De geschiedenis van de coffeeshopbond, de BCD

December 1992, afgesloten straten in de Amsterdamse woonwijken, 570 man politie met kogelvrije vesten, getrokken pistolen, laagvliegende helicopters, vast geboeide arrestanten afgevoerd in stadsbussen!

Was dit de werkwijze van de WAR ON DRUGS in de USA? Was dit Italië in de strijd tegen de maffia? Nee, dit was Nederland met, na 20 jaar coffeeshops en 16 jaar softdrugsbeleid haar nieuwe beleid van de aanpak van coffeeshops! En dat dit in de lucht hing had alles te maken met een stroom aan aantijgingen die hier aan vooraf ging als zouden coffeeshops zich schuldig maken aan handel in harddrugs, in wapenhandel, belastingfraude, herbergen van illegalen, enz. En toen zelfs de verslavingszorg waarschuwde voor een vanuit de coffeeshops nieuwe golf aan heroïneverslaafden begon bij politiek en publiek de gedachte te leven als zou het scheidingsbeleid tussen soft- en harddrugs gefaald hebben, zodat coffeeshops net zo goed gesloten konden worden. Het was binnen deze publieke opvatting dat, op initiatief van het Adviesburo Drugs, de bond van coffeeshopeigenaren werd opgericht, de BCD ( Bond van Cannabis Detaillisten).

De bond oogstte meteen succes met dat Amsterdam, in tegenstelling tot menig andere stad afzag van een actief sluitingsbeleid van coffeeshops. In plaats daarvan werd op aandringen van de gemeenteraad een commissie Toekomst Amsterdamse softdrugsbeleid opgericht wat de basis legde van een in de jaren negentig politiek en bestuurlijk stabiel Amsterdams softdrugs- en coffeeshopbeleid. In de periodieke overleggen tussen de BCD en de burgemeester die daarop volgden werd daar praktische invulling aan gegeven met een lange lijst aan grote en kleine dossiers. Het waren deze resultaten waardoor in steeds meer steden coffeeshopbonden werden opgericht, met daarop volgend in 2001, nogmaals op initiatief van het Adviesburo Drugs, de oprichting van een landelijk platform van lokale coffeeshopbonden, het LOC ( Landelijk Overleg Coffeeshopbonden). En dat dat platform net op tijd kwam bleek maar al te gauw bij de start van de regering Balkende met weer opnieuw een aanslag op het softdrugsbeleid van de invoering van de scholenafstand ( met als gevolg een verdere ingrijpende reductie van het aantal coffeeshops in Nederland), een registratieplicht voor bezoekers van coffeeshops, de Wietpas van een verbod voor toeristen van het bezoeken van coffeeshops, het plaatsen van cannabis met 15% THC als harddrug plaatsen op lijst 1 van de Opiumwet. Maar waar begin jaren negentig nauwelijks enig protest klonk tegen de toentertijd omslag in het softdrugsbeleid kwam er nu wel veel protest op gang waardoor veel van bovengenoemde maatregelen uiteindelijk niet ingevoerd zijn.

Het is ontegenzeggelijk de inzet van de bonden geweest waardoor die publieke en politieke protesten op gang zijn gekomen met als laatste resultaat van de eerste politieke stappen richting het legaliseren van de achterdeur van coffeeshops! Het moge duidelijk zijn dat dit de grootste uitdaging is in de geschiedenis van het Nederlandse softdrugsbeleid. Het is aan de coffeeshopbonden de taak van dat die achterdeur zo geregeld wordt van dat aan de wensen van de consument van cannabis voldaan wordt. Het is alleen op die manier waardoor alle voordelen van de legalisering tot zijn recht komt! Al bijna 50 jaar kennis en ervaring binnen de coffeeshopbranche over die wensen van de consument moet daar garant voor staan!!!