CBD humor – leuk en macaber

 

Het is een indicatie hoe in een relatief korte tijd deze cannabinoide tot een “volksproduct” is uitgegroeid met dito eigen humor!

Maar deze humor is tegelijkertijd macaber als je bedenkt dat CBD in Nederland nog steeds onder de Opiumwet valt.
Daar waar de WHO en de Europese Unie CBD allang als voedingssupplement beschouwen loopt Nederland hierbij nog steeds mijlenver achter.
Maar ja, wat wil je ook als onze premier Rutte al tien jaar alles wat met cannabis van doen heeft als TROEP afdoet.

August de Loor
Voorzitter CAN

Campagne IGNORE STREETDEALERS opnieuw gestart via smartshops

Waarschuwingscampagne IGNORE STREETDEALERS

                                 

Nu na de Lockdown de stad weer langzaam tot leven komt met dagjesmensen, uitgaanders en toeristen steekt helaas ook weer het probleem van straatdealen de kop op. Opdringerig gedrag van straatdealers, fysiek geweld, straatroof, verkoop van versneden dope tot nu zelfs synthetische hasj en wiet zijn praktijken waar niemand op zit te wachten!

Voor de belangenvereniging van smartproducten (VLOS) en het Adviesburo Drugs is dit aanleiding om de waarschuwingscampagne IGNORE STREETDEALERS weer opnieuw onder de aandacht te brengen. Met een opvallende poster hopen we dat dit een bijdrage levert in het terugdringen van dit probleem.

Doe daarom mee aan deze campagne en hang de poster op waar die het meest opvalt. En om je daarbij van dienst te zijn kan je kiezen uit een grote of kleine poster.

Hartelijk dank  voor de medewerking!

Hans van der Hurk
voorzitter VLOS (www.vlos.nl)

August de Loor
Stichting Adviesburo Drugs (www.augustdeloor.nl)

Voor meer informatie: www.ignorestreetdealers.com.
Van deze website kunnen de posters gedownload worden.

 

Campagne IGNORE STREETDEALERS opnieuw gestart via coffeeshops

Waarschuwingscampagne  IGNORE STREETDEALERS

 

                                                                              

Nu na de Lockdown de stad weer langzaam tot leven komt met dagjesmensen, uitgaanders en toeristen steekt helaas ook weer het probleem van straatdealen de kop op. Opdringerig gedrag van straatdealers, fysiek geweld, straatroof, verkoop van versneden dope tot nu zelfs synthetische hasj en wiet zijn praktijken waar niemand op zit te wachten!

Voor de belangenvereniging van coffeeshops (BCD) en het Adviesburo Drugs is dit aanleiding om de waarschuwingscampagne IGNORE STREETDEALERS weer opnieuw bij jullie onder de aandacht te brengen. Met een opvallende poster hopen we dat dit een bijdrage levert in het terugdringen van dit probleem.

Doe daarom mee aan deze campagne en hang de poster op waar die voor de bezoekers het meest opvalt.

Hartelijk dank  voor de medewerking!

Simone van Breda
voorzitter BCD (www.coffeeshopbond.nl)

August de Loor
Stichting Adviesburo Drugs (www.augustdeloor.nl)

Voor meer informatie: www.ignorestreetdealers.com.
Van deze website kunnen de posters gedownload worden.

 

 

EXPERT MEETING OVER HET IN AMSTERDAM INVOEREN VAN HET I-CRITERIUM

 Vanavond 25 mei 2021 is er een bijeenkomst waar deskundigen hun visie geven over het wel of niet invoeren in Amsterdam van het i-criterium. Deze expert meeting is georganiseerd door de Gemeenteraad. Mijn inbreng is van achter de coulissen van het de afgelopen tijd advies geven aan een aantal sprekers tot en met het met onderstaande brief rechtstreeks benaderen van de raadsleden, veel leesplezier!

Geachte raadsleden,

Als niet deelnemer aan de Expert Meeting van vanavond vind ik, als geboren en getogen binnenstadbewoner en met 50 jaar kennis en ervaring met het Amsterdamse drugsbeleid, het niet meer als mijn plicht een bijdrage te leveren in de discussie over het wel of niet invoeren van het I-criterium.

En om maar meteen met de deur in huis te vallen raad ik dit criterium met klem af als instrument in zowel het beteugelen van het toerisme als het verbeteren van het leefklimaat van de Amsterdamse binnenstad. In mijn visie levert het criterium eerder een negatief resultaat op die doelstelling. Daarvoor in de plaats is MAATWERK nodig waar in onderstaande een aantal voorbeelden van gegeven worden.

 

Waar ik in deze mail niet op inga is dat de Driehoek het criterium ook wil inzetten als instrument in het terugdringen van het ondermijnend effect van de coffeeshopbranche op de bovenwereld. Het is met dit wegzetten van de coffeeshopbranche de logica dat met het criterium een drastische vermindering van de inkomsten gerealiseerd wordt met dito een vermindering van de corrumperende werking van de coffeeshopbranche op die bovenwereld! Deze, en ook andere zeer opmerkelijke redeneringen van de Driehoek ( rechtstreeks afkomstig uit 2010 van toen de regering VVD, CDA en de gedoogpartner PVV) verlangen een zeer grondig weerwoord waar in de Expert Meeting geen ruimte voor gereserveerd is. Het is alleen al daarom van dat ik mijn oproep herhaal van dat de raad er voor pleit een Multidisciplinaire werkgroep te formeren die over deze onderwerpen de raad van advies voorziet

 

Met groet!

August de Loor

 

 

Zoals uit eerdere notities over het criterium ( zie website; augustdeloor.nl) wil ik nogmaals benadrukken; Het criterium is gefundeerd op de veronderstelling als zouden de niet-ingezetenen in onze stad louter toeristen zijn. En als die laatste ook nog omschreven worden als massatoeristen en de bezoekers van coffeeshops weggezet als laagwaardig toerisme, als een stelletje drugstoeristen “die het Amsterdamse werelderfgoed naar de klote helpen” dan is het met dergelijke toedichtingen een meer dan valse illusie dat het criterium de problemen in EEN klap oplossen!

De werkelijkheid is veel genuanceerder met dat de niet-ingezetenen uit veel meer categorieën bestaan dan alleen dat zogenaamde massatoerisme. En dat wat betreft coffeeshops die bezoekers afkomstig zijn uit alle lagen van de bevolking in leeftijd, etniciteit en sociale klasse ( ergo; hun kwalificatie van laagwaardig eigenlijk een schande is).

En tenslotte wat betreft de discussie over het criterium is het van belang te benadrukken dat er tussen een deel van de wel en niet ingezetenen aan bezoekers van coffeeshops sprake is van dwarsverbanden van ( tijdelijke of langdurige) contacten.

Dit betekent dat het criterium voor beide categorieën van coffeeshopbezoekers consequenties zal hebben wat de invoering van het criterium de leefbaarheid van onze stad niet bevorderd en tot een verdere verschraling van het Amsterdamse softdrugs- en coffeeshopbeleid zal leiden.

Hierbij een aantal toelichtingen wat daar dieper op in gaat;

  1. Met het criterium zal door de onderlinge relaties tussen ingezetenen en niet-ingezetenen een deel van die relaties de coffeeshops links laten. Het onderling versterken van de relaties plus het blowen zal zich verplaatsen naar hotelkamers, woonkamers, cafés, parken en andere gelegenheden. Dus weg sociale controle door het coffeeshoppersoneel, meer overlast met de “gehaaide “ straatdealer op oogafstand
  2. Uit een klein veldonderzoek van het Adviesburo blijkt dat in veel coffeeshops buiten het stadscentrum ook veel niet- ingezetenen zitten die niet tot de typische toerist behoren, zoals tijdelijke bewoners van de stad binnen de multi/culti familiebanden, expats, seizoenarbeiders, enz. Met het criterium worden zij naar de straat verbannen terwijl juist voor hen een sociaal vangnet zeer belangrijk is, lees hun tijdelijke lokale buurtcoffeeshop!
  3. Er zit vooral veel overlap tussen wel en niet-ingezetenen tijdens met name de vele internationale manifestaties in Amsterdam. Het meest markante voorbeeld is ADE. De hele ADE week zitten de coffeeshops vol met gemixte binnen- en buitenlandse feestganggroepen. Met het criterium valt dat uit elkaar en blijven uit solidariteit ook de ingezetenen weg uit de shops en waar dan het samen ontmoeten/bijpraten/jointje roken zich dan zal afspelen hoeft, zie 1), geen verdere uitleg meer.
  4. Handhaving van het criterium verlangt ook controle op de wel ingezetenen.  Uit onderzoek van het Adviesburo tijdens de Lockdown periode van registratieplicht voor het bezoeken van publieke gelegenheden ( het z.g.n. brononderzoek) bleek  dat bezoekers van coffeeshops daar nauwelijks toe bereid waren. Kortom de prijs voor het weren van niet-ingezetenen uit coffeeshops heeft een drempelverhogend effect op de wel ingezetenen.
  5. Een door een complex aan in elkaar grijpende factoren ( met name als gevolg van allerlei overheidsmaatregelen zoals de anti-tabakswet, landelijk/Amsterdam geleidelijke afname van het aantal coffeeshops, rigide sanctionering bij overtreding op de gedoogcriteria, enz) gaan steeds meer coffeeshops over tot louter verkoop van cannabis. Het vanuit het loket ( en dan vaak nog vanachter glas) handhaven van het criterium zal ertoe leiden dat, om elk risico te vermijden, elke bezoeker gecontroleerd gaat worden, met alle irritatie van dien onder zowel het personeel; “Ongeacht wie, ik speel op safe en eis een legitimatie!” als de klanten “als het zo mot dat bel ik voor mijn portie wiet wel een 06 lijntje, dan heb ik iedere keer dat legitimatie gezeur niet meer an m,n kop!”

 

En die laatste opmerking raakt een van de belangrijkste kernpunten tegen het criterium!

Het criterium leidt niet alleen tot een volledige leegloop uit de coffeeshops van de vele categorieën van niet- ingezetenen maar ook die nog wel formeel binnen mogen komen; de ingezetenen (vooral bij die met dwarsverbanden met de niet-ingezetenen). Het zal voor een verdere verzwakking zorgen van waar het bij het coffeeshopbeleid om te doen is van het scheiden der drugsmarkten!  Een uitleg is nodig;

De invoering van het scheidingsbeleid tussen soft- en harddrugs stamt nog uit de tijd van dat de trends in zowel verkoop als gebruik van harddrugs zich volledig afzonderlijk voltrok met die van softdrugs. De coffeeshop als meest innovatieve model om die afstand in elk opzicht te borgen.

De afgelopen decennia is echter het illegale verkoopcircuit steeds laagdrempeliger geworden met steeds meer service; 06 lijnen, het bestellen via Darkwebsites en met korting aan huis leveren van alle soorten middelen. En dat laatste niet meer alleen de verkoop van de klassieke-ver-weg-van-de-softdrugs middelen (zoals heroïne, cocaïne base) maar een variatie aan allerlei soorten uppers, uitgaansdrugs, designers, Herbals, zelfkweeksetjes, enz. Het is aan de vanaf begin jaren 90 geleidelijke daling van het aantal coffeeshops in Nederland ( en andere “anti coffeeshopmaatregelen “) te danken dat dit illegale verkoopcircuit ook steeds vaker hasj en wiet ging verkopen tot zelfs de klassieke straatdealer aan toe (met als laatste zeer zorgwekkende trend van die van de gezondheidsbedreigende synthetische hasj en wiet).

Kortom, het zijn de bovenstaande ontwikkelingen van het illegale verkoopcircuit wat een robuust, klantvriendelijk, laagdrempelig en voor een ieder welkom coffeeshopcircuit verlangt om haar consumenten van cannabis aan zich te kunnen blijven binden! Het criterium staat daar haaks op van een verdere verschraling van de coffeeshopbranche wat haar concurrentiepositie ten opzichte van het illegale hard- en softdrugsverkoopcircuit alleen maar verder ondermijnd.

 

Hierbij wil ik benadrukken met dat de invoering van het criterium voor een veel zorgwekkender proces zal zorgen dan wat alom beweerd wordt van een toename van het aantal straatdealers.

  1. Niet zozeer een toename van het aantal straatdealers is de verwachting maar eerder een verharding. Niet alleen als gevolg van de toenemende onderlinge concurrentie maar ook onder invloed waar de producten aangeschaft worden/moeten worden, lees de bovenbeschreven gecombineerde softdrugs/harddrugs tussenhandel ( een tussenhandel die als gevolg van de invoering van het criterium een forse inkomstenderving op loopt en dus via de illegale verkoopcircuits van onder andere hun “gestaalde “ kaders aan straatdealers terug slaat!).
  2. De opkomst van een soortement vriendendienst/tussenhandel in meerdere middelen dan alleen cannabis binnen met name de dwarsverbanden van de wel en niet- ingezetenen ex bezoekers van coffeeshops
  3. De opkomst van opportunisten. Van onder andere door de Lockdown fors toegenomen leger van werklozen die overal wel een kleine wietkweker kent/is, de drugsbestel 06 lijn of anderszins de wegen kent om aan de middelen te komen en daar de vriendenkring/toerist/buitenlandse relaties mee wil verblijden.

Het zijn die laatste twee categorieën aan nieuwe dealsystemen wat het “gestaalde” kader van 1) als zeer ongewenst, als concurrerend zal opvatten en daar ongetwijfeld hun maatregelen tegen zullen gaan treffen. En zo zal een proces op gaan komen wat ik in Amsterdam niet voor mogelijk had gehouden met wat zich in menige andere stad in Europa en Amerika, zonder coffeeshops) wel afspeelt van een keiharde strijd om de macht in het illegale verkoopcircuit van soft- en harddrugs.

En dat plus het al eerder genoemde nieuwe ernstige gezondheidsrisico van synthetische hasj en wiet is iets waar Amsterdam gevrijwaard in moet blijven is mijn dringende advies!

 

Met vriendelijke groet!

August de Loor

 

Tenslotte, als ik zie dat twee burgemeesters uit het zuiden van het land in de expert meeting een bijdrage leveren in de discussie over het criterium wil ik benadrukken van dat de bezoekerspatronen van niet-ingezetenen naar de Amsterdamse coffeeshops in zowat elk opzicht afwijken met hun steden, Breda en Vlissingen Dit betekent dat zowel de positieve als negatieve ervaringen met het criterium aldaar nauwelijks van toepassing is op Amsterdam. En als er dan toch iets over het zuiden gemeld kan worden is dat het veronderstelde succes van het criterium in Maastricht het resultaat is dat hemelsbreed vergelijkbare steden wel buitenlanders in hun coffeeshops toelaten. Kortom, het is dus alleen maar een kwestie van effe doorrijden voor de Belgen en de Duitsers naar een buurgemeente zonder criterium waar Maastricht vervolgens het succes van haar criterium mee rond bazuint. Nederland op z’n smalst als vervolgens het Maastrichtse succes kritiekloos kan rondzingen tot in de burelen van de Amsterdamse Driehoek aan toe!

 

Met vriendelijke groet!

August de Loor

Ps) en dan hier nog een aantal citaten uit eerdere notities over het criterium

Laagwaardig toerisme, drugstoerisme in coffeeshops?

Decennialang zitten coffeeshops, net als cafés, vol met binnen- en buitenlandse bezoekers. Tijdens de Gay Pride, de Europacup voetbal, popconcerten, Koningsdag, beurzen in de RAI, ADE muziekfestival met daar bovenop al die tijdelijke buitenlandse werknemers uit de overslagbedrijven, IT en de financiële-sector. Om over al die buitenlandse studenten maar te zwijgen. Het stedentoerisme is daar het afgelopen decennium bijgekomen. Met door de drukte een extra aanslag op het publieke domein van de binnenstad. (waarbij de overlast door coffeeshops niet te vergelijken is met die uit het nachtleven-circuit).
Dit alles overziend is de veronderstelling onterecht dat coffeeshops laagwaardig toerisme aantrekken. Het roept de vraag op of al diegenen die dat beweren ooit wel eens een coffeeshop hebben bezocht?

Ondanks de opkomst van het stedentoerisme is de stroom aan bezoekers van coffeeshops nog steeds op te delen tussen wel, kort tot niet officieel in Nederland geregistreerde bezoekers. Met opgeteld de vele relationele dwarsverbanden tussen de bezoekers staat dit haaks op de veronderstelling onder voorstanders van het I-criterium dat er in coffeeshops sprake zou zijn van een strikte scheiding tussen geregistreerde en niet geregistreerde bezoekers. Het moge duidelijk zijn dat elke maatregel ingevoerd op een verkeerde veronderstelling niet werkt. Bij het I-criterium gaat dit zeker op.

Beginnend aan de voordeur van verhitte discussies wie nou wel en wie nou niet naar binnen mag. De BIZARRE situatie dat toeristen in een gastvrije stad logeren met vele publieke gelegenheden maar waar voor hen ÉÉN publieke ruimte, de coffeeshop, verboden terrein is. Waar zij lijdzaam moeten toezien dat die zelfde coffeeshop gezellig vol is met kennelijk mensen die er wel in mogen! En wat betreft al die coffeeshops die zich nog louter toeleggen op de verkoop, met in praktijk een balie vlak achter de voordeur met “snel-geholpen-willen-worden-in-en-uit-lopende-klanten”!

Hoe kan binnen een dergelijke setting überhaupt controle efficiënt plaatsvinden? Opgemerkt dat het personeel ondertussen lijdzaam moet toezien als de minuut eerder geholpen klant zijn cannabis met 5 euro extra “doorverkoopt” aan de buiten wachtende toerist. Hoe moet de eigenaar van de coffeeshop dit uitleggen naar de buren? En hoe moeten de handhavers hier in Godsnaam op reageren als de buren hierover gaan klagen? En wat zal het criterium allemaal teweeg brengen in coffeeshops in de woonwijken? Verregaande irritaties bij eigenaar en personeel voor het invoeren van allerlei controlemaatregelen terwijl er in hun shop nauwelijks toeristen komen. En wat te doen met al die kort/lang tijdelijke bewoners in Amsterdam zonder geldige papieren die de coffeeshop als stamcafé beschouwen maar dan opeens niet meer binnen mogen? (de internationale stad Amsterdam heeft “vele grijze tinten” tussen geregistreerde en niet geregistreerde bewoners). En tenslotte, hoeveel psychologen zijn er nodig om de motivatie onder al die handhavers hoog te houden die in de praktijk zullen ervaren hoe onzinnig het I-criterium te controleren valt, c.q. averechts uit zal pakken!

Neven verschijnselen

Het criterium zal echter nog veel meer teweegbrengen! De geschiedenis leert dat wanneer maatregelen op verkeerde veronderstellingen worden ingevoerd de creativiteit onder de direct betrokkenen hoogtij viert om die maatregelen te omzeilen. Als uitvloeisel van 50 jaar zwalkend softdrugsbeleid is binnen de wereld van cannabis creativiteit en vindingrijkheid tot kunst verheven hoe met dat zwalkend beleid om te gaan. Ten aanzien van het I-criterium zal een tegenbeweging op gang komen met het aanbieden van valse registratieformulieren, van het voor de buitenlandse vrienden “informeel” leveren van cannabis tot welkompakketjes op de AirBnB kamers aan toe. Of app,s en 06 lijnen hoe je als toerist in Amsterdam aan cannabis kan komen (wat zich uiteraard – en helaas niet zal beperken tot cannabis).

Stijgende overlast

Maar het zal daartoe niet beperkt blijven! Het I-criterium zal leiden tot straatdealers in het gezichtsveld van de voordeur van coffeeshops, tot hondsbrutale dealers die al in de hotellobby’s tot buiten de Ring hun diensten aanbieden. Door het criterium zal het blowen zich verplaatsen naar de hotelkamers, naar cafés, in parken, enz met meer overlast voor de stad en dat het gebruik meer in zicht komt voor jongeren onder de 18 jaar (dus het jeugdcannabispreventiebeleid ondermijnt)

Gotspe

De consequentie van het invoeren van het I-criterium voor het weren van de zogenaamde laagwaardige toeristen in de Amsterdamse binnenstad zal betekenen dat ook alle coffeeshops buiten het centrum er aan moeten geloven met, als angst voor het waterbedeffect onder lokale overheden, ook de rest van Nederland zal volgen. Dit betekent dat waar de nadelen van het I-criterium in menig stad in het zuiden van het land al jaren wordt “verdoezeld” door de buursteden die er vanaf zagen (of er op terug kwamen) dan niet meer opgaat. Het is een Gotspe dat voorstanders van het I-criterium, tot zelfs hoogleraar Tops aan toe, stellen dat invoering van het I-criterium in steden zoals Maastricht succesvol uitgepakt heeft. Maar nog belangrijker is dat de bezoekerspatronen naar de coffeeshops in Maastricht en andere grenssteden op velerlei manieren niet te vergelijken is met die naar de Amsterdamse coffeeshops. Kortom, de grenssteden hebben zo hun eigen argumenten tegen het criterium, Amsterdam de zijne!

Spelen met vuur

Met een 100% landelijke invoering van het I-criterium komen alle nadelen aan de oppervlakte met daar bovenop een circuit dat daar van profiteert; Het illegale verkoopcircuit buiten de coffeeshops. Een circuit wat zich niet beperkt tot cannabis maar allerlei soorten soft- en harddrugs verkoopt (tot steeds vaker de verkoop van anabolen, illegale Viagra tot onduidelijke designerdrugs aan toe) En dat alles zonder enige restrictie in leeftijd, kwaliteitsborging, productinformatie en voorlichting. Kortom, met het I-criterium haalt Amsterdam niet alleen het Paard van Troje in huis maar ook in steden die daar niet om hebben gevraagd!

Amsterdam bezint voor je begint!

Met nu voor de komende jaren door de Corona crisis zeer onzekere toekomst van Amsterdam is het helemaal “spelen met vuur” als het stadhuis allerlei maatregelen neemt die niet meer terug te draaien zijn. En daarmee kom ik op een van mijn meest bezorgde analyse als het I-criterium ingevoerd wordt. Het is door diezelfde Corona crisis dat we aan de vooravond staan van een enorme nieuwe golf aan werkelozen. Met de armoefuik in het verschiet is het voorspelbaar dat een desperaat deel van hen zowel hun privé deal adressen aanboren als hun contacten in het Amsterdamse uitgaanscircuit gebruiken voor het doorverkopen naar al diegenen die niet de coffeeshops in mogen. Dit zal ongetwijfeld tot spanningen leiden met het huidige “gestaalde” kaders aan straatdealers. Spanningen die grotendeels op straat in zowel het centrum als in de periferie van de stad uitgevochten zal worden. Met uiteraard met de meeste kans dat die gestaalde kaders als winnaars uit de strijd komen. Uiteraard zal dat dit uiteindelijk alleen maar verliezers opleveren. Dat is wel het laatste waar Amsterdam op zit te wachten!

In plaats van het I-criterium MAATWERK voor een leefbare Amsterdamse binnenstad

Het criterium is een over de volle breedte van de stad maatregel welke niet van toepassing is voor het overgrote deel van de coffeeshops zonder toeristen (zie notitie; Het I-Criterium, het Paard van Troje en niet alleen voor de Amsterdamse binnenstad). Het I-Criterium is zodoende, plus nog een fors aantal principiële en praktische bezwaren, een veel te grof middel om de drukte op de Wallen en omgeving aan te pakken. Het criterium is zelfs een sta- in-weg in het beteugelen van de drukte op de Wallen ( en andere drukke delen van de binnenstad).. Maatwerk is het alternatief met hieronder een aantal suggesties.

Op basis van Maatwerk kan namelijk nagedacht worden of het beleid van de vorige burgemeester van het spreiden van het overlast gevend avond- en nachtuitgaansleven over de stad toegepast kan worden op dit dossier ( een beleid met behoorlijk wat positieve resultaten). De toepassing van dat beleid op het coffeeshopbeleid is het spreiden van coffeeshops over de stad naar bijvoorbeeld IJburg (met als de meest urgente en meest geschikte gegadigde; coffeeshop de Boerejongens in de Utrechtsestraat, zie hun prachtige filiaal in het Westelijke Havengebied), de randsteden zoals Amstelveen ( met de ROA als overleginstrument) met daarnaast een beperking van de openingsuren van de coffeeshops in de drukke toeristen binnenstad hot spots wat een “natuurlijke” trek van de coffeeshopbezoekers naar de meer rustige randgebieden rond het centrum van de stad op gang kan brengen (voor zowel de toeristen als al die dagjesmensen/werknemers in de binnenstad, wonend buiten de ring/regio die nu, na het winkelen/werken, bij gebrek aan een buurtshop, in de binnenstadcoffeeshops zitten, lees mijn onderzoek naar de bezoekerspatronen in 11 Amsterdamse binnenstadcoffeeshops, najaar 2019).

In het beteugelen van de wildgroei aan toeristenshops; sluit een convenant tussen het stadhuis en de smartshopbranche voor een duurzaam vergunningenstelsel van een evenwichtige spreiding aan smartshop over de stad. Stop dus met het recente handhavingsbeleid op basis van de Wet op de voorbereidende handelingen en ga met de VLOS rond de tafel zitten. Binnen die branche zijn al “herenakkoorden” gesloten over het leveren van smartproducten aan alleen die shops die onder het vergunningenstelsel zullen vallen (het succes van deze van-binnenuit-aanpak is echter deels afhankelijk van hoe het nationale beleid aangaande smartproducten omgebogen moet worden, zoals die van de op handen zijnde Stofgroepenwet van het ministerie van VWS en Justitie!).

Integreer de IGNORE STREETDEALER Campagne van de BCD, VLOS en het Adviesburo Drugs in het beleidsplan van de WEERBARE MENSEN, WEERBARE WIJKEN. Als uitvloeisel van deze campagne heeft het Adviesburo een plan uitgewerkt hoe jongeren te overtuigen om weg te blijven van de aanlokkelijkheden van het instappen in het straatdealgilde ( analoog aan projecten die ik in mijn werkbezoeken in de USA heb bezocht)

Wat ook nagegaan kan worden hoe het komt dat het Singel/kop Spuistraat kwartier met relatief veel prostitutieramen en coffeeshops veel minder drukte en reuring oplevert dan op de Wallen. Onderzoek in dat gebied levert suggesties op die toegepast kunnen worden voor de Wallen (in dit kader beveel ik van harte het rapport van het Adviesburo Drugs uit 1986 aan; OVER LAST IN DE BINNENSTAD VAN AMSTERDAM. In dat rapport wordt uitgebreid ingegaan welke omgevingsfactoren en eerder genomen beleidsmaatregelen invloed hebben in het ontstaan van overlast. Met als trieste constatering; hoe hoger het morele gehalte van het overlastdossier ( dus toentertijd junkies, Zeedijk, Pillenbrug, straat heroïneprostituees en de Wallenramen in het algemeen) hoe lager de interesse in het zoeken naar de omgevingsfactoren en het onderzoeken van wat de eerder genomen beleidsmaatregelen aan resultaten hebben opgeleverd in de aanpak van de overlast ( tot misschien meer versterkt heeft). Ik beveel dit rapport van harte aan, aangezien in velerlei opzichten de geschiedenis zich herhaald met bijvoorbeeld nu de voorstellen in het beheersplan en de invoering van het I-Criterium).

Op basis van de recente meerderheid in de Gemeenteraad (28 januari) voor een drastische afname van het aantal ramen op de Wallen gebied de logica van dat het Criterium dan een achterhaalde, overbodige maatregel is in het beteugelen van de drukte. Het is meer dan aanneembaar dat bij een forse afname van het aantal ramen ( en de exposure die dit teweegbrengt in de nauwe straatjes) tot een forse afname van het hoerenkijken toeristen/dagjesmensen publiek zal leiden. Met het verlagen van dit Eftelingsgehalte zullen de Wallen en omgeving een stuk rustiger worden. In het kielzog zal dit ook ongetwijfeld zijn weerslag hebben in het verdwijnen van allerlei op dit soort toeristen en bezoekers afgestemde voorzieningen van “platte” eetgelegenheden, “toeristen” cafés, toeristenwinkels, enz. En dan wordt meer dan nu zichtbaar van dat er op de Wallen en haar omgeving in feite helemaal niet zoveel coffeeshops staan. Kortom, in plaats van het inzetten van het grove middel van het Criterium is er voldoende aanleiding om met maatwerk een evenwicht te realiseren in het woon-, leef- en werkklimaat op de Wallen en haar omgeving. Zorgvuldige bestudering van het publieke domein van de binnenstad leert dat de Wallen en haar omgeving dit evenwicht kan realiseren. Daar waar aan de andere kant van het Damrak een zeer groot gedeelte van de binnenstad tot aan de Munt opgeofferd is aan het winkelend publiek met winkels waar de puien volledig aan opgeofferd zijn ( en in de avond een triest en leeg straatbeeld oplevert) is de kwaliteit van de compacte binnenstad van wonen, werken en leven aan de kant van de Wallen vele malen beter! Kortom, met het overhevelen van de potentiële kwaliteit van het publieke domein van de Wallen naar de andere kant van het Damrak/Rokin deel van de stad levert alleen maar een WIN/WIN resultaat op voor het verbeteren van de kwaliteit van de gehele binnenstad.( ‘van het na zessen lekker druk blijven aan de linkerkant van het Damrak met dus minder drukte aan de rechterkant van die van de Warmoestraat en de Wallen”; zei mijn overleden ome Jan, filiaalhouder van V&D in de Kalverstraat toen ik in 1986 met mijn overlast in de Amsterdamse binnenstad onderzoek bezig was.)

Wordt vervolgd!

Beeldvorming-stigma-drugstoerisme-binnenstad

Naar aanleiding van alle ophef onder buurtbewoners, politici, Halsema, Tops/Tromp, over hoe slecht de Amsterdamse binnenstad er voor staat en dat al die DRUGSTOERISTEN al blowend, kotsend, schreeuwend het Amsterdamse WERELDERFGOED “onder de voet lopen” ben ik in mijn archief gedoken en een onderzoek uit 1987 gevonden over diezelfde Amsterdamse binnenstad.
Het rapport: OVER LAST IN DE AMSTERDAMSE BINNENSTAD maakt pijnlijk duidelijk dat de aanpak toen tegen het heroïneprobleem en de raam/autoprostitutie grotendeels gebaseerd was op stigma en vooroordelen met logischerwijs weinig verbeteringen voor het leefklimaat van de binnenstad. En nu 35 jaar later is er nauwelijks iets veranderd en overheersen beeldvorming, gebrek aan historisch inzicht de boventoon in de discussie over de binnenstad.
Sterker nog: Waar toen de buitenlandse heroïneverslaafden in Amsterdam als DRUGSTOERISTEN werden weggezet krijgen nu buitenlandse liefhebbers van een jointje dezelfde titel opgeplakt.

 

OVER LAST IN DE BINNENSTAD VAN AMSTERDAM  

Onderzoeksrapport Adviesburo Drugs (1987, in opdracht van het stadhuis)

Drugstoerisme, straatjunkies, de pillenbrug, heroïneprostituees, straatprostitutie zijn alom gebruikte termen ( tot in de officiële rapportages aan toe) welke echter een verwrongen beeld geeft van wat er zich aan ontwikkelingen afspelen binnen de wereld van prostitutie en drugs. Het is dan ook niet verwonderlijk dat een beleid gebaseerd op dergelijke verkeerde begrippen niet dat rendement oplevert zoals beoogd. Voor de aankomende toerist is het Centraal Station een onhandig, onzeker makend gebouw hoe verder de weg te vinden in Amsterdam. Op die onzekerheid speelt het gilde van (illegale) hotelrunners  in.

Het beperken van de overlast van runners is gebaat bij betere bewegwijzering in het Centraal Station. Het openen van een service-desk voor met name jonge reizigers/bezoekers strekt daarbij tot aanbeveling. Dit is effectiever dan het steeds maar weer nemen van repressieve maatregelen tegen runners.

In de gamble halls dient een strikte afscheiding te komen tussen behendigheidspelletjes en gokkasten. Voor heroïneverslaafden zijn metrostations handige plekken om te gebruiken ( relatief warm en met de vele “blind spots” kan relatief onzichtbaar “geshot” of “gechineest” worden). In plaats van het opjaagbeleid van junks uit de stations is het beter te kiezen voor aanpassingen aan de perrons ( zoals het beperken van die “blind spots”).

De Martelaarsgracht vertoont wat betreft historie, stedelijke functie als ligging ten opzichte van het C.S. opmerkelijk veel overeenkomsten met de kop van de Zeedijk. En dit was ook het geval bij de opkomst in 1972 van heroïne waar beide gebieden dezelfde toeloop aan gebruikers en dealers te verwerken kreeg, met als opvallende constatering van dat in het verdere verloop van dit probleem de verschillen in het leefklimaat tussen beide gebieden steeds groter werd. Deze verschillen verliepen haast evenredig met de verschillen in bestrijding in beide gebieden van het heroïneprobleem. Met als belangrijke constatering van dat ondanks de meer intensieve bestrijding van het heroïneprobleem op de kop van de Zeedijk dit gebied ernstiger in verval raakte dan de Martelaarsgracht.

Amsterdam is de enige stad in de wereld waar het heroïneprobleem zich niet alleen opmerkelijk openlijk maar ook grotendeels afspeelt in de binnenstad (en niet zoals in andere wereldsteden in de arme buitenwijken). Het zijn deze twee bijzonderheden waar Amsterdam haar stigma aan te danken heeft als zou het de drugshoofdstad van de wereld zijn waarbij het slappe, tolerante (gedoog) drugsbeleid van het stadhuis als belangrijkste oorzaak genoemd wordt!

De werkelijkheid is anders en in sommige opzichten juist andersom. Het ontbreken van achterstandswijken, de relatief snelle besluitvormingsstructuur op wijkniveau, de vanaf begin jaren 70 aantal ingrijpende wijzigingen in de mondiale smokkelroutes van heroïne, de gebrekkige opvang van de eerste generatie Surinaamse jongeren, het opjaagbeleid van verslaafden door de Amsterdamse politie/justitie zijn een aantal invloeden dat vanaf 1972 het heroïneprobleem zich in de binnenstad concentreerde.

En wat betreft het openlijke karakter van het heroïneprobleem was dat deels het gevolg van het beleid van inloop/opvangcentra voor verslaafden, van laagdrempelige verslavingszorg, van spuitomruilprojecten, kortom al die voordelen van een pragmatisch drugsbeleid waardoor het heroïneprobleem zichtbaar bleef, maar daardoor beter controleerbaar. En met het gedoogbeleid van het scheiden der drugsmarkten  ( met de coffeeshop als belangrijkste uitvoerend orgaan) bleef ook het heroïneprobleem in Amsterdam ( en de rest van het land) relatief klein ( dit in tegenstelling tot menig vergelijkbare stad in de rest van de wereld).

Vanaf 1978 nam in Europa de bruine heroïne uit Afghanistan (in de volksmond Turkse heroïne genoemd) de plaats in van witte heroïne uit Thailand, Birma en Vietnam ( de Gouden Driehoek heroïne). Doordat de Turkse heroïne via allerlei Midden Oosten en Europese smokkelroutes verhandeld werd nam de rol van Amsterdam als belangrijke doorvoerstad van heroïne naar het Europese achterland af. Dit zorgde voor een kettingreactie aan veranderingen zoals het geleidelijk opdrogen van de toestroom van buitenlandse verslaafden naar Amsterdam. Deze en andere afname van het heroïneprobleem werd echter door de Amsterdamse overheid toegedicht aan allerlei lokale maatregelen in het bestrijden van de overlast door verslaafden, het Zeedijkherstelplan, enz.

Het Zeedijkherstelplan heeft voor een groot aantal negatieve bij-effecten gezorgd. Wat betreft het heroïneprobleem verplaatste dit zich naar andere delen van de binnenstad zoals de Nieuwmarkt, achterkant Paleis op de Dam, metrostations om vervolgens op te duiken in de arme, kwetsbare volkswijken van de stad zoals de Bijlmer, Dapperbuurt, enz.

Door de opkomst onder heroïnegebruikers van de polydrugtrend is de straathandel ingrijpend veranderd in de binnenstad.

Wat de politie en de verslavingszorg 20 jaar niet gelukt is, n.l. een concurrerende muur opwerpen tegen de populariteit van heroïne, is door de ontwikkeling van de polydrugtrend wel op gang gekomen. 

Prostitutie

Het prostitutieconcept op de Wallen is al jaren achterhaald. Echter wordt van stadhuis tot penoze, van bezoeker tot buurtbewoner de schuld van de neergang op de Wallen grotendeels toegedicht op de aanwezigheid van heroïneverslaafden.

Met onder andere de “Albert Mol, haar van boven” romantische associaties over raamprostitutie is er onvoldoende besef van wat zich daarbinnen aan zorgelijke processen voordoen. De werkomstandigheden zijn voor vele prostituees nogal zorgwekkend.

De term straatprostitutie verhult de fundamentele verschillen tussen peeshotelprostitutie en autoprostitutie.

Doordat de tippelprostitutie vanaf de jaren 60 niet in de verzakelijking/vercommercialisering van de andere vormen van prostitutie paste ( zoals die van raamprostitutie) verdween deze vorm van prostitutie om daarna op te komen als autoprostitutie in de Utrechtsestraat, op de Stadhouderskade, achter het CS, enz. Het stadhuis heeft in die transitie een bijdrage geleverd middels het sluiten van peeshotelletjes en het verbieden van tippelen.

Autoprostitutie is per definitie overlast gevend. Bij autoprostitutie ontbreekt het de prostituee aan voldoende bescherming en sociale controle. Bij autoprostitutie ontbreekt het nauwelijks aan een  drempel om in deze werksoort te stappen.

In Memoriam Gert Thesingh Amsterdamse straathoekwerker

“ Naar hetzelfde kijkend hadden wij, zonder naar elkaar te hoeven kijken, meteen dezelfde oplossingen in ons hoofd. “   “ Een met al die snelle veranderingen in drugs en druggebruik de meest efficiënte vorm van aan de slag gaan. “

Dit kenmerkte onze samenwerking toen in de jaren 70 in Amsterdam de heroïne toesloeg, en daarna polydruggebruik onder junkies, en daarna de gesel van de base-coke verslaving (onder vooral de Surinaamse verslaafden).
En toen bovenop dit alles sloeg ook nog begin jaren 80 de AIDS toe: Dat werd letterlijk en figuurlijk een strijd op leven en dood van degene die spoten.
En toen eind jaren 80 dit allemaal redelijk beheersbaar werd (junkies werden ouder), kwamen hele andere uitdagingen op ons pad.
De in de jaren 80 opkomst van geheel nieuwe vormen van uitgaansculturen met dito nieuwe uitgaansdrugs met XTC als de meest markante.
Nieuwe uitdagingen stonden te wachten van de strijd tegen vervuilde XTC en hoe mega HOUSE PARTIES gezond en veilig konden verlopen.
En toen brak de jaren 90 los met als meest opmerkelijke van dat de overheid NIETS geleerd had van de decennia daarvoor van dat door het bestrijden van heroïne de epidemie zich alleen maar had verhard. Begin jaren 90 kwam die bestrijding in volle omvang weer terug maar nu gericht op het sluiten van coffeeshops, van het oprollen van wietkwekerijen en later dat decennium van de bestrijding van productie en handel van XTC.

En dit repressiedenken is er tot op de dag van vandaag: verwoord in een recente uitspraak van een VVD Tweede Kamerlid:

“De beste remedie om druggebruik te voorkomen zijn drugs te verbieden die nog gemaakt moeten worden”  (Het waren Gert en ik met meteen weer dezelfde gedachte op deze waanzinnige uitspraak van dat tot op heden alle drugs afkomstig zijn uit de farmaceutische industrie).
Het was Gert die daar binnen het Adviesburo Drugs steeds maar weer de vinger op legde hoe op deze neergang van het Nederlandse beleid gereageerd moest worden met als laatste opmerking vanaf zijn ziekbed:
“Als het drugsbeleid in Nederland zover onder nul zakt dat zelfs toeristen geen jointje meer mogen roken in een coffeeshop heeft de overheid geen enkele les geleerd van 50 jaar drugsbeleid.”
“Het roept de vraag op, of het internationaal oh zo bejubelde tolerante en pragmatische Nederlandse drugsbeleid überhaupt ooit bestaan heeft.”

Lieve Gert, rust in vrede!

August de Loor

50 jaar verzameling van waterpijpen chilms kiefpijpjes stempels enz

Vanaf de start, 51 jaar geleden in het werk in de wereld van drug en druggebruik heb ik druggerelateerde spullen verzameld uit de uiteenlopende drugsmarkten van die van smartproducten, cannabis tot die van hallucinogenen, uitgaansdrugs tot de wereld van heroïne en rookbare cocaïne. Uit binnen en buitenland verzameld, gekocht, gekregen , geschonken is dit een uitgebreide verzameling geworden met onderstaande foto,s van die van de wereld van cannabis attributen, veel kijkplezier!   Met dank van wijlen Herman Matser met zijn collectie aan pijpen en chilms die hij middels zijn reizen naar Pakistan, Afghanistan en andere landen verzameld heeft

Ps. Wie interesse heeft om de collectie te zien of iets te kopen, bel mij 06-222 50 820

In plaats van het I-criterium MAATWERK

In plaats van het I-criterium MAATWERK voor een leefbare Amsterdamse binnenstad

Het criterium is een over de volle breedte van de stad maatregel welke niet van toepassing is voor het overgrote deel van de coffeeshops zonder toeristen (zie notitie; Het I-Criterium, het Paard van Troje en niet alleen voor de Amsterdamse binnenstad). Het I-Criterium is zodoende, plus nog een fors aantal principiële en praktische bezwaren, een veel te grof middel om de drukte op de Wallen en omgeving aan te pakken. Het criterium is zelfs een sta- in-weg in het beteugelen van de drukte op de Wallen ( en andere drukke delen van de binnenstad).. Maatwerk is het alternatief met hieronder een aantal suggesties.

Op basis van Maatwerk kan namelijk nagedacht worden of het beleid van de vorige burgemeester van het spreiden van het overlast gevend avond- en nachtuitgaansleven over de stad toegepast kan worden op dit dossier ( een beleid met behoorlijk wat positieve resultaten). De toepassing van dat beleid op het coffeeshopbeleid is het spreiden van coffeeshops over de stad naar bijvoorbeeld IJburg (met als de meest urgente en meest geschikte gegadigde; coffeeshop de Boerejongens in de Utrechtsestraat, zie hun prachtige filiaal in het Westelijke Havengebied), de randsteden zoals Amstelveen ( met de ROA als overleginstrument) met daarnaast een beperking van de openingsuren van de coffeeshops in de drukke toeristen binnenstad hot spots wat een “natuurlijke” trek van de coffeeshopbezoekers naar de meer rustige randgebieden rond het centrum van de stad op gang kan brengen (voor zowel de toeristen als al die dagjesmensen/werknemers in de binnenstad, wonend buiten de ring/regio die nu, na het winkelen/werken, bij gebrek aan een buurtshop, in de binnenstadcoffeeshops zitten, lees mijn onderzoek naar de bezoekerspatronen in 11 Amsterdamse binnenstadcoffeeshops, najaar 2019).

In het beteugelen van de wildgroei aan toeristenshops; sluit een convenant tussen het stadhuis en de smartshopbranche voor een duurzaam vergunningenstelsel van een evenwichtige spreiding aan smartshop over de stad. Stop dus met het recente handhavingsbeleid op basis van de Wet op de voorbereidende handelingen en ga met de VLOS rond de tafel zitten. Binnen die branche zijn al “herenakkoorden” gesloten over het leveren van smartproducten aan alleen die shops die onder het vergunningenstelsel zullen vallen (het succes van deze van-binnenuit-aanpak is echter deels afhankelijk van hoe het nationale beleid aangaande smartproducten omgebogen moet worden, zoals die van de op handen zijnde Stofgroepenwet van het ministerie van VWS en Justitie!).

Integreer de IGNORE STREETDEALER Campagne van de BCD, VLOS en het Adviesburo Drugs in het beleidsplan van de WEERBARE MENSEN, WEERBARE WIJKEN. Als uitvloeisel van deze campagne heeft het Adviesburo een plan uitgewerkt hoe jongeren te overtuigen om weg te blijven van de aanlokkelijkheden van het instappen in het straatdealgilde ( analoog aan projecten die ik in mijn werkbezoeken in de USA heb bezocht)

Wat ook nagegaan kan worden hoe het komt dat het Singel/kop Spuistraat kwartier met relatief veel prostitutieramen en coffeeshops veel minder drukte en reuring oplevert dan op de Wallen. Onderzoek in dat gebied levert suggesties op die toegepast kunnen worden voor de Wallen (in dit kader beveel ik van harte het rapport van het Adviesburo Drugs uit 1986 aan; OVER LAST IN DE BINNENSTAD VAN AMSTERDAM. In dat rapport wordt uitgebreid ingegaan welke omgevingsfactoren en eerder genomen beleidsmaatregelen invloed hebben in het ontstaan van overlast. Met als trieste constatering; hoe hoger het morele gehalte van het overlastdossier ( dus toentertijd junkies, Zeedijk, Pillenbrug, straat heroïneprostituees en de Wallenramen in het algemeen) hoe lager de interesse in het zoeken naar de omgevingsfactoren en het onderzoeken van wat de eerder genomen beleidsmaatregelen aan resultaten hebben opgeleverd in de aanpak van de overlast ( tot misschien meer versterkt heeft). Ik beveel dit rapport van harte aan, aangezien in velerlei opzichten de geschiedenis zich herhaald met bijvoorbeeld nu de voorstellen in het beheersplan en de invoering van het I-Criterium).

Op basis van de recente meerderheid in de Gemeenteraad (28 januari) voor een drastische afname van het aantal ramen op de Wallen gebied de logica van dat het Criterium dan een achterhaalde, overbodige maatregel is in het beteugelen van de drukte. Het is meer dan aanneembaar dat bij een forse afname van het aantal ramen ( en de exposure die dit teweegbrengt in de nauwe straatjes) tot een forse afname van het hoerenkijken toeristen/dagjesmensen publiek zal leiden. Met het verlagen van dit Eftelingsgehalte zullen de Wallen en omgeving een stuk rustiger worden. In het kielzog zal dit ook ongetwijfeld zijn weerslag hebben in het verdwijnen van allerlei op dit soort toeristen en bezoekers afgestemde voorzieningen van “platte” eetgelegenheden, “toeristen” cafés, toeristenwinkels, enz. En dan wordt meer dan nu zichtbaar van dat er op de Wallen en haar omgeving in feite helemaal niet zoveel coffeeshops staan. Kortom, in plaats van het inzetten van het grove middel van het Criterium is er voldoende aanleiding om met maatwerk een evenwicht te realiseren in het woon-, leef- en werkklimaat op de Wallen en haar omgeving. Zorgvuldige bestudering van het publieke domein van de binnenstad leert dat de Wallen en haar omgeving dit evenwicht kan realiseren. Daar waar aan de andere kant van het Damrak een zeer groot gedeelte van de binnenstad tot aan de Munt opgeofferd is aan het winkelend publiek met winkels waar de puien volledig aan opgeofferd zijn ( en in de avond een triest en leeg straatbeeld oplevert) is de kwaliteit van de compacte binnenstad van wonen, werken en leven aan de kant van de Wallen vele malen beter! Kortom, met het overhevelen van de potentiële kwaliteit van het publieke domein van de Wallen naar de andere kant van het Damrak/Rokin deel van de stad levert alleen maar een WIN/WIN resultaat op voor het verbeteren van de kwaliteit van de gehele binnenstad.( ‘van het na zessen lekker druk blijven aan de linkerkant van het Damrak met dus minder drukte aan de rechterkant van die van de Warmoestraat en de Wallen”; zei mijn overleden ome Jan, filiaalhouder van V&D in de Kalverstraat toen ik in 1986 met mijn overlast in de Amsterdamse binnenstad onderzoek bezig was.)

21 februari 2021

Wordt vervolgd!.