Auteursarchief: August de Loor

Het I-criterium, het Paard van Troje en niet alleen voor de Amsterdamse binnenstad (nieuwe versie)

Het I-criterium, het Paard van Troje en niet alleen voor de Amsterdamse binnenstad

Drugsexpert August de Loor waarschuwt in een open brief aan het Parool voor handhaving van het i-criterium, het weren van toeristen uit de coffeeshops, in Amsterdam. Deze week beraadt het Amsterdamse stadhuis zich over de invoering van het I-criterium als wapen in de strijd tegen het zogenaamde laagwaardig drugstoerisme. Hierbij een poging om die invoering te voorkomen middels een Open brief voor dagblad het Parool.

“Nee toch, daar zijn die blowtoeristen weer, die als een plaag sprinkhanen louter voor de coffeeshops komen en bergen vuil en pislucht achterlaten.”

“Burgemeester, weg met die drugstoeristen, want zij zien Amsterdam alleen maar als drugsparadijs en verkwanselen het Amsterdams Werelderfgoed!”

“Als we nou alleen maar Nederlandse staatsburgers in coffeeshops toelaten zijn we gelijk ook van dat foute laagwaardig deel van het massatoerisme af!”

Deze en andere citaten beschrijven een beeld hoe er over bezoekers van coffeeshops gedacht wordt. Dit zijn niet alleen bewoners maar ook historici, wetenschappers, politici, bestuurders, journalisten en andere sleutelfiguren in Amsterdam die zich op deze wijze uitlaten en alom de roep doet toenemen dat Amsterdam in navolging van een aantal steden in het zuiden van het land het I-criterium moet invoeren.

De vraag die hierbij gesteld dient te worden is of het klopt dat coffeeshops laagwaardig toerisme aantrekt. En of invoering van het I-criterium dit tegen houdt. Of dat niet alleen Amsterdam maar ook de rest van Nederland daarmee het Paard van Troje binnen haalt?

Laagwaardig toerisme?

Als 71 jarige bewoner van de binnenstad en 51 jaar Amsterdamse straathoekwerker in de wereld van drugs zie ik al decennialang coffeeshops, net als cafés, vol zitten met binnen- en buitenlandse bezoekers. Tijdens de Gay Pride, de Europacup voetbal, popconcerten, Koningsdag, beurzen in de RAI, ADE muziekfestival met daar bovenop al die tijdelijke buitenlandse werknemers uit de overslagbedrijven, IT en de financiële-sector. Om over al die buitenlandse studenten maar te zwijgen. Het stedentoerisme is daar het afgelopen decennium bijgekomen. Met door de drukte een extra aanslag op het publieke domein van de binnenstad. (waarbij de overlast door coffeeshops niet te vergelijken is met die uit het nachtleven-circuit).
Dit alles overziend is de veronderstelling onterecht dat coffeeshops laagwaardig toerisme aantrekken. Het is maar de vraag of al diegenen die dat beweren ooit wel eens een coffeeshop hebben bezocht.

Ondanks de opkomst van het stedentoerisme is de stroom aan bezoekers van coffeeshops nog steeds op te delen tussen wel, kort tot niet officieel in Nederland geregistreerde bezoekers. Met opgeteld de vele relationele dwarsverbanden tussen de bezoekers staat dit haaks op de veronderstelling onder voorstanders van het I-criterium dat er in coffeeshops sprake zou zijn van een strikte scheiding tussen geregistreerde en niet geregistreerde bezoekers. Het moge duidelijk zijn dat elke maatregel ingevoerd op een verkeerde veronderstelling niet werkt. Bij het I-criterium gaat dit zeker op.

Beginnend aan de voordeur van verhitte discussies wie nou wel en wie nou niet naar binnen mag. De BIZARRE situatie dat toeristen in een gastvrije stad logeren met vele publieke gelegenheden maar waar voor hen ÉÉN publieke ruimte, de coffeeshop, verboden terrein is. Waar zij lijdzaam moeten toezien dat die zelfde coffeeshop gezellig vol is met kennelijk mensen die er wel in mogen! En wat betreft al die coffeeshops die zich nog louter toeleggen op de verkoop, met in praktijk een balie vlak achter de voordeur met “snel-geholpen-willen-worden-in-en-uit-lopende-klanten”!

Hoe kan binnen een dergelijke setting überhaupt controle efficiënt plaatsvinden? Opgemerkt dat het personeel ondertussen lijdzaam moet toezien als de minuut eerder geholpen klant zijn cannabis met 5 euro extra “doorverkoopt” aan de buiten wachtende toerist. Hoe moet de eigenaar van de coffeeshop dit uitleggen naar de buren? En hoe moeten de handhavers hier in Godsnaam op reageren als de buren hierover gaan klagen? En wat zal het criterium allemaal teweeg brengen in coffeeshops in de woonwijken? Verregaande irritaties bij eigenaar en personeel voor het invoeren van allerlei controlemaatregelen terwijl er in hun shop nauwelijks toeristen komen. En wat te doen met al die kort/lang tijdelijke bewoners in Amsterdam zonder geldige papieren die de coffeeshop als stamcafé beschouwen maar dan opeens niet meer binnen mogen? (de internationale stad Amsterdam heeft “vele grijze tinten” tussen geregistreerde en niet geregistreerde bewoners). En tenslotte, hoeveel psychologen zijn er nodig om de motivatie onder al die handhavers hoog te houden die in de praktijk zullen ervaren hoe onzinnig het I-criterium te controleren valt, c.q. averechts uit zal pakken!

Neven verschijnselen

Het criterium zal echter nog veel meer teweegbrengen! De geschiedenis leert dat wanneer maatregelen op verkeerde veronderstellingen worden ingevoerd de creativiteit onder de direct betrokkenen hoogtij viert om die maatregelen te omzeilen. Als uitvloeisel van 50 jaar zwalkend softdrugsbeleid is binnen de wereld van cannabis creativiteit en vindingrijkheid tot kunst verheven hoe met dat zwalkend beleid om te gaan. Ten aanzien van het I-criterium zal een tegenbeweging op gang komen met het aanbieden van valse registratieformulieren, van het voor de buitenlandse vrienden “informeel” leveren van cannabis tot welkompakketjes op de AirBnB kamers aan toe. Of app,s en 06 lijnen hoe je als toerist in Amsterdam aan cannabis kan komen (wat zich uiteraard – en helaas niet zal beperken tot cannabis).

Stijgende overlast

Maar het zal daartoe niet beperkt blijven! Het I-criterium zal leiden tot straatdealers in het gezichtsveld van de voordeur van coffeeshops tot hondsbrutale dealers die al in de hotellobby’s tot buiten de Ring hun diensten aanbieden. Door het criterium zal het blowen zich verplaatsen naar de hotelkamers, naar cafés, in parken, enz met meer overlast voor de stad en dat het gebruik meer in zicht komt voor jongeren onder de 18 jaar (dus het jeugdcannabispreventiebeleid ondermijnt)

Gotspe

De consequentie van het invoeren van het I-criterium voor het weren van de zogenaamde laagwaardige toeristen in de Amsterdamse binnenstad zal betekenen dat ook alle coffeeshops buiten het centrum er aan moeten geloven met, als angst voor het waterbedeffect onder lokale overheden, ook de rest van Nederland zal volgen. Dit betekent dat waar de nadelen van het I-criterium in menig stad in het zuiden van het land al jaren wordt “verdoezeld” door de buursteden die er vanaf zagen (of er op terug kwamen) dan niet meer opgaat. Het is een Gotspe dat voorstanders van het I-criterium, tot zelfs hoogleraar Tops aan toe, stellen dat invoering van het I-criterium in steden zoals Maastricht succesvol uitgepakt heeft. Maar nog belangrijker is dat de bezoekerspatronen naar de coffeeshops in Maastricht en andere grenssteden op velerlei manieren niet te vergelijken is met die naar de Amsterdamse coffeeshops. Kortom, de grenssteden hebben zo hun eigen argumenten tegen het criterium, Amsterdam de zijne!

Spelen met vuur

Met een 100% landelijke invoering van het I-criterium komen alle nadelen aan de oppervlakte met daar bovenop een circuit dat daar van profiteert; Het illegale verkoopcircuit buiten de coffeeshops. Een circuit wat zich niet beperkt tot cannabis maar allerlei soorten soft- en harddrugs verkoopt (tot steeds vaker de verkoop van anabolen, illegale Viagra tot onduidelijke designerdrugs aan toe) En dat alles zonder enige restrictie in leeftijd, kwaliteitsborging, productinformatie en voorlichting. Kortom, met het I-criterium haalt Amsterdam niet alleen het Paard van Troje in huis maar ook in steden die daar niet om hebben gevraagd!

Amsterdam bezint voor je begint!

Met nu voor de komende jaren door de Corona crisis zeer onzekere toekomst van Amsterdam is het helemaal “spelen met vuur” als het stadhuis allerlei maatregelen neemt die niet meer terug te draaien zijn. En daarmee kom ik op een van mijn meest bezorgde analyse als het I-criterium ingevoerd wordt. Het is door diezelfde Corona crisis dat we aan de vooravond staan van een enorme nieuwe golf aan werkelozen. Met de armoefuik in het verschiet is het voorspelbaar dat een desperaat deel van hen zowel hun privé deal adressen aanboren als hun contacten in het Amsterdamse uitgaanscircuit gebruiken voor het doorverkopen naar al diegenen die niet de coffeeshops in mogen. Dit zal ongetwijfeld tot spanningen leiden met het huidige “gestaalde” kaders aan straatdealers. Spanningen die grotendeels op straat in zowel het centrum als in de periferie van de stad uitgevochten zal worden. Met uiteraard met de meeste kans dat die gestaalde kaders als winnaars uit de strijd komen. Uiteraard zal dat dit uiteindelijk alleen maar verliezers opleveren. Dat is wel het laatste waar Amsterdam op zit te wachten!

August de Loor, Amsterdam 19 augustus 2020

Geïnstitutionaliseerd stigma drug en druggebruik, coffeeshops

In de verhitte discussies over het terugdringen van het massatoerisme in de Amsterdamse binnenstad wordt steeds vaker de beschuldigende vinger naar coffeeshops gewezen al zouden zij een deel van dat toerisme aantrekken. En dat deel wordt dan ook nog weggezet als laagwaardig toerisme of blowtoerisme of drugstoerisme. Publiek, pers, en politiek roepen in koor dat Amsterdam dit toerisme liever kwijt is dan rijk. Het is helaas zo dat zelfs politieke partijen als de SP, nota bene een van de vier linkse politieke partijen die in het kabinet van burgemeesters en wethouders zitten, hierin meegaat.

Zo laat Tiers Bakker, gemeenteraadslid van de SP, zich in de krant uit: “Haal de coffeeshops weg uit de binnenstad en verplaats ze naar de Zuidas, want daar hebben ze al een lange traditie van druggebruik”

Het is de publieke opinie al zou de hele Zuidas stijf staan van de drugs. Maar welke drugs daarmee bedoelt wordt, door diezelfde publieke opinie, is cocaïne. Dit maakt de uitspraak van dhr Bakker des te bizarder door cannabis en cocaïne op een hoop te gooien. Kennelijk is hij niet op de hoogte van dat coffeeshops juist bedoeld zijn voor het scheiden van de verkoop van cannabis met harddrugs, zoals in dit geval cocaïne. Of hij moet in de veronderstelling zijn dat coffeeshops beide middelen verkopen.

Tenslotte wat betreft dat cocaïnegebruik op de Zuidas ligt in werkelijkheid heel anders. Het valt niet te ontkennen dat in die kringen die daar werken cocaïne gebruikt wordt maar dat heeft meer van doen met de ongelooflijke stress en werkdruk waar deze mensen onder gebukt gaan dan dat zij cocaïne recreatief gebruiken.

 

Volkskrant artikel: Opinie “War on drugs” leidt in de VS tot moderne vorm slavernij

Opinie: ‘War on drugs’ leidt in de VS tot moderne vorm slavernij

De strijd tegen drugs is effectief in het onderdrukken van de zwarte Amerikaanse gemeenschap, schrijft hoogleraar Psychologie Han van der Maas.

Jongeren voor een pand waar drugs worden verkocht in de beruchte wijk Roseland aan de South Side van Chicago. Beeld Daniel Rosenthal/de Volkskrant

In de debatten over Black Lives Matter blijft de War on drugs onbesproken. Onterecht, want de criminalisering van drugs speelt een hoofdrol in de voortdurende achterstelling van de zwarte Amerikaanse bevolking. Het wijdverspreide politiegeweld tegen zwarte Amerikanen is onderdeel van een vicieuze cirkel van armoede, drugscriminaliteit, vervolging en opsluiting, en weer nieuwe armoede. Opwaartse krachten, onderwijs en werk, leggen het hier al decennia tegen af.

Het Black Lives Matter-debat gaat vooral over symbolen, beelden en taalgebruik, maar het zelfonderzoek naar impliciet racisme zet niet veel zoden aan de dijk. Ik wil niet zeggen dat beelden en taalgebruik er niet toe doen, maar andere mechanismen van onderdrukking zijn veel belangrijker. In de VS leidt de War on drugs tot op de dag van vandaag tot slavernij. Dit is treffend onder woorden gebracht door Jack A. Cole: ‘Er zitten meer zwarte mannen vast in Amerikaanse gevangenissen dan er slaven waren in 1840, en ze worden gebruikt voor hetzelfde doel; werken voor bedrijven voor 16 tot 20 cent per uur.’

De War on drugs wordt steeds weer verloren verklaard en toch niet beëindigd. Ze leidt niet tot minder drugsgebruik, maar wel tot een alsmaar uitdijende georganiseerde misdaad. De verdiensten in drugshandel zijn enorm en zij vormt voor vele jongeren de enige uitweg uit armoede.

Tijdens de War on drugs is het aantal gevangenen in de VS vertienvoudigd. Een op negen zwarte kinderen heeft een ouder in de gevangenis. De grote meerderheid van alle aanhoudingen is vanwege drugsbezit, waarvoor zwarten en latino’s veel zwaarder gestraft worden dan witten.

Het aantal doden dat bij deze aanhoudingen valt, loopt in de honderden. De kans om als zwarte man om te komen door politiegeweld wordt in sommige studies geschat op 1 op 1.000, waarmee het een van de voornaamste doodsoorzaken is voor jonge zwarte mannen.

De War on drugs is zo effectief in het onderdrukken van de zwarte bevolking dat je een racistisch complot zou vermoeden. John Ehrlichman, adviseur van oud-president Nixon, zei in 1994: ‘We wisten dat we het tegen de oorlog zijn of zwart zijn niet illegaal konden maken, maar door associaties te creëren tussen hippies en marihuana en zwarten en heroïne en beide zwaar te criminaliseren, konden we beide gemeenschappen ontwrichten.’

Het beleid van Nixon c.s. was echter primair ingegeven door paternalisme (het lepe broertje van racisme) en domheid. Domheid omdat de VS geen enkele lering hebben getrokken uit de drooglegging die niet tot minder gebruik of misbruik leidde, maar wel tot een uitbarsting van georganiseerde misdaad, die bij de opheffing van de drooglegging, haar macht verloor.

In de VS verschuift de publieke opinie langzaam richting legalisering van drugs. In de staten waar marihuana is vrijgegeven, is dat een succes. Maar verdere legalisering en regulering is noodzakelijk om uit de vicieuze cirkel van armoede, criminalisering en racisme te ontsnappen. Dit reikt verder dan de VS zelf, in Mexico heeft de drugsoorlog het hele land ontwricht.

In Nederland speelt op een beperktere schaal dezelfde problematiek. Het repressieve drugsbeleid verstoort de emancipatie van achtergestelde groepen. Elke dag kiezen kansloze jongeren voor de verleidingen van de drugshandel. De overgrote meerderheid van de jongeren uit de TOP 600 van Amsterdam komt uit etnische minderheden.

Voor agenten die hier dagelijks mee te maken hebben is het moeilijk geen vooroordelen te ontwikkelen. De etnische profilering is onderdeel van de negatieve spiraal waarin een deel van de Marokkaanse jeugd gevangen zit. Deze tendensen doorbreken is erg moeilijk, ook het onderwijs faalt hierin. Schooluitval is sterk gerelateerd aan etniciteit.

Een herziening van ons drugsbeleid kan alleen maar winst opleveren. Ook Nederland heeft de strijd tegen de georganiseerde misdaad verloren, iets wat justitie en politie in hun eigen rapporten keer op keer bevestigen. Megavangsten van honderden kilo’s cocaïne hebben geen enkel effect op de marktprijzen. De gigantische investeringen van politie en justitie in de drugsbestrijding zijn zelfs contraproductief gebleken.

Politie en justitie treden op als top-predator in het ecosysteem van de drugscriminaliteit. Hun succesjes leiden alleen maar tot steeds beter georganiseerde criminele netwerken, die steeds verder in de bovenwereld doordringen. De vraag is wanneer we daar eindelijk eens lering uittrekken.

Han van der Maas is hooglerraar Psychologie aan de Universiteit van Amsterdam (UvA).

Het Amsterdamse coffeeshopbeleid, een exportproduct als bijdrage voor een toekomstbestendige binnenstad

In de discussie over hoe de Amsterdamse binnenstad toekomstbestendig gemaakt moet worden voor een ieder die er wonen, werken of anderszins verblijven blijft keer op keer de pijlen gericht als zou drug en druggebruik aangepakt moeten worden voor het verbeteren van het leefklimaat. Was dat voorheen vooral die van het heroïneprobleem en later de “pillen” en cocaïne, de laatste jaren zijn het de coffeeshops waar de vinger naar gewezen wordt. Met zijn open brief in dagblad het Parool richt Jan Mosselaar zijn pijlen op de blowtoeristen als zouden die het Amsterdamse Werelderfgoed verkwanselen door met hun auto,s de Amsterdamse grachten in beslag te nemen daar waar hij zijn tuinstoel wilde neerzetten Met onderstaande open brief reageer ik op zijn open brief

Wat te doen aan de verontwaardiging van de binnenstadbewoner Jan Mosselaar? Van zijn verontwaardiging dat Amsterdam; “ opnieuw haar kilometerslange unieke Werelderfgoed verkwanseld aan al die blagen van blowtoeristen die na de Lockdown weer hun bolides lukraak parkeren op de Amsterdamse grachten en dat zij Amsterdam louter als drugsparadijs beschouwen!”

Wat mij betreft een nogal selectieve verontwaardiging want als hij dat Amsterdamse erfgoed zo uniek vindt waarom dan niet de strijd aangaan tegen al die veel langere kilometers aan koopgoten waar voor een extra 1 meter winkelruimte alle antieke voorpuien in de binnenstad zijn gesloopt en duizenden bovenwoningen daaraan zijn opgeofferd!  En hoe de trend te stoppen dat louter uit speculatief oogpunt woningen opgekocht worden tot zelfs die van een ander uniek fenomeen van de Amsterdamse woningcorporaties zodat de binnenstad nog meer alleen beschikbaar is voor de rijken.

De verschraling van zowel het unieke publieke domein van de Amsterdamse binnenstad als de diversiteit aan sociale klasse van haar bewoners gaat terug tot de jaren zestig. Het bizarre is dat sindsdien de publieke als politieke mores overheerst als zou ( betaalde) seks en drugs de binnenstad “naar de kloten helpen”. En als ik mij nu ook tot die mores beperk heb ik de geschiedenis aan mijn zijde van hoe de Amsterdamse heroïne-epidemie uit de jaren 70 en 80 is aangepakt van het stoppen van de toeloop van verslaafden uit de Bijbelbelt en de rest van Europa. Niet met wapengekletter en morele verontwaardiging maar met het landelijk en Europees bepleiten van het Amsterdamse drugsbeleid van laagdrempelige opvang voor verslaafden, van  heroïneverstrekking, spuitomruilprojecten, enz.

En nu voor het, qua gezondheidsrisico en openbare ordebeleid, onvergelijkbare fenomeen van “coffeeshoptoerisme” vergt ook een aanpak op basis van feiten zoals dat Amsterdam de enige ( hoofd)stad in de wereld is met coffeeshops terwijl cannabis wereldwijd, na alcohol het meest populaire genotsmiddel is (in dat licht zou je dan een enorme overlast in Amsterdam mogen verwachten!).

Nu wereldwijd de legalisering van cannabis volop in beweging is, is met geoefend oog te zien van dat de druk aan buitenlandse consumenten op de Amsterdamse coffeeshop aan het afnemen is. Dus Amsterdamse stadhuis; versnel dit proces en promoot wereldwijd de coffeeshop als integraal onderdeel van het legaliseren van cannabis ( n.b. dit is nog een oude toezegging aan de gemeenteraad van wijlen burgemeester Patijn!). Burgemeester Halsema, ga naar Amstelveen en andere buursteden  en bepleit een regionaal coffeeshopbeleid zodat al die bewoners uit de regio niet afhankelijk zijn van de Amsterdamse coffeeshops. Kaart in Den Haag het volstrekt onevenwichtige spreidingsbeleid van coffeeshops aan van dat Amsterdam niet teveel maar de rest van Nederland te weinig coffeeshops heeft (en nog steeds jaarlijks afneemt!).

Toon politieke moed en overtuig Den Haag dat het experiment van het legaliseren van de achterdeur van coffeeshops een gedrocht is en de resultaten te mager en veel  te lang op zich laten wachten!  Sluit een herenakkoord met de belangrijkste toeleveringsbedrijven van het beperken van de verkooppunten van smartproducten en cannabisprullaria.

In plaats van een bekrompen beleid (zoals de invoering ven het I-criterium van dat toeristen de Amsterdamse coffeeshops niet meer in mogen) moet Amsterdam deze weg inslaan om zowel haar eigen drugsbeleid overeind te houden als een bijdrage te leveren in de wereldwijde ontwikkeling naar het legaliseren van cannabis En als dit beleid nou ook dienstig is aan het terugdringen van de grote en kleine drugscriminaliteit en het verbeteren van het Amsterdamse Leefklimaat zijn er alleen maar winnaars!

 

August de Loor

71 jaar geboren en getogen in de binnenstad en 50 jaar straathoekwerker in diezelfde stad

Geïnstitutionaliseerd stigma drug en drugsgebruik, coffeeshops

Hierbij een passage uit een artikel in de Volkskrant van een paar weken geleden naar aanleiding van dat, na de versoepeling van de lockdown-maatregelen, de Amsterdamse binnenstad weer drukker wordt aan dagjesmensen en toeristen.

ZE ZIJN ER WEER; DE BUDGETTOERISTEN DIE UIT PLASTIC BAKJES ETEN OP TRAPPEN VAN DE ALBERT HEIJN ACHTER HET KONINKLIJK PALEIS. BIJ MADAME TUSSAUDS WEER EEN KORTE RIJ, OP DE GRACHTEN VAREN OPNIEUW BEZOEKERS  MET ONTBLOOT BOVENLIJF IN HUURSLOEPJES, IN DE DAMSTRAAT SISSEN COFFEESHOPHOUDERS ALS VANOUDS TEGEN PASSANTEN; ‘HEY GUYS! SMOKE WEED, DRINK BEER!’

Onder de binnenstad bewoners, lokale politieke partijen en allerlei instellingen tot de dure hotelketens aan toe is tijdens de lockdown van een super stille Amsterdamse binnenstad, een campagne gestart van dat het massatoerisme naar Amsterdam niet meer mag terug komen van met name dat deel van wat zij als laagwaardig toerisme beschouwen. Met dit laatste wordt met een beschuldigende vinger naar de prostitutie op de Wallen en de coffeeshops gewezen al zouden die het zogenaamde laagwaardig toerisme aantrekken. Met bovenstaande passage in het Volkskrant hoe coffeeshopeigenaren als opdringerige personen worden afgeschilderd om toeristen coffeeshops in te lokken krijgt de campagne van de binnenstadbewoners een wel heel makkelijk argument in de schot geworpen.

Maar het is de vraag of dat artikel wel klopt!

ER IS HELEMAAL GEEN COFFEESHOP IN DE DAMSTRAAT PLUS MAG ER AL SINDS EIND NEGENTIGER JAREN GEEN ALCOHOL MEER GESCHONKEN WORDEN IN COFFEESHOPS!!! DAARBOVENOP HEB IK IN MIJN HELE CARRIÈRE NOG NOOIT EEN COFFEESHOPEIGENAAR OP STRAAT GEZIEN DIE OP DEZE MANIER KLANTEN NAAR BINNEN LOKT. IN TEGENDEEL, WAAR COFFEESHOPPERSONEEL OP STRAAT WERKT IS DAT JUIST OM OVERLAST VOOR DE OMGEVING TE VOORKOMEN (EEN SERVICE WAT GROTENDEELS IN OVERLEG PLAATS VINDT MET COLLEGA ONDERNEMERS EN BUURTBEWONERS). EN TENSLOTTE IS ER GEEN SPRAKE VAN ALS ZOUDEN COFFEESHOPS LAAGWAARDIG TOERISME AANTREKKEN ( ZIE DE VELE ARTIKELEN OVER DIT ONDERWERP OP DEZE WEBSITE)

Conclusie: Weer een voorbeeld van geïnstitutionaliseerd stigma van in dit geval ten aanzien van coffeeshops.

Een van de scherpste geesten in het Nederlands drugsbeleid is niet meer! deel 2

Naar aanleiding van de rouwadvertentie voor mijn oud collega Herman Matser  in dagblad Het Parool en de Volkskrant geeft Peter de Waard, senior journalist van de Volkskrant  met onderstaand artikel een ode aan die bijzondere man!

Herman Matser 1952-2020

Hij was een einzelgänger, maar ook de steun en toeverlaat van August de Loor van het roemrijke Adviesburo Drugs in Amsterdam.

Het buro werd in 1986 opgericht – het jaar dat XTC voor het eerst op de markt kwam. Een jaar later kwam Herman Matser in dienst. Hij werd al gauw de XTC-deskundige met het bedenken van een systeem dat gebruikers gewaarschuwd konden worden als er versneden XTC tabletten in omloop waren.

‘Herman was de intellectueel, in mijn ogen een van de scherpste geesten in het Nederlands drugsbeleid. Ik vanaf 1970 de straathoekwerker voor heroïneverslaafden. Hij mijn tegenpool. Daardoor werkten we zo goed samen’, zegt de Loor.
Een voorbeeld. Op een zondagochtend in 2014 kreeg de Loor een telefoontje van de “bazin” van de Amsterdamse Meldkamer dat een toerist was overleden door een wit poeder dat op straat als cocaïne was aangeprezen. Echter het ziekenhuis had een overdosis heroïne als doodsoorzaak door gegeven. ‘Ik  belde Herman die onmiddellijk reageerde dat hier iets totaal niet klopte! Hoe kan dat nou, straatheroïne is bruin en cocaïne is wit?  “We moeten als een gek uitzoeken of dat poeder fentanyl is, of heroïne gejat bij de GGD, of de witte heroïne uit de Gouden Driehoek die populair is in de hogere gebruikerskringen van Amsterdam en een levensgevaarlijke straatdealer nu als cocaine aan toeristen verkoopt!!” En dat laatste bleek het geval te zijn. Zo konden per omgaande de eerste hulpposten geïnstrueerd worden en een campagne gestart  om toeristen voor dit gevaar te waarschuwen.’ Ruim dertig jaar werkte De Loor met hem samen.
Anita Hoogeboom raakte twintig jaar geleden met hem bevriend. ‘Hij was een soort broer voor mij. Zijn kookkunst was onovertroffen. Voor mijn dochter was hij ook een soort leraar. Ze kon altijd bij hem aankloppen.’ Vijf jaar geleden kreeg hij een ernstige infectieziekte waardoor hij wekenlang op de ic in het ziekenhuis lag. De jaren die hij daarna had, zag hij als een bonus. Twee jaar geleden ging Matser met pensioen. Op 2 juni overleed hij aan een hartstilstand.
Matser werd geboren in Arnhem. Zijn vader was een ondernemer, zijn moeder kwam uit een geprivilegieerd intellectueel nest. Hij was enig kind.
Behalve dat hij hoogbegaafd was, kon hij ook op jonge leeftijd virtuoos op de piano spelen. ‘Op het gymnasium was hij dol op het vak scheikunde. Het lukte hem zelf explosieven te maken. Bij een ontploffing verloor hij echter enkele vingers waardoor zijn muzikale carrière in duigen viel’, zegt zijn nicht Marriette van der Kooij.
Na een studie internationaal recht trok hij naar Pakistan, waar hij zich terugtrok bij een bergvolk. Hier raakte hij geïnteresseerd in het soefisme. Terug in Nederland werd hij de Rik van de Rik & Raldo show van VPRO radio nachtprogramma over wereldmuziek.
August de Loor hoorde dat – ‘ik hield van dat programma als ik weer eens in de nacht aan het werk was in de wereld van heroïneverslaafden’ – en kwam in contact met hem en vroeg hem voor zijn Adviesburo. Van der Kooij noemt haar neef ‘iemand die ontzettend op zichzelf was’. ‘Hij was ook een dwarsligger, een beetje anders. Daarom mocht ik hem graag, hoewel hij weinig contacten onderhield met zijn familie.’
Bij De Loor voelde hij zich in zijn element. Niemand had zoveel kennis en inzicht over al die verschillende drugsmarkten van heroïne tot de nieuwste uitgaansdrugs. Met Matser stond hij aan de wieg van talloze initiatieven van vele Aidspreventieprojecten voor junkies, het dagelijks drugstestspreekuur voor alle soorten druggebruikers, de Safe House Campagne van het testen van XTC op grote evenementen, van drugs EHBO training, van training van personeel van House Parties, coffeeshops, smartshops, enz.
Altijd kon De Loor op de kennis van Matser rekenen die bijna 200 duizend drugstesten zou doen. Daarnaast was hij een vraagbaak voor journalisten als er weer nieuwe drugs op de markt verschenen of de handel zich verplaatste. Hij kon onterechte paniek indammen en alarm slaan als er wel reden was voor zorg. Hiermee redde hij vele levens.

july 2020  Peter de Waard

Podcast: August de Loor gaat los over 65 jaar drugs en drugsbeleid

Onder leiding van onderstaande twee heren, initiatiefnemers van een wel heel bijzondere Podcast word ik ondervraagd over mijn carrière, wat begon eind jaren 60 van de vorige eeuw als straathoekwerker in de Amsterdamse volkswijk de Pijp en de rest kan je horen van meer dan anderhalve uur dwalen door de decennia van wat zich allemaal aan ontwikkelingen hebben afgespeeld binnen de afzonderlijke drugsmarkten en welke projecten en initiatieven ik daarbinnen heb opgezet en welke visie daarachter schuil gaat.  Veel luisterplezier zou ik zeggen!!!

August

Aflevering #22 van ‘High Tea met Derrick & Rens’ als gastheren en interviewers en vooral met hun eigen deskundigheid en gezelligheid!!. Via de website: http://highteapotcast.nl/22-met-drugsexpert-august-de-loor/

Je kunt de aflevering ook via YouTube beluisteren, via deze link: https://youtu.be/JPnCbHaO5aE

 

 

Rutte, Lock Down persconferenties, coffeeshops

 

Winkels, sportscholen, cafés, restaurants, casino’s, tourbusoperators, kermisexploitanten, bioscopen, sauna’s, sekswerkers, deze en nog veel meer sectoren zijn al maanden getroffen door de Lock Down. Met ingehouden adem moeten zij bij elke persconferentie afwachten of zij genoemd worden om weer open te mogen. Wat mij opvalt is dat Rutte hierbij nog nooit coffeeshops genoemd heeft wat je wel zou mogen verwachten. Want waar bij vele sectoren vaak alleen economische motieven in het spel zijn heeft de Lock Down bij coffeeshops verregaande consequenties. Dit werd op 15 maart bij het potdicht gooien van coffeeshops in EEN klap duidelijk dat de straatdealers en drugswebshops onmiddellijk hun diensten aanboden en daarmee een bom legden op een van de speerpunten van het drugsbeleid van dat verkoop en consumptie van softdrugs ver weg blijft van die van harddrugs. Het getuigde van politieke moed van dat binnen een dag coffeeshops weer open mochten voor de verkoop van cannabis Maar sindsdien blijft de regering Oost Indisch doof dat ook de horecafunctie van coffeeshops een essentieel onderdeel vormt van het drugsbeleid. Ondanks meerdere rapportages van het Trimbosinstituut van, sinds de Lock Down, een toename van problematisch cannabisgebruik plus andere rapportages van meer overlast door blowen in huiselijke kring, in parken en pleinen bleef de regering vasthouden aan het beleid van dat de horecafunctie van coffeeshops tot 1 september gesloten moest blijven. De regering was zelfs ongevoelig voor de waarschuwingen van dat dit ook ten koste gaat van het jeugddrugspreventiebeleid van al die tieners die vooral tijdens deze zomervakantie in eigen land blijven en thuis en dezelfde parken en pleinen opzoeken waar de volwassen gebruikers hun jointje opsteken. Het is dan ook een COMPLETE verrassing van dat de regering deze week heeft besloten van dat coffeeshops al per 1 july weer open mogen. Het is echter volstrekt bizar dat dit ergens ver weg gestopt op een informatiepagina van de Rijksoverheid vermeldt staat. Tijdens de persconferentie heeft Rutte hier geen WOORD aan besteedt. Bij deze verzoek ik Tweede Kamerleden, journalisten, politieke commentatoren, drugsdeskundigen tot gedragswetenschappers aan toe na te gaan waar dit gedrag van onze Premier vandaan komt met de hamvraag of deze regering wel echt het legaliseren van de achterdeur van coffeeshops serieus neemt?

LOCK DOWN Logboek Drug en druggebruik nr 7 Coffeeshopbranche; Wordt wakker!!

In logboek nr 6 meldde ik dat er niet tot nauwelijks reacties kwamen/vragen gesteld werden naar aanleiding van dat de regering  weigerde van dat het in coffeeshops weer mogelijk werd om cannabis te consumeren terwijl wel vanaf 1 juni cafés open mochten voor het schenken van alcohol aan hun bezoekers. Uit onderstaande notulen van 4 juni blijkt dat er wel degelijk de nodige acties zijn ondernomen om de regering op andere gedachtes te brengen. Zowel, zie onderstaand, tijdens het vragenuur op 4 juni in de Tweede Kamer als dat Vera Bergkamp van dezelfde politieke ruim een week later schriftelijke vragen aan de regering heeft gesteld over hetzelfde onderwerp

NOTULEN 4 juni, Tweede Kamer

Mevrouw Diertens (D66):
Dank u wel, voorzitter. Afgelopen maandag hebben we weer een stukje van onze vrijheid herwonnen. We hebben ernaartoe geleefd: 1 juno. Voor wie rond 12.00 uur in de binnensteden rondliep, was het gevoel van verwachting haast tastbaar. En het werd beloond, omdat de horeca, de musea en het ov zich ongelofelijk goed en professioneel hebben voorbereid, en omdat bezoekers van terrassen, tentoonstellingen en treinen zich goed realiseerden wat er op het spel staat. Bij een te gulzige rentree is er een kans dat je je hand overspeelt en weer moet inbinden. Maar het ging goed. Het was gezellig. Mijn grote complimenten. Mijn fractie ziet daarom ook geen reden om per 1 juli niet ook de coffeeshops en de sekswerkers mee te nemen in de versoepeling. Graag een reactie daarop.

 

Reactie Rutte (VVD):

De coffeeshops en de sekswerkers. Ik snap dat je die natuurlijk ook zou kunnen toevoegen aan 1 juli. Je kunt alles toevoegen aan 1 juli, maar jongens, dan wordt het zo groot. Ik zeg het maar even eerlijk. Het zakt dan echt door z’n eigen gewicht in elkaar. Doe het nou dus niet. Ja, het is ook een beetje arbitrair wat er precies op 1 juli en op 1 september zit. Dat zeg ik ook eerlijk. We kunnen natuurlijk proberen hier allemaal briljante argumenten te verzinnen waarom iets moet op 1 juli of 1 september. Ja, we hebben moeten vaststellen dat die argumentatie bij ons ook niet altijd even sterk was. Er is daarom van de sportscholen gezegd of het niet toch zou kunnen op 1 juli, als ze aan allemaal aanvullende eisen voldoen. Ik pleit er echter echt voor om eerst maar eens even kijken of het virus echt met de rugzak op is vertrokken. Ik geef ook nog een keer de winstwaarschuwing voor 1 juli. Als je het allemaal wil, ook de uitbreiding naar 100 personen, dan wordt het pakket zo groot. We hebben nog verre van de zekerheid dat het virus is vertrokken.

Hierbij mijn commentaar van;

  1. dat, net als het antwoord van de minister van Zorg op de brief van de BCD, ook Premier Rutte op geen enkele manier inhoudelijk beargumenteerd waarom de horecafunctie van coffeeshops pas 3 maanden later open mag dan cafés en andere horecagelegenheden
  2. En mijn verbazing van dat er geen breed front uit de coffeeshopbranche is opgestaan om hier werk van te maken. Het Nederlandse softdrugs- en coffeeshopbeleid staat al decennialang in de “minstand” van steeds minder coffeeshops, steeds meer beperkende regels met zelfs de vraag of het experiment van het legaliseren van de achterdeur van coffeeshops wel als een verbetering van het beleid beschouwd kan worden met nu het totaal negeren van de regering van nut en noodzaak van de horecafunctie van coffeeshops als essentieel onderdeel van het Nederlands softdrugsbeleid. De coffeeshopbranche vertoont helaas veel trekken van het “naar binnen gericht “zijn met helaas vaak korte termijn denken van nu ook van dat zolang het tijdens de Lock Down mogelijk blijft om cannabis te verkopen dit wel oké is; zoiets als een houding van dat het een gunst is van de regering waar je blij om moet zijn. Kom op coffeeshopbranche, laat je horen!!!!                      De coffeeshop is geen gunst maar de cafe/slijterij maar dan voor cannabis, waar honderdduizenden mensen met en onder elkaar kunnen genieten van het na alcohol meest populaire genotsmiddel in de wereld. Het is die functie van coffeeshops wat door de regering ontkend wordt!  WORDT WAKKER!

 

LOCK DOWN Logboek drug en druggebruik nr 6 Coffeeshops, status Apart

In Lock Down logboek nr 4 staat de brief van de voorzitter van de Amsterdamse coffeeshopbond ( BCD) aan de minister van Zorg met een pleidooi van dat coffeeshops eerder dan de door de regering geplande datum van 1 September hun horecafunctie weer kunnen starten. Op 10 juni heeft de minister geantwoord met dat de regering geenszins van plan is om dit te honoreren en dat zonder ook maar een enkel motief.

Klik hier om de brief in te zien

Hierbij mijn commentaar op deze brief, een commentaar deels afkomstig uit mijn reactie aan het bestuur van de BCD hoe zij op de brief van de minister zouden moeten reageren.

De brief van de minister als antwoord op die van de BCD brief beschrijft in feite alleen maar de reguliere procedures en aanleidingen waarop de maatregelen van de Lock Down versoepeld worden. Het is een beschrijving die de laatste maanden tot de standaard uitleg van de voorlichtingsafdeling van de regering gerekend kan worden. Het is zodoende ronduit beledigend hoe de minister zich zo nietszeggend tot de coffeeshopbranche richt ( n.b. en dan nog ook een minister van de PvdA!)

De minister geeft geen enkele toelichting waarom de horecafunctie van de coffeeshops pas weer open mag per 1 september en wat de aanleiding is om coffeeshops anders te behandelen dan de reguliere horecagelegenheden.

Met als reden van; “ik zie geen aanleiding om extra openingen toe te staan” sluit hij zijn brief af waarmee hij in feite de coffeeshopbranche als een volstrekt geïsoleerd fenomeen wegzet terwijl hij eerder in zijn brief tot twee keer toe de coffeeshops een horecafunctie toedicht, wat hem de “plicht” geeft om toe te lichten waarom hij de coffeeshops niet overeenkomstig behandeld als cafés, restaurants die al op 1 juni open mochten.

Maar het antwoord van de minister is ook in een ander opzicht verbijsterend. Zonder volledig inzicht in de correspondentie van bijvoorbeeld de sportscholen, wellness centra, de kermisexploitanten overstijgen de argumenten van de coffeeshopbranche voor het versoepelen van de Lock Down maatregelen voor haar sector verre haar eigen directe commerciële belang. De argumenten die de BCD de minister aanreikt betreffen zowel de (hoofd)doelstellingen van het Nederlandse drugsbeleid, jeugddrugspreventiebeleid als het openbare ordebeleid. Als de minister wel bovengenoemde sectoren uitnodigt voor overleg en de coffeeshopbranche volstrekt negeert is dit niet alleen nadelig voor het desbetreffende onderwerp maar ook uitermate verontrustend  hoe het Nederlandse softdrugs- en coffeeshopbeleid zich verder zal ontwikkelen onder een regering als deze. En dat die zorg zeer reëel is moge duidelijk zijn dat Premier Rutte bij de persconferentie op 6 mei over de versoepeling van de Lock Down maatregelen de coffeeshopbranche zelfs geen ENKELE keer genoemd heeft.

Even zorgelijk is dat ook de media, de verantwoordelijke instanties voor het Nederlandse drugsbeleid dit zonder enige reactie laten passeren, een indicatie in hoeverre de coffeeshopbranche nog op politiek/bestuurlijk/maatschappelijk draagvlak kan rekenen.