De Stichting Adviesburo Drugs stelt zich ten doel om kennis en inzicht te verhogen in alles wat met het gebruik van drugs te maken heeft en dit ter beschikking te stellen aan een zo breed mogelijk publiek.
Na 30 jaar is het Adviesburo Drugs gestopt met het testen van drugs. Vanaf 1 januari 2016 kunnen jullie terecht bij: http://www.ggd.amsterdam.nl/drugs/drugstestservice/
Het Adviesburo Drugs houdt zich nog steeds bezig met allerhande drugsthema’s zoals het in de gaten houden van nieuwe drugstrends, deze informatie omzetten in preventie en voorlichting en adviezen voor instanties, overheden, politici, journalisten, enz. En uiteraard blijft het Adviesburo zich inzetten voor vernieuwend drugsbeleid, zoals het legaliseren van cannabis.
=============================
Het Adviesburo is in 1986 opgericht door August de Loor en heeft sinds 1994 een stichting als rechtsvorm met een bestuur en een raad van adviseurs.
Bestuur:
Drs. J.C. Filedt Kok, voorzitter
Drs. F.P. Knaack, penningmeester
G.P.D. Thesingh, secretaris
A. Hollander, algemeen bestuurslid
Raad van Adviseurs:
Drs. G. Fabius
C.Deutsch
J. Korver
N.C. Strietman
T. Jansen
J.J. Arnold
Staf:
August de Loor
De Stichting stelt zich ten doel:
Het verhogen van kennis en inzicht in alles wat met het gebruik van drugs te maken heeft en dit ter beschikking stellen aan een zo breed mogelijk publiek;
Het terugdringen van de negatieve gevolgen van het gebruik van drugs.
Deze doelen worden gerealiseerd door:
Het signaleren van de jongste trends in zowel vraag als aanbod van de drugsmarkten, zoals de opkomst van nieuwe drugs, nieuwe versnijdingen, nieuwe inname technieken, nieuwe consumentengroepen of nieuwe productie- en/of distributiekanalen.
Op basis van deze kennis een bijdrage leveren aan een van de belangrijkste doelstelling van het Nederlandse drugsbeleid van het zoveel mogelijk beperken van de risico’s van druggebruik.
Het initiëren c.q. begeleiden van belangenverenigingen of andere vormen van zelforganisatie van gebruikers en/of sleutelfiguren binnen de drugsmarkten.
Het begeleiden van deze verenigingen met als doel deze in te schakelen bij het bedenken en uitvoeren van drugspreventie en -voorlichting.
De kennis en ervaring verzamelt uit bovengenoemde werkzaamheden vertalen in beleidsadviezen en deze, gevraagd of ongevraagd, ter beschikking stellen aan lokale en landelijke overheden en instellingen in de gezondheidszorg, verslavingszorg, drugsonderzoekers en anderen personen en instanties die direct of indirect betrokken zijn bij het Nederlandse drugsbeleid.
Toelichting verbondenheid Adviesburo met belangenverenigingen
In zijn hoedanigheid als straathoekwerker (gestart in 1971) was de directeur van het Adviesburo in 1975 medeoprichter van de MDHG, de eerste belangenvereniging in Nederland van en voor harddrugsverslaafden. De MDHG groeide uit tot een denktank waar zeer veel projecten uitgedacht en zienswijzen ontwikkeld werden die nu nog steeds een integraal onderdeel vormen van het Nederlandse drugsbeleid. Het ruilen van spuiten, heroïneverstrekking, het testen van drugs, laagdrempelige methadonprogramma’s zijn niet meer weg te denken en hebben over de hele wereld navolging gekregen. Vanaf de jaren negentig, toen andere belangenverenigingen opgericht werden (landelijk overleg partyorganisatoren-1992, de Bond van Coffeeshopeigenaren BCD-1994, het landelijk overleg lokale coffeeshopbonden LOC-2004 en de vereniging van Smartshopeigenaren VLOS-1995) fungeert het Adviesburo als adviseur (gezondheidspreventie) van deze verenigingen.
Al deze verenigingen blijken steeds weer effectieve instrumenten te zijn bij de uitvoering van preventie en voorlichting. In elk opeenvolgend jaarverslag van het Adviesburo staan hier vele voorbeelden van. Het is alleen al hierom dat het Adviesburo veel tijd en moeite steekt in het adviseren van deze verenigingen.
De contacten van het Adviesburo met belangenverenigingen biedt zowel Amsterdam als VWS de mogelijkheid om met hen in overleg te treden. Zo voert de gemeente Amsterdam sinds 1994 overleg met de belangenvereniging van coffeeshopeigenaren, de BCD voor het ontwikkelen van het lokale softdrugs- en coffeeshopbeleid. In navolging van de BCD zijn er ook in andere steden lokale coffeeshopbonden opgericht, wat uiteindelijk geleid heeft tot de oprichting van het Landelijk Overleg Coffeeshopbonden. Dit landelijk Platform biedt de mogelijkheid dat ook op nationaal politiek en bestuurlijk niveau overleg kan plaatsvinden met de coffeeshopbranche.
Werkzaamheden ter ondersteuning van het lokale en landelijke drugsbeleid
Al decennia lang erkent zowel het Ministerie van VWS als de gemeente Amsterdam het nut van bovenbeschreven werkzaamheden. Vandaar dat de Stichting subsidie van beide overheden ontvangt. Daarnaast worden inkomsten gegenereerd uit het adviseren van belangenverenigingen, het verzorgen van workshops, trainingen en cursussen, deelname aan conferenties en begeleiden van (inter)nationale delegaties en, in het kader van de Nationale Drugsmonitor, het testen van drugs. Beide overheden zijn niet alleen op de hoogte van deze inkomsten maar spreken daarover ook hun waardering uit, omdat het Adviesburo daarmee haar maatschappelijke inbedding aantoont alsmede dat deze werkzaamheden aansluiten op de doelstellingen van het Nederlandse drugsbeleid.
Het ontvangen van (internationale) delegaties biedt de gelegenheid de vaak vele misverstanden die er in het buitenland over het Nederlandse drugsbeleid bestaat weg te nemen. Het biedt tevens de mogelijkheid om de projecten, zoals spuitenruil en hettesten van drugsonder internationale aandacht te brengen.
Het signaleren van drugstrends
Zonder kennis over de actuele trends in vraag en aanbod van drugs is het niet mogelijk preventie en voorlichting te plegen alsmede overheden, haar uitvoerende instanties en belangenverenigingen van advies te voorzien.
Het in beeld krijgen van de jongste trends in vraag en aanbod van drugs valt en staat bij het kunnen beschikken over betrouwbare bronnen. Vanwege de illegaliteit en het taboe rond drug en druggebruik is het verzamelen van deze bronnen een moeilijke aangelegenheid. Middels een pakket aan werkzaamheden, zoals het drugstestspreekuur, de drugsinfolijn, overleggen met belangenverenigingen en sleutelfiguren, beschikt het Adviesburo over uiteenlopende bronnen, waarmee inzicht verschaft kan worden over de meest actuele trends in vraag en aanbod binnen vijf te onderscheiden drugsmarkten, te weten:
1. de markt van cannabis, het na alcohol meest populaire genotsmiddel;
2. de markt van uitgaansdrugs van o.a. XTC, cocaïne (snuif), amfetamine, GHB;
3. de markt van smartproducts
4. de markt van hallucinogene drugs zoals bepaalde soorten cactussen, kruiden, paddo’s en LSD;
5. de markt van roesmiddelen van die van heroïne en cocaïnebase (de wereld van verslaafden aan deze middelen).
Dit onderscheidt tussen groepen gebruikers, productie- en/of handelslijnen betekent niet dat er geen overeenkomsten tussen de markten bestaan, maar deze zijn echter veel kleiner dan de verschillen, zodat met recht van opzichzelfstaande drugsmarkten in zowel vraag als aanbod gesproken kan worden.
Het Adviesburo verzamelt informatie over de markten van smartproducten en van hallucinogenen via het adviseren van het landelijke overleg van smartproducten (VLOS), via contacten in het veld, bezoeken aan smartshops, en onderzoek naar nieuwe smartproducten, het testen van hallucinogenen en het raadplegen van internet.
Informatie over vraag en aanbod van uitgaansdrugs wordt verzameld via het drugstestspreekuur (waar voornamelijk uitgaansdrugs ter analyse worden aangeboden), via de drugstelefoon, via bezoeken van party’s en advisering van partyorganisatoren, eerstehulpposten op party’s, lokale CPA’s en ambulancediensten.
Informatie over de wereld van verslaafden wordt verkregen via het bezoeken van de ‘werkvloer’ van de verslavingszorg, het bezoeken van drugspanden en via overleg met belangenverenigingen van drugsverslaafden.
Informatie over cannabis wordt verkregen via het bezoeken van coffeeshops, growshops, kwekerijen, via overleg met lokale coffeeshopbonden en het landelijke overleg van coffeeshopbonden, het LOC.
Het spreekt voor zich dat bij al deze contacten, overleggen, veldonderzoeken een vertrouwensrelatie de voorwaarde is om tot vruchtbare resultaten te komen. Aan de andere dient de noodzakelijke professionele distantie in acht genomen wordt. Gezondheidspreventie, het terugdringen van de risico’s van druggebruik is de drijfveer van het werk van het Adviesburo. Overidentificatie met druggebruikers, belangenverstrengeling met sleutelfiguren of een volgzame houding naar instanties of overheden mag daarbij geen sprake zijn. Sterker nog, zonder professionele afstand is het niet mogelijk die informatie binnen te krijgen wat een betrouwbaar beeld geeft over de ontwikkelingen van de drugsmarkten. Zoals eerder aangegeven is het verzamelen van informatie over een onderwerp wat omgeven is met illegaliteit en taboe een complexe aangelegenheid. Aan de hand van een uitleg over het drugstestspreekuur wordt duidelijk wat er allemaal komt kijken om de trends van vraag en aanbod over de markt van uitgaansdrugs in beeld te krijgen.