Het testen van drugs voor toeristen

De drugsgerelateerde slachtoffers tijdens ADE 2014 en de cocaïne/witte heroïne Red Alert was aanleiding voor het bepleiten van het testen van drugs voor toeristen. Dit pleidooi heeft echter een aantal inhoudelijke, praktische als politiek/strategische bezwaren:

1. Het testen van drugs is vastgelegd in het DIMS protocol van het Trimbos Instituut, een protocol wat ondanks de gangbare publieke/politieke opvattingen over drug en druggebruik in het algemeen en het drugstesten in het bijzonder, na zeer moeizaam overleg met het Ministerie van VWS tot stand is gekomen. Het protocol verbiedt het testen van drugs voor toeristen met mijn politiek/bestuurlijke inschatting dat het Ministerie geen aanleiding ziet het protocol – juist ten aanzien van dit thema – hiervoor weer op te breken. Sterker nog, het expliciet bepleiten dat toeristen drugs kunnen laten testen kan averechts uitpakken van een verbod op testen van drugs voor expats, exchange students en vergelijkbare groepen buitenlanders. Het is al jaren praktijk dat deze categorieën van buitenlanders, die een lange periode in Amsterdam vertoeven en drugs willen gebruiken het testspreekuur bezoeken. De logistiek van het drugslabtestsysteem als het dagelijkse testspreekuur voorziet erin om die categorie van “toeristen” op een verantwoorde manier voor te lichten.

2. Als het gaat om het Amsterdamse drie-dagen- toerisme, met daarbinnen de zeer kleine categorie van toeristen die harddrugs willen gebruiken (aangeschaft via de binnenstad straatdealers) leert de ervaring dat deze slechts bij hoge uitzondering het testspreekuur bezoeken. Ondanks dat de mogelijkheid tot testen via internet en andere media in het buitenland bekend is, spelen er kennelijk allerlei drempels en/of gebrek aan wil/noodzaak onder deze categorie om het testspreekuur te bezoeken.

3. En als de praktijk ook leert dat bijna alle door deze categorie van toeristen ter test aangeboden drugs nepdope blijkt te zijn (vastgesteld via een aantal sneltestmethodes) met in bijna alle gevallen dat tablet, capsule of poeder spontaan in de prullenbak van het Adviesburo verdwijnt, vervalt daarmee de kerntaak van het testen van drugs als instrument van gezondheidspreventie voor toeristen (de Amsterdamse meldkamer-, ambulance- en eerstehulpcijfers bevestigen dit beeld van
nauwelijks drugsgerelateerde incidenten onder toeristen van op straat aangeschafte harddrugs, ergo nepdope! Het is dan ook niet toevallig dat de straatdealers in de Amsterdamse binnenstad als nepdopedealers worden omschreven).

4. Tenslotte, bij die keren dat een toerist wel een psychoactieve stof heeft gekocht sluit de labtestmethode niet aan op die van het drie-dagen- toerisme (van op donderdag aankomen in Amsterdam en op zondagavond weer vertrekken). Zelfs de snelste labtestmethode van het Adviesburo van op maandagochtend inleveren van het
drugsmonster met op donderdag de labuitslag zijn de dagen dat de toerist, of alweer weg is (maandagochtend), of nog moet komen (donderdag). Het openstellen van de labtest faciliteit voor toeristen werkt daarnaast het mechanisme in de hand van het naar eigen land smokkelen van de in Amsterdam gekochte drugs.

Conclusie
Er is geen enkele aanleiding om voor toeristen het DIMS protocol open te breken. Integendeel een vanuit Amsterdam expliciet bepleiten voor een dergelijke wijziging herbergt het risico dat de huidige praktijk van het naar behoren voorlichten van de expats en andere categorieën van buitenlanders en de weinige drie-dagen- toeristen die het testspreekuur weten te vinden moet stoppen.

Advies
Secundaire drugspreventie (het sleutelbegrip van het testen van drugs!) voor toeristen is meer gegarandeerd bij het uitvoeren van de aanbevelingen uit de notitie “Toeristen en drugsincidenten” van het Adviesburo Drugs (2013). Dit rapport doet voorstellen met een veel bredere scoop van het preventiebeleid van niet alleen de kleine categorie van toeristen die in Amsterdam harddrugs gebruiken maar ook voor de veel bredere categorie die coffeeshops en/of smartshops bezoeken.

Als aanvulling op dit beleid adviseer ik overleg met de binnenstadsmartshopbranche aan van het afstemmen van de verkoop van de drugssneltestjes voor toeristen op die van de XTC tablet en andere sneltestmethodes van het drugstestspreekuur. In het overleg kan tegelijkertijd afspraken gemaakt worden over samenwerking mocht een Red Alert nodig zijn voor toeristen (een dergelijke samenwerking heeft tijdens de cocaïne/heroïne Red Alert geresulteerd in de heroïne-sneltest-strategie). Met bovenstaande adviezen wordt vanuit zo breed mogelijke kaders van “onderaf” een preventiebeleid voor toeristen ontwikkeld in plaats van “bovenaf” vanuit de instituties met de daarbij onvermijdelijke subsidieaanvragen.

En mocht uiteindelijk deze werkwijze niet voldoende blijken kan er altijd nog gekeken worden naar een aparte drugsinfo-, advies- en drugssneltestadres voor toeristen vanuit diezelfde samenwerking met de smartshopbranche.

Adviesburo Drugs augustus 2015