Categoriearchief: Adviesburo Drugs

30 jaar DIMS – de geschiedenis van het testen van drugs

Drugs testen door de jaren heen

Op deze pagina nemen we u mee door de geschiedenis van het Drugs Informatie en Monitoring Systeem (DIMS). Dat is een uniek systeem en bovendien een van de oudste drugstestsystemen wereldwijd. Vanwege het 30-jarig bestaan van het DIMS in 2022 vertellen we aan de hand van diverse mijpalen hoe het DIMS door de jaren heen veranderde.

Voor het DIMS: de jaren 70 en 80

Het testen van drugs in Nederland kent een lange voorgeschiedenis. Een belangrijke mijlpaal daarin was de start van het testen van cannabis begin jaren 70.

Koos Zwart en Eric Fromberg waren hierin pioniers. Zij verzamelden de cannabis via een landelijk netwerk. De testresultaten, plus voorlichting over veilig gebruik, werden wekelijks via een populair radioprogramma op zaterdagmiddag verspreid. Dit unieke project is van grote invloed geweest op het Nederlandse drugsbeleid.

De analyses werden uitgevoerd door professor van der Kamp en zijn medewerker Jan Filedt-Kok van het apothekerslaboratorium van het Wilhelmina Gasthuis ziekenhuis (het latere AMC).

Rond 1972/1973 werd er gestart met het testen van heroïne. Het drugsteam van Stichting Streetcornerwork Amsterdam – met August de Loor als voorman – zorgde voor de drugsmonsters. Dit initiatief beperkte zich uiteindelijk niet alleen tot heroïne. Ook andere drugs werden getest. Tegelijkertijd werd er ook aan preventie en voorlichting gedaan. Bovendien kon men waarschuwen voor vervuilde drugs als daar aanleiding toe was en werden berichten over drugs en drugsgebruik genuanceerd en geduid.

In 1986 startte Stichting Adviesburo Drugs een dagelijks spreekuur voor gebruikers van diverse drugs. Signalen over vervuilde drugs die via dit spreekuur binnen kwamen, benadrukten volgens August de Loor de noodzaak van het testen van drugs.

Een nieuwe drugs in tabletvorm: xtc

In 1987 gebeurde er iets opmerkelijks:  voor het eerst diende zich in Nederland een nieuwe drugstrend aan in de vorm van een pil, xtc. Xtc werd razendsnel populair, maar in 1988 werd de werkzame stof xtc op lijst I van de Opiumwet geplaatst en ontstonden er zorgen over een toename in vervuilde xtc-pillen.

Om de aanwezigheid van vervuilingen snel te detecteren werd toen de tabletsneltestdetermineermethode bedacht. Op die manier kon het Adviesburo de consumenten op een effectieve manier waarschuwen. In samenwerking met het AMC werd een geheel nieuw systeem opgezet waarmee elk weekend de lijst met geteste xtc-pillen geactualiseerd kon worden. Daardoor werd het mogelijk om een breder publiek voor te lichten over de samenstelling van hun xtc-pillen.

In 1989 werd de Safe House Campagne opgezet in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Op die manier kon niet alleen getest worden op het dagelijks spreekuur van het Adviesburo Drugs, maar ook op grootschalige feesten in het land.

Voor meer informatie over de Safe House Campagne en de Stichting Adviesburo Drugs: August de Loor | Stichting Adviesburo Drugs

Hoe het Adviesburo Drugs destijds voorlichting gaf
Hoe het Adviesburo Drugs destijds voorlichting gaf

In 1997 was er de eerste grote xtc-crisis: er was een tekort aan grondstoffen voor MDMA, de werkzame stof in xtc.

1992: de oprichting van het DIMS

De daarop volgende jaren werd er steeds vaker op feesten getest in het hele land.Dat kwam onder meer door de interesse van Erik Fromberg (die toen medewerker was bij het NIAD, de voorloper van het huidige Trimbos-instituut). In samenwerking met Stichting Adviesburo Drugs werd begin jaren 90 een plan gemaakt om de instellingen voor verslavingszorg in Nederland mee te krijgen. Het idee was om ook lokaal drugsspreekuren te houden. Daarnaast werden preventiewerkers verplicht om stage te lopen binnen de Safe House Campagne. In 1992 werden alle lokale initiatieven bij elkaar gebundeld en ondergebracht bij wat nu het Trimbos-instituut is: het DIMS als landelijke monitor.

Bij de oprichting van het DIMS werden 30 jaar geleden de volgende doelen gesteld:

  • Het verzamelen van informatie over de actuele ontwikkelingen op de drugsmarkt en de trend daarin periodiek rapporteren.
  • Deze informatie gebruiken voor preventie- en voorlichtingsactiviteiten ten behoeve van (aspirant)gebruikers.
  • De reacties van (aspirant)gebruikers op het voor hun ontwikkelde voorlichtingsmateriaal gebruiken als basis voor het ontwikkelen van nieuw materiaal.

Andere essentiële functies van het DIMS die voortvloeiden uit het testen van drugs waren:

  • Het beschermen van consumenten voor vervuilde middelen
  • Het via de consument terugdringen van het aanbod van vervuilde drugs.

Trimbos-instituut

Het beheer van het DIMS kwam te liggen bij het Trimbos-instituut met Erik Fromberg als eerste projectleider. Vanaf dat moment leverden instellingen van verslavingszorg structureel drugsmonsters die gebruikers bij hen inleverden. Ook werden de drugsmonsters – die via het Adviesburo Drugs en de Safe House Campagne verzameld werden – geanalyseerd. Daarnaast verschenen er rapportages over de ontwikkelingen op de drugsmarkt en de – op dat moment aanwezige – vervuilingen.

De xtc-crisis

In 1997 was de eerste grote xtc-crisis: er was een tekort aan grondstoffen voor MDMA, de werkzame stof in xtc. Dit zorgde er voor dat andere stoffen als vervuiling opdoken. Een van deze stoffen was atropine. Dit zorgde voor veel gezondheidsincidenten, en de eerste grote landelijke Red Alert werd een feit.

Voor de Red Alert was een strategie afgesproken met alle DIMS-deelnemers. Toch ontstonden er interne problemen over hoe te waarschuwen over de situatie. Dit escaleerde tot de landelijke media.

De inmenging vanuit de hoek van justitie en de interne problemen binnen het project zorgden ervoor dat het DIMS-project bij de landelijke politiek op de radar kwam. In 1998 werden onder meer de begeleidings- en projectcommissie opgericht. Er was vaak overleg tussen de deelnemers onderling én met het ministerie van VWS, als opdrachtgever. Onder leiding van Inge Spruit, programmahoofd Epidemiologie van het Trimbos-instituut, én toenmalig minister Els Borst werden er een aantal onderzoeken gedaan naar xtc en het testen van drugs. In 1999 werd bij een bespreking in de Tweede Kamer besloten dat het DIMS door mocht gaan, maar alleen als monitor én als men dit via strikte protocollen deed. Onder leiding van Raymond Niesink stelde het DIMS deze protocollen op.

Klik op de afbeelding voor een vergrote versie.

Hoe destijds door het Adviesburo werd gewaarschuwd voor vervuilde drugs
Hoe destijds door het Adviesburo werd gewaarschuwd voor vervuilde drugs

Na het millenium

Vanaf 1999 (en officieel 2002: toen werd een motie aangenomen om het testen op feesten te verbieden) werd er niet meer getest op de dansvloer, maar alleen nog op kantoor. Bovendien kwamen er in 2002 werkafspraken met het Openbaar Ministerie (OM) om de spanningsverhouding tussn bescherming van de volksgezondheid en misdaadbestrijding beter hanteerbaar te maken. De voorwaarden die toen werden opgesteld zijn nog steeds van kracht.

DIMS als monitor

De kracht van het DIMS is dat het een netwerk is van samenwerkende partners: denk aan gemeentes, politie en medische diensten. Niet alleen regionaal, maar ook landelijk. Landelijke data worden geaggregeerd gedeeld met de deelnemende instanties en vormen een belangrijk onderdeel van de Nationale Drug Monitor.

Ook deelt het DIMS informatie met beleidsmakers en het Coördinatiepunt Assessment en Monitoring nieuwe drugs (CAM). De informatie wordt ook gebruikt om preventiebeleid op te maken. Het Trimbos-instituut rapporteert als focal point aan het EMCDDA. Dat betekent dat het DIMS gesignaleerde trends en ontwikkelingen Europees deelt via het EMCDDA en het EU Early Warning System. In 2009 werd de Monitor Drugsincidenten (MDI) opgericht om druggerelateerde incidenten te monitoren. Het DIMS en de MDI werken sindsdien nauw samen.

Hoe de Olympische Spelen een rol speelde in de xtc-crisis

In 2009 was er wederom sprake van een grote xtc-crisis. Vermoedelijk doordat – in aanloop naar de Olympische Spelen in China van 2008 – veel strenger werd opgetreden tegen de productie en export van diverse chemicaliën, waaronder grondstoffen voor de productie van MDMA. Tijdens deze crisis boden producenten verschillende stoffen ter vervanging aan. Een daarvan was mCPP. Dat middel zorgde voor lichte hallucinaties en vaak ook misselijkheid en hoofdpijn. Een ander was mefedron (4-MMC). In de jaren daarna werden herhaaldelijk van dit soort nieuwe stoffen op de markt gevonden die nog niet op de lijsten van de Opiumwet stonden. Deze stoffen worden Nieuwe Psychoactieve Stoffen (NPS) genoemd.  Om bij te houden hoeveel van dit soort nieuwe stoffen per jaar worden aangetroffen is het DIMS sinds 2012 ook het landelijk Meldpunt Nieuwe Drugs gestart.

Sinds 2013 monitort het DIMS ook de online verkoop van drugs. Hierbij gaat het niet alleen om verkoop van legale NPS via webshops, maar ook van illegale drugs via het dark web.

Drugs OR- stickers in de Amsterdamse binnenstad, een nieuwe stijl om drugsklanten te lokken!

Het is deze aanhef van een artikel in de Volkskrant ( 17 oktober) waaruit schande sprak van dat dit zomaar kan. En ook de Amsterdamse politie sprak zijn bezorgdheid uit maar had helaas onvoldoende tijd om in te grijpen! Echter kan er ook op een andere manier naar deze stickers gekeken worden, met als eerste mijn mening van dat er geen sprake is van uitlokking. Al diegenen die geen interesse in drugs hebben zullen die stickers negeren. Diegene die heg nog steg in Amsterdam kent, maar voor de aanschaf van drugs niet met een straatdealer in zee wil gaan zal die sticker wel lezen ( waarmee ik niet wil zeggen van dat ik dergelijke stickers toejuich). Kortom, genoeg aanleiding voor het geven van een commentaar op dit Volkskrant artikel

Met mijn 50 jaar hulpverlening aan druggebruikers zie ik die stickers niet als uitlokking maar als een praktisch middel  om voor de aanschaf van drugs niet afhankelijk te zijn van dat onvoorspelbare risicovolle verkoopcircuit van straatdealers. Het waren de junkies uit de vorige eeuw die dat al door hadden en ver weg van de straatdealer via hun mobieltje hun heroine, speed of basecoke gingen aanschaffen. Met de afgelopen decennia de 06-lijnen waar gabbers, studenten, parenclubs en de Yup hun favoriete  XTC, snuifcoke of designerdrug tot aan de voordeur aangeleverd krijgen. En nu met al dat stedentoerisme en internationalisering van de vrijetijd- en uitgaansculturen zijn het de OR-stickers waarmee de middelen aangeschaft kunnen worden, een ontwikkeling wat zich niet exclusief in Amsterdam maar wereldwijd afspeelt.

Met een portie pragmatisme zou je mogen verwachten dat dergelijke trends serieus meegewogen zouden worden in beleid. Met als voordeel van dat het een substantiële bijdrage levert in het terugdringen van de straathandel, dus minder straatoverlast, minder straatverkoop van riskant versneden drugs, als wapen tegen de verontrustende gangvorming binnen straatdealscenes, het tegengaan van de aantrekkingskracht onder kwetsbare jongeren om straatdealer te worden, van minder berovingen van toeristen en meer veiligheid voor de bewoners

Niets van dat pragmatisme is zichtbaar, integendeel, repressie tegen drugs is waar de overheid in geloofd.  Een  geloof wat zover gaat met toen in de vorige eeuw de Zeedijk verlost was van het heroine-junkie-straatdealer probleem de Amsterdamse hoofdcommissaris dit aan zijn repressiebeleid toedichtte terwijl de junkenNokia daar meer van invloed op is geweest!

ANALYSE VAN DE POLITIEKE IDEOLOGIE VAN DE AMSTERDAMSE DRIEHOEK, met het criterium als hun speeltje!

 

Inleiding

Morgen, 29 september ben ik een van de sprekers om de Amsterdamse gemeenteraad  te overtuigen af te zien van het invoeren van het criterium. Het is onderstaande analyse die dat nader toelicht. Uit de titel kan u al opmaken van dat er meer speelt dan alleen het criterium. Het is dat wat ik in mijn speech zal uitleggen met cursief hieronder de rooie lijn van die speech. Het is de analyse over de politieke ideologie van de Amsterdamse Driehoek die daar u weer verder over kan informeren met tenslotte mijn oproep van dat de Driehoek gestopt moet worden omdat zij een ideologie volgt die eerder problemen veroorzaken dan oplossen.

ps) in deze website zijn al veel eerdere notities over het Amsterdamse drugsbeleid geschreven met betrekking tot het criterium, effe zoeken zou ik zeggen!                                                              Hierbij de strekking van de speech;

Geachte commissie, het is meer dan 50 jaar dat ik met hart en ziel mijn bijdrage lever aan het Amsterdamse drugsbeleid. Maar wat ik nu zie hoe de Driehoek bezig is, is ongekend en nooit eerder vertoond!! Het was uw raad die eerder het criterium afwees. Sinds die tijd legt de Driehoek een verbetenheid aan de dag om alsnog het criterium ingevoerd te krijgen. Het is echter die verbetenheid wat zover gaat dat de Driehoek een van de belangrijkste pijlers van het Amsterdamse drugsbeleid heeft opgedoekt, argumenten ter berde brengt die simpel door te prikken zijn tot zelfs recent met puur misleidende informatie op de proppen komt om maar de noodzaak van het invoeren van het criterium te benadrukken. Geachte commissie, ik heb mij in al die 50 jaar nog nooit zo fel uitgesproken. Maar het gaat allang niet meer om alleen het criterium, het gehele drugsbeleid en hoe deze Driehoek daar invulling aan geeft staat op het spel!

IK dank u voor uw aandacht!

                 ANALYSE VAN DE POLITIEKE IDEOLOGIE VAN DE AMSTERDAMSE DRIEHOEK                                             Hun verbetenheid om het criterium ingevoerd te krijgen!

Inleiding

Bij een terugblik vanaf 2020 hoe de Driehoek probeert het criterium goedgekeurd te krijgen valt op dat na het nee zeggen tegen deze maatregel door de gemeenteraad de Driehoek verwoed door gaat om dit alsnog  voor elkaar te krijgen. Het begon met de brief van de Driehoek aan de raad ( januari 2021) met de  beschuldiging als zouden coffeeshops een ondermijnende invloed hebben op de bovenwereld ( dus het criterium hard nodig is als maatregel in het beperken van de inkomsten van coffeeshops waardoor hun kwalijke ondermijning afneemt). De Driehoek bleef in de hoogste versnelling met steeds weer nieuwe argumenten met als meest recent  als zou de omzet van de Amsterdamse coffeeshops de laatste jaren enorm gestegen zijn (en ook dit weer dat met het criterium die omzet zal dalen dus ook de ondermijnende invloed van coffeeshops!).

Ideologie van de Driehoek

De vraag is waarom de Driehoek zich zo hardnekkig vastbijt om het criterium ingevoerd te krijgen en zelfs zover gaat door de coffeeshop weg te zetten als een ondermijnende bedrijfstak terwijl de coffeeshop door diezelfde Driehoek de afgelopen 50 jaar tot het speerpunt van het Amsterdamse drugsbeleid gerekend werd.

Bij een zo’n ongekend ingrijpende beleidswijziging moet de aanleiding ongetwijfeld veel meer zijn dan alleen het zwichten voor de druk van allerlei belangenverenigingen en bewonersgroepen die af willen van het (goedkope) massatoerisme waar de “drugscoffeeshoptoerist” in hun ogen symbool voor staat.

Een van de oorzaken van die hardnekkigheid moet gezocht worden in de huidige samenstelling van de Driehoek. Traditiegetrouw had de Amsterdamse Driehoek altijd een politiek/bestuurlijk pragmatisch en gematigd karakter met een politiek midden PvdA burgemeester en min of meer een niet zo uitgesproken Hoofdofficier en Hoofdcommissaris. De huidige officier en commissaris zijn dat wel als sterke voorstanders van een repressief drugsbeleid (en de drang dat Amsterdam er een niet meer zo eigenzinnig drugsbeleid op na moet houden). De burgemeester is van Groen Links met als uitvloeisel van haar functie van dat zij zich behoudend moet opstellen maar tegelijkertijd een warme voorstander is van het legaliseren van cannabis. De geschiedenis leert dat zowel voorstanders van een repressief drugsbeleid als die voor legaliseren van drugs beide de neiging hebben om de bestaande situatie van welke drugsmarkt dan ook zo zwart als ernstig mogelijk af te schilderen als legitimering van waar zij voor pleiten; de ene voor een nog hardere aanpak van drugs en de ander voor het legaliseren van drugs. Het zijn die twee stromingen die in de huidige Amsterdamse Driehoek verenigd zijn en ieder op zich in het criterium de legitimiteit zien van waar zij ideologisch voor staan. En elk afzonderlijk kan zich ook nog beroepen op het landelijk drugsbeleid waar zich exact dezelfde tweespalt voordoet van EN een zeer repressief drugsbeleid ( de ondermijningsdoctrine) EN het streven naar het legaliseren van drugs ( zoals het experiment met de legale coffeeshopachterdeur).

Politiek opportunisme

Bovenstaande uitleg maakt duidelijk dat de Driehoek zichzelf een sterk politiek/bestuurlijk draagvlak toedicht om het criterium ingevoerd te krijgen. Echter bij de veelheid aan argumenten en de verbetenheid die de Driehoek daarbij aan de dag legt zet vraagtekens bij hun handelswijze! Het pleidooi van het invoeren begon in eerste instantie als een one-issue ( toerisme)  met toen dit werd afgewezen de Driehoek met een gestage golf aan nieuwe argumenten op de proppen kwam. Kortom, politiek opportunisme  ( of doordrammen in gewoon Nederlands) om maar dat criterium ingevoerd te krijgen! Met onvermijdelijk dat door die hardnekkigheid  elk nieuw argument een geforceerder karakter krijgt tot die van het meest recente  als zou de afgelopen jaren de Amsterdamse coffeeshopbranche een record omzet hebben gedraaid.

Hoe ver kan je als Driehoek gaan bij zulk een bewering als door

  1. De Lock Down over de afgelopen jaren de omzet in de coffeeshopbranche hard heeft geraakt
  2. En dat de situatie voor die Lock Down, net als in de andere horeca in Amsterdam, nog lang niet hersteld is,

Met specifiek voor de Amsterdamse coffeeshops daar bovenop;

  1. Door de gestage internationale ontwikkelingen van het decriminaliseren/legaliseren van het gebruik van cannabis neemt het internationale imago van Amsterdam als  enige “liberale cannabisstad” in de wereld in een sneltreinvaart af. Onderzoek in 2020 leverde al indicaties op van een afname van het aantal buitenlandse bezoekers in Amsterdamse coffeeshops ( met dus dat die moeite die het stadhuis getroost om dat imago af te schudden eigenlijk niet nodig is, inclusief de noodzaak van het criterium).
  2. De coffeeshopbranche in het algemeen en die in Amsterdam in het bijzonder heeft steeds meer last van de 06- en websites services van het leveren van cannabis “on demand”. Vooral in delen van het land zonder coffeeshops is die service aan huis steeds populairder aan het worden. En laat nou vooral de regio rond Amsterdam opvallend weinig coffeeshops hebben. Dit betekent dat de consumenten in de regio hun cannabis steeds vaker via o6 lijnen en websites aanschaffen, met ergo minder toeloop op de Amsterdamse coffeeshops ,

Kortom, dat verhaal over die omzetstijging klopt van geen kant, maar maakt duidelijk hoe verbeten de Driehoek bezig is om het criterium ingevoerd te krijgen!

Verkleinen van de cannabismarkt

De invoering van het criterium wordt door de Driehoek ook bepleit met de in hun woorden doelstelling van het verkleinen van de cannabismarkt.

Genoeg aanleiding voor een kritisch commentaar

Deze doelstelling is rechtstreeks afkomstig uit het regeerakkoord van 2010 van de coalitie van VVD,CDA en de ( gedoogpartner) PVV, met recht de meest rechtse regering ooit. Hun politiek ideologische aanval op het softdrugsbeleid verlangde een onderbouwing wat gevonden werd als zou de Nederlandse cannabismarkt veel te groot geworden zijn. De legitimering van het beleid om zowel het aantal coffeeshops te reduceren als het beperken van hun bewegingsvrijheid. En dit laatste werd gerealiseerd middels onder andere de  Wietpas. Ondanks dat in de loop der jaren die Wietpas op lokaal niveau of überhaupt niet van de grond kwam en, waar wel, op een paar steden na  weer snel verdween blaast het meest linkse Amsterdamse kabinet dit  VVD,CDA,PVV beleid weer nieuw leven in!

De vraag is of die cannabismarkt wel zo groot is? wat in 2010 door de landelijke overheid en nu de Amsterdamse Driehoek als aanleiding diende om in te grijpen ( n.b. als dat ingrijpen dan de aanleiding is, is de betere omschrijving van dat beide overheden de markt TE groot vind, genoeg aanleiding voor een nadere beschouwing).   Vanaf de jaren 60 van de vorige eeuw is het gebruik van cannabis steeds meer “vervolkst” van een hippie subcultuur naar vele lagen in de bevolking in sociale klasse, etniciteit en leeftijd. Deze ontwikkeling vertoonde vele overeenkomsten met in diezelfde periode de trends in het gebruik van alcohol ( overeenkomstige ontwikkelingen als uitvloeisel van sociaal/culturele veranderingen in de maatschappij, veranderingen in de bevolkingssamenstelling, de toename en veranderingen in de vrijetijdsbesteding, enz ). Daar waar vanaf de jaren 60 het aantal alcohol gerelateerde voorzieningen steeg van 6000 naar 64000 nam het aantal coffeeshops in Nederland drastisch af; met vanaf de piek in het aantal shops in de jaren 80 van ongeveer 2000 naar nu tot slechts iets meer dan 500. Kortom, wat op de toenemende vraag ( de vervolksing) naar cannabis het beleid had moeten zijn van een binnen het reguliere horecabeleid geïntegreerd coffeeshopbeleid vond het tegenovergestelde plaats.  De conclusie is dus dat door 50 jaar toename in het gebruik van cannabis deze markt van natara groter werd maar het beleid tot een ingrijpende verkleining van het aantal coffeeshops leidde. Op zich al een bizarre constatering wat nog bizarder is dat al voor 2010 die afname van het aantal coffeeshops al fors aan de gang was en daar de VVD,CDA,PVV een flinke klap aan toevoegde! Kortom, een in historisch opzicht politiek/bestuurlijke blunder ( en dat ook nog in het licht van dat de opkomst van Nederwiet in diezelfde tijd nog in zijn beginfase was en dus gemakkelijk legaal ingepast had kunnen worden binnen dat integrale coffeeshopbeleid. Maar ook hier werd gekozen voor exact het tegenovergestelde van een ongekend repressiebeleid tegen Nederwiet waarbij zowel de uitvoering als de gevolgen steeds meer uit de hand lopen!).

 Het is de Amsterdamse Driehoek die nu die historische fout herhaald met nog erger van het volkomen negeren van dat de cannabismarkt, politiek gezien, uit twee volstrekt afzonderlijke circuits bestaat van 1) het illegale circuit van teelt, smokkel, in-en export  groothandel van cannabis tot het illegale op consumentennivo 06-website en straatdealcircuit van cannabis en 2) de onder een politiek streng regime en toezicht van de overheid opererend coffeeshopcircuit. De consequentie van het negeren van dit verschil is dat wat er zich aan illegale en ongewenste ontwikkelingen afspelen in dat eerste circuit de Driehoek dit ook het coffeeshopcircuit verwijt.  Een uitleg. De afgelopen decennia is door een aantal autonome ontwikkelingen als door de intensieve bestrijding van het illegale deel van de cannabismarkt de verharding, de criminalisering, de vervuiling in de teelt, de grootschaligheid van de tussenhandel enorm toegenomen. En daarnaast een toename van een verwevenheid in de tussenhandel van zowel soft- als harddrugs ( zie gegevens politie/justitie van wat zij aan soft/hard buit binnen dat circuit in beslag nemen). Er is enorm veel praktijk kennis en ervaring binnen de coffeeshopbranche hoe deze zorgelijke ontwikkelingen mijlenver weg te houden van haar achterdeur. Daar zijn boeken vol over te schrijven waar de Driehoek dankbaar gebruik van had kunnen maken in haar zowel rechtstreekse beleidsmatige steun aan de coffeeshopbranche als indirect aan steun voor de coffeeshop van hoe de verharding en criminalisering van het illegale cannabiscircuit teruggedrongen kan worden ( lees het decriminaliseren van de achterdeur van coffeeshops als tussenfase naar een volledige legalisering). In geen enkele beleidsnotitie van de Driehoek is hier ook maar iets van terug te vinden, integendeel, de beleidsvoorstellen zijn eerder fnuikend voor de coffeeshopbranche waar het illegale circuit uiteraard van zal profiteren!

Fundamentele fout

Met zowel het overnemen van de ideologie van het 2010 VVD,CDA,PVV drugsbeleid, als de Amsterdamse coffeeshops wegzetten als ondermijnende ondernemingen als het hardnekkig vasthouden aan de invoering van het criterium staat de Driehoek met de rug naar wat er aan beleid nodig is. Deze houding zorgt niet alleen voor polarisatie met de coffeeshopbranche maar ook met de uiteenlopende groepen van cannabisconsumenten die met ongeloof dit alles beziet. Maar het is vooral de agressie wat ik in de  probleemwijken waarneem waarbij het blowen weer naar een sub/ countercultuur afglijd inclusief heftige middelvingers richting het stadhuis. En waar dit afzetgedrag in de jaren zestig/zeventig nog alleen tot het blowen beperkt bleef ( de heroïne uit die tijd stond mijlenver weg van die van de blowers)) is nu met al die nieuwe middelen als XTC, snuifcoke, speed, lachgas een veel complexere agressievere afzetcultuur aan het ontstaan. Meer dan ooit is de coffeeshop nodig als beleidsinstrument in het scheiden der drugsmarkten. Maar meer dan ooit staat de Driehoek met haar beleid dit in de weg! Kortom, er staat veel meer op het spel dan alleen het wel of niet invoeren van het criterium!!

September 2022 August de Loor

What is happening here (WIHH) SAFE HOUSE CAMPAGNE 1987-1999

In een nieuwe broedplaats in hartje Amsterdam presenteren 140 kunstenaars hun unieke werken. De organisatoren van deze tentoonstelling, Job Reuten en Joris Jan Reuten hebben mijn SAFE HOUSE CAMPAGNE tot een van de kunstwerken getransformeerd.

Kom dus allen langs, dinsdag t/m zaterdag van 12:00 tot 18:00 uur, Reguliersdwarsstraat 73 1017 BK Amsterdam. En laat je onderdompelen in deze unieke tentoonstelling.

 

Onze nieuwe minister van Justitie Dilan Yesilgoz, en daar gaan we weer met de zoveelste beeldvorming!

EEN AFGEHAKT HOOFD VOOR EEN COFFEESHOP!

Zie deze zin in de foto van een deel van een interview van een tijdje geleden in de Volkskrant met de nieuwe minister van Justitie Dilan Yesilgoz.
En daar gaan we weer met weer een minister die zich schuldig maakt aan het creëren van vijandsbeelden als legitimiteit van een hardere aanpak incluis uitbreiding aan wettelijke bevoegdheden in de strijd tegen drugs.
En bij dat creëren van vijandsbeelden is kennelijk een leugentje meer of minder geen enkel probleem! Van in dit geval dat dat afgehakte hoofd niet voor een coffeeshop lag maar dit bizarre, extreme voorval zich voor een sisha lounge afspeelde. Maar ja, een sisha lounge heeft niets met drugs te maken dus wordt het een coffeeshop!
En nu er zoveel te doen is over fake news, zou je toch op z’n minst een kritische Volkskrant verwachten die de minister had moeten corrigeren.

 

AT5 interview- Drugstesten weer terug naar de dansvloer, een pleidooi

Naar aanleiding van een nieuwe Red Alert (juni 2022) over het waarschuwen van vloeibare XTC kwam de discussie weer op gang van het herstarten van het drugstesten op de dansvloer van grote evenementen zoals houseparties.
Toen mijn Adviesburo hier in 1999 mee stopte kwam die discussie  voor het herstarten regelmatig terug. Met dit filmpje op AT5 pleit ik daar weer voor op mijn eigen August manier.
Veel kijkplezier!

Criterium , de DRIEHOEK en de geschiedenis herhaalt zich helaas weer!

 

Geachte leden van de raad

 Woensdag 29 juni 2022. Mijn inspreektijd voor Uw raad van slechts 2 minuten dwingt mij om mij tot het meest belangrijkste te concentreren aangaande de brief uit april van de DRIEHOEK/ burgemeester met voorstellen  over het coffeeshopbeleid zoals onder andere een verbod van de toegang in coffeeshops door toeristen ( het criterium)

Het belangrijkste hierbij is niet dat criterium en ook niet waar steeds de discussie zich hoofdzakelijk toe beperkt van wat die maatregel voor gevolgen heeft voor de straathandel.

Het meest belangrijke is in mijn ogen een ingrijpende verandering hoe de Amsterdamse DRIEHOEK tegen coffeeshops aankijkt. In onderstaande notitie geef ik vanuit historische perspectief een uitleg over de impact van die verandering en roep U op om Uw invloed aan te wenden om dit weer ten goede te keren. En dat dat mogelijk is kunt U hieronder lezen.

 

 

. Het criterium, de DRIEHOEK en de geschiedenis herhaalt zich helaas!

 Het Parool van afgelopen zaterdag met al die alarmerende berichten van de DRIEHOEK over de verwevenheid van de Amsterdamse coffeeshops met grote criminele netwerken, als witwassers fungeren en nog erger als dekmantel voor de  cocaïnehandel roept herinneringen op uit 1992. Het was de DRIEHOEK van toen die exact dezelfde alarm sloeg tot zelfs de aantijging van dat coffeeshops in heroïne dealden met als alarmbel dat dit  een hernieuwde Amsterdamse heroïne epidemie zou veroorzaken die nou net eind jaren 80 was bezworen!

Het was jullie oud collega raadslid Annemarie Grewel die met de vuist op tafel een grondig onderzoek eiste met als politiek uitgangspunt; als al die beschuldigingen zouden kloppen dit het bankroet betekent van waar het bij het drugsbeleid om draait van het gescheiden houden van softdrugs met die van harddrugs.

In een door haar afgedwongen commissie kon op geen enkele manier al die aantijgingen hard gemaakt worden ( en die nieuwe heroïnegolf dan?  Nooit gekomen!).

Dit ingrijpen van de raad legde de basis voor het ontwikkelen van een duurzaam Amsterdams softdrugs- en coffeeshopbeleid  ( met toen al de oproep voor het zo snel mogelijk legaliseren van cannabis, een advies waarmee al die latere ellende van de illegale teelt van Nederwiet voorkomen had kunnen worden!).

 

Bij deze roep ik de raad op om in navolging van Annemarie Grewel een harde onderbouwing te eisen op de nu weer nieuwe aantijgingen richting de coffeeshops. Als al die aantijgingen zouden kloppen  gooi dan maar meteen al die coffeeshops dicht!” “Want als, ondanks al dat decennia strenge coffeeshopbeleid, die scheiding der markten niet gerealiseerd kan worden houdt alles op en is zelfs het criterium een wassen neus, een schaamlapje!

Beste Raad, toon Uw politieke moed en weet dan dat Annemarie vanuit de hemel jullie de groeten zal doen!

en wilt u meer weten over mijn visie voor een leefbare binnenstad MET coffeeshops maar ZONDER criterium, lees mijn website; augustdeloor.nl