Beste coffeeshopeigenaar
Het beleid uit 1976 van het scheiden van de verkoop van softdrugs met die van harddrugs vormt de basis van het landelijke en lokale coffeeshopbeleid. Het spreekt voor zich dat van alle AHOJ-G gedoogcriteria voor coffeeshops die van de H van harddrugs de meest belangrijke is. Die regel raakt namelijk de kern van waar het bij het scheidingsbeleid om draait. Het is dus logisch dat de overheid extra alert is op de handhaving door coffeeshops van de H- regel. Terugkijkend op de afgelopen 40/45 jaar maakt duidelijk dat in coffeeshops het overtreden van de H-regel nauwelijks voorkomt ( terwijl uit rapportages van politie/justitie over de infrastructuur van de drugshandel vaak genoeg zowel soft- als harddrugs aangetroffen wordt wat betekent dat op het nivo van de consument, met het systeem van coffeeshops, een scheiding van beide middelen plaats vindt).
Nadere bestudering van die beperkte aantal overtredingen levert twee constateringen op van;
1) Van als er sprake is van een overtreding dit bijna in alle gevallen slordigheden van personeel betreft van het niet thuis laten van voor eigen gebruik van een portie harddrugs,
2) Van dat die slordigheden de laatste jaren zijn toegenomen
Dit laatste is een uitvloeisel van de popularisering ( ook wel omschreven als vervolksing) van het gebruik van uitgaansdrugs zoals XTC, snuifcocaïne, Ketamine, middelen die bij de start van het scheidingsbeleid in de jaren zeventig nog geeneens bestonden. Kortom, door de vervolksing van het gebruik van uitgaansdrugs neemt de kans toe dat coffeeshops de H-regel overtreden terwijl die overtreding niets van doen heeft van waar het bij het coffeeshopbeleid om gaat van het scheiden der drugsmarkten.
Coffeeshopeigenaren hebben er baat bij om hun personeel constant te wijzen op het belang van het handhaven van de H-regel van in welke zin dan ook geen aanwezigheid van harddrugs in de zaak. Hierbij strekt het tot aanbeveling om hen er ook op te attenderen ook geen andere psycho-actieve stoffen dan harddrugs op zak/rugzak te hebben zoals smartproducten, legale designerdrugs. Het ook onder de aandacht brengen van deze middelen verhoogt de alertheid bij het personeel van waar het bij coffeeshops om te doen is van het volledig focussen op softdrugs.
En om verder risico van het overtreden van de H-regel te voorkomen is het advies om de garderobe voor het personeel, zoals lockers/kapstokken, zoveel mogelijk af te scheiden van het publieke gedeelte waar de bezoekers zich bevinden. Want mocht bij de politiecontrole in dat afgesloten deel harddrugs aangetroffen worden in bijvoorbeeld de kleding van een personeelslid is het aannemelijk voor het OM dat het hier een slordigheid betreft wat de eigenaar niet aangerekend kan worden.
Een dergelijke situatie heeft zich recent in Amsterdam voor gedaan wat niet tot sluiting of anderszins aan strafoplegging voor de coffeeshopeigenaar heeft geleidt.
Met vriendelijke groet! August de Loor