Steun de campagne ter bestrijding van synthetische cannabis

In 2021 werd de Nederlandse cannabismarkt opgeschrikt doordat er CBD wiet werd aangetroffen behandelt met synthetische cannabinoïden. Een campagne werd opgetuigd door het Adviesburo Drugs en het Cannabinoiden Adviesbureau Nederland (CAN) met hulp van de VLOS en de VOC en de coffeeshopbonden PCN en BCD zorgden voor de nodige financien. Dat liep de afgelopen twee jaar goed. Echter verloopt de financiering moeilijk dit jaar. Daarom bij deze de oproep hoe en waarom je de campagne kunt en zou (financieel) moeten steunen.

Steun de campagne ter bestrijding van synthetische cannabis

Het is alweer meer dan twee jaar geleden van dat er in Nederland gewaarschuwd werd over het rouleren van synthetische cannabis. Daar waar in andere landen in Europa hier al eerder voor gewaarschuwd was moesten we naar aanleiding van een aantal incidenten ook hier aan de slag om deze chemische troep aan te pakken. Onder auspiciën van het Adviesburo Drugs startte een team van deskundigen om niet alleen de liefhebbers van cannabis te waarschuwen maar ook om de producenten en handelaren van deze troep het leven zuur te maken, lees het structureel aanpakken van dit probleem!

Aanvankelijk kon deze aanpak rekenen op financiële steun van de coffeeshopbonden BCD en PCN en afgelopen jaar op alleen de PCN. Na de afgelopen maanden heen en weer gemail is helaas duidelijk geworden dat beide bonden geen verdere financiële steun meer verlenen, met  hun argument dat deze chemische troep al een tijd niet meer bij de achterdeur van coffeeshops opduikt. Dit is mede het resultaat van de campagne die nu echter door dit succes zonder financiële ondersteuning verder moet terwijl er genoeg aanleiding is om de vinger op de pols te houden (zie  bijvoorbeeld de media van de afgelopen tijd van dat deze troep nog steeds de gevangenissen binnen wordt gesmokkeld en recent weer twee verdachte monsters zijn ingeleverd bij het Adviesburo).

Bij deze dan ook de oproep om de campagne financieel te ondersteunen zodat op zijn minst de postbus open kan blijven voor het verzamelen van verdachte monsters, de sneltestsetjes voor het spotten van synthetische cannabis in roulatie kunnen blijven, contacten onderhouden kan worden met coffeeshopeigenaren, met instanties en overheden en het team van deskundigen per omgaande opgeroepen kan worden als daar aanleiding toe is.

Elke financiële steun is welkom en staat het gironummer van Stichting Adviesburo Drugs daarvoor open: NL65 INGB 0004 8121 84, met vermelding: steun campagne.

De distributeur waar coffeeshops, headshops, growshops en smartshops sneltestsetjes kunnen bestellen is Sirius Smartproducts, te bereiken via +31464575800 en e-mailadres info@sirius.nl .  Verdachte samples kunnen opgestuurd worden naar Adviesburo Drugs postbus 14828 1001LH Amsterdam.

Legalize now – filmpje van alweer jaren geleden

Kreeg deze week een filmpje opgestuurd van alweer jaren geleden over een pleidooi voor legaliseren van drugs. Was toen nog een knappe gozer en gaf een paar rake opmerkingen over het gedoogbeleid. Nu het gedoogbeleid al jaren tot het verleden behoort is het nooit weg om de voordelen van het gedoogbeleid weer in herinnering te brengen.
Veel kijkplezier!

August

AFHAALVERBOD AMSTERDAMSE COFFEESHOPS

Twee vliegen in één klap

Als gevolg van het wegstemmen van het i-criterium door de Amsterdamse gemeenteraad is de burgemeester met allerlei nieuwe maatregelen in de weer voor, wat zij noemt, het beperken van de overlast in de binnenstad. Een van die maatregelen is een verbod op de verkoop van cannabis anders dan het gebruik in coffeeshops, in gewoon Nederlands van dat alleen nog maar in de coffeeshop geblowd mag worden. Hierbij heeft zij uitdrukkelijk gesteld dat, mocht deze maatregel niet werken tegen het blowen in de straten van de Amsterdamse binnenstad, zij alsnog het (ellendige) i-criterium gaat invoeren. Dus Amsterdamse coffeeshopeigenaren, wees op jullie hoede met hierbij mijn advies hoe op dit afhaalverbod te reageren

 

Het verbod

Het verbod betekent dat coffeeshops in de zogenaamde alcoholoverlast gebieden (zoals de Wallen en omgeving) vanaf donderdagmiddag tot zondagavond alleen nog maar cannabis mogen verkopen als dit binnen opgerookt wordt. Verkoop voor meenemen is verboden!

Deze maatregel roept nogal wat problemen op zoals;

  • Hoe in Godsnaam kan dit gecontroleerd worden? Voor elke shop een controleur die zakken en tassen doorzoekt tot en met fouillering aan toe!
  • En hoe zit het met klanten die cannabis kopen voor gebruik in huiselijke kring of voor een avondje stappen met vrienden in Amstelveen, Purmerend, enz
  • En geldt dit verbod ook voor space-cake en andere eetbare cannabis producten?
  • En als er na de joint nog hasj of wiet over is. Mag/moet de bezoeker dit weer inleveren bij de huisdealer?
  • Is bij overtreding de coffeeshop hiervoor verantwoordelijk? En zo ja betekent dit dat de coffeeshopeigenaar dan de bezoekers al bij binnenkomst moet fouilleren?

Kortom, vele onduidelijkheden met de vraag of deze maatregel het blowen op straat tegen gaat (met daarbovenop de vraag welk aandeel in de overlast in de binnenstad nou werkelijk veroorzaakt wordt door dat blowen op straat? ).

Mijn advies aan de Amsterdamse coffeeshopbranche is om zich niet in deze discussie te mengen maar zich vooral pragmatisch op te stellen.

Wat ik daarmee bedoel is dat als deze maatregel de invoering van de VEEL INGRIJPENDE maatregel van die van het criterium voorkomt; Neem dan al die rammelende bijeffecten van die maatregel voor lief.  (plus de wetenschap dat al dit soort bijeffecten in de dagelijkse praktijk altijd reuze zullen meevallen).

Sterker nog, mijn oproep is om deze maatregel als uitdaging te beschouwen voor iets wat essentieel is voor het fenomeen van coffeeshop (lees: het weer in ERE HERSTELLEN van de ontmoetingsfunctie; het met en onder elkaar binnen een sociaal publieke aangename omgeving genieten van de geneugten van een joint). Het extra unieke van de Amsterdamse binnenstadcoffeeshop is dat je daar de hele wereld ontmoet in jong, oud, rijk, arm, zwart, geel, blank, man, vrouw, van Amstelveen tot New Yorker, van expats tot toerist. (het is niet voor niets dat in de coffeeshops het roken van cannabis omschreven wordt met JOINT, een koosnaam die nergens anders in de wereld zo ingeburgerd is!).

Dus weg met die eenzijdige afhaalfunctie van steriele doorgeefluikjes bij de huisdealer, omgeven door cameratoezicht met allemaal snel in-en uitlopende klanten met meer kans op overlast voor de deur, enz.

Met daarvoor in de geest van Johan Cruijff “Ieder nadeel heeft een voordeel”;

  • Verhuis de huisdealer naar achteren en gooi de horecadeuren weer wagenwijd open.
  • Haal de tafelvoetbalmachine uit de kelder en maak gezellige hoekjes, lange leestafels, zet het koffieapparaat aan en promoveer het personeel weer tot gastvrouw/gastheer!!

Dit is de mijn advies hoe de Amsterdamse coffeeshopbranche invulling geeft aan het verbod op de verkoop van cannabis anders dan het gebruik in coffeeshops. Hiermee keert de ouwerwetse gezelligheid in coffeeshops weer terug en tegelijkertijd voorkomt het de invoering van het i-criterium; “Twee vliegen in een klap”.

Oproep aan het stadhuis

Het spreekt voor zich dat dit alleen maar gerealiseerd kan worden met een dringende oproep naar het stadhuis dat zij moeten stoppen met de rigide uitvoering van de H en J regel van de coffeeshop gedoogcriteria. Om nog maar te zwijgen van die van de Tabakswet.

Bezoekers moeten weer welkom zijn en de coffeeshop gastvrijer zonder dat de coffeeshopeigenaar zenuwachtig op zijn nagels hoeft te bijten over de dreiging dat door die rigide regels zijn shop dichtgetimmerd wordt.

Dit is wat er van de kant van het stadhuis geëist mag worden met alleen maar winnaars voor iedereen die leeft, woont, werkt en uitgaat in de Amsterdamse binnenstad.

Met vriendelijke groet!
August de Loor, 10 maart 2023

      Hoezo ondermijning door de georganiseerde drugsmisdaad

 

Beste Lezer, ben een hele tijd niet in staat geweest om nieuwe stukjes op deze website te zetten, terwijl ik veel te vertellen heb, dingen doe, meemaak, bedenk, mail, werkbezoeken afleg, enz. met dit stukje probeer ik de boel weer op gang te brengen en ga hulp zoeken om al mijn ervaringen van de afgelopen tijd in nieuwe stukkies vast te leggen!!

met groet en leesplezier!   August

Hoezo ondermijning door de georganiseerde drugsmisdaad?

Ik zit in het bestuur van Stichting Drugs Beleid (SDB),een club van wijze mannen en vrouwen die streven naar een progressief, duurzaam en effectief drugsbeleid. Met onderstaand stukkie probeer ik ze wakker te schudden!

In het Parool van zaterdag 4 februari stond een interview wat in mijn ogen een storm aan reacties had moeten opleveren richting al die politici, bestuurders, wetenschappers, journalisten, Topsen en Trompen met hun al jaren mantra over de ondermijnende invloed van de georganiseerde misdaad op de reguliere bovenwereld.

Hoofdofficier van justitie Janneke de Smet-Dierckx, leider van de Taskforce ACM (Aanpak Criminele Machtsstructuren), kortom niet zomaar iemand, stelt in dat interview van dat de grote drugscriminelen hun geld niet in panden en bedrijven steken.

“Het criminele betalingsverkeer raakt de bovenwereld niet”, is een van haar stellingen. Zij constateert dat de criminele wereld grotendeels opereert binnen een eigen soort (geld)circuit, met eigen regels en wetten.

Kortom de hogere regionen van de drugsmisdaad houden er een eigen economie op na, grotendeels naar binnen gericht in plaats van naar de formele bovenwereld.

 

Het bijzondere van het interview is dat zowel deze vrouw als de interviewer ( Paul Vugts) op basis van deze constatering logischerwijs vraagtekens zouden moeten zetten bij al die veronderstellingen over de ondermijnende invloed van de drugsmisdaad op de bovenwereld. Een veronderstelling wat al twee decennia van grote invloed is op gevoerd beleid van Politie en Justitie op zowel landelijk als lokaal nivo ( tot bijvoorbeeld Femke Halsema aan toe!) Een beleid wat ook geleid heeft tot het opdoeken van het pragmatisch Nederlandse gedoog- en Harm Reduction beleid.

 

Dus SDB, als Janneke en Paul dit negeerden en vervolgens zelfs geen kattenbelletje klonk ligt daar toch de uitdaging bij ons, graag jullie reactie.

 

Met groet!

August

30 jaar DIMS – de geschiedenis van het testen van drugs

Drugs testen door de jaren heen

Op deze pagina nemen we u mee door de geschiedenis van het Drugs Informatie en Monitoring Systeem (DIMS). Dat is een uniek systeem en bovendien een van de oudste drugstestsystemen wereldwijd. Vanwege het 30-jarig bestaan van het DIMS in 2022 vertellen we aan de hand van diverse mijpalen hoe het DIMS door de jaren heen veranderde.

Voor het DIMS: de jaren 70 en 80

Het testen van drugs in Nederland kent een lange voorgeschiedenis. Een belangrijke mijlpaal daarin was de start van het testen van cannabis begin jaren 70.

Koos Zwart en Eric Fromberg waren hierin pioniers. Zij verzamelden de cannabis via een landelijk netwerk. De testresultaten, plus voorlichting over veilig gebruik, werden wekelijks via een populair radioprogramma op zaterdagmiddag verspreid. Dit unieke project is van grote invloed geweest op het Nederlandse drugsbeleid.

De analyses werden uitgevoerd door professor van der Kamp en zijn medewerker Jan Filedt-Kok van het apothekerslaboratorium van het Wilhelmina Gasthuis ziekenhuis (het latere AMC).

Rond 1972/1973 werd er gestart met het testen van heroïne. Het drugsteam van Stichting Streetcornerwork Amsterdam – met August de Loor als voorman – zorgde voor de drugsmonsters. Dit initiatief beperkte zich uiteindelijk niet alleen tot heroïne. Ook andere drugs werden getest. Tegelijkertijd werd er ook aan preventie en voorlichting gedaan. Bovendien kon men waarschuwen voor vervuilde drugs als daar aanleiding toe was en werden berichten over drugs en drugsgebruik genuanceerd en geduid.

In 1986 startte Stichting Adviesburo Drugs een dagelijks spreekuur voor gebruikers van diverse drugs. Signalen over vervuilde drugs die via dit spreekuur binnen kwamen, benadrukten volgens August de Loor de noodzaak van het testen van drugs.

Een nieuwe drugs in tabletvorm: xtc

In 1987 gebeurde er iets opmerkelijks:  voor het eerst diende zich in Nederland een nieuwe drugstrend aan in de vorm van een pil, xtc. Xtc werd razendsnel populair, maar in 1988 werd de werkzame stof xtc op lijst I van de Opiumwet geplaatst en ontstonden er zorgen over een toename in vervuilde xtc-pillen.

Om de aanwezigheid van vervuilingen snel te detecteren werd toen de tabletsneltestdetermineermethode bedacht. Op die manier kon het Adviesburo de consumenten op een effectieve manier waarschuwen. In samenwerking met het AMC werd een geheel nieuw systeem opgezet waarmee elk weekend de lijst met geteste xtc-pillen geactualiseerd kon worden. Daardoor werd het mogelijk om een breder publiek voor te lichten over de samenstelling van hun xtc-pillen.

In 1989 werd de Safe House Campagne opgezet in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Op die manier kon niet alleen getest worden op het dagelijks spreekuur van het Adviesburo Drugs, maar ook op grootschalige feesten in het land.

Voor meer informatie over de Safe House Campagne en de Stichting Adviesburo Drugs: August de Loor | Stichting Adviesburo Drugs

Hoe het Adviesburo Drugs destijds voorlichting gaf
Hoe het Adviesburo Drugs destijds voorlichting gaf

In 1997 was er de eerste grote xtc-crisis: er was een tekort aan grondstoffen voor MDMA, de werkzame stof in xtc.

1992: de oprichting van het DIMS

De daarop volgende jaren werd er steeds vaker op feesten getest in het hele land.Dat kwam onder meer door de interesse van Erik Fromberg (die toen medewerker was bij het NIAD, de voorloper van het huidige Trimbos-instituut). In samenwerking met Stichting Adviesburo Drugs werd begin jaren 90 een plan gemaakt om de instellingen voor verslavingszorg in Nederland mee te krijgen. Het idee was om ook lokaal drugsspreekuren te houden. Daarnaast werden preventiewerkers verplicht om stage te lopen binnen de Safe House Campagne. In 1992 werden alle lokale initiatieven bij elkaar gebundeld en ondergebracht bij wat nu het Trimbos-instituut is: het DIMS als landelijke monitor.

Bij de oprichting van het DIMS werden 30 jaar geleden de volgende doelen gesteld:

  • Het verzamelen van informatie over de actuele ontwikkelingen op de drugsmarkt en de trend daarin periodiek rapporteren.
  • Deze informatie gebruiken voor preventie- en voorlichtingsactiviteiten ten behoeve van (aspirant)gebruikers.
  • De reacties van (aspirant)gebruikers op het voor hun ontwikkelde voorlichtingsmateriaal gebruiken als basis voor het ontwikkelen van nieuw materiaal.

Andere essentiële functies van het DIMS die voortvloeiden uit het testen van drugs waren:

  • Het beschermen van consumenten voor vervuilde middelen
  • Het via de consument terugdringen van het aanbod van vervuilde drugs.

Trimbos-instituut

Het beheer van het DIMS kwam te liggen bij het Trimbos-instituut met Erik Fromberg als eerste projectleider. Vanaf dat moment leverden instellingen van verslavingszorg structureel drugsmonsters die gebruikers bij hen inleverden. Ook werden de drugsmonsters – die via het Adviesburo Drugs en de Safe House Campagne verzameld werden – geanalyseerd. Daarnaast verschenen er rapportages over de ontwikkelingen op de drugsmarkt en de – op dat moment aanwezige – vervuilingen.

De xtc-crisis

In 1997 was de eerste grote xtc-crisis: er was een tekort aan grondstoffen voor MDMA, de werkzame stof in xtc. Dit zorgde er voor dat andere stoffen als vervuiling opdoken. Een van deze stoffen was atropine. Dit zorgde voor veel gezondheidsincidenten, en de eerste grote landelijke Red Alert werd een feit.

Voor de Red Alert was een strategie afgesproken met alle DIMS-deelnemers. Toch ontstonden er interne problemen over hoe te waarschuwen over de situatie. Dit escaleerde tot de landelijke media.

De inmenging vanuit de hoek van justitie en de interne problemen binnen het project zorgden ervoor dat het DIMS-project bij de landelijke politiek op de radar kwam. In 1998 werden onder meer de begeleidings- en projectcommissie opgericht. Er was vaak overleg tussen de deelnemers onderling én met het ministerie van VWS, als opdrachtgever. Onder leiding van Inge Spruit, programmahoofd Epidemiologie van het Trimbos-instituut, én toenmalig minister Els Borst werden er een aantal onderzoeken gedaan naar xtc en het testen van drugs. In 1999 werd bij een bespreking in de Tweede Kamer besloten dat het DIMS door mocht gaan, maar alleen als monitor én als men dit via strikte protocollen deed. Onder leiding van Raymond Niesink stelde het DIMS deze protocollen op.

Klik op de afbeelding voor een vergrote versie.

Hoe destijds door het Adviesburo werd gewaarschuwd voor vervuilde drugs
Hoe destijds door het Adviesburo werd gewaarschuwd voor vervuilde drugs

Na het millenium

Vanaf 1999 (en officieel 2002: toen werd een motie aangenomen om het testen op feesten te verbieden) werd er niet meer getest op de dansvloer, maar alleen nog op kantoor. Bovendien kwamen er in 2002 werkafspraken met het Openbaar Ministerie (OM) om de spanningsverhouding tussn bescherming van de volksgezondheid en misdaadbestrijding beter hanteerbaar te maken. De voorwaarden die toen werden opgesteld zijn nog steeds van kracht.

DIMS als monitor

De kracht van het DIMS is dat het een netwerk is van samenwerkende partners: denk aan gemeentes, politie en medische diensten. Niet alleen regionaal, maar ook landelijk. Landelijke data worden geaggregeerd gedeeld met de deelnemende instanties en vormen een belangrijk onderdeel van de Nationale Drug Monitor.

Ook deelt het DIMS informatie met beleidsmakers en het Coördinatiepunt Assessment en Monitoring nieuwe drugs (CAM). De informatie wordt ook gebruikt om preventiebeleid op te maken. Het Trimbos-instituut rapporteert als focal point aan het EMCDDA. Dat betekent dat het DIMS gesignaleerde trends en ontwikkelingen Europees deelt via het EMCDDA en het EU Early Warning System. In 2009 werd de Monitor Drugsincidenten (MDI) opgericht om druggerelateerde incidenten te monitoren. Het DIMS en de MDI werken sindsdien nauw samen.

Hoe de Olympische Spelen een rol speelde in de xtc-crisis

In 2009 was er wederom sprake van een grote xtc-crisis. Vermoedelijk doordat – in aanloop naar de Olympische Spelen in China van 2008 – veel strenger werd opgetreden tegen de productie en export van diverse chemicaliën, waaronder grondstoffen voor de productie van MDMA. Tijdens deze crisis boden producenten verschillende stoffen ter vervanging aan. Een daarvan was mCPP. Dat middel zorgde voor lichte hallucinaties en vaak ook misselijkheid en hoofdpijn. Een ander was mefedron (4-MMC). In de jaren daarna werden herhaaldelijk van dit soort nieuwe stoffen op de markt gevonden die nog niet op de lijsten van de Opiumwet stonden. Deze stoffen worden Nieuwe Psychoactieve Stoffen (NPS) genoemd.  Om bij te houden hoeveel van dit soort nieuwe stoffen per jaar worden aangetroffen is het DIMS sinds 2012 ook het landelijk Meldpunt Nieuwe Drugs gestart.

Sinds 2013 monitort het DIMS ook de online verkoop van drugs. Hierbij gaat het niet alleen om verkoop van legale NPS via webshops, maar ook van illegale drugs via het dark web.

Drugs OR- stickers in de Amsterdamse binnenstad, een nieuwe stijl om drugsklanten te lokken!

Het is deze aanhef van een artikel in de Volkskrant ( 17 oktober) waaruit schande sprak van dat dit zomaar kan. En ook de Amsterdamse politie sprak zijn bezorgdheid uit maar had helaas onvoldoende tijd om in te grijpen! Echter kan er ook op een andere manier naar deze stickers gekeken worden, met als eerste mijn mening van dat er geen sprake is van uitlokking. Al diegenen die geen interesse in drugs hebben zullen die stickers negeren. Diegene die heg nog steg in Amsterdam kent, maar voor de aanschaf van drugs niet met een straatdealer in zee wil gaan zal die sticker wel lezen ( waarmee ik niet wil zeggen van dat ik dergelijke stickers toejuich). Kortom, genoeg aanleiding voor het geven van een commentaar op dit Volkskrant artikel

Met mijn 50 jaar hulpverlening aan druggebruikers zie ik die stickers niet als uitlokking maar als een praktisch middel  om voor de aanschaf van drugs niet afhankelijk te zijn van dat onvoorspelbare risicovolle verkoopcircuit van straatdealers. Het waren de junkies uit de vorige eeuw die dat al door hadden en ver weg van de straatdealer via hun mobieltje hun heroine, speed of basecoke gingen aanschaffen. Met de afgelopen decennia de 06-lijnen waar gabbers, studenten, parenclubs en de Yup hun favoriete  XTC, snuifcoke of designerdrug tot aan de voordeur aangeleverd krijgen. En nu met al dat stedentoerisme en internationalisering van de vrijetijd- en uitgaansculturen zijn het de OR-stickers waarmee de middelen aangeschaft kunnen worden, een ontwikkeling wat zich niet exclusief in Amsterdam maar wereldwijd afspeelt.

Met een portie pragmatisme zou je mogen verwachten dat dergelijke trends serieus meegewogen zouden worden in beleid. Met als voordeel van dat het een substantiële bijdrage levert in het terugdringen van de straathandel, dus minder straatoverlast, minder straatverkoop van riskant versneden drugs, als wapen tegen de verontrustende gangvorming binnen straatdealscenes, het tegengaan van de aantrekkingskracht onder kwetsbare jongeren om straatdealer te worden, van minder berovingen van toeristen en meer veiligheid voor de bewoners

Niets van dat pragmatisme is zichtbaar, integendeel, repressie tegen drugs is waar de overheid in geloofd.  Een  geloof wat zover gaat met toen in de vorige eeuw de Zeedijk verlost was van het heroine-junkie-straatdealer probleem de Amsterdamse hoofdcommissaris dit aan zijn repressiebeleid toedichtte terwijl de junkenNokia daar meer van invloed op is geweest!

ANALYSE VAN DE POLITIEKE IDEOLOGIE VAN DE AMSTERDAMSE DRIEHOEK, met het criterium als hun speeltje!

 

Inleiding

Morgen, 29 september ben ik een van de sprekers om de Amsterdamse gemeenteraad  te overtuigen af te zien van het invoeren van het criterium. Het is onderstaande analyse die dat nader toelicht. Uit de titel kan u al opmaken van dat er meer speelt dan alleen het criterium. Het is dat wat ik in mijn speech zal uitleggen met cursief hieronder de rooie lijn van die speech. Het is de analyse over de politieke ideologie van de Amsterdamse Driehoek die daar u weer verder over kan informeren met tenslotte mijn oproep van dat de Driehoek gestopt moet worden omdat zij een ideologie volgt die eerder problemen veroorzaken dan oplossen.

ps) in deze website zijn al veel eerdere notities over het Amsterdamse drugsbeleid geschreven met betrekking tot het criterium, effe zoeken zou ik zeggen!                                                              Hierbij de strekking van de speech;

Geachte commissie, het is meer dan 50 jaar dat ik met hart en ziel mijn bijdrage lever aan het Amsterdamse drugsbeleid. Maar wat ik nu zie hoe de Driehoek bezig is, is ongekend en nooit eerder vertoond!! Het was uw raad die eerder het criterium afwees. Sinds die tijd legt de Driehoek een verbetenheid aan de dag om alsnog het criterium ingevoerd te krijgen. Het is echter die verbetenheid wat zover gaat dat de Driehoek een van de belangrijkste pijlers van het Amsterdamse drugsbeleid heeft opgedoekt, argumenten ter berde brengt die simpel door te prikken zijn tot zelfs recent met puur misleidende informatie op de proppen komt om maar de noodzaak van het invoeren van het criterium te benadrukken. Geachte commissie, ik heb mij in al die 50 jaar nog nooit zo fel uitgesproken. Maar het gaat allang niet meer om alleen het criterium, het gehele drugsbeleid en hoe deze Driehoek daar invulling aan geeft staat op het spel!

IK dank u voor uw aandacht!

                 ANALYSE VAN DE POLITIEKE IDEOLOGIE VAN DE AMSTERDAMSE DRIEHOEK                                             Hun verbetenheid om het criterium ingevoerd te krijgen!

Inleiding

Bij een terugblik vanaf 2020 hoe de Driehoek probeert het criterium goedgekeurd te krijgen valt op dat na het nee zeggen tegen deze maatregel door de gemeenteraad de Driehoek verwoed door gaat om dit alsnog  voor elkaar te krijgen. Het begon met de brief van de Driehoek aan de raad ( januari 2021) met de  beschuldiging als zouden coffeeshops een ondermijnende invloed hebben op de bovenwereld ( dus het criterium hard nodig is als maatregel in het beperken van de inkomsten van coffeeshops waardoor hun kwalijke ondermijning afneemt). De Driehoek bleef in de hoogste versnelling met steeds weer nieuwe argumenten met als meest recent  als zou de omzet van de Amsterdamse coffeeshops de laatste jaren enorm gestegen zijn (en ook dit weer dat met het criterium die omzet zal dalen dus ook de ondermijnende invloed van coffeeshops!).

Ideologie van de Driehoek

De vraag is waarom de Driehoek zich zo hardnekkig vastbijt om het criterium ingevoerd te krijgen en zelfs zover gaat door de coffeeshop weg te zetten als een ondermijnende bedrijfstak terwijl de coffeeshop door diezelfde Driehoek de afgelopen 50 jaar tot het speerpunt van het Amsterdamse drugsbeleid gerekend werd.

Bij een zo’n ongekend ingrijpende beleidswijziging moet de aanleiding ongetwijfeld veel meer zijn dan alleen het zwichten voor de druk van allerlei belangenverenigingen en bewonersgroepen die af willen van het (goedkope) massatoerisme waar de “drugscoffeeshoptoerist” in hun ogen symbool voor staat.

Een van de oorzaken van die hardnekkigheid moet gezocht worden in de huidige samenstelling van de Driehoek. Traditiegetrouw had de Amsterdamse Driehoek altijd een politiek/bestuurlijk pragmatisch en gematigd karakter met een politiek midden PvdA burgemeester en min of meer een niet zo uitgesproken Hoofdofficier en Hoofdcommissaris. De huidige officier en commissaris zijn dat wel als sterke voorstanders van een repressief drugsbeleid (en de drang dat Amsterdam er een niet meer zo eigenzinnig drugsbeleid op na moet houden). De burgemeester is van Groen Links met als uitvloeisel van haar functie van dat zij zich behoudend moet opstellen maar tegelijkertijd een warme voorstander is van het legaliseren van cannabis. De geschiedenis leert dat zowel voorstanders van een repressief drugsbeleid als die voor legaliseren van drugs beide de neiging hebben om de bestaande situatie van welke drugsmarkt dan ook zo zwart als ernstig mogelijk af te schilderen als legitimering van waar zij voor pleiten; de ene voor een nog hardere aanpak van drugs en de ander voor het legaliseren van drugs. Het zijn die twee stromingen die in de huidige Amsterdamse Driehoek verenigd zijn en ieder op zich in het criterium de legitimiteit zien van waar zij ideologisch voor staan. En elk afzonderlijk kan zich ook nog beroepen op het landelijk drugsbeleid waar zich exact dezelfde tweespalt voordoet van EN een zeer repressief drugsbeleid ( de ondermijningsdoctrine) EN het streven naar het legaliseren van drugs ( zoals het experiment met de legale coffeeshopachterdeur).

Politiek opportunisme

Bovenstaande uitleg maakt duidelijk dat de Driehoek zichzelf een sterk politiek/bestuurlijk draagvlak toedicht om het criterium ingevoerd te krijgen. Echter bij de veelheid aan argumenten en de verbetenheid die de Driehoek daarbij aan de dag legt zet vraagtekens bij hun handelswijze! Het pleidooi van het invoeren begon in eerste instantie als een one-issue ( toerisme)  met toen dit werd afgewezen de Driehoek met een gestage golf aan nieuwe argumenten op de proppen kwam. Kortom, politiek opportunisme  ( of doordrammen in gewoon Nederlands) om maar dat criterium ingevoerd te krijgen! Met onvermijdelijk dat door die hardnekkigheid  elk nieuw argument een geforceerder karakter krijgt tot die van het meest recente  als zou de afgelopen jaren de Amsterdamse coffeeshopbranche een record omzet hebben gedraaid.

Hoe ver kan je als Driehoek gaan bij zulk een bewering als door

  1. De Lock Down over de afgelopen jaren de omzet in de coffeeshopbranche hard heeft geraakt
  2. En dat de situatie voor die Lock Down, net als in de andere horeca in Amsterdam, nog lang niet hersteld is,

Met specifiek voor de Amsterdamse coffeeshops daar bovenop;

  1. Door de gestage internationale ontwikkelingen van het decriminaliseren/legaliseren van het gebruik van cannabis neemt het internationale imago van Amsterdam als  enige “liberale cannabisstad” in de wereld in een sneltreinvaart af. Onderzoek in 2020 leverde al indicaties op van een afname van het aantal buitenlandse bezoekers in Amsterdamse coffeeshops ( met dus dat die moeite die het stadhuis getroost om dat imago af te schudden eigenlijk niet nodig is, inclusief de noodzaak van het criterium).
  2. De coffeeshopbranche in het algemeen en die in Amsterdam in het bijzonder heeft steeds meer last van de 06- en websites services van het leveren van cannabis “on demand”. Vooral in delen van het land zonder coffeeshops is die service aan huis steeds populairder aan het worden. En laat nou vooral de regio rond Amsterdam opvallend weinig coffeeshops hebben. Dit betekent dat de consumenten in de regio hun cannabis steeds vaker via o6 lijnen en websites aanschaffen, met ergo minder toeloop op de Amsterdamse coffeeshops ,

Kortom, dat verhaal over die omzetstijging klopt van geen kant, maar maakt duidelijk hoe verbeten de Driehoek bezig is om het criterium ingevoerd te krijgen!

Verkleinen van de cannabismarkt

De invoering van het criterium wordt door de Driehoek ook bepleit met de in hun woorden doelstelling van het verkleinen van de cannabismarkt.

Genoeg aanleiding voor een kritisch commentaar

Deze doelstelling is rechtstreeks afkomstig uit het regeerakkoord van 2010 van de coalitie van VVD,CDA en de ( gedoogpartner) PVV, met recht de meest rechtse regering ooit. Hun politiek ideologische aanval op het softdrugsbeleid verlangde een onderbouwing wat gevonden werd als zou de Nederlandse cannabismarkt veel te groot geworden zijn. De legitimering van het beleid om zowel het aantal coffeeshops te reduceren als het beperken van hun bewegingsvrijheid. En dit laatste werd gerealiseerd middels onder andere de  Wietpas. Ondanks dat in de loop der jaren die Wietpas op lokaal niveau of überhaupt niet van de grond kwam en, waar wel, op een paar steden na  weer snel verdween blaast het meest linkse Amsterdamse kabinet dit  VVD,CDA,PVV beleid weer nieuw leven in!

De vraag is of die cannabismarkt wel zo groot is? wat in 2010 door de landelijke overheid en nu de Amsterdamse Driehoek als aanleiding diende om in te grijpen ( n.b. als dat ingrijpen dan de aanleiding is, is de betere omschrijving van dat beide overheden de markt TE groot vind, genoeg aanleiding voor een nadere beschouwing).   Vanaf de jaren 60 van de vorige eeuw is het gebruik van cannabis steeds meer “vervolkst” van een hippie subcultuur naar vele lagen in de bevolking in sociale klasse, etniciteit en leeftijd. Deze ontwikkeling vertoonde vele overeenkomsten met in diezelfde periode de trends in het gebruik van alcohol ( overeenkomstige ontwikkelingen als uitvloeisel van sociaal/culturele veranderingen in de maatschappij, veranderingen in de bevolkingssamenstelling, de toename en veranderingen in de vrijetijdsbesteding, enz ). Daar waar vanaf de jaren 60 het aantal alcohol gerelateerde voorzieningen steeg van 6000 naar 64000 nam het aantal coffeeshops in Nederland drastisch af; met vanaf de piek in het aantal shops in de jaren 80 van ongeveer 2000 naar nu tot slechts iets meer dan 500. Kortom, wat op de toenemende vraag ( de vervolksing) naar cannabis het beleid had moeten zijn van een binnen het reguliere horecabeleid geïntegreerd coffeeshopbeleid vond het tegenovergestelde plaats.  De conclusie is dus dat door 50 jaar toename in het gebruik van cannabis deze markt van natara groter werd maar het beleid tot een ingrijpende verkleining van het aantal coffeeshops leidde. Op zich al een bizarre constatering wat nog bizarder is dat al voor 2010 die afname van het aantal coffeeshops al fors aan de gang was en daar de VVD,CDA,PVV een flinke klap aan toevoegde! Kortom, een in historisch opzicht politiek/bestuurlijke blunder ( en dat ook nog in het licht van dat de opkomst van Nederwiet in diezelfde tijd nog in zijn beginfase was en dus gemakkelijk legaal ingepast had kunnen worden binnen dat integrale coffeeshopbeleid. Maar ook hier werd gekozen voor exact het tegenovergestelde van een ongekend repressiebeleid tegen Nederwiet waarbij zowel de uitvoering als de gevolgen steeds meer uit de hand lopen!).

 Het is de Amsterdamse Driehoek die nu die historische fout herhaald met nog erger van het volkomen negeren van dat de cannabismarkt, politiek gezien, uit twee volstrekt afzonderlijke circuits bestaat van 1) het illegale circuit van teelt, smokkel, in-en export  groothandel van cannabis tot het illegale op consumentennivo 06-website en straatdealcircuit van cannabis en 2) de onder een politiek streng regime en toezicht van de overheid opererend coffeeshopcircuit. De consequentie van het negeren van dit verschil is dat wat er zich aan illegale en ongewenste ontwikkelingen afspelen in dat eerste circuit de Driehoek dit ook het coffeeshopcircuit verwijt.  Een uitleg. De afgelopen decennia is door een aantal autonome ontwikkelingen als door de intensieve bestrijding van het illegale deel van de cannabismarkt de verharding, de criminalisering, de vervuiling in de teelt, de grootschaligheid van de tussenhandel enorm toegenomen. En daarnaast een toename van een verwevenheid in de tussenhandel van zowel soft- als harddrugs ( zie gegevens politie/justitie van wat zij aan soft/hard buit binnen dat circuit in beslag nemen). Er is enorm veel praktijk kennis en ervaring binnen de coffeeshopbranche hoe deze zorgelijke ontwikkelingen mijlenver weg te houden van haar achterdeur. Daar zijn boeken vol over te schrijven waar de Driehoek dankbaar gebruik van had kunnen maken in haar zowel rechtstreekse beleidsmatige steun aan de coffeeshopbranche als indirect aan steun voor de coffeeshop van hoe de verharding en criminalisering van het illegale cannabiscircuit teruggedrongen kan worden ( lees het decriminaliseren van de achterdeur van coffeeshops als tussenfase naar een volledige legalisering). In geen enkele beleidsnotitie van de Driehoek is hier ook maar iets van terug te vinden, integendeel, de beleidsvoorstellen zijn eerder fnuikend voor de coffeeshopbranche waar het illegale circuit uiteraard van zal profiteren!

Fundamentele fout

Met zowel het overnemen van de ideologie van het 2010 VVD,CDA,PVV drugsbeleid, als de Amsterdamse coffeeshops wegzetten als ondermijnende ondernemingen als het hardnekkig vasthouden aan de invoering van het criterium staat de Driehoek met de rug naar wat er aan beleid nodig is. Deze houding zorgt niet alleen voor polarisatie met de coffeeshopbranche maar ook met de uiteenlopende groepen van cannabisconsumenten die met ongeloof dit alles beziet. Maar het is vooral de agressie wat ik in de  probleemwijken waarneem waarbij het blowen weer naar een sub/ countercultuur afglijd inclusief heftige middelvingers richting het stadhuis. En waar dit afzetgedrag in de jaren zestig/zeventig nog alleen tot het blowen beperkt bleef ( de heroïne uit die tijd stond mijlenver weg van die van de blowers)) is nu met al die nieuwe middelen als XTC, snuifcoke, speed, lachgas een veel complexere agressievere afzetcultuur aan het ontstaan. Meer dan ooit is de coffeeshop nodig als beleidsinstrument in het scheiden der drugsmarkten. Maar meer dan ooit staat de Driehoek met haar beleid dit in de weg! Kortom, er staat veel meer op het spel dan alleen het wel of niet invoeren van het criterium!!

September 2022 August de Loor

Nu iets goeds en nu uit Engeland – Een pleidooi voor legale hennep en legale cannabis

Van een bevriende organisatie uit Engeland kreeg ik deze week het rapport opgestuurd:
A Plan for a Legal and Regulated UK Hemp and Cannabis Sector

Dit rapport is het zoveelste voorbeeld dat steeds meer landen in de wereld Nederland aan het voorbij streven zijn richting een progressief drugsbeleid. Van in dit geval het legaliseren van de kweek van hennep (voor het produceren van CBD-olie) en het legaliseren van cannabis voor recreatief gebruik.
Hieronder een samenvatting van dat rapport, voer voor leden van de Tweede Kamer en de betrokken ministeries van niet alleen Justitie en VWS maar ook van Landbouw en Klimaat.

Met groet,
August (voorzitter CAN)

Samenvatting van Brits plan voor een legale en gereguleerde hennep en cannabis sector in het Verenigd Koninkrijk (geschreven door Joost Heeroma/bestuur CAN)

Opgesteld door kamerbrede parlementaire werkgroep in samenwerking met meerdere belangenverenigingen waaronder de Cannabis Trades Association, de Britse evenknie van het CAN/Cannabinoïden Adviesbureau Nederland.

Hoofdboodschap: De werkgroep stelt dat legalisering en regulering van hennep/cannabis in het VK bijna 600.000 banen kan creëren, jaarlijks £5,5 miljard aan belastinginkomsten kan opleveren en een grote bijdrage kan leveren aan de gestelde klimaatdoelen voor 2050.

De stellingen in dit document zijn grotendeels gebaseerd op extrapolaties van ervaringen in legale cannabismarkten zoals Colorado en andere legale cannabis staten in de VS, Canada etc..

Het document is een goed onderbouwde analyse van de mogelijkheden op het gebied van o.a.:

  1. Een lucratief ‘nieuw’ landbouwgewas (hoogwaardige, waardevolle producten)
  2. Bodemherstel/sanering (goed voor gewasrotatie, tegen bodemerosie, minder pesticiden, absorbeert zware metalen etc.)
  3. ‘Groene’ bouwmaterialen (mogelijkheid voor koolstof-neutrale of koolstof-negatieve huizenbouw, betere isolatie en dus minder verwarming/air conditioning nodig)
  4. Papier (hogere productie en beter recyclebaar dan papier uit bomen)
  5. Textiel (minder water nodig dan voor katoen en geen pesticiden nodig, vocht absorberend, hypoallergeen, schimmelwerend en antibacterieel)
  6. Diervoer (minder antibiotica, gezondere dieren, betere melkopbrengst, minder milieubelastend dan soja)
  7. Koolstoffixatie (8 tot 15 ton koolstoffixatie per hectare, 5x efficiënter dan bos)
  8. Accu productie (efficiënter en minder milieuonvriendelijk dan lithium)
  9. Gezonde voeding (veel meervoudig onverzadigde vetzuren/omega-3, eiwitrijk, superfood)
  10. Gezondheidsproducten (CBD, gebruikt door ~10% van de bevolking)
  11. Farmaceutische producten/medicinale cannabis (gigantisch therapeutisch potentieel, minder gebruik van opiaten en andere verslavende/gevaarlijke medicijnen, kostenbesparend, globale exponentiele groei verwacht)
  12. Recreatieve markt (enorme ontwikkelende markt, goed voor miljarden aan inkomsten, relatief veilig, potentieel voor toerisme)
  13. Consumentenbescherming (geen toename gebruik onder jeugd)
  14. Criminaliteitsbestrijding (legale markt kan illegale markt grotendeels verdrukken)
  15. Banencreatie (ongeveer 600.000 in VK)
  16. Belastingheffing (ongeveer £5,5 miljard per jaar in VK)

Naast een opsomming van de belangrijkste feiten wordt voor ieder deelonderwerp een lijst van aanbevelingen gegeven samen met een actieplan, tijdlijn en taken voor verantwoordelijke instanties.

Dit document is een goede blauwdruk voor een vergelijkbaar rapport voor de Nederlandse markt.