Dit artikel verscheen op 20 juli 2015 in Het Parool.
Aan het imago van Amsterdam als drugshoofdstad van de wereld heeft Erik Heijdelberg een nieuw beeld toegevoegd: dat van pillenhoofdstad van Europa.
In zijn ogen voert Amsterdam een dermate liberaal beleid dat toeristen moeiteloos aan alle soorten drugs kunnen komen, van wiet tot pillen, coke en paddo’s. Deze bezoekers komen massaal af op de vele festivals, waardoor in Amsterdam een pillenindustrie is ontstaan. En deze industrie is in handen van een goed georganiseerde criminele keten, waarvan de Amsterdamse bovenwereld profiteert, waarbij het gemeentebestuur als marktmeester fungeert.
Verder stelt hij dat die keten jongeren ronselt als drugsrunners en witwassers, met als gevolg gebrekkige opleidingskansen, criminaliteit, corruptie, onveiligheid en bedreigde geestelijke volksgezondheid van vooral jongeren uit de zwakste milieus.
Menukaart
Uiteraard mag aan zijn intentie niet worden getwijfeld, maar het roept de vraag op of deze misstanden wel kloppen. Want als overal in de wereld festivals georganiseerd worden waarbij het gebruik van pillen niet meer weg te denken valt, is het volstrekt onlogisch dat Amsterdam de pillenhoofdstad van Europa is.
Overlastgevend, extreem drank- en drugsgebruik komt slechts bij een relatief klein percentage toeristen voor. De meeste drugstoeristen zijn te vinden in de coffeeshops, en dat levert weinig tot geen overlast op. Iets wat anderen inspireert: nota bene het land van de war on drugs, de VS, is bezig met de legalisatie van cannabis.
Daarbij heeft Amsterdam, dankzij de vele kleinschalige coffeeshops met elk een eigen menukaart, een zeer fijnmazige toevoer van cannabis. Elke marktmeester zou hier blij mee zijn, omdat dit het zwartgeldcircuit van cannabis decentraal houdt, met dito beperkte negatieve sociaaleconomische gevolgen voor de stad. (Vandaar dat het beleid van het gemeentebestuur om vele coffeeshops te sluiten niet zo slim is).
Drugsketen
Sinds 2008 worden er geen paddo’s meer verkocht en komen de andere producten in smartshops uit volstrekt legale handelslijnen met dito toezicht van de Warenwet. De productie en handel van pillen, coke en andere harddrugs gaat via separate ketens, en die staan los van die van cannabis.
Omdat er niet één handelsketen is voor alle soorten drugs, kan die niet de oorzaak zijn van de ontwrichting van jongeren uit vooral de zwakke milieus. Wat zich werkelijk afspeelt, is dat zowel gebruik als productie en handel van drugs de laatste decennia is ‘vervolkst’. Ontwikkelingen op het vlak van drugs komen niet van bovenaf (de eerder genoemde drugsketen), maar van binnenuit: uit de samenleving zelf. Deze ‘vervolksing’ speelt in alle sociale klassen, leeftijden en etniciteiten. De tragiek is dat de jongeren uit de zwakste milieus het kwetsbaarst zijn; hoe minder je te verliezen hebt, hoe meer risico je neemt.
Sodom en Gomorra van drugs
Echter, als je deze vervolksing van drugs en druggebruik vanuit internationaal perspectief beziet, staat Amsterdam er niet zo slecht voor. Amsterdam heeft geen no-goarea’s, is vrij van raciale geweldsuitbarstingen tussen gangstabendes die de straathandel beheersen, extreme drugstrends zoals crack en crystalmeth komen hier niet voor, het heroïneprobleem is al decennia beheersbaar,
Amsterdam heeft een veel ‘softer’ gebruik van harddrugs, zoals xtc en cocaïne, dan andere steden in het buitenland, mede als uitvloeisel van het coffeeshopbeleid van het scheiden van de softdrugsmarkt en die van harddrugs. Desalniettemin blijft er genoeg werk aan de winkel in Amsterdam. Dat is echter niet gebaat bij het herhalen van de platitude dat Amsterdam het Sodom en Gomorra van de drugs is.
August de Loor.