Voor een pilletje naar de X-shop

Voor een pilletje naar de X-shop

ThumbnailMinder gezondheidsschade, minder consumptie per gebruiker, minder criminaliteit, minder milieuschade. Dat is het resultaat van hun optimale model voor het Nederlandse xtc-beleid, aldus een denktank van 18 experts op het gebied van verslaving, criminaliteit en drugsbeleid, die onder meer verbonden zijn aan de Universiteit van Maastricht, de Nationale Politie en het Transnational Institute.

Regulering productie en verkoop
Een gecombineerde aanpak, waarbij de productie en de verkoop van xtc wordt gereguleerd, de kwaliteit van xtc wordt bewaakt, de misdaad harder wordt aangepakt en het gebruik beter wordt gemonitord moet leiden tot dat resultaat, aldus de Denktank MDMA-Beleid (DMB), een initiatief van een groep deskundigen van Jellinek Preventie, de Hogeschool van Amsterdam, het Amsterdam UMC (AMC) en de Open Universiteit.

Beoordeling effecten mogelijke maatregelen
Het rapport van de DMB is vandaag gepubliceerd. Op grond van hun wetenschappelijke kennis en ervaring, en los van een overkoepelende ideologie, hebben de 18 experts de verwachte effecten van 95 mogelijke maatregelen beoordeeld en naar eigen zeggen het optimale model weten te genereren voor het Nederlandse ecstasybeleid. Zij onderzochten welke mogelijke maatregelen een bijdrage kunnen leveren aan het verminderen van de gezondheidsrisico’s en aan het bestrijden van de aan mdma gerelateerde criminaliteit.

Afgewogen eindoordeel
Het effect van 95 mogelijke maatregelen hebben zij gescoord op 27 verschillende uitkomsten, zoals gezondheidsschade, criminaliteit, mate van gebruik, milieuschade en internationale imagoschade. Voorbeelden van deze maatregelen zijn het al dan niet toestaan van reclame, vergunning voor de verkoop, een hardere aanpak van de misdaad, kwaliteitsbewaking van producten, drugsvoorlichting en strafverzwaring voor criminelen. Omdat het belang van de uitkomsten onderling nogal verschilt, zijn weegfactoren toegekend aan de 27 verschillende uitkomsten, zodat een afgewogen eindoordeel ontstaat.

Minder criminaliteit
Het advies is om productie en verkoop van xtc te reguleren, de kwaliteit van xtc te bewaken, de misdaad harder aan te pakken en het gebruik beter te monitoren. Toepassing van het optimale model zal dus leiden tot minder gezondheidsschade, minder consumptie per gebruiker, minder criminaliteit en minder milieuschade. Daarbij worden staatsinkomsten gegenereerd. Btw-inkomsten worden geschat op ongeveer twee miljoen euro per jaar plus inkomstenbelasting en eventuele accijnsheffingen. De DMB maakt de kanttekening dat toepassing van het optimale model kan leiden tot een lichte toename van het aantal gebruikers, maar de omvang (aantal pillen per jaar) daalt.

X-shop model
Met het oog op uitvoerbaarheid en politieke haalbaarheid is het optimale model enigszins aangepast tot het zogenaamde ‘X-shop model’, dat vrijwel dezelfde gunstige effecten heeft. Dat model is eigenlijk vergelijkbaar met het model van de gesloten cannabisketen, waarvan de proef binnenkort van start moet gaan. Het X-shop model is vooral bedoeld als eerste aanzet voor nieuw xtc-beleid en kan na maatschappelijke en politieke discussies worden verfijnd. Volgens de denktank kan daarna een implementatietraject worden gestart om van de huidige ongunstige situatie te komen tot een situatie waarmee zowel de gebruiker als de maatschappij optimaal zijn gediend.

Onderhandelingen met buurlanden
‘Het is natuurlijk niet zo dat als wij het enkel in Nederland goed regelen het criminaliteitsprobleem is opgelost’, zegt Floor van Bakkum, een van de initiatiefnemers van de denktank en manager preventie bij Jellinek. ‘Het mooiste zou zijn als een aantal landen samen deze ontwikkeling onderzoeken.’ In zijn aanbevelingen stelt de denktank verkenningen en onderhandelingen met buurstaten voor over invoering van een vergelijkbaar model voor regulering van xtc. Nederland kan dan als productieland de consumenten in buurlanden, nadat zij een vergelijkbare xtc-wetgeving hebben ingevoerd, voorzien van xtc-pillen van goede en gecontroleerde kwaliteit.

Internationale interesse
Nu gaat het grootste deel van de illegale xtc-productie naar het buitenland. Regulering in Nederland houdt dat toch niet tegen? ‘We hebben ook niet de illusie dat we de grote jongens er een slag mee kunnen toebrengen. Daarvoor zijn internationale stappen nodig. Maar de binnenlandse criminaliteit en het probleem van kwetsbare jonge drugsrunners kan er wel door verminderen.’ Volgens Van Bakkum volgt de internationale gemeenschap het onderzoek met interesse en volgt er binnenkort een publicatie in het wetenschappelijk tijdschrift Journal of Psychopharmacology.

Los van morele discussie
De groep experts heeft vrijwillig aan het onderzoek meegewerkt. De exercitie is vooral bedoeld om los van morele normen en waarden zo sec mogelijk naar de verwachte resultaten te kijken, vertelt Van Bakkum. ‘Stel je voert deze beleidsmaatregelen in, wat komt er dan uit? We nodigen mensen uit om zelf met het systeem aan de slag te gaan en te kijken of de scores kloppen als je ze zo objectief mogelijk doorrekent. We hopen de discussie over het drugsbeleid open te breken, uit die loopgraven en uit die morele discussie te komen. De aanpak is tweeledig: reguleren onder strikte voorwaarden en een stevige aanpak van de criminaliteit. Niet iedereen kan dus xtc kopen en we halen een deel van het winstmodel van criminelen onderuit, waardoor je de politie anders kunt inzetten. Dit onderzoek en het ontwikkelde systeem is vooral een aanzet voor de discussie. Mensen kunnen ermee spelen.’

bron:

https://m.binnenlandsbestuur.nl/nieuws/voor-een-pilletje-naar-de-x-shop.249208.lynkx

EU top court rules that CBD is not a narcotic drug

En zo op het eind van het rampjaar 2020 besluit de Europese Commissie om CBD van de lijst van drugs te halen zodat nu in 27 Europese landen van de EU CBD een voedingssupplement is.
Kortom een zeer welkom mooi eind van 2020.

bron:
https://www.politico.eu/article/cjeu-rules-that-cbd-is-not-a-narcotic-drug/

 

Open brief aan de burgemeester van Amsterdam

Geachte burgemeester, beste Femke,

Hieronder de kernpunten van mijn speech van vorige week, 22 oktober voor de Amsterdamse gemeenteraad bij het agendapunt over het I-criterium en mijn pleidooi om daar vanaf te zien.

Wat betreft punt 7 van mijn speech is dit een serieus aanbod met als kanttekening van dat ik zowel als binnenstadbewoner en als drugsdeskundige deuren open krijg die voor anderen gesloten blijven. Het is achter die deuren waar veel suggesties liggen voor het in goede banen leiden van de toestroom aan bezoekers naar onze stad EN hoe de leefbaarheid van de binnenstad verbeterd kan worden zonder dat dit de gastvrijheid van onze stad aantast. Kortom, als jij van jouw kant de deuren opent, dan valt er veel winst te halen! Over hoe dat georganiseerd moet worden is voor nader overleg.

Met vriendelijke groet!

August de Loor

 

Geachte leden van de Raad,

  1. “Massatoerisme”, “laagwaardig toerisme”, “drugstoerisme” Zolang zulke vage, lees containerbegrippen gebezigd worden kan je een beetje doordacht beleid over het verbeteren van het leefklimaat in de Amsterdamse binnenstad wel vergeten.
  2. En nu ik het toch over drugstoerisme heb: In de jaren 70 en 80 werden buitenlandse heroïne junkies als drugstoeristen omschreven. Anno 2020 zijn het bezoekers die in een coffeeshop een jointje roken die nu als drugstoeristen omschreven worden. Kortom, daar waar het Amsterdamse drugsprobleem is afgenomen is de intolerantie toegenomen!
  3. “Amsterdam drugshoofdstad van de wereld”,  “Amsterdam faciliteert de drugshandel”, “Wat betreft drugs kan en mag alles in Amsterdam”! Zolang we onze stad op een dergelijke volstrekt belachelijke manier zo wegzetten is elk voorstel die daar uit voortkomt even belachelijk ( voor meer uitleg, zie P.s.)
  4. En het I- criterium is zo’n voorbeeld van een ondoordacht beleid. De verwijzing van Tops/Tromp, raadsleden van de VVD, CU en menig ander belangrijk persoon/instantie als zou dit criterium succesvol in Maastricht uitpakken is een gotspe ( in moderne taal; fake news) A) Het overgrote deel aan zuidelijke steden hebben het criterium al tijden geleden opgedoekt, met als bijeffect van dat Maastricht kan pochen dat het criterium bij haar wel werkt  B) van dat er veel meer negatieve bijeffecten aan het criterium kleven als algemeen verondersteld wordt plus dat dit criterium al jaren een verkeerd signaal is naar een Europees softdrugs- en coffeeshopbeleid! En tenslotte is Maastricht in zowat al haar facetten van toerisme, ligging als samenstelling aan bevolkingsgroepen op geen enkele manier te vergelijken met Amsterdam.
  5. Het pleidooi op het invoeren van het criterium veronderstelt van dat er in Amsterdam sprake is van een strikte scheiding tussen ingezetenen en niet-ingezetenen. De dagelijkse Amsterdamse werkelijkheid is veel complexer aan menig overlap tussen beide categorieën. Ik raad een ieder aan om eens coffeeshops te bezoeken waar in het algemeen dezelfde diversiteit aan hele, halve, als niet ingezetenen aan bezoekers te vinden zijn als in cafés en dan vooral rond (inter)nationale festiviteiten als Koningsdag, Gay Pride, RAI congressen, ADE, volle Johan Cruyff Arena’s, SAIL, enz. Hoe kan je binnen een dergelijke complexiteit van onze stad met een uitgebreid aanbod aan publieke voorzieningen EEN voorziening uitzonderen waar een deel van mensen niet mag komen? Dat ruikt toch naar iets wat we niet willen ruiken!?
  6. En ook in praktische opzicht is het criterium een gotspe waarvan ik ervan uitga dat U dit middels meerdere notities van mijn hand al weet van hebt ( zie website; augustdeloor.nl)
  7. De toekomst van de Amsterdamse binnenstad verdient een genuanceerde aanpak. Met  mijn 71 jaar wonen en werken in die binnenstad plus 50 jaar werkzaam voor het Amsterdamse drugsbeleid wil ik daar mijn bijdrage bij leveren. Maar dat heeft alleen maar zin als dat vermaledijde criterium van tafel is!

Met vriendelijk groet en wijsheid in Uw raadswerk!

 August de Loor

Ps) wat betreft aard en omvang van het Amsterdamse drugsprobleem gaan bijna alle hoofdsteden in Europa ons voor om over een groot aantal grote steden in de USA, Afrika, Zuid Amerika en Azië maar te zwijgen. Waar Amsterdam zich in onderscheidt is dat een groot deel van het drug en druggebruik zich openlijk manifesteert zoals gebruikersruimtes voor junkies, heroïneverstrekking, spuitenruilprojecten, drugstestspreekuren, smartshops en ten aanzien van dit dossier; coffeeshops. Het was burgemeester Schelto Patijn die er steeds op wees van dat die zichtbaarheid een uitvloeisel is van het gedoogbeleid waarbij het maatschappelijk zichtbaar houden van een complex fenomeen het beste instrument is voor politiek/bestuurlijke bijsturing. De tragiek is dat die zichtbaarheid de beeldvorming voed als zou in Amsterdam maar alles mogen en kunnen met het slappe-de-andere-kant-opkijkende-stadhuis als politiek schuldige! En die beeldvorming beperkt zich niet tot de kooplui op de Albert Cuyp en andere onderbuiknivo,s in onze stad. Menig vooraanstaande persoonlijkheid laten zich al decennialang in die zin uit ( herinner de stuitende afscheidswoorden van interim burgemeester van Aartsen over het politieke klimaat van het  stadhuis ten aanzien van het Amsterdamse drugsbeleid). Je zou dan verwachten dat een Hoogleraar Bestuurskunde ( de heer Tops) en een senior journalist van de Volkskrant ( de heer Tromp) definitief zouden afrekenen met die beeldvorming. Het omgekeerde is gebeurd met als opmerkelijk gegeven dat tot op de dag van vandaag alle deuren van de lokale en landelijke kranten, radio en tv voor deze onderzoekers open staan. Het gevolg laat zich raden van dat op al deze beeldvorming over onze stad de roep voor een hard optreden steeds luider wordt ( tot zelfs twee progressieve dominees die in het Parool opriepen van dat Amsterdam een voorbeeld moet nemen aan Singapore waar druggebruikers de doodstraf riskeren. Op mijn reactie dat dit laatste ook van toepassing is op homo,s kwam geen reactie!). De roep voor het invoeren van het I-criterium is een logisch vervolg van die beeldvorming!

IGNORE STREETDEALERS-een waarschuwingscampagne waard!

Bij het bij coffeeshops langsgaan voor het afleveren van de IGNORE STREETDEALER posters wordt onderstaande brief voor de eigenaar achter gelaten. De inhoud spreekt voor zich!!

                                            Aan de eigenaar van deze coffeeshop,

                                                     “IGNORE STREETDEALERS”

                                           een waarschuwingscampagne waard!

Beste eigenaar,

Een aantal weken geleden kwam, door het versoepelen van de Corona regels de stad weer langzaam tot leven met meer dagjesmensen, uitgaanders en toeristen op straat. Helaas kwam in het kielzog daarvan ook weer het probleem van straatdealen op gang. Nu sinds verleden week de Coronaregels weer aangescherpt zijn blijkt uit waarnemingen dat het straatdealen niet alleen onverminderd doorgaat maar zich ook meer verspreid over de stad. Hoe leger de straten hoe hoger de pakkans dus hoe verder het straatdealen zich verspreid over de stad met vooral na 8 uur ’s avonds als de coffeeshops dicht zijn. Met hulp van het Adviesburo Drugs is dit voor de BCD aanleiding om de waarschuwingscampagne IGNORE STREETDEALERS van een jaar geleden weer nieuw leven in te blazen. Bij deze het verzoek om bijgevoegde posters op te hangen als bijdrage in het terugdringen van straatdealen. Hartelijk dank voor Uw medewerking!

 

Simone van Breda (voorzitter BCD)
August de Loor (Stichting Adviesburo Drugs)

Voor meer informatie: 06 222 50 820

 

 

Corona en het I-criterium, een onderzoek onder bezoekers van coffeeshops

 

Open brief aan de burgemeester van Amsterdam, beste Femke

DE BEREIDHEID VAN DE BEZOEKERS VAN COFFEESHOPS OM ZICH TE LATEN REGISTREREN

Een analyse in het perspectief van zowel het bestrijden van het coronavirus als het voorkomen van dat in Amsterdam het I-Criterium ingevoerd wordt.

Inleiding.

Als uitvloeisel van de richtlijnen in het bestrijden van het coronavirus mogen coffeeshops, analoog aan de andere horecagelegenheden, sinds 1 juli weer bezoekers toelaten in het horecagedeelte. Dit was voor een van jouw stadhuismedewerkers aanleiding het Adviesburo te verzoeken om na te gaan in hoeverre bezoekers van coffeeshops bereid zijn zich te laten registreren ( registratie ten dienste van brononderzoek bij geconstateerde positieve test op het coronavirus als instrument in het bestrijden van datzelfde virus).

Het resultaat van de afgelopen weken bezoeken van tientallen coffeeshops binnen en buiten het centrum plus gesprekken met personeel en bezoekers kom ik tot de conclusie dat, ondanks dat vele coffeeshops de moeite nemen om de registratie zo efficiënt mogelijk te laten plaatsvinden, de bereidheid onder de bezoekers gering is. Bij navraag valt op dat die geringe bereidheid niet tot nauwelijks iets van doen heeft met onderschatting van het besmettingsrisico van het coronavirus. Met soms zeer uiteenlopende opvattingen geven de bezoekers aan dit probleem serieus te nemen wat trouwens ook waarneembaar is van dat zij zich conformeren aan de corona preventie instructies van de coffeeshop. Uit de gesprekken met bezoekers en personeel heeft de weerstand tegen registratie veeleer te maken met privacy en dat specifiek in relatie tot het brononderzoek. Men snapt de noodzaak van brononderzoek maar is bevreesd van dat de informatie “doorlekt” naar derden omschreven als; “dan komt mijn baas, schoolhoofd of tante of oom of opa of oma of buurman of wie dan ook die ik eventueel besmet heb erachter van dat ik een coffeeshopbezoeker ben , kortom een liefhebber van cannabis. En dat is en blijft nog steeds een gevoelig onderwerp waar ik mijn vingers niet aan wil branden!”.

De geringe bereidheid voor het registreren van het bezoeken van coffeeshops heeft nog meer, meer algemene oorzaken zoals dat het laten registreren van het nuttigen van een genotsmiddel sowieso gevoelig ligt. Het door mij en mijn medewerkers de afgelopen weken langs gaan bij cafés bevestigde die gevoeligheid van dat ook daar nauwelijks sprake is van registratie, incluis een geringe bereidheid onder café bezoekers om zich te laten registreren. Bij bezoekers van coffeeshops komt daar nog de “mistige” wettelijke status van cannabis bij met daarbovenop de nog steeds diepgewortelde vooroordelen over dit middel en haar consumenten ( zie citaat hierboven). Op mijn vraag of die geringe bereidheid tot registratie zich ook voordoet bij het bezoeken van restaurants, winkels en andere publieke aangelegenheden wordt verbaasd gereageerd van dat diezelfde coffeeshopbezoeker daar geen enkele moeite mee heeft. Ergo een extra bevestiging hoe gevoelig de registratie binnen coffeeshops ligt.

Tot zover mijn belangrijkste constateringen van een aantal weken veldverkenning in de Amsterdamse coffeeshops met de vraag, lees uitdaging hoe de bereidheid onder bezoekers van coffeeshops verhoogd kan worden om, in de strijd tegen het virus, zich te laten registreren.

Het eerste waar ik aan denk is dat het stadhuis naar de coffeeshopbranche meer uitleg moet geven van dat de bronmeldingen gevrijwaard zijn/blijven van waar de registratie heeft plaats gevonden. Daarmee haal je de belangrijkste weerstand tegen registratie weg! Hoe dit naar de doelgroep gecommuniceerd moet worden is voor nader beraad en dat uiteraard in overleg met de coffeeshopbranche, c.q. de BCD. En daarbij kan je ook op de hulp van het Adviesburo rekenen.

Maar het allerbelangrijkste wat helpt om de schroom voor registratie weg te nemen is het bestrijden van het stigma ten aanzien van het gebruik van cannabis. Maar is daarvoor niet al decennialang de politiek aan zet? Van wat Minister van Agt van Justitie (CDA!) in 1976  bij de invoering van het scheidingsbeleid tussen softdrugs en harddrugs stelde van dat het nut van deze scheiding het meest tot zijn recht komt als binnen 5 jaar (lees 1981) cannabis gelegaliseerd zou worden. En was het niet burgemeester Patijn die in de jaren 90 daar aan toevoegde van dat niet het gedoogbeleid de schuld heeft aan de oplopende criminalisering maar het ontbreken van een logisch vervolg van het gedogen naar die van het reguleren en legaliseren van cannabis. Eenzelfde genuanceerde oproep door jou is in mijn ogen gewenst en juist nu van dat het ook als een strategische zet dient in de strijd tegen het coronavirus.

I-criterium

En om bij het thema van strategische handelen te blijven moet ook de geringe bereidheid voor registratie gezien worden in het licht van de pleidooien om in Amsterdam het I-criterium in te voeren. Op mijn eerdere bezwaren tegen dit criterium ( zie website; augustdeloor.nl met meerdere artikelen over dit criterium) wil ik daar aan toevoegen van dat er alom over het hoofd gezien wordt dat als niet- ingezetenen niet de coffeeshop in mogen dit betekent dat ook de papieren van ingezetenen gecontroleerd moeten worden.

Gelet op de ervaringen van de afgelopen weken hoe sterk de behoefte aan privacy heerst onder consumenten van cannabis is de angst reëel van dat het I-criterium drempelverhogend zal uitpakken voor alle bezoekers van coffeeshops, ergo dus ook voor ingezetenen waar het criterium niet voor bedoeld is. Dit risico is reëel met name onder bezoekers uit de hogere sectoren van het maatschappelijk bestel ( zie rapport over onderzoek naar de bezoekerspatronen in 11 coffeeshops in de Amsterdamse binnenstad; Adviesburo Drugs januari 2020, een rapport wat aangeeft van dat de bezoekers afkomstig zijn uit alle lagen van de bevolking in leeftijd, etniciteit en sociale klasse). Privacy is een zeer gevoelig fenomeen wat, zo leert de ervaring in vele vormen en onvoorspelbare gedragingen tot uiting komt. Het I-criterium zet dit alles op scherp wat bij het andere gevoelige fenomeen van die van het softdrugs- en coffeeshopbeleid wel het laatste is waar we op zitten te wachten.

Het door welke maatregel dan ook verhogen van de drempel van coffeeshops is in menig opzicht ongewenst. Iedere verhoging van de drempel van coffeeshops speelt het illegale verkoopcircuit van drugs in de kaart, een circuit die de afgelopen 10 jaar zich allang niet meer beperkt tot straatdealen van een enorme toename aan onzichtbare/oncontroleerbare verkoopadressen van zowel soft- als harddrugs van 06-lijnen, darkwebs en andere sociale media. De jongste informatie wijst erop van dat deze verkoopcircuits nu al inspelen op de invoering van het I-criterium door te benadrukken van dat zij volledige anonimiteit garanderen aan de klant zonder zich ook maar enigszins druk te maken of dit nou ingezetenen of niet-ingezetenen zijn.

Amsterdam 30 september 2020

August de Loor

 

 

 

 

Nieuwe impuls waarschuwingscampagne IGNORE STREETDEALERS

Na de Lockdown is er weer meer drukte in het publieke domein aan uitgaanders, toeristen, dagjesmensen met in de schaduw van dat ook het gilde van straatdealers weer wakker is geworden met alle ellende van dien.

Samenwerking tussen de VLOS ( belangenvereniging van Smartshopeigenaren) en het Adviesburo Drugs heeft  onderstaande postercampagne opgeleverd om te waarschuwen voor de praktijken van straatdealers. De campagne wordt via de smartshops landelijk uitgerold aangezien dit staatdealprobleem, ondanks de verschillen in aard en omvang, zich in alle steden van Nederland voordoet ( en dan vooral in steden zonder coffeeshops).

En als we het dan toch over coffeeshops hebben spreken wij onze grote bezorgdheid uit in het voornemen van steeds meer steden in het land om het I-criterium voor coffeeshops in te voeren. Waar de afgelopen jaren steeds meer steden in het land met dit criterium gestopt zijn wil bijvoorbeeld Amsterdam dit toch weer invoeren zonder te beseffen van wat zij daarmee over zichzelf afroept ( zie meerdere artikelen op deze website met inhoudelijke bezwaren tegen dit criterium).

De jongste info uit het veld die het Adviesburo binnen heeft gekregen is dat het Amsterdamse straatdealcircuit al inspeelt op een eventuele invoering van het criterium zoals het aanleggen van voorraden van hasj en Wiet, van “foute “XTC tabletten, versneden coke en speed tot inferieure soorten van designerdrugs aan toe! De ervaring leert nou eenmaal dat dealsystemen die vluchtig van aard zijn (zoals het straatdealcircuit waar de klant geen enkele mogelijkheid heeft om de koopwaar te controleren) verantwoordelijk is voor het aanbod van de meest vervuilde middelen. De IGNORE STREETDEALERCAMPAGNE (2014/2015) voor het waarschuwen van een straatdealer die onder de roepnaam van cocaïne witte heroïne verkocht met drie doden en 14 bijna doden als gevolg is daar een meest extreem voorbeeld van.

Kortom, er is alle aanleiding van dat welke gemeente dan ook afziet van het invoeren van het I-criterium.

Namens de VLOS en het Adviesburo Drugs

August de Loor   0622250820

Europese hennepsector vreest classificatie cannabidiol als verdovend middel

Hennep kan een brede waaier economische activiteiten ondersteunen. – Matthias Bein/Picture Alliance

De Europese Commissie mag niet de fout begaan om cannabidiol (CBD) uit een natuurlijke productie als een verdovend middel te classificeren. Die beslissing zou immers dramatische gevolgen hebben voor de hennepsector. Dat staat in een oproep die het Syndicat Professionnel du Chanvre (SPC), de vertegenwoordiger van de Franse hennepindustrie, samen met de Franse instellingen Synadiet, Phytolia en Iteipmai heeft gelanceerd.

De organisaties waarschuwen de Europese Commissie dat de classificatie de consumptie van synthetische cannabidiol zou bevorderen, de productie van de natuurlijke versie van het product zou beperken en de mogelijke tewerkstelling in de hennepsector teniet zou doen.

Veelbelovende sector

‘Het moet duidelijk worden gesteld dat cannabidiol-extracten van hennep, die momenteel in de Europese Unie als voedingssupplementen worden verkocht, geen psychotrope effecten hebben en door de mens goed worden verdragen,’ aldus de oproep.

De organisaties dringen er bij de Franse regering op aan de industrie en de consument te verdedigen. Indien cannabidiol tot de narcotica wordt gerekend, zal volgens hen een veelbelovend sector ten gronde worden gericht. Er wordt op gewezen dat hennep de basis voor een brede reeks economische activiteiten vormt.

Gewag wordt gemaakt van de recuperatie van hennepvezels voor gebruik in bouwmaterialen, textiel, papier, kunststoffen en biologische composietmaterialen. ‘Bovendien zou die beslissing de consumptie van synthetische cannabidiol – die niet door het besluit van de Europese Commissie wordt geraakt – bevorderen.’

De oproep is een reactie op het besluit van de Europese Commissie vorige maand om cannabidiol uit hennep voorlopig als een verdovend middel te classificeren. Een definitieve beslissing is echter uitgesteld.

Landbouw

Ook de European Industrial Hemp Association (Eiha) had in juli al gewaarschuwd dat een classificatie van cannabidiol als een narcoticum de hennepsector zou vernietigen.

‘Een dergelijke beslissing zou de landbouwers beroven van een onderhoudsvriendelijk en winstgevend gewas dat bovendien belangrijke ecologische voordelen zou kunnen bieden,’ betoogde Lorenza Romanese, directeur van de Europese hennepfederatie, daarbij.

‘Cannabidiol zou op de markt blijven, maar uitsluitend in synthetische vorm, waarvoor een vervuilende chemische productie noodzakelijk is,’ stelde Romanese nog. ‘Een dergelijk standpunt zou onrechtvaardig zijn en indruisen tegen elke logica.’

‘De Europese Commissie toont geen neiging om constructief samen te werken. Daarentegen wordt ervoor gekozen straffen op te leggen aan een sector die een bijdrage zou kunnen leveren tot de creatie van een emissievrije, biologische en duurzame economie.’

‘De sector zou een extra inkomen kunnen creëren voor de landbouwers, die de ruggengraat van de voedselmarkt van de Europese Unie vormen.’

bron: BusinessAM

EXCLUSIVE: Europe Still Processing Over Two Dozen CBD Novel Food Applications

EUROPEAN regulators are still processing over two dozen CBD Novel Food applications, BusinessCann can reveal.

In July, it emerged the European Commission (EC) had halted Novel Food applications after choosing to view CBD as a narcotic and not a food.

At the time it felt like a hammer blow to the continent’s CBD industry, but the EC has confirmed to BusinessCann that it is still considering around half of the 50 applications it has received.

Canna Consultants Director and co-founder Matt Lawson.

And, there may yet prove to be a lifeline for a compliant European CBD sector.

No CBD From ‘Flowering And Fruiting Tops’

The applications still in the system are being allowed to proceed as they consist of CBD extracted from hemp – Cannabis Sativa – fibres and seeds.

Whilst those for CBD derived from the flowering and fruiting tops of the hemp plant, have been halted.

In January 2019, the EC decided to classify CBD as a Novel Food whilst failing to make a distinction between which parts of the plant it was derived.

In July this year, it emerged that the EC now considers CBD extracted from the flowering and fruiting tops of the hemp plant a narcotic, as defined under the 1961 United Nations Single Convention on Narcotic Drugs (SCND).

Those submitted Novel Food applications for CBD, it now views as a narcotic, have been halted for two months to allow applicants to make further submissions on their validity.

Applications for the remaining, non-narcotic, CBD batch are still being considered by the EC.

‘Narcotic’ CBD Cannot Be A Food

The UK-based Canna Consultants were the first to report on this changing approach of the EC to CBD as is defined under the 1961 SCND.

The Canna Consultants Director and co-founder Matt Lawson told BusinessCann: “Governments and the EC who wanted to make the point about CBD as a narcotic, should have been speaking up in January 2019 and saying, ‘CBD is not a novel food, because it cannot be a food’.

Deepak Anand, Chief Executive Officer at Materia.

“They didn’t and, in consequence, led market participants to believe that they could invest on the principle that they could secure a positive outcome for their products.”

Deepak Anand, Chief Executive Officer at Materia, a medical cannabis and CBD wellness company, focused on the European market, said: “The European Commission should not have classified CBD as a novel food in January 2019. Based on this, it was incumbent upon them to have clarified the fruiting versus non-fruiting part.”

A European CBD Avenue Emerging

“CBD derived through the non-fruiting part of the plant isn’t as high – potency-wise – as the fruiting part of the plant but if that the only option the EC decides to permit and doesn’t consider it a Narcotic, I do see it being interesting and really the only avenue for CBD brands looking at the European market. As a result, we might expect increased applications for products derived therein.

“The regulatory situation with respect to CBD and Novel Foods in Europe is extremely volatile for any mainstream CBD brand to consider. Particularly those that want to comply with the regulations entirely or companies that might be publicly listed.”

The EC told BusinessCann that as far as it is concerned it has not changed its position on CBD and has always viewed it through the prism of the 1961 SCND.

EC Blowback On KanaVape Case

However, Mr Lawson believes the potential ramifications of the high-profile KanaVape case have shifted its stance.

To briefly summarise; earlier this year, following a six-year court battle an advisor to the European Court of Justice (ECJ) ruled cannabidiol, or CBD, shouldn’t considered a ‘narcotic’ drug.

This has yet to be ratified by the ECJ, with a decision expected next month.

Mr Lawson added: “Surely the time for the EC to have had a ‘preliminary view’ – and announced it – was in January 2019 when it declared CBD as a novel food.

“Given that it must have been aware that the CBD upon which it was adjudicating emanated from the fruiting and flowering tops – as opposed to the fibre and seed – the announcement should have come in two parts – novel food, if from fibre and seed, and narcotic, if from flowering and fruiting tops.

“Is it that they only decided to deploy this tactic when it became clear to France that it was going to lose the KanaVape issue?”

CBD levels in stalks, seeds and stems of the hemp plant are much less than those founds in the leaves and the flowers.

Moves to amend the status of CBD under the SCND are likely to be made at a United Nations Commission on Narcotic Drugs (CND) meeting scheduled for December this year.

Some WHO cannabis recommendations draw strong opposition at recent UN meeting

Two of the World Health Organization’s (WHO) cannabis scheduling recommendations might face an uphill battle getting adopted later this year by the United Nations’ Commission on Narcotic Drugs (CND).

That revelation stems from an analysis of statements made by U.N.-member states at a recent two-day CND meeting.

Still, many in the cannabis industry are hoping for a positive outcome at the end of the year, when a vote is planned.

The reason: If the two recommendations discussed at the CND meeting in June are approved, international trade in certain CBD preparations is expected to become more free.

That’s because such products would be subject to fewer international controls. And that, in turn, could boost sales.

During the recent closed-door CND meeting, participants discussed two of the WHO’s six cannabis-related recommendations:

  1. Recommendation 5.4 to delete cannabis “extracts and tinctures” from Schedule 1 of the 1961 Single Convention on Narcotics Drugs.
  2. Recommendation 5.5 to add a footnote to the cannabis entry in Schedule 1 of the 1961 Single Convention to clarify that preparations containing predominantly CBD and up to 0.2% THC are not under international control.

The CND’s virtual meeting at the end of June included only U.N. member states and intergovernmental organizations.

But Marijuana Business Daily was able to watch most of the content and concluded that member states which actively engaged in the conversation were largely reluctant to change the status quo.

The debate around Recommendation 5.4 was relatively uneventful because many consider the proposal to be mostly of an administrative nature – intended to avoid repetition of the word “preparations” – rather than a move to reduce any controls.

By contrast, the CBD recommendation had almost no vocal supporters during the meeting.

If adopted, Recommendation 5.5 could have more direct implications for the cannabis industry and result in greater trade in CBD products.

Among those countries voicing reservations were the United States, Canada and Brazil as well as nations such as Kyrgyzstan.

The apparent lack of verbal support is a worrying sign for cannabis companies hoping to capitalize on this possible international change that would clarify that certain CBD products are not subject to the controls of the 1961 Single Convention.

However, it is worth noting that a large number of countries remained silent throughout the meeting. These included European countries that were present at the meeting but only rarely engaged in the conversation.

If those countries support the recommendations in December, the chances of approval would look better than what the June meeting suggested.

In addition, many of the U.N.-member states that expressed disagreement with the two WHO recommendations aren’t current members of the CND, which means their position wouldn’t count in the December vote. These include nations such as Ghana and Singapore.

United States voices opposition

Recommendation 5.5 saw resistance from the United States – which until now had not voiced a firm opinion on this proposal.

But in statements at the meeting, the U.S. was clear it does not intend to support the WHO proposal.

Instead, it would prefer that member states “decide for themselves what an appropriate threshold (of THC) should be.”

The June meeting – as preparation for an expected December vote – was the “first topical meeting” in a series of three during which countries will discuss economic, legal, administrative and other implications of adopting the six WHO cannabis proposals.

The second “topical meeting” is scheduled to be held virtually Aug. 24-25.

In principle, the meeting will also be exclusively for member states and intergovernmental organizations. However, during the first meeting, Canada and Mexico asked the commission to reconsider the exclusion of civil society, such as nongovernmental organizations and reporters.

The ‘experts’

More than 600 participants from more than 100 U.N.-member states registered for the first topical meeting.

Countries also had the opportunity to preregister experts to deliver introductory presentations throughout the meetings, but only the following did so:

  • Algeria.
  • Argentina.
  • Australia.
  • Brazil.
  • China.
  • Colombia.
  • Japan.
  • Nigeria.
  • Russia.
  • Singapore.
  • Turkey.
  • United States.

Most of the experts were government officials either from health or drug enforcement agencies.

European countries not only were largely silent during the open debate, they also did not make use of the opportunity to bring in experts.

Recommendation 5.4

The first day’s discussion was about the proposal to remove cannabis “extracts and tinctures” from Schedule 1 of the 1961 treaty.

Although many consider this proposal to be simply administrative in nature, countries such as Japan expressed concern about the intention behind the recommendation and noted that its adoption might lead to misunderstandings.

Singapore warned during its presentation that this proposal would “result in loss of control.”

Thailand was worried that the proposal could “mislead the general public that they (tinctures and extracts) are not harmful and could be used without any restrictions.”

Recommendation 5.5

If the CBD recommendation is adopted, qualifying products would be exempt from international control.

However, many member countries and the European Commission are still unsure about the possible ramifications of the proposal’s approval.

This was one of the reasons why voting was previously postponed to December.

More recently, the International Narcotics Control Board (INCB) raised questions about the applicability of this recommendation and warned that cannabis cultivation for the purpose of extracting CBD would remain under control even if the proposal is adopted.

Although the 1961 convention exempts from its scope cannabis cultivation for “industrial purposes” – mentioning fiber and seeds as examples – the INCB interprets the examples as exhaustive.

Not everyone agrees with this way of reading the treaty. For instance, the U.S. said in the June meeting that fiber and seed are “suggestions” and “not a hard limitation.”

But when it comes to Recommendation 5.5, the U.S. said that several issues prevent the country from supporting the proposal.

One of several U.S. arguments was that member states should determine for “themselves what a pure preparation of CBD might contain, based on analytical capacity, abuse liability and prioritization of prosecutorial resources.”

In April, the U.S. removed CBD drug Epidiolex from its controlled substances list.

Canada also seemed unsupportive of Recommendation 5.5 as it is written, calling on the WHO to:

  • “Reformulate” the proposal because it is “inconsistent” with the 1961 treaty to specify “what is not subject to control rather than indicating what is subject to control.”
  • “Reexamine the THC threshold” – a position shared by the U.S.

Most of the countries that made statements about Recommendation 5.5 also had opposing positions, but for other reasons:

  • Brazil was worried about several issues, including the possibility of THC products bearing fake CBD labels to disguise international control.
  • Japan showed concern about the potential application of this recommendation to nonmedical products, something “not in line with the (1961) Convention.”
  • Singapore emphasized “preparations containing THC should not be excluded from international control, regardless of the amount.”
  • Indonesia lamented the WHO made a “hasty” decision to say that CBD preparations with minimum THC aren’t liable to abuse and called for more research. The spokesperson of the country said it’s “unnecessary” to use CBD medicines to treat children with epilepsy, as other more efficacious medicines are already available.
  • Turkey criticized the “predominantly CBD preparations” definition as ambiguous. The speaker also questioned the current ambiguity surrounding “cannabis cultivation for nonmedical CBD.”

Alfredo Pascual can be reached at alfredop@mjbizdaily.com

Amsterdam wil meer doen om toeristen te weren

In de strijd tegen verdere verspreiding van het coronavirus zet Amsterdam, de stad met veruit de meeste nieuwe besmettingen, volop in op het weren van dagjesmensen en toeristen. Het regionale beleidsteam van de veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland bespreekt dinsdag maatregelen om bezoekers te ontmoedigen naar de hoofdstad te komen maar neemt geen besluiten.

Drukte op De WallenBeeld ANP

Na overleg met burgemeester Femke Halsema riep het kabinet begin deze maand dagjesmensen en toeristen al op de hoofdstad niet in het weekeinde te bezoeken en drukke plekken te mijden. Het regionale beleidsteam, de bestuurlijke top van de veiligheidsregio, wil ‘uitbreiding en intensivering’ van die boodschap. De cijfers in Amsterdam baren nog steeds zorgen. Maandag meldde het RIVM 574 nieuwe besmettingen, waarvan 124 in Amsterdam: zoveel waren het er sinds 15 augustus niet meer geweest in de hoofdstad.

Over een mogelijk verbod op bezoek van dagjesmensen en toeristen aan Amsterdam ontstond vorige week verwarring, maar zo’n drastische maatregel hangt nog wel degelijk boven de markt. Tijdens een technische briefing, vorige week donderdag, zijn gemeenteraadsleden daarover geïnformeerd door een hoge functionaris van de veiligheidsregio. ‘Ik ben me rot geschrokken’, zegt een raadslid.

Het ‘afsluiten van de stad en/of regio’ voor toeristen ziet burgemeester Femke Halsema als een uiterste maatregel die alleen bij een oplopend aantal besmettingen en met instemming van het Rijk genomen kan worden. Halsema vindt nu al dat het virus een economische ravage heeft aangericht en vreest nog meer schade en uitvoeringsproblemen als toeristen moeten worden geweerd.

Duivelse dilemma

Zie hier het duivelse dilemma waarvoor Halsema geplaatst kan worden, zegt D66-fractievoorzitter Reiner van Dantzig. Over het aandeel van toeristen in het oplopende aantal besmettingen in Amsterdam bestaat onduidelijkheid. Van Dantzig: ‘Toeristen test je hier niet. Die zijn op enig moment weer weg. Maar gezond verstand zegt je dat ze zo het virus kunnen meenemen en elders weer verspreiden.’

Van belang hierbij is te wijzen op de ‘soort’ toeristen die sinds 1 juli weer naar Amsterdam zijn gekomen. Jongeren die met goedkope pretvluchten naar de hoofdstad vliegen, veel (vooral Duitse) drugstoeristen, veel toeristen die de overvolle Wallen als reisdoel hebben. Afstands- en andere coronaregels worden massaal genegeerd.

Vorige week dinsdag, na de laatste persconferentie van het kabinet, werd het verbod als ultieme maatregel geopperd in een brief van de Veiligheidsraad, ondertekend door voorzitter Halsema. Dat bleek een foutje, zo lichtte zij nog dezelfde avond toe.

Inmiddels is duidelijk geworden dat het (beoogde) toerismebeleid in Amsterdam politiek gevoelig ligt. De huidige coalitie van GroenLinks, D66, SP en PvdA wil – net als veel binnenstadsbewoners – het almaar uitdijende toerisme een halt toeroepen. Dat is al voor het uitbreken van de coronacrisis uitgesproken. Burgemeester Halsema, die dit eerder ook al deed, laat nog onderzoeken uitvoeren over meer spreiding van toeristen over de stad.

Grote economische schade

De gevoeligheid schuilt er vooral in dat het terugdringen van toerisme grote economische schade berokkent. Amsterdam werd vorig jaar door 20 miljoen toeristen aangedaan die samen 178 miljoen euro aan toeristenbelasting betaalden. Dat is bijna net zo veel als de gemeente aan ozb ontvangt.

Toerisme is goed voor 70 duizend banen (bijna 10 procent van de hoofdstedelijke werkgelegenheid), schreef wethouder Victor Everhardt (Financiën, Economische Zaken) in mei aan de gemeenteraad. Hij vreest dat de hoofdstad dit jaar 116 miljoen euro aan toeristenbelasting misloopt.

Volgens oppositieleidster Marianne Poot (VVD) ‘misbruikt’ de coalitie de coronacrisis om het toerisme aan te pakken. Bronnen in de coalitie en het college van B en W spreken dat tegen. Een wethouder: ‘Dat het weren van toeristen geld kost, weten we ook wel. Het gaat nu om de aanpak van de verspreiding van corona. Iedereen kan zien dat het in de toeristische gebieden uit de hand loopt. Het weren van toeristen reikt minder ver dan een tweede lockdown, want dan zijn de gevolgen helemaal niet meer te overzien.’

Amsterdam maakt al sinds 2014 geen reclame meer voor zichzelf in het buitenland, zegt promotieorganisatie Amsterdam&Partners. Niettemin komen er steeds meer toeristen, vooral voor de coffeeshops en de Wallen. Tijdens een commissievergadering Algemene Zaken liet Halsema doorschemeren te gaan onderzoeken of tijdens deze coronacrisis een verbod op bezoek door toeristen aan coffeeshops mogelijk is.

bron: Parool