan tot het legaliseren van cannabis.
4) Een specifieke uitvloeisel van de illegale status van cannabis is de toenemende populariteit van synthetische cannabinoiden ( in met name landen met een streng cannabisbeleid) Zowel de maatschappelijke schade als de gezondheidsrisico,s van het gebruik van deze middelen wordt steeds meer zichtbaar wat snelheid van aanpak verlangt welke drempels er tegen deze risicovolle middelen opgeworpen moeten worden. Er is onder deskundigen steeds meer eenduidigheid van dat die drempel het legaliseren van (het natuurproduct) cannabis is.
5) De afgelopen jaren is er sprake van een enorme toename aan kennis en inzicht in de ( semi) medisch/therapeutische toepassingen van cannabis. In de schaduw van het officiële beleid van op medische indicaties voorschrijven van cannabis doen zich de afgelopen jaren allerlei ongewenste praktijken voor wat zijn oorsprong heeft in de illegale status van cannabis. Het is verheugend dat zowel in VN verband als binnen de EU op het ogenblik overleg plaatsvindt hoe de recente inzichten over de uiteenlopende werking van cannabis omgezet moet worden in nieuw beleid. Het moge duidelijk zijn dat dit nieuwe beleid alleen maar een kans van slagen heeft bij het legaliseren van cannabis, ergo ook die voor het recreatief gebruik van cannabis.
6) Zoals het experiment omschrijft dient er onderzoek gepleegd te worden of de legale aanvoer van cannabis aan de achterdeur van coffeeshops de criminaliteit terugdringt, de volksgezondheid dient, de overlast beperkt en de veiligheid bevorderd. Al deze aspecten hebben betrekking op het circuit achter de achterdeur van coffeeshops, aangezien daar de illegale productie en handel van cannabis zich afspeelt. Het vreemde doet zich voor dat in plaats van een uitleg hoe deze aspecten nader onderzocht worden, deze aspecten als eis worden opgelegd aan de coffeeshopbranche zoals de verplichting van voorlichtingsmateriaal in de coffeeshops over de risico,s van het gebruik van cannabis, van dat het coffeeshoppersoneel verplicht wordt om een cursus te volgen, enz. Het zijn deze eisen die weinig van doen hebben van waar het bij het experiment om te doen is maar eerder opgevat kunnen worden als een uitbreiding van de AHOJ-G criteria voor coffeeshops en dat onder het mom van het experiment. Het zijn deze reacties die ik in de coffeeshopbranche opvang wat uiteraard het draagvlak in de branche voor het experiment niet ten goede komt. En trouwens zorgen deze eisen ervoor dat de wetenschappelijke toetsing van het experiment nog moeilijker te realiseren is dan het al is zonder die nieuwe criteria voor coffeeshops,
7) Het is volstrekt onmogelijk om met het exclusieve experiment tot gefundeerde conclusies te komen. Dit komt niet alleen door dat er allerlei extra aspecten aan het experiment zijn toegevoegd maar ook het beperkt aantal steden die mee doen met daarbij dat de grote steden uitgesloten zijn plus dat er op geen enkele wijze rekening gehouden wordt met de uiterst onevenwichtige spreiding van coffeeshops over het land. Het gevolg is dat zowat elke coffeeshop in (middel)grote steden een regionale functie hebben, die in de grenssteden een grensoverschrijdende en in de grote steden weer anders, afhankelijk van of de coffeeshop in het centrum staat of de woonwijken. Het exclusieve experiment met 6 tot 10 op zichzelf staande eilandjes van 100% legale coffeeshops houdt geen enkele rekening met deze diversiteit aan functies tussen de coffeeshops. En alleen al dat de afstanden tussen elk afzonderlijk eilandje met de naburige controlestad grote verschillen vertonen zorgt ervoor dat niet goed onderzocht kan worden wat het effect is van de legale achterdeur
8) Een zeer reëel risico van het exclusieve experiment is dat het voor allerlei negatieve bijeffecten kan zorgen wat zich niet zal beperken tot de deelnemende en niet deelnemende coffeeshops maar ook voor onrust en spanningen zal zorgen tussen de kweek en handelslijnen van nederwiet als de handelslijnen van buitenlandse hasj en wiet. Zo is met een beetje kennis van zaken denkbaar dat als plotsklaps de levering aan de 100% legale coffeeshops stopt dit niet zonder gevolgen zal blijven van een onderlinge concurrentieslag naar de productie en handelslijnen die nog aan de reguliere coffeeshops leveren. En vervolgens zal deze onrust niet zonder gevolgen blijven in het maatschappelijk bestel zoals de woonwijken in (middel)grote steden tot de agrarische gebieden in Nederland.
9) Wat opvalt in de AMvB notitie is dat de voorgestelde logistiek over de productie en transport van de legaal gekweekte nederwiet nauwelijks afwijkt van die van cannabis voor de medische toepassing. Het wekt de indruk dat de opstellers van de notitie zich onvoldoende realiseren van dat productie en transport van cannabis voor recreatief gebruik een eigen logistiek verlangd. Productie en transport van een aan trends onderhevig genotsmiddel en dat nog aan een door- de- weeks- horecacircuit (wat coffeeshops zijn) vereist een meer flexibele, dus een complexere logistiek dan die van een geneesmiddel geleverd aan een apotheek. Uiteraard is het verdedigbaar dat, gelet op de beperkte opzet van het exclusieve experiment, de logistiek van productie en transport voor medische cannabis als voorbeeld genomen is. Maar kennelijk zijn de bedenkers van het experiment onwetend dat die logistiek al tijden onder vuur ligt en veel kritiek ondervindt. En als die logistiek al voor het medische traject al onvoldoende functioneert, wat kan er dan……………?!?!
10) Voor het op orde houden van de menukaart aan soorten hasj en wiet moet elke coffeeshopeigenaar een fijnmazig netwerk in stand houden aan de achterdeur van zijn shop. Dit vergt zeer veel alertheid zoals het bewaken van de kwaliteit van de koopwaar, met wie wel aan kweker/handelaar in zee gegaan kan worden en met wie niet?, hoe te reageren op schommelingen in de handelsprijzen en dat alles zonder enige steun van formele toezichthoudende instanties zoals die bij de legale handelslijnen ruimschoots voor handen zijn. Waar het bij de handelslijnen van buitenlandse hasj en wiet nog redelijk overzichtelijk is kwam daar vanaf de jaren negentig een nog veel complexer en fijnmazige handelslijn bij van die van de vele soorten Nederwiet. De belangrijkste garantie voor de coffeeshopeigenaar om dit alles in goede banen te leiden is het, op basis van wederzijds vertrouwen, opbouwen van duurzame relaties met de netwerken van kwekers/handelaren. Met de invoering van het exclusieve experiment moet een substantieel aantal coffeeshopeigenaren van de ene op de andere dag dit netwerk vaarwel zeggen. Het moge duidelijk zijn dat dit niet zonder slag of stoot zal gaan met vanuit de eigenaar bezien het ontslaan van personeel, het afstoten van een informeel infrastructuur en dat op basis van dat een aantal jaren later dit weer “in ere hersteld “ moet worden als het experiment stopt met de vraag of de coffeeshop al dan al niet failliet is omdat de legale koopwaar kennelijk niet aansloeg en de klanten 2 kilometer verder in een naburige stad hun cannabis inkochten
11) Door de afgelopen decennia intensivering van de bestrijding van kweek en handel van Nederwiet (het werk van de Nationale Taskforce in de bestrijding van wietkwekerijen) komt daar nog bij dat een deel van bovengenoemde netwerken gecriminaliseerd is met voorspelbaar dat dit deel van het circuit het er niet bij laat zitten als zij een deel van hun afzet van die van de geselecteerde coffeeshops kwijt raken. Over wat hiervan de gevolgen zullen zijn is niet exact te voorspellen maar dat het tot onrust zal leiden van een concurrentieslag van een prijzenoorlog van niet alleen maar de niet geselecteerde coffeeshops maar ook naar het illegale verkoopcircuit van cannabis moge duidelijk zijn.

Deze en nog meer redenen geven voldoende aanleiding van dat het geen goed idee is om te kiezen voor het exclusieve experiment. Zoals eerder in deze notitie aangegeven is het organische experiment verre te prefereren aangezien daarmee niet die problemen zullen voordoen als met het exclusieve experiment.

1) Het kan rekenen op een breed draagvlak binnen de coffeeshopbranche
2) De door de branche 45 jaar opgebouwde kennis en ervaring met zowel wat er bij de inkoop komt kijken als wat er aan wensen en behoeftes leeft onder de consumenten kan naadloos ingezet worden bij de fasegewijze introductie van de legale soorten cannabis
3) Het brede draagvlak biedt de basis om met de branche van gedachte te wisselen over het sneller introduceren van soorten cannabis met een hoger percentage CBD
4) In tegenstelling met het exclusieve experiment heeft het organische experiment geen last van het logistieke probleem om in een keer een veelheid aan legale soorten cannabis te produceren met ook nog de vraag of die soorten wel zullen aanslaan
5) Het organisch experiment kan met een zeer beperkte onderzoeksopzet volstaan om toch tot zinvolle conclusies te komen
6) Dit type experiment is veel makkelijker bij te sturen zonder dat dit tot problemen leid in de uitvoering als in de onderzoeksresultaten
7) Met deze opzet kan al in een vroeg stadium van het experiment de eerste onderzoeksresultaten overgeheveld, lees ingebed worden binnen het bestaande softdrugs- en coffeeshopbeleid
8) Met de organische opzet wordt het probleem van de buitenlandse hasj letterlijk in de tijd opgeschoven, met als voordeel van het achterwege blijven van spanning en onrust binnen dit handelscircuit met als ook deze soorten tezijnertijd gelegaliseerd zijn dit probleem zichzelf opgelost heeft
9) Naar Canadees voorbeeld geeft het organisch experiment meer kans van dat de opgebouwde kennis en ervaring uit het illegale circuit van productie en handel van cannabis overgeheveld kan worden naar het legale circuit
10) Het organische experiment geeft de minste kans op allerlei misverstanden in andere landen over de beleidsontwikkelingen van het Nederlandse drugsbeleid ( zoals dit zich heeft afgespeeld ten tijde rond de invoering van de Wietpas

Tot zover mijn reactie op de notitie van de AMvB met een duidelijke oproep om voor het organisch experiment te kiezen. Maar dat niet alleen. Met deze notitie bepleit ik ook een integraal cannabis beleid van wat zich niet beperkt tot onderzoek naar de legale achterdeur van coffeeshops. Het werken aan een evenwichtige spreiding van coffeeshops , van dat daarmee de kleinschaligheid gewaarborgd is, plus een duurzaam beleid voor de home grow van cannabis en tenslotte hoe beleidsmatig te reageren op de stormachtige ontwikkelingen van Cannabinoiden zijn de uitdagingen waar het Nederlandse drugsbeleid voor staat. Met deze notitie lever ik mijn bijdrage om die weg in te slaan

Amsterdam 30 december 2018

August de Loor
Stichting Adviesburo Drugs
Voorzitter vereniging Cannabinoiden Adviesbureau Nederland

Een warm woord voor de leden van vereniging het CAN

bij deze mijn nieuwjaarswens voor de leden van het CAN

OP NAAR HET NIEUWE JAAR!!

Beste leden van het CAN

Aan de vooravond van het nieuwe jaar is het een goed moment om terug te blikken van wat er zich allemaal in 2018 heeft afgespeeld binnen het CAN en hoe met elkaar verder in het nieuwe jaar !!

Na de oprichting in oktober 2017 was 2018 het eerste volledige jaar waar het CAN uitvoering kon geven van waar het voor staat..
Voor de aanpak hiervan was er gelukkig geen enkele sprake van onervarenheid, van onwennigheid, van nog kinderziektes binnen zowel het bestuur als de leden
Het was namelijk de kennis en ervaring, de opgebouwde netwerken van de jaren daarvoor van de CBD denktankgroep waar het CAN op kon vertrouwen om daar in 2018 verdere invulling aan te geven (en op welke manier dat ingevuld is en wat daarmee bereikt is kan op de website teruggelezen worden).
Want dat is de kracht van het CAN dat vanaf het begin op de deelnemers gerekend konden worden aan de sessies, de bijeenkomsten van de CBD denktankgroep. En die gunstige start legde weer de basis van dat in 2018 het CAN vele nieuwe leden kon verwelkomen. Het bijzondere hierbij is dat de leden afkomstig zijn uit de hele keten van productie , (groot)handel, en verkoop van Cannabinoiden en dat aangevuld met deskundigen van farmacologen, apothekers, enz. En deze brede samenstelling aan leden weerspiegelt zich ook in het bestuur met bestuursleden met uiteenlopende achtergronden, kwaliteiten, deskundigheid en netwerken.
En dat is wat het CAN zowel bijzonder als sterk maakt wat in de dagelijkse praktijk in 2018 naar voren is gekomen! Verzoeken van het CAN voor overleg met overheden en officiele instanties werden haast bijna allemaal gehonoreerd, vervolgoverleg vond plaats, op conferenties vond intensief uitwisseling van kennis en informatie plaats, werd samenwerking gesmeed met sleutelfiguren, met andere organisaties in binnen- en buitenland.
En dat dat nodig is moge duidelijk zijn als je ziet hoe in een paar jaar tijd de ontwikkeling van cannabinoiden een ongekende vlucht heeft genomen.
De snelheid waarmee zowel de kennis als de inzichten over cannabinoiden is toegenomen alsmede het aantal gebruikers met even belangrijk om welke uiteenlopende aanleidingen het gebruik is toegenomen is ongekend.
Waar de CBD olie een aantal jaren geleden nog slechts het domein was van een paar pioniers in de wereld van cannabis is het nu een wijd verbreid fenomeen geworden. En dit was in 2018 een belangrijke taak voor het CAN om de onvermijdelijke groeistuipen van deze ontwikkeling zoveel mogelijk in goede banen te leiden. En dat dat gelukt is kan alleen al opgemaakt worden dat zowel de pioniers uit de cannabiswereld als die uit de mainstream aan reguliere bedrijven elkaar binnen het CAN kunnen vinden. Daar waar het risico van een splitsing tussen beide stromingen op de loer lag wordt er in gezamenlijkheid invulling gegeven aan de verdere uitwerking van de doelstellingen van het CAN.
En dat is de belangrijkste uitdaging voor het nieuwe jaar. Van wat daar de dossiers en speerpunten van zijn komen aan de orde op de Algemene Ledenvergadering op 28 januari 2019 ( welke agendapunten dat zijn wordt later bekend). Zet deze datum in de agenda zodat het CAN met de inbreng van de leden het nieuwe jaar weer even succesvol kan maken als 2018 ! En wat mij nu nog rest is een ieder een goed, gezond en gelukkig 2019 toegewenst!

August de Loor voorzitter CAN

voor meer informatie over het CAN, zie eerdere artikelen op deze website en raadpleeg
www.cannabinoidenadviesbureau.nl

Hoe de illegale achterdeur van coffeeshops om te vormen tot een legale? En dat zo snel mogelijk zonder allerlei onnodige onrust en spanningen!

Hierbij een eerste kleine inkijk van de inleiding van mijn notitie geschreven voor de opstellers van de AMvB notitie met voorstellen over het experiment van een toevoer van legaal gekweekte nederwiet aan de achterdeur van coffeeshops ( de volledige notitie volgt deze week) veel leesplezier!

Hierbij mijn commentaar op de notitie van de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) over het experiment van een gesloten toevoer van legaal gekweekte nederwiet naar coffeeshops (in deze notitie omschreven als het exclusieve experiment).

Om maar meteen met de deur in huis te vallen is mijn advies om van dit experiment af te zien omdat de opzet in werkelijk elk opzicht niet uitgaat van waar het bij dit experiment om te doen is van het doorbreken van de tegenstelling tussen de voor- en achterdeur van coffeeshops. Of het nou de voorstanders van het gedoogbeleid van cannabis zijn of de tegenstanders, beide zijn het er over eens dat de tegenstelling tussen de legale voordeur van een coffeeshop met die van de illegale achterdeur niet langer houdbaar is. Het bizarre is dat het experiment om die tegenstelling te onderzoeken van zichzelf vol met tegenstellingen zit. Het is de tegenstelling van dat meerdere jaren een beperkt aantal 100% legale coffeeshops moeten functioneren in tegenstelling tot het overgrote deel aan coffeeshops met nog illegale achterdeuren, van dat die legale coffeeshops het resultaat zijn van pure toeval van gevestigd zijn in steden die gekozen zijn om aan het experiment deel te nemen ( min of meer een variant van het 40 jarige vermaledijde nuloptiegedoogbeleid voor coffeeshops), van de tegenstelling dat die deelname verplichtend is waarbij het voor de coffeeshopeigenaar onduidelijk is welke lokaal politiek/bestuurlijke motieven een rol hebben gespeeld waarom de stad zich opgegeven heeft voor het experiment, van onduidelijkheid welke sanctionering er opgelegd kan worden mocht zich tijdens het experiment allerlei onvolkomenheden voordoen, van de tegenstelling dat waar de coffeeshopeigenaar altijd in vrees leefde voor de overheid bij zijn/haar activiteiten bij de achterdeur diezelfde overheid nu haast de volledige regie in handen heeft over diezelfde achterdeur, van de tegenstelling van dat het zwaartepunt van het experiment ligt bij onderzoek achter de achterdeur van coffeeshops terwijl het experiment allerlei extra verplichtingen aan coffeeshops oplegt die niets met die achter/achterdeur situatie van doen hebben, van de tegenstelling van dat de toekomst van de aan het experiment deelnemende coffeeshops nog onzekerder is dan de shops die niet aan het experiment meedoen terwijl die laatste deels nog afhankelijk is van een situatie waarvan zowel de voor- als tegenstanders van het gedoogbeleid vinden dat dat geen toekomst meer heeft dus moet stoppen!
Het is met verder in deze notitie aan uitleg over de nog vele andere inhoudelijke en praktische bezwaren tegen het exclusieve experiment dat ik van harte een andere opzet van onderzoek bepleit van een experiment van een fasegewijze toevoer van legaal gekweekte cannabis aan coffeeshops met als uitgangspunt dat, na bewezen aanslaan onder consumenten, deze soorten geleidelijk aan de illegale soorten uit de markt prijzen (in deze notitie omschreven als het organisch experiment). Het belangrijkste voordeel van deze vorm van experiment is dat het ontbreekt aan enige vorm van tegenstelling, het schuift als het ware “organische” in op een al meer dan 50 jaar dagelijkse gang van zaken van coffeeshops met als uitgangspunt van dat op een haast natuurlijke gang van zaken de illegale achterdeur steeds legaler wordt zonder dat dit tot allerlei ongewenste bijeffecten leiden
Deze opzet van het experiment is ook te prefereren omdat de wetenschappelijk toetsing eenvoudig te realiseren is en als nodig op een eenvoudige manier aangepast kan worden met als belangrijkste voordeel dat al vrij snel de eerste resultaten bekend worden zodat even snel op wetenschappelijke data de discussie gestart kan worden of en zo ja, hoe de legalisering van cannabis in Nederland vorm moet krijgen.

Experiment gesloten keten aanvoer legale cannabis aan een beperkt aantal coffeeshops

tot 24 december van dit jaar is het mogelijk om aan de regering de bezwaren kenbaar te maken over bovengenoemd experiment. Hierbij een aantal nieuwe argumenten tegen dit experiment, aanvullend op eerdere artikelen op deze website over dit onderwerp. Met mijn team aan adviseurs ben ik hard bezig om voor 24 december met een meer uitgebreid commentaar te komen op dit experiment met een warm pleidooi van dat de overheid voor een ander,beter experiment kiest.

Voor de leesbaarheid van dit artikel noem ik het experiment wat de regering wil het EXCLUSIEVE EXPERIMENT en waar ik voor pleit; INGROEIMODEL,
Het EXCLUSIEVE EXPERIMENT omvat het plan om in 6 tot 10 steden in Nederland de daar gevestigde coffeeshops 100% legaal te maken middels een gesloten keten van aanvoer aan de achterdeur van legaal gekweekte cannabis, waarbij de overheid de vergunningen aan de kwekers verleend. Daarnaast zijn deze shops verplicht van dat hun personeel een cursus volgt over veilig gebruik van cannabis aangevuld met voorlichtingsmateriaal over de risico,s van het gebruik van cannabis plus op de achtergrond van waar de regering op aanstuurt van een overall invoering van de Tabakswet in het publieke domein dus ook voor coffeeshops. De inschatting is dat tussen de 40 en 60 coffeeshops dit experiment verplicht opgelegd krijgen als uitvloeisel van dat de steden waar zij gevestigd zijn de aanvraag voor het experiment ingediend hebben.
Het INGROEIMODEL is een model van dat elke coffeeshop de mogelijkheid biedt om legale cannabis in te kopen, waarbij onderzoekers nagaan of dit type cannabis aanslaat onder de consumenten. Op basis van deze vorm van onderzoek wordt het circuit van legale kwekers aangestuurd van het inspelen op de wensen en behoeftes van de consument met als rendement dat de legale soorten wiet fasegewijs de illegale soorten in de coffeeshops vervangen. En dan numijn commentaar op het exclusieve experiment

1) Het exclusief experiment duurt alles bij elkaar, vanaf 1 januari 2019 gerekend tot haar eindconclusie, ongeveer 6 tot 7 jaar. Met als gevolg dat al die tijd het Nederlandse softdrugs- en coffeeshopbeleid in beton gegoten, lees potdicht zit, waarbij elke verandering, lees wens voor het oprekken van de gedoogcriteria door de opeenvolgende regeringen afgewezen zal worden met als excuus dat eerst het experiment afgewacht moet worden!! En dit in een tijdsgewricht waarbinnen zich allerlei nieuwe (inter)nationale ontwikkelingen en inzichten voordoen over dit dossier zoals dat steeds meer landen overgaan tot het legaliseren van cannabis. Het ingroeimodel heeft dat probleem niet

2) Het exclusieve experiment omvat veel meer aspecten van onderzoek dan alleen het onderzoek van de afname van de criminaliteit. Dit betekent dat het experiment zich niet beprkt tot onderzoek naar de afname van de criminaliteit ACHTER de achterdeur van coffeeshops maar zich ook bezig houdt over de gezondheidsrisico,s van het gebruik van cannabis, de overlast van de coffeeshop in de directe omgeving, enz. En al deze aspecten van het experiment worden onderzocht binnen een beperkt aantal aan coffeeshops waarvan de eigenaren volledig onwetend zijn wat dit aan gevolgen heeft voor het dagelijks functioneren van hun onderneming

3) Het exclusieve experiment tast in al haar aspecten het ondernemerschap aan van eigenaren en personeel van coffeeshops die aan het experiment moeten meedoen. En dat vanuit een verplichte situatie van het toeval van dat de coffeeshop staat in een stad die zich als kandidaat heeft opgegeven voor het experiment. Het waarom waarom die stad zich heeft opgegeven zal ongetwijfeld zijn eigen lokale mores hebben en dit kan weer van stad tot stad verschillen, waarbij elke stad haar eigen machtspositie heeft tot de lokale coffeeshops in hun hoedanigheid van het toezien op de naleving van de AHOJ-G criteria.

3) Het is volstrekt onmogelijk om met het exclusieve experiment tot gefundeerde conclusies te komen van waar het bij het experiment om te doen is. Dit komt niet alleen door dat er allerlei extra aspecten aan het experiment zijn toegevoegd maar ook het beperkt aantal steden die mee doen met daarbij dat de grote steden uitgesloten zijn plus dat er op geen enkele wijze rekening gehouden wordt met de uiterst onevenwichtige spreiding van coffeeshops over het land. Dit laatste betekent dat de afstanden tussen de deelnemende steden en de controlesteden enorm verschillen, zodat alleen al dit aspect het onderzoek naar de resultaten van een experiment onmogelijk maakt

En zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan met een toelichting van dat het exclusieve experiment vervangen moet worden door het ingroeimodel. Met het ingroeimodel kan je in elke fase van de uitvoering bijsturen, tast je de eigenheid van elke afzonderlijke coffeeshop niet aan ( van die van de RASTAcoffeeshop tot de MIDDLE OF THE ROADcoffeeshop). Want dat is mijn belangrijkste bezwaar tegen hoe in de AMvB notitie het experiment omschreven staat met als resultaat van dat dat type experiment de toekomstige coffeeshop in velerlei opzichten een soort eenheidsworst wordt met, als ik dat zou vergelijken met een cafe dit een cafe is zonder tap waarbij de sfeer veranderd is van het genieten/heffen van het glas tot het drinken uit een flessie met een foldertje van de Jellinek op de bar.