Maandelijks archief: augustus 2017

XTC IN DOORDRUKSTRIPS een plan van aanpak over de legale verkoop van XTC

 

 

Inleiding

De laatste jaren neemt vanuit uiteenlopende kringen de roep toe om de verkoop van XTC uit het strafrecht te halen, zoals recent de oproep vanuit de jongerenafdeling van D,66. Hiermee sluiten zij aan op de loop van de geschiedenis van dat al in de jaren negentig van de vorige eeuw D,66 minister Borst van Paars 2 opdracht gaf om hier nadere voorstellen over uit te werken.  In een van haar denktanken is toen het idee geopperd om XTC te verkopen in doordrukstrips met op de strip de meest belangrijke tips voor verstandig gebruik (een idee afkomstig uit de smartshopbranch waar paddo,s verkocht werden in zogenaamde versbakjes met op de verpakking de verstandige gebruiktips over dit middel). Het is dit waar deze notitie haar naam aan te danken heeft.

Aansluitend op het idee van de doordrukstrips was het voorstel van dat diezelfde branche een licentie kreeg voor de legale  verkoop van XTC.

Deze notitie legt uit dat het sinds die jaren negentig volstrekt anders is gegaan met het Nederlandse XTC beleid met als algemene conclusie dat dit weinig goeds heeft opgeleverd. Dit wordt toegelicht aan de hand van de belangrijkste feiten over bijna 30 jaar trends in het gebruik van XTC  en wat de bestrijding van productie, handel en gebruik van XTC voor negatieve gevolgen heeft gezorgd. Kortom, er is meer dan voldoende reden voor het inslaan van nieuwe wegen in het XTC beleid.

Maar dat niet alleen!  Met meer dan 40 jaar werkervaring  zie ik steeds weer dat alles rond drug en druggebruik als een op zichzelf staand fenomeen beschouwd word, een van buiten- en bovenaf gevaar waar de maatschappij zich tegen moet wapenen. De werkelijkheid leert echter dat zowel productie, handel als gebruik diep verankerd liggen binnen maatschappelijke kaders. Veranderen die maatschappelijke kaders dan veranderen alle aspecten rond drug en druggebruik ( de relatie tussen tijdgeest en drugtrends).

Kortom, een effectief XTC beleid kan niet zonder het ontwikkelen van allerlei andere beleidskaders zoals bij deze uitgaansdrug het verhogen van de veiligheid van uitgaan, het weerbaar maken van jongeren, maar vooral het erkennen dat het gebruik van drugs een essentieel onderdeel vormt van de sociaal/culturele ontwikkelingen van een samenleving. Daar waar het drugsbeleid nu bepaald wordt vanuit de ministeries van Justite/Veiligheid en van VWS (de combinatie; bestrijding/bevoogding) is in mijn ogen het onderbrengen van het drugsbeleid onder het Ministerie van Genotsmiddelen meer op z,n plaats..

Trends

 

Feiten

 

  • XTC is vanaf de opkomst in het gebruik (1987) uitgegroeid tot de meest populaire uitgaansdrug.

 

  • XTC is van een witte-middenklasse-drug (van gebruik binnen de “witte” House Partywereld) uitgegroeid tot een multi-culti-drug ( van gebruik binnen uiteenlopende uitgaanscircuits) met vooral bij die  laatste ontwikkeling van dat dit ten koste ging van de populariteit van andere uitgaansdrugs van vooral cocaïne en speed

 

  • De beleving die consumenten aan XTC  toedichten is de afgelopen decennia van zeer veel invloed geweest op de  leef- en denkwereld van uiteenlopende categorieën van mensen van zowel die wel als die geen XTC gebruiken. Deze invloed is terug te zien in het ontstaan van nieuwe vormen van muziek, kunst ( en daaraan gelieerde andere culturele uitingsvormen), uitgaanspatronen, mode , taal, enz.

 

Commentaar: Met deze opsomming kan gesteld worden dat XTC uitgegroeid is tot een “vervolkst” genotsmiddel, zowel wat betreft aard en omvang van gebruik als wat het aan veranderingen teweeg heeft gebracht binnen allerlei maatschappelijke sectoren, (sub)jeugd en uitgaansculturen. En zo leert de geschiedenis van dat het van weinig inzicht getuigd om te veronderstellen dat een “vervolkst” fenomeen met bestrijden en bevoogden weer terug in de fles te krijgen is (n.b. ik neem met de term “vervolkst” bewust afstand van “genormaliseerd”, een term die drugsinstanties en drugsonderzoekers toedichten aan de gestegen populariteit van XTC. In mijn ogen kleven er twee nadelen aan deze term van dat het veel te weinig uitdrukking geeft aan dat trends in drug en druggebruik diep verankerd liggen binnen maatschappelijke processen plus dat als reactie op deze term het hardnekkige vooroordeel in stand blijft als zou iedere opeenvolgende generatie jongeren er een extremer gebruik van drugs op nahouden van ten aanzien van XTC; “van dat die jeugd van tegenwoordig – zonder enige norm- er maar op los slikt!”. Mijn reactie daarop is;  “Als dat zo zou zijn zouden er, mede gelet op het rouleren van “foute “ XTC-tabletten, ieder weekend tientallen, zo niet honderden ernstige voorvallen zich rond XTC moeten voordoen; zelfs in de meest heftige periode in het gebruik van XTC van die van de Gabbertijd gebeurde dat niet!

 

 

Risico’s van gebruik

 

Feiten

 

  • Gebruik van XTC tijdens uitgaan beperkt ingrijpend het gebruik van alcohol.

 

  • Zoals eerder aangegeven heeft de populariteit van XTC in bepaalde kringen van uitgaanders de populariteit van cocaine en speed doen afnemen. Vandaar dat de opkomst en verdere populariteit  van XTC  omschreven wordt als de lighttrend in het gebruik van uitgaansdrugs

 

  • Gebruik/werking van XTC leidt niet tot agressie.

 

  • Van door-de-weeks-gebruik van XTC is niet of nauwelijks sprake. Hiermee onderscheidt XTC zich van andere uitgaansdrugs zoals cocaine, speed, GHB, middelen met meer kans van door-de-weeks- gebruik, ergo middelen met een verhoogd risico van dwangmatig gebruik

 

  • Als XTC-eerste-hulp nodig is, is de patient veelal meegaand, wat een hoog succespercentage van de eerste hulp oplevert, plus dat van XTC-eerste-hulp een hoog preventief effect uit gaat ( van; dit, maar geen tweede keer!”)

 

  • Onderzoek naar aanleiding van de berichtgeving in de media over dodelijke voorvallen rond XTC toont aan dat altijd meer factoren dan alleen het gebruik een rol speelt, zoals: 1) verborgen ziektes, 2) dat uit privacyoverwegingen het slachtoffer niet of te laat naar de eerste hulp is gegaan, 3) combigebruik met andere middelen/medicijnen, 4) onbekendheid over de dosering, 5) het gevolg van het gebruik van “vervuilde“ tabletten, 6) gebruik binnen een te risicovolle omgeving zoals te hete zalen. Al deze factoren rechtvaardigen de one-liner van; “XTC-doden bestaan niet!”.

 

  • Het gebruik van XTC is binnen de uiteenlopende groepen van gebruikers omgeven met rituelen plus dat het in bijna alle gevallen in groepsverband gebruikt wordt. En zo leert de ervaring van dat als binnen dergelijke condities genotsmiddelen gebruikt worden het risico van dwangmatig gebruik beperkt blijft

 

Commentaar: Met deze opsomming kan gesteld worden dat de risico’s van het gebruik van XTC beperkt is. In populaire termen is XTC de “softdrug onder de uitgaansdrugs”.

 

 

Landelijk beleid van bestrijding, productie, handel en gebruik van XTC

 

Feiten

 

Daar waar in 1996 de toenmalige regering ( Paars 2) met de oprichting van de landelijke Politie/Justitie Unit Synthetische Drugs (USD) zowel productie, handel als gebruik van XTC wilde bestrijden (“aan XTC de genadeklap toedienen” ,zoals premier Kok/ minister Sorgdrager op de persconferentie Nieuwspoort November 1996 dit nieuwe beleid aankondigde) heeft het omgekeerde plaatsgevonden, zoals

 

  • Een direct na deze aankondiging een scherpe toename van de criminalisering van productie en handel van XTC . Uit angst voor de veramerikanisering van het Nederlandse politie- en justitieapparaat ( de start van de USD werd in de publieke media gepresenteerd met bedrieglijk veel overeenkomsten met de War on Drugstaal uit de USA. Alleen al de introductie in Nederland van het begrip synthetische drugs is daar een voorbeeld van) stapte een groot deel van de vanaf 1987 generaties van niet-criminele XTC-producenten en handelaren uit de XTC markt. Daarvoor in de plaats kwam een netwerk aan nieuwe producenten van voor een groot deel uit de vanaf de jaren vijftig criminele netwerken van speedproducenten (uit vooral het zuiden van het land). Met het opkopen van de know-how  van de gestopte XTC producenten kreeg de speedhandel op een eenvoudige en snelle manier haar aandeel op de markt van uitgaansdrugs weer terug, een aandeel die zij door de toenemende populariteit van XTC vanaf 1987 kwijt waren geraakt. Dit, plus dat XTC redelijk makkelijk lokaal te produceren is, zijn sinds die tijd onafhankelijk van elkaar opererende XTC productie- en handels netwerken ontstaan[1].

 

  • In het kielzog van deze ontwikkeling nam het aantal gelukszoekers en opportunisten in de productie en handel van XTC toe met als gevolg een toename in het aanbod van slechte kwaliteit XTC-tabletten, zoals tabletten met goedkopere werkzame stoffen dan MDMA.

 

 

  • Overproductie van het MDMA-poeder met als gevolg een daling van de prijs van een XTC-tablet van 25 gulden in de jaren negentig tot, vanaf het nieuwe millennium, 3 tot 4 euro.

 

 

  • Het vanaf het nieuwe millennium geleidelijk ontstaan van een scheiding tussen de producenten van de werkzame stof MDMA en de makers van tabletten, met als gevolg een enorme toename aan verschillende typen XTC-tabletten in vorm, kleur en logo met daardoor een enorme variëteit aan doseringen en verschillen aan werkzame stoffen in de tabletten , een vanuit het oogpunt van gezondheidspreventie voor de gebruikers zeer onwenselijke situatie[2].

 

  • Vanaf 1997 een scherpe toename in het aanbod van “vervuilde” XTC-tabletten.

 

  • Vanaf het begin van de eeuwwisseling een toename van het dumpen van XTC drugslab- en chemicaliënafval in de natuur.

 

  • En tenslotte heeft het aangescherpte XTC beleid geen enkele invloed gehad op de afname van de populariteit van XTC. Integendeel; vanaf 1997 is de populariteit van XTC alleen maar toegenomen volgens de patronen zoals eerder in deze notitie beschreven. In het licht van de afnemende kwaliteit in het aanbod van XTC ,die zich in diezelfde periode voordeed, is dit een opmerkelijke constatering. Het is een indicatie van het bestaan van wat ik omschrijf als het zelfcorrigerend vermogen van de illegale drugsmarkt van dat kennelijk vanuit de consument een invloed uitgaat op het aanbod van dat er toch voldoende partijen drugs van redelijke kwaliteit in omloop blijven waardoor het risico getrotseerd wordt om drugs te blijven gebruiken/te beginnen van in dit geval XTC.

 

Commentaar

Bovenstaande toelichting toont aan hoe bizar Paars 2 heeft geopereerd in aanvankelijk  eerst het voornemen van het uit het strafrecht halen van de verkoop van XTC om vervolgens twee jaar later met de oprichting van de USD starten van een op Amerikaanse leest geschoeide XTC beleid. Naar aanleiding van zorgelijke geluiden over deze omslag ( een breuk met het internationaal alom geprezen Nederlandse drugsbeleid) reserveerde het Ministerie van VWS 1 miljoen gulden voor onderzoek naar de, vanuit  gezondheidspreventie,  negatieve gevolgen van de werkwijze van de USD. Het is bizar dat niet alleen dit onderzoek er nooit gekomen is maar ook dat niemand daar ooit enig ophef over gemaakt heeft. In plaats daarvan verscheen na ongeveer 10 jaar een lovend WODC rapport over de USD, waarbij op geen enkele wijze  gerefereerd werd naar de oorspronkelijke doelstelling van het beleid van; “ een genadeklap toedienen aan productie, handel en gebruik van  XTC” , laat staan naar de negatieve gevolgen van een scherpe toename van de criminalisering van de XTC-markt, de schade voor het milieu, enz. Sterker nog, deze en de nog andere negatieve gevolgen van de omslag in het XTC beleid  was vanaf 2007 aanleiding voor het geven van extra geld en ( wettelijke) bevoegdheden aan diezelfde USD. En tenslotte stond een aantal jaren geleden de USD model voor de oprichting van  de Landelijke Taskforce in de bestrijding van wietkwekerijen toen dit onderwerp in de politieke spotlight kwam te staan. En wat daar weer de gevolgen van zijn laat zich raden!

 

Lokaal politie- en justitiebeleid

 

  • In het verlengde van de oprichting van de USD vond er ook een omslag plaats in het lokale Politie- en Justitiebeleid van de start van een op de XTC-consument gericht arrestatiebeleid rond vooral grootschalige House Parties van arrestaties/snelrecht bij de voordeur en undercoverpolitie op de dansvloer. Deze omslag was een direct gevolg van het, via de USD, door de lokale driehoek adopteren van de denktrant van de Amerikaanse DEA van dat de drugsmisdaad de vorm heeft van een pyramide van aan de top de drugsbazen met daartussen de dealers en tenslotte op de bodem de consument van als je die laatste maar vaak genoeg arresteert informatie binnenkomt over de hogere structuur van de pyramide tot die van de drugsbaas aan toe. Deze omslag zorgde voor veel onrust en irritatie onder zowel personeel als bezoekers van House Parties en versterkte de al alom heersende politieke en publieke beeldvorming als zouden House Parties drugsfeesten zijn.  Het gevolg van dit beleid was dat de House Partywereld in het defensief gedrongen werd wat vervolgens ten koste ging van de innovatieve ontwikkelingen van deze belangrijke stroming in de uitgaans- en muziekwereld.

 

  • Met het op gebruikende bezoekers gerichte politie en justitiebeleid op House Party,s viel de belangrijkste voorwaarde weg van het testen van drugs op grootschalige evenementen. Het niet meer kunnen garanderen van de anonimiteit van de bezoekers die hun drugs getest wilden hebben was voor het Adviesburo Drugs in 1999 aanleiding om met haar SAFE HOUSE CAMPAGNE te stoppen, de campagne waar het drugstesten op grote evenementen een onderdeel van was[3].

 

  • Het politiebeleid op House Parties (en eerder in de jaren negentig van grootschalige politieacties in discotheken) is van grote invloed geweest op de toename van zinloos geweld in het uitgaanscircuit, c,q, geweld tegen de “platte pet” politie en andere overheidsdienaren in uniform, zoals personeel van ambulances[4].

 

  • Onder invloed van bovenbeschreven politie-en justitiebeleid plus allerlei ontwikkelingen in de Gezondheidszorg (zoals de stormachtige ontwikkeling van hersenonderzoek met de rol die zij zichzelf toegeëigend/toegedicht kreeg in het drugsdebat) veranderde de opvattingen binnen de verslavingszorg/drugspreventie zodat een rigide voorlichting over uitgaansdrugs de overhand kreeg boven die van secundaire drugspreventie met als resultaat een geleidelijk demoniseren van de drug XTC van zowel het middel zelf als de mate van vervuiling in het aanbod, de wereld van gebruikers, van de party’s waar het gebruik zich afspeelt, enz.

 

Commentaar: Alles overziend kan gesteld worden dat er van het streven van de overheid naar het terugdringen van productie, handel en gebruik van XTC weinig terecht is gekomen.

 

 door drukte ergens anders stop ik nu weer effe met deze notitie met nog een verbetering /aanvulling op onderstaande tekst met vooral een haarscherpe uitleg op de impact van wat designerdrugs teweeg gaan brengen; een van de belangrijkste argumenten om met het huidige XTC beleid te stoppen!!!  

 

 

Door de invloed van de bestrijding van XTC en het demoniseren van het gezondheidsrisico van dit middel is de afgelopen jaren een volstrekt nieuw fenomeen ontstaan van de doorbraak in het gebruik van designerdrugs. Dit fenomeen is een van binnenuit de drugswereld een reactie op de bestrijding/criminalisering van de klassieke uitgaansdrugs. Klassieke uitgaansdrugs zoals Amfetamine, Cocaine, XTC van die middelen die hun oorsprong hebben in de farmaceutische industrie, ergo een voorgeschiedenis hebben van een medische toepassing met daarna de opkomst van recreatief gebruik.  Designerdrugs wijken daar fundamenteel van af!  Deze ontwikkeling is in elk opzicht zeer zorgelijk.

 

Al deze aspecten overziend geven zeer veel aanleiding voor een radicale verandering in het drugsbeleid met ten aanzien van XTC mijn visie van een verkoopcircuit binnen smartshops van XTC in doordrukstrips, vergelijkbaar met de versbakjes van Sclerotia. Daarnaast is een flankerend beleid gewenst van veilig uitgaan waarbij dit beleid op geen enkele manier de eigenheid van de afzonderlijke uitgaansculturen aantast Veel van deze ideeën staan in de voorstellen van het Amsterdamse Horizontaal Overleg Grootschalige evenementen

 

Wordt vervolgd

 

April 2016  August de Loor

 

 

[1] Lees geen van “bovenaf” strak  aangestuurde organisaties, maar  van “onderaf” van  een uitgebreid “vervolkst” netwerk van productie en handel van XTC . Mijn mening is dat dat laatste  meer ondermijnend is voor de maatschappelijke cohesie dan de- per definitie kleiner in omvang – georganiseerde drugsmisdaad. Zolang de veronderstelling overheerst dat de drugshandel in handen is van de georganiseerde misdaad zal niet alleen de bestrijding averechts uitpakken maar ook het besef achterwege blijven van wat de “vervolksing”van de drugswereld teweeg brengt

[2] Van vooral het risico van look-a-like tabletten; van op het oog exact dezelfde uitziende tabletten maar met een groot verschil in dosering of werkzame bestanddelen.

[3] Het is opmerkelijk dat tot op de dag van vandaag in de zeer publiek/politiek gevoelige discussie over het wel/niet herstarten van het drugstesten op grote evenementen de werkelijke motieven waarom de SAFE HOUSE CAMPAGNE gestopt is nooit de aandacht heeft gekregen die het verdiende. In plaats daarvan worden  door zowel  voor- als tegenstanders van die herstart argumenten in de strijd gegooid die nauwelijks terzake doende zijn.  Degenen die hier het verst in gaat is het Ministerie van VWS die menigmaal beweerd als zou de  drugtesttechniek dermate onbetrouwbaar zijn dat dit een verantwoorde wijze van drugsvoorlichting op de dansvloer onmogelijk maakt terwijl het Ministerie de SAFE HOUSE CAMPAGNE jarenlang financieel ondersteund heeft, door het NFI onderzoek heeft laten uitvoeren naar de door het Adviesburo gehanteerde testmethode en dat die methode tot op de dag van vandaag nog steeds het logistieke hart vormt van het landelijke drugsmonitoproject van het Trimbosinstituut. Maar belangrijker is dat de discussie over het herstarten van het drugstesten op evenementen de aandacht afleid van wat het politie- en justitiebeleid de laatste decennia heeft aangericht in de wereld van uitgaan

[4] Het dieptepunt van dat geweld was de woede-uitbarsting onder de bezoekers van een strandfeest in Hoek van Holland tegen een groep undercoveragenten die doordat zij op de dansvloer zo in het nauw gedreven werden hun pistolen moesten trekken met een dodelijk slachtoffer onder de bezoekers tot gevolg. Doordat dit zeer ernstig voorval vervolgens werd weggezet als het geweld van voetbalhooligans zijn nooit die lessen geleerd die met bovenbeschreven veranderend politiebeleid tegen druggebruik in het uitgaanscircuit te maken heeft

Zwitserland overweegt legalisering cannabis

De Zwitserse regering laat door klinken positief te staan tegenover het legaliseren van cannabis. In dat kader heeft in April van dit jaar een delegatie van deskundigen een studiereis gemaakt naar Nederland en heb ik daar als gastheer/gids/toespreker mogen opgetreden ( wat na een paar dagen een steeds lossere sfeer opleverde om te ontdekken dat Zwitserse humor moeilijk te doorgronden is maar wel heel leuk en wat zij van mijn Amsterdamse humor vonden laat ik in het midden!).

Een vervolg op dit dossier is in Oktober een conferentie in Zwitserland met politieke personen, bestuurders  waar bij ik een warm pleidooi zal geven over die legalisering maar ook een kritische aangezien  in Zwitserland de apothekers een centrale rol toegedicht worden in productie en verkoop van cannabis. Mijn pleidooi zal zijn van dat de apotheek nou niet zo,n goed medium is bij het verkopen van cannabis wat in extenso een genotsmiddel is. Het via de apotheek verkopen van cannabis staat ook de ontwikkeling van het verstrekken van cannabisproducten met een heilzame werking in de weg plus de vraag van wat de reguliere apotheekbezoekers ervan zouden vinden als zij in de rij staan met al diegenen die lekker stoned willen worden; beide functies van apotheken hebben teveel tegenstrijdigheden en komen beide groepen niet ten goede!!

Ik ga hen erop wijzen van dat 45 jaar praktijk in Nederland heeft bewezen van dat de coffeeshop het meest geeingend fenomeen is voor het in goede banen leiden van zowel verkoop als gebruik van cannabis. Zodra ik daar wat van op Zwitsers papier heb laat ik het jullie weten!!

August

De H-gedoogregel voor coffeeshops, een weerbarstige praktijk!

Al in een tweetal eerdere artikelen op deze website heb ik over dit onderwerp geschreven van dat coffeeshops zeer efficiente instrumenten zijn voor een van de meest belangrijkste doelstelling van het Nederlandse drugsbeleid van het scheiden van de markt van die van softdrugs met die van harddrugs. Daar waar binnen de uiteenlopende verkoopcircuits van drugs gebruikers zowel soft- als harddrugs kunnen kopen is dit binnen coffeeshops geenszins het geval

Desalniettemin worden coffeeshops op basis van het overtreden van het H-criterium met (tijdelijke) sluiting geconfronteerd maar is dit louter het gevolg als bij controle kleine porties harddrugs bij een personeelslid aangetroffen wordt. Dat dergelijke incidenten voorkomen  is uiteraard onacceptabel, maar is in bijna alle gevallen het resultaat van slordigheid van het betreffende personeelslid van het, voor de shift niet goed controleren van zijn/haar kleding/rugzak,enz.

De coffeeshopeigenaar doet er dus goed aan om het personeel er constant op te wijzen dat het H-criterium in elk opzicht gerespecteerd dient te worden met alle alertheid van dien van het door het personeel scheiden van het priveleven met die van het werken in een coffeeshop. Het driegen met ontslag incluis het opleggen van een fikse boete is daarbij geen overbodig instrument om die alertheid in stand te houden.

Echter, als zich toch een dergelijk incident voordoet en de coffeeshop wordt met (tijdelijke) sluiting bedreigd zijn hieronder een aantal argumenten beschreven die de eigenaar kan gebruiken in zijn verweer naar de lokale overheid

 

 

  • Benadruk dat het bij het scheidingsbeleid gaat om het scheiden van de VERKOOP van softdrugs met die van harddrugs, ergo dus de overtreding van de H-gedoogregel moet betrekking hebben, lees overtuigend bewijs leveren over de VERKOOP en niet over de aanwezigheid van een harddrug bij een slordige werknemer waar een vleugje harddrugs bij gevonden is,
  • Benadruk dat de Scheidingswet uit 1976 stamt uit een tijd van dat de harddrug hoofdzakelijk heroine betrof, kortom een uiterts gespannen situatie van die van cannabis aan de ene kant en het sterk verslavend, levensontregelend middel heroine aan de andere kant waar de Scheidingswet terecht een enorme muur tussen wilde “bouwen” van geen vermengde verkoop. Sindsdien is het gebruik van harddrugs echter ingrijpend veranderd van veel meer recreatief gebruik van allerlei andere soorten “zachtere” harddrugs dan heroine met in het verlengde een toenemende vervolksing aan gebruikers van XTC, Ketamine, snuifcocaïne, enz.  Dit zijn honderdduizenden mensen die er een gewoon , niet verslaafd leven op nahouden, dus naar school, werk gaan, kinderen opvoeden, enz, met dus meer kans van dat niet de zakken geleegd worden van nog een beetje coke, Ketaminepoeder of XTC tablet van dat weekend uitgaan bij degenen die in een coffeeshop werken.

Kortom, de kans dat bij de controle van de gedoogcriteria door politie/justitie in coffeeshops restjes harddrugs aangetroffen worden bij het personeel is sinds de invoering van de wet in 1976 enorm toegenomen; een aantreffen wat uiteraard niet mag gebeuren maar niets van doen heeft met waar het bij die wet om te doen is van het scheiden van de drugsmarkten tussen die van softdrugs met die van harddrugs.

  • Vervolksing van recreatief gebruik van uiteenlopende soorten harddrugs heeft ook tot vervolksing van de verkooppunten van deze middelen geleidt met de laatste jaren zelfs van verkoop via internet, via mobiele telefoon, enz. Daar waar coffeeshops nooit geschikte gelegenheden zijn geweest voor de onderhandse verkoop van harddrugs is dat door bovenstaande toename aan verkooppunten van harddrugs alleen maar toegenomen.
  • Trouwens, als een personeelslid toch de coffeeshop zou gebruiken als het leggen van het eerste kontakt in de verkoop van harddrugs dan laat ie het wel uit zijn hoofd om harddrugs bij zich te hebben. Trouwens, bij dergelijke onderhandse transacties moet de bezoeker het initiatief nemen in het tonen van interesse in de aanschaf van harddrugs. Kijkend naar de opzet en inrichting van een coffeeshop van een horecagedeelte en waar cannabis aangeschaft kan worden is het bijna onmogelijk om die interesse te laten blijken zonder dat dat opvalt bij de andere aanwezigen van personeel en andere bezoekers
  • Politie/Justitie hanteert al decennialang een bepaalde hoeveelheid aangetroffen harddrugs als een dealerindicatie. Wat betreft bij personeel aangetroffen harddrugs bepleit ik dat van dit traject aan normering afgestapt wordt. Want zelfs als er een dealerindicatie hoeveelheid harddrugs is aangetroffen zal de verkoop onmiddellijk opvallen bij de collega,s, de vaste bezoekers, enz. Kortom, bij de controle op het overtreden van de H-regel is een ander traject gewenst, welke is van nader beraad!
  • Ten aanzien van de sanctie van een (on)bepaalde tijd sluiten van een coffeeshop gaat nauwelijks enig preventief effect uit, eerder het tegendeel.  Het personeel en de vaste bezoekers zullen de sluiting als een overdreven maatregel beschouwen met idem dito irritatie richting “de overheid”, met aan de andere kant dat de sluiting bij de directe omgeving van collega horecaondernemers, hun bezoekers, direct omwonenden tot hele andere gedachtes van negatieve beeldvorming leidt over zowel de  desbetreffende coffeeshop als coffeeshops in het algemeen.
  • Ten aanzien van diezelfde preventie heeft de eigenaar nauwelijks enig instrument van een bij de aanvang van de shift van elk personeelslid controleren op de aanwezigheid van harddrugs.  Dergelijke op het lichaam gerichte controles staan haaks op een normale bedrijfsvoering in de horeca en ondermijnt de vertrouwensrelatie tussen werkgever en werknemer om maar te zwijgen van wat dit aan eenzijdige aandacht opslurpt. Ten aanzien van dergelijke drugscontroles wordt vaak een vergelijking gemaakt met gevangenissen waar, ondanks al die controle, drugs toch binnen komen. Maar deze vergelijking gaat mank aangezien het bij gevangenissen een gerichte handeling betreft van het ten behoeve van de gevangene stiekum binnen loodsen van drugs!  Bij coffeeshops is er sprake van slordig, vergeetachtig gedrag bij een personeelslid van dat ie niet zijn privéspullen checkt als ie moet werken. En als daar dan daarvoor een heel controlesysteem om heen gebouwd moet worden is het middel erger dan de kwaal!

Het zijn deze argumenten die hopelijk de lokale overheid doet besluiten af te zien van een tijdelijke sluiting van een coffesshop. Alle aandacht kan zich dan richten op het personeel van dat zij in de woorden van de voorzitter van de commissie die de scheidingswet heeft bedacht, de frontsoldaten zijn in het scheiden van de markt van die tussen soft- en harddrugs! Hoe meer zij dat beseffen hoe zorgvuldiger zij hun werk in de coffeeshop zullen uitvoeren!

 

Jubileum 20 jaar VLOS belangenvereniging smartproducten

 

In september viert de belangenvereniging van smartproducten, de VLOS,  haar 20 jarig bestaan met een heus feest. Als mede-inspirator en sindsdien adviseur gezondheidspreventie voor die vereniging heb ik een inkijk in wat er zich allemaal heeft afgespeelt voor die tijd aan drug en druggebruik ( van vooral die van XTC), welke preventie campagnes daarop afgestemd werden ( zoals vanaf 1988 het in het kader van de Safe House Campagne testen van XTC op grootschalige House Parties). Misschien voor velen , van een zo ver verleden moeilijk te begrijpen samenhang waren deze activiteiten de aanleiding voor het in 1994 openen van de eerste smartshop in Nederland, de smartshop als veilig legaal alternatief voor het snel om zich heengrijpend probleem van een vervuild aanbod van XTC. Sindsdien heeft de smartshopwereld hele andere processen doorlopen waar ik tijdens het jubileum aandacht aan wilde besteden

Aangezien ik niet aanwezig kan zijn bij die viering heb ik een brief geschreven naar de leden van VLOS met onderstaand een deel uit die brief.

Beste leden van de VLOS

Zoals het er nu naar uitziet ben ik 17 sept niet in Nederland zodat jullie een voordracht van tussen de drie en zes uur zullen missen wat er allemaal voorafging aan de start van de VLOS ( die trouwens onofficieel al een aantal jaren eerder was gestart, vrij snel na de opening van de eerste smartshop in 1994 van Hans van de Hurk). Niet alleen wat de aanleiding was van die start maar ook wat er in de loop der decennia, ondanks de afbrokkeling van het in die tijd nog progressief Nederlandse drugsbeleid, door het VLOS aan resultaten is geboekt plus hoe de hele ontwikkeling van smartproducten zich heeft ontwikkeld en welk individuele en sociaal/maatschappelijk nut dit heeft gecreëerd is van belang om dat geschiedskundig vast te leggen! 

Het is die kennis van het verleden wat als leidraad kan dienen hoe de VLOS zich voor de komende decennia moet opstellen ten aanzien van al die uitdagingen van aan de ene kant een steeds grotere behoefte onder mensen van het zoeken naar de diepere zin van het leven waar smartproducten behulpzaam bij kunnen zijn met aan de andere kant een steeds meer benepen overheid en haar uitvoerende instituten en drugsinstellingen in het tegengaan/verbieden van het gebruik van die producten.

Door mijn afwezigheid zijn jullie “verlost” van een dergelijke voordracht met wat dan rest van dat ik jullie een hele bijzondere 20 jaar jubileumfeest toewens!

Suggesties voor de legalisering van de kweek van Nederwiet, lees het regelen van de achterdeur van coffeeshops

Bij de afgelopen jaren voorstellen over de regulering van de kweek van Nederwiet zijn kritische opmerkingen te plaatsen of die regulering wel automatisch leidt tot een verbetering van de situatie van minder overlast van illegale kwekerijen, van een meer transparante situatie bij de achterdeur van coffeeshops, enz. Dit stel ik omdat er in mijn ogen nogal makkelijk over het legaliseren van cannabis gedacht wordt. Natuurlijk, legalisering is meer dan ooit noodzakelijk maar is dit dossier, na 50 jaar geleden doorbraak in cannabisgebruik, na 45 jaar coffeeshops en na 41 jaar schizofreen softdrugsbeleid, uitgegroeid tot een zeer complex dossier.In al die decennia zijn er allerlei processen ontstaan in productie, handel en gebruik van cannabis die even schizofreen zijn als dat softdrugsbeleid. Als die complexheid niet “meegenomen” wordt in de beraadslagingen hoe de legalisering er uiteindelijk uit moet zien zijn we verder van huis als de huidige situatie. Bij deze een aantal voorstellen van een fasegewijze aanpak van de legalisering van cannabis

Voor het op orde houden van de heden ten dage uitgebreide menukaart van coffeeshops is er bij de achterdeur een aanvoer van diverse soorten binnen- en buitenlandse hasj en wiet noodzakelijk. Het reguleren van de kweek van Nederwiet kan daar slechts een beperkt aandeel in hebben plus de voorwaarde dat de legaal gekweekte wiet aansluit op de behoefte van de consument, in mijn woorden de moderne consument die, net als bij alcohol, wil kiezen uit een ruim aanbod van verschillende soorten hasj en wiet. Als niet aan deze meest belangrijke voorwaarde voldaan wordt zorgt de regulering eerder voor allerlei ongewenste bijeffecten.
Mijn advies is de oprichting van een multidisciplinaire werkgroep, met deskundigen met kennis en inzicht over de trends in gebruik van cannabis, de wereld achter de achterdeur van coffeeshops als wat zich allemaal aan andere ontwikkelingen afspelen, zoals de kweek van wiet voor eigen gebruik tot de medische/therapeutische toepassing van cannabis.

In de tussentijd bepleit ik voor coffeeshops een gefaseerde aanpak van het verbeteren van de achterdeur en wel zo dat deze de vele al jarenlang praktische hobbels wegnemen van het huidige gedoogbeleid. De eerste aanzet daartoe zijn de voorstellen van

1) het verhogen van de maximale handelsvoorraad van cannabis in coffeeshops,

2) het gedogen van de stashplek, lees het voorraadadres van de cannabis voor coffeeshops

3) het gedogen van het vervoer van de voorraad naar de coffeeshop.

Daarbovenop adviseer ik;

4) Een transparant belastingsysteem voor de in- en verkoop van cannabis in coffeeshops.                 (zonder daar deskundig in te zijn begrijp ik dat daar binnen de coffeeshopbranche zinvolle           ideeën over bestaan) Transparantie als eerste stap naar de regulering van de achterdeur             (van stash tot de kassa/toonbank).

5) Herbezinning op de Wet op de voorbereidende handelingen. Allerlei signalen wijzen erop             dat deze wet (lees de wijze van uitvoering) tot een verschraling in het aanbod van soorten           wiet bij de achterdeur leidt met daarvoor in de plaats een aanbod van grotere partijen                 wiet en de daarbij gepaarde prijsopdrijvingen met een toenemend risico van het rouleren           van  “verzwaarde” wiet. Deze ontwikkeling gaat zowel ten koste van het in stand houden               van een in coffeeshops gevarieerd aanbod van hasj en wiet met in het verlengde een                     toenemende invloed van de grootschalige kwekers. Beide ontwikkelingen verhard niet                 alleen de wereld van de kweek van Nederwiet maar ook die van de achterdeur van                         coffeeshops.

6) Stoppen met het reduceren van het aantal coffeeshops. De data over de afgelopen twee             decennia maken duidelijk van een zeer forse reductie over het land van het aantal                         coffeeshops, terwijl de gefaseerde invoering van het legaliseren van cannabis juist gebaat is         bij een evenwichtig over Nederland verspreid netwerk van kleinschalige coffeeshops. De               reductie van het aantal coffeeshops leidt tot meer aanloop van bezoekers bij de voordeur van     de nog open coffeeshops met dito meer aanvoer van de voorraad bij de achterdeur.                     Schaalvergroting van zowel de voor- als achterdeur van coffeeshops is sowieso geen goede         ontwikkeling als dat het onnodig aan problemen opleverd van het reguleren,legaliseren van       cannabis

Tot zover mijn suggesties over een gefaseerde aanpak van het legaliseren van cannabis met als startpunt het verbeteren van de situatie bij de achterdeur van coffeeshops. Hierbij dient in ogenschouw genomen te worden van wat zich aan andere ontwikkelingen afspelen in de wereld van cannabis zoals de “vervolksing” van de kweek van wiet, de wietzaadhandel, de ontwikkelingen in het aanbod van Eurowiet naar Nederland, de ontwikkelingen van de productie van de “klassieke” soorten hasj, het nieuwe fenomeen van synthetische cannaboïden en de stormachtige ontwikkelingen van de (semi)medische toepassingen van THC/CBD en CBD oliën. Al deze ontwikkelingen worden op geen enkele manier in welke notitie dan ook over de regulering van de wietteelt genoemd terwijl daar alle aanleiding toe is. Het versterkt mijn pleidooi voor het oprichten van een multidisciplinaire werkgroep die zich buigt over al deze aspecten voor het verbeteren van het beleid van het in goede banen leiden van zowel gebruik als verkoop van cannabis