Categoriearchief: Internationaal drugsbeleid

Herman, een van de scherpste geesten van het Nederlandse drugsbeleid is niet meer

Herman was niet alleen mijn linker- en rechterhand in het bedenken van nieuwe projecten maar ook dat het Adviesburo het meest laagdrempelige spreekuur had voor gebruikers van welke soort drugs dan ook, van maandagmorgen 10 uur tot vrijdagmiddag 5 uur met tussen 1987 en 1999 haast elk weekend het, in het kader van de SAFE HOUSE CAMPAGNE ( Safe Use, Safe Drive en Safe seks) testen van XTC op House Parties ( van 3000 tot meer dan 100.000 bezoekers) overal en nergens in het land ( met dat nog recent is berekend dat tot het stoppen van het drugstestspreekuur op 1 januari 2016 meer dan 190.000 drugstesten zijn uitgevoerd).

En als je daarbij al die andere projecten, gericht op de andere drugsmarkten dan die van uitgaansdrugs, erbij optelt is het het meest opmerkelijke van dat hij zich vanaf 1987 geen dag ziek heeft gemeld met nog belangrijker van dat alles met een open geest benaderd werd en nog belangrijker dat hij en ik ongenadig veel gelachen hebben over wat er allemaal op ons afkwam, een soort lachen wat elk dossier een extra dimensie gaf!!

 

Beste Herman, je hebt geen idee voor wat je voor mij en de samenleving betekend heeft

Mijn diepe, oprechte dank daarvoor met als we weer eens tegenover zoveel misvattingen, vooroordelen, foute projecten, vrijblijvendheid, oppervlakkigheid aanliepen jij altijd predikte; “ze weten niet wat ze niet weten dus ook hun nieuwsgierigheid om het wel te weten te komen!”

 

Je gabber!   August

 

LOCK DOWN Logboek drug en druggebruik nummer 3 Drugstesten

 

LOCK DOWN Logboek  nummer 3

 

Drugstestspreekuren

In de vorige logboeken is melding gemaakt van dat vanaf de start van de Lock Down alle drugstestspreekuren in Nederland dicht gingen en dat dit in mijn visie absoluut niet nodig was en uiterst ongewenst. Zoals nu blijkt zijn recent een beperkt aantal spreekuren in het land weer open wat de vraag oproept of alles weer “in ere hersteld” wordt van waar het bij het testen om draait ( lees, het zo actueel mogelijk volgen van wat er zich aan kwaliteit in het aanbod van de verschillende soorten drugs afspeelt om met die kennis,  als nodig, daar via de gebruikers corrigerend in op te treden terwijl, zolang de misstand voortduurt, diezelfde gebruiker daarover ingelicht/gewaarschuwd is).

Helaas moet geconstateerd worden van dat het er zeer somber uitziet van dat dit herstel zeer op zich laat wachten wat niet alleen het gevolg is van dat de opstart van de testspreekuren zeer traag verloopt maar ook dat er bij elk spreekuur allerlei restricties zijn toegevoegd wat zeer belemmerend werkt van dat de toestroom aan gebruikers naar de spreekuren weer op gang komt.

Maar het allerbelangrijkste waarom het herstel op zich laat wachten is puur het feit van dat de spreekuren gesloten zijn geweest met als consequentie van dat het “centrale zenuwstelsel’ van het drugstestsysteem is stil komen te vervallen en niet zomaar van zichzelf weer “tot leven komt”!. Het “centrale zenuwstelsel “ bestaat uit een overzichtslijst van eerder in het lab geteste drugsmonsters  wat het mogelijk maakt dat het overgrote deel van de bezoekers van de spreekuren per omgaande geïnformeerd kunnen worden over de inhoud van de mee gebrachte drug. Het is dit sneltestdetermineersysteem wat vanaf het jaar van de uitvinding in 1988 ononderbroken heeft gedraaid. Het is een systeem wat alleen maar draaiende gehouden kan worden bij een permanente instroom van een voldoende aantal nieuwe drugsmonsters. In de periode van dat er nog op de mega events drugs getest kon worden was die instroom aan monsters in werkelijk elk opzicht gegarandeerd. Die garantie is er ook van dat er iedere week voldoende spreekuren zijn waardoor het drugsherkenningssysteem zichzelf voedt zodat het overgrote deel van de bezoekers van de spreekuren direct geholpen kunnen worden wat de spreekuren zeer populair maakt wat op zich weer het systeem in stand houdt. Met deze uitleg wordt het zonneklaar van dat dit systeem niet zomaar ongestraft voor een bepaalde periode onderbroken kan worden door welke oorzaak dan ook van in dit geval de Coronacrisis.

Nu dat dit toch het geval is en de opstart van de spreekuren dermate traag verloopt ( tot zelfs van dat op de website; www.drugstesten.nl nog steeds vermeldt staat van dat de spreekuren gesloten zijn) is het de vraag of het überhaupt op deze manier nog voor elkaar komt van dat het drugssneltestdetermineersysteem in werking treedt waar de drugstestspreekuren haar populariteit en haar effectiviteit aan te danken heeft?

Het is deze vraag wat voor het Adviesburo aanleiding is om te bekijken van hoe zo snel mogelijk het aantal drugmonsters weer stijgt waardoor het sneltestdetermineersysteem weer dermate op nivo komt zodat de bezoekers van de spreekuren weer terplekke de uitslag van hun mee gebrachte kunnen krijgen en, even belangrijk, dat daarmee bovenbeschreven hoofddoelstelling van de drugstestspreekuren weer gerealiseerd kan worden

 

Samenwerking met de smartshopbranche/producenten van drugsthuistests

 

Bovenbeschreven zorgelijke analyse over de actuele stand van zaken van de testspreekuren is besproken met de smartshopbranche en producenten van de drugsthuistestjes en is uit dit overleg het volgende voorstel naar voren gekomen van dat die setjes een belangrijke bijdrage kunnen leveren in het zo snel mogelijk op nivo krijgen van het drugssneltestdetermineersysteem. Voor alle duidelijkheid hebben die testjes een zeer beperkte waarde in het vaststellen van de inhoud van een drug 

De testsetjes geven hoogstens een indicatie omtrent de identiteit van de werkzame stof in het monster. 100% zekerheid kan met deze tests niet geboden worden, behalve in het geval er geen of andere werkzame stoffen in het sample zitten. Mengsels van stoffen kunnen problematisch zijn en ook de hoeveelheid werkzame stof kan niet worden aangetoond.

De voordelen van de thuistests is echter dat de test dicht op de transactie (de aankoop van de drugs) zit dus in principe de gebruiker al tijdens de aankoop al een redelijk idee kan krijgen omtrent de identiteit van de stof. Echte rommel krijgt op deze manier geen/minder kans om op de markt door te dringen. Daarnaast betekent het feit dat deze tests online en in winkels verkrijgbaar zijn zodat deze manier van testen zeer toegankelijk is voor de gebruiker. Ook in Loppersum en op Vlieland kunnen gebruikers hun spullen testen. De tests kunnen niet bederven en zullen ook na een paar jaar nog prima werken.

Het zijn deze voordelen die gebruikt kunnen worden voor het zo snel mogelijk voeden van de databank van de drugstestspreekuren

Waar uit het overleg met de smartshopbranche/testsetproducenten aan voorstel naar voren kwam is dat de thuistest met een aangepaste/extra bijsluiter in de smartshops komen te liggen. Op deze bijsluiter wordt vermeld dat er een mogelijkheid is om het sample anoniem maar onder begeleiding van een bepaalde code op te sturen naar een bepaald adres. Dit zou wettelijk geen probleem mogen zijn omdat de gebruiker immers nog geen zekerheid heeft mbt of het hier een verboden middel betreft. Het sample wordt na ontvangst in de database opgenomen en eventueel geanalyseerd door het lab.

De resultaten van de analyse kunnen anoniem online ingezien worden m.b.v. de code die alleen de gebruiker weet. Aan de andere kant levert dit dermate veel data op waarmee de drugstestspreekuren veel sneller als nu weer hun nivo halen waar het bij het testen van drugs om te doen is!

Kortom voldoende aanleiding om dit voorstel serieus te nemen

 

Met groet!!  August de Loor

LOCK DOWN LOGBOEK DRUG EN DRUGGEBRUIK nummer 2 

LOCK DOWN LOGBOEK DRUG EN DRUGGEBRUIK nummer 2 (Logboek nummer 1 staat eerder op deze website en is van vrijdag 10 april)

De Lock Down van het al een aantal weken grotendeels stilvallen van het sociaal/economisch/culturele leven heeft uiteraard ook zijn gevolgen op alles wat met drug en druggebruik te maken heeft. En dat laatste is een zeer uiteenlopend dossier van wat zich in vraag en aanbod afspeelt binnen elke afzonderlijke drugsmarkt. Zoals die van de markt van smartproducten ( zoals truffels), van hallucinogenen ( LSD, Ketamine), de markt van cannabis, vraag en aanbod van uitgaansdrugs ( speed, snuifcocaine, XTC) tot het circuit van gebruikers van heroine/cocaine-base ( lees hoofdzakelijk de kwetsbare , “ouwe” groep van verslaafden). Het is met elk van deze markt waar het Adviesburo Drugs in meer of mindere mate contact mee heeft van door de decennia heen uitgevoerde projecten met de daarbij opgebouwde netwerken. Het is dan ook zinvol een logboek bij te houden met wat het Adviesburo als gevolg van de Lock Down aan ontwikkelingen binnen deze drugsmarkten waarneemt en dat aangevuld met commentaar en adviezen voor beleid voor niet het alleen, als nodig, bijsturen van het Lock Down beleid maar ook voor het beleid als hopelijk snel deze ellende achter de rug is

Amsterdam vrijdag 17 april 2020 

Preventieactiviteiten tegen het Coronavirus

Er komt steeds meer informatie binnen van wat het netwerk van het Adviesburo de afgelopen weken aan preventieactiviteiten tegen het Coronavirus ziet ( en zelf heeft uitgezet) en hoe dat uitpakt binnen de uiteenlopende drugsmarkten. Zoals in logboek 1 al is aangegeven doen de coffeeshopbonden hun stinkende best van dat hun achterban “Coronavrij” kan blijven werken,

Smartshops

Hetzelfde geldt voor de belangenvereniging van smartshops ( de VLOS) met, naast de reguliere (RIVM) preventie richtlijnen voor het personeel van smartshops, ook aandacht voor adviezen naar de klanten ten aanzien van “Coronavrij” gebruik van psychoactieve stoffen ( over zowel de eigen koopwaar als de middelen uit het illegale circuit). De preventiefocus ligt vooral op die middelen die normaliter in groepsverband gebruikt worden zoals allerlei soorten hallucinogenen ( legaal en illegaal) als de verschillende soorten uitgaansdrugs ( zoals XTC).

Rituelen

Daarnaast heeft het Adviesburo contacten met sleutelfiguren uit allerlei kringen waar psychoactieve middelen gebruikt worden als onderdeel van rituelen zoals Ayahuasca. En vooral daar is aandacht nodig hoe het Coronavirus buiten de deur gehouden kan worden aangezien die rituelen zich hoofdzakelijk in groepsverband afspelen..

Het zijn al deze activiteiten die duidelijk maken van dat er nu al nagedacht moet worden  welk beleid op (middel) lange termijn beleid nodig is hoe om te gaan met wat populair omschreven wordt als de “veilige anderhalvemetermaatschappij”.  Het ligt in de lijn der verwachting van dat het Adviesburo daar een coördinerende rol bij kan spelen. Het is hartverwarmend hoe er door velen in deze onzekere tijden over “de eigen schaduw” heen gekeken wordt van in mijn woorden; de combinatie Coronapreventie en integrale secundaire drugspreventie in optima forma”!

Drugssneltesten

Een ander specifiek aandachtspunt van de smartshopbranche is de verkoop van drugssneltesten waarmee de gebruiker tot op zekere hoogte de inhoud van het aangeschafte middel kan testen. “Beter iets dan niets” is hierbij het Parool waarmee bedoeld wordt van dat de drugspreventieinstellingen hun drugstestspreekuren hebben gesloten ( zie logboek 1) en de sneltestkits uit de smartshops de gebruiker nog enige duidelijkheid geeft van wat er aan drugs gekocht is!. Het is verheugend van dat de producenten van deze drugssneltesten regelmatig met het Adviesburo overleggen hoe op dez situatie te reageren ( een samenwerking tussen het Adviesburo en de smartshopbranche wat terug gaat toen Amsterdam in 2014 geconfronteerd werd met het witte heroine spook van meerdere doden onder jonge toeristen en tientallen bijna doden en de drugssneltest producenten in no time een slimme test hadden ontwikkeld om niet alleen de witte heroine te detecteren ter bescherming van de toeristen maar ook ter verhoging van de pakkans van de desbetreffende straatdealer).

Coffeeshops

Een rondgang door Nederland leert dat het overgrote deel van de coffeeshops open zijn zodat de vaste klanten hun favoriete soort hasj of wiet kunnen blijven aanschaffen. In die zin werkt dit goed, vergelijkbaar met dat je voor je biertje of wijn bij je lokale supermarkt terecht kunt. Maar er is wel een groot verschil van dat de supermarkt in de meeste gevallen op loopafstand ligt maar dit bij coffeeshops geenszins het geval is van grote delen van Nederland zonder een enkele coffeeshop. Het is een direct gevolg van een onsamenhangend landelijk coffeeshopbeleid van dat elke gemeente er een eigen lokaal coffeeshopbeleid op nahoudt en dan hoef je alleen maar naar de samenstelling van de gemeenteraad te kijken van wat dat voor gevolgen heeft van een volstrekt onevenwichtige spreiding aan coffeeshops over het land. En let wel: Zo beperkt het ontbreken van coffeeshops zich niet tot die delen van het land met een overwegend “gelovige” gemeenteraad maar ook tot bijvoorbeeld buurgemeentes van Amsterdam met een onevenredige toeloop op de Amsterdamse coffeeshops als resultaat. Het is deze onevenwichtige spreiding van coffeeshops wat zich nu bij de Lock Down extra wreekt. Door de beperkte bewegingsvrijheid van de bevolking doen in die delen van het land zonder coffeeshops de illegale verkoopadressen en Websites goeie zaken in de verkoop van cannabis. En zoals in het vorige logboek al aangegeven hebben deze adressen geen boodschap aan het beleid van de overheid van het scheiden van de verkoop van softdrugs met dat van harddrugs. Er is alle aanleiding van dat de overheid hier aandacht aan besteedt hoe dit probleem aanpakt moet worden, met nu voor tijdens de Coronacrisis de praktische oplossing uit de USA.  Het is het Lock Down beleid van de USA waar de sinds een aantal jaren legale winkels voor de verkoop van cannabis nu de gelegenheid geboden wordt van dat ook online cannabis verkocht mag worden. Dus Nederland; wat let je om dit ook toe te staan van dat coffeeshops die mogelijkheid krijgen?

Junkies, daklozen, methadon

Van wat ik aan informatie uit deze ( Lock Down meest kwetsbare) gebruikerswereld binnen krijg is dat door diezelfde Lock Down de neiging toeneemt om nog “dichter” op elkaar te gaan zitten als wat normaal al onder hen het geval is. Deze groepsbinding als uitvloeisel van de combinatie van een haast permanente tijdsnood van zowel het regelen van eten/onderdak als op tijd je portie alcohol of dope geregeld te hebben. Door de Lock Down zijn zij nog meer op elkaar aangewezen  van het zoeken naar de kruimels binnen de eigen schaarste! De meest kwetsbare groep hierbinnen zijn de niet geregistreerde verslaafden ( dope en alcohol) met vooral een Oost Europese achtergrond. Hoe hier een intelligente Lock Down Corona preventiestrategie op af te stemmen is een helse klus van een vat vol tegenstellingen. Maar aan de andere kant verlangt dat een onorthodoxe aanpak aangezien deze groep een verhoogd besmettingshaard kan worden als het normale maatschappelijke verkeer weer op gang komt. Te denken valt van dat Amsterdam haar lege hotelkamers open gooit of dat al die Amsterdammers die hun huis verhuurden aan toeristen nu met een PGB regeling daklozen onderdak bieden. En wat is er op tegen van dat de instanties die binnen deze groep de dopeverslaafden kennen een intakebalie maken waar, op basis van een laagdrempelige regie methadon ter beschikking komt ( vergelijkbaar van dat ZZP’ers op basis van slechts een aantal indicaties voor de komende tijd 1000 euro per maand van de regering kunnen krijgen). Met methadon neemt de dagelijkse tijdsdruk af met ergo een afname van de onderlinge afhankelijkheid dus afname van het Corona besmettingsrisico waarbij het “doorlekken” ( lees doorverkopen) van methadon in deze Lock Down periode maar voor lief genomen moet worden!

Drugstestspreekuren

Zover de berichten serieus genomen kunnen worden gaan de testspreekuren van de drugsinstellingen over een tijdje weer open. Maar wat duidelijk moet zijn is dat deze spreekuren überhaupt nooit dicht hadden gemogen. Het feit dat dit toch gebeurd is, is een indicatie van een ernstig tekort aan inzicht van wat nou de essentie is van het testen van drugs. Bij het lezen van de websites van de drugsinstellingen die met het testen zijn gestopt plus een kleine telefonische rondgang  naar de medewerkers van de spreekuren ( plus dat geeneens de moeite is genomen om de smartshopbranche en de producenten van de drugssneltesten te informeren van dat de spreekuren gingen sluiten) wordt pijnlijk duidelijk van dat het inzicht ontbreekt van waar het in eerste instantie om gaat van dat het testen het zelfcorrigerend vermogen van de drugsmarkten versterkt. Van dat dit corrigerend vermogen überhaupt bestaat is kennelijk weinig bekend, laat staan welke rol de gebruiker daarbij speelt en vervolgens welke positieve invloed het testen van drugs daarop weer heeft. Het is binnen de structuur van het aanbod van drugs van dat onder het laagste echelon van productie en handel zich de meeste malafide praktijken voordoen zoals het extra versnijden ( met daarbij ook nog vaak nog van inferieure stoffen) , van het tijdens feestdagen dumpen van ”foute” ( of door Red Alerts “gebrandmerkte”) XTC tabletten of designers, enz, enz.  Van het überhaupt het bestaan van drugstesten gaat al een effect uit van het beperken van de bewegingsvrijheid van dergelijke praktijken ( met het vanaf begin jaren 70 van de vorige eeuw ervaring in het testen zijn hier tientallen zo niet honderden voorbeelden van te geven).

Status apart

Van alle activiteiten/instanties/campagnes/projecten van het Nederlandse drugsbeleid is het testen van drugs het enige project wat een rechtstreekse invloed heeft op het beperken van de vervuiling in het aanbod van drugs en op het, middels de gebruikers verhogen van het zelfcorrigerend vermogen om die misstand aan te pakken waarbij in de periode van herstel diezelfde gebruiker geïnformeerd/geïnstrueerd is over hoe weg te blijven van die misstand . Dit betekent dat het testen van drugs in elk opzicht een status apart verlangd binnen het geheel van de organisatie structuur van het Nederlands drugsbeleid. Aangezien dit niet het geval is, is dat de belangrijkste oorzaak van dat, in navolging van een groot deel van de reguliere werkzaamheden van de drugsinstellingen ook die van het testen van drugs gesloten werd toen de regering de Lock Down aankondigde.  Dus mijn advies is; gooi per omgaande die spreekuren weer open met daarbij dat er op beleids- en managementniveau per omgaande een overleg gestart wordt hoe het drugstesten geherstructureerd wordt met als geruststellende gedachte van dat daar al veel voorstellen van op de tafel liggen vanuit de praktijk hoe het Adviesburo Drugs decennialang haar testsysteem had georganiseerd.

Wordt vervolgd

LOCK DOWN LOGBOEK DRUG EN DRUGGEBRUIK nummer 1

LOCK DOWN LOGBOEK DRUG EN DRUGGEBRUIK

De Lock Down van het al een aantal weken grotendeels stilvallen van het sociaal/economisch/culturele leven heeft uiteraard ook zijn gevolgen op alles wat met drug en druggebruik te maken heeft. En dat laatste is een zeer uiteenlopend dossier van wat zich in vraag en aanbod afspeelt binnen elke afzonderlijke drugsmarkt van die van smartproducten, hallucinogenen, de markt van cannabis, vraag en aanbod van uitgaansdrugs tot het circuit van gebruikers van heroine/cocaine-base. Het is met elk van deze markt waar het Adviesburo in meer of mindere mate contact mee heeft van door de decennia uitgevoerde projecten met de daarbij opgebouwde netwerken. Het is dan ook zinvol om een logboek te starten met wat het Adviesburo als gevolg van de Lock Down aan ontwikkelingen waarneemt en dat, zo nodig, aangevuld met commentaar en adviezen van beleid voor niet het alleen bijsturen van het Lock Down beleid maar ook als hopelijk snel deze ellende achter de rug is

Amsterdam 9 april 2020 Stichting Adviesburo Drugs

Coffeeshops, scheiding der drugsmarkten

Een aantal weken geleden kwam binnen een etmaal de regering terug op haar besluit om coffeeshops te sluiten. In samenwerking met de coffeeshopbond zijn per omgaande,  voor personeel en bezoekers, praktische Coronapreventieadviezen uitgewerkt zodat coffeeshops op een verantwoorde manier cannabis konden blijven verkopen zodat het gevaar geweken is van dat de cannabisconsument afhankelijk werd van straatdealers of  Darkwebsites waar alle middelen verkocht worden van heroïne, designers  tot kant en klare GHB pakketjes aan toe. De gekte van het dichtgooien van coffeeshops ging zover dat in het half uur van het nog kunnen kopen van cannabis de straatdealers al hun 06 nummers doorgaven aan de rij wachtenden voor de deur van de bijna gesloten coffeeshops, een indicatie hoe broos het scheidingsbeleid der drugsmarkten is bij het dichtgooien van coffeeshops. ( voor meer info over deze, politiek moedige, ommezwaai van de regering zie eedere artikelen op deze  website).

Verantwoord genieten, de meerwaarde van coffeeshops

Maar het open blijven van coffeeshops heeft nog meer aspecten dan alleen het indammen van de straathandel en het gescheiden houden der drugsmarkten.

Het is door diezelfde Lock Down van het sluiten van cafe,s van dat de liefhebber van alcohol nog terecht kan bij de lokale supermarkt, slijterij. En door de dichte restaurants van het niet meer lekker uit kunnen eten is het nog gezellig om bij het thuis moeten eten een fles wijn opengetrokken kan worden. Dezelfde functie heeft cannabis voor haar liefhebbers van het in moeilijke tijden kunnen genieten van een jointje en dat de dichtbij coffeeshop nog open is ( en let wel ook voor die categorie van coffeeshopbezoekers die cannabis om semi medische/therapeutische motieven gebruiken).

Maar in de thuissituatie voor de cannabisliefhebber zijn er wel een aantal verschillen met die van alcohol zoals hoe je Coronavrij met elkaar kan blowen? Van hoe met kinderen thuis? Van hoe de bovenburen te vriend houden met het voorkomen van wietdampen? enz, enz. Kortom al dit en ongetwijfeld meer aan praktische problemen van cannabisthuisgebruik maakt duidelijk dat meer nog dan cafe,s coffeeshops een belangrijke functie hebben in het onder gelijkgestemden , met toezicht door personeel in een daarop afgestemde ruimte cannabis geconsumeerd kan worden. Voldoende aanleiding om daar na de Coronacrisis over verder te denken hoe dit om te zetten in een duurzaam landelijk coffeeshopbeleid wat veel verder gaat dan alleen het nu door deze regering moeizaam en onnodig gecompliceerd experiment van het legaliseren van de achterdeur van coffeeshops.

Straatdealen

Zover ik kan waarnemen is het straatdealen volledig stilgevallen. En dat is uiteraard niet alleen het resultaat van dat de coffeeshops nog open zijn maar meer nog dat de straten leeg zijn dus aan straatdealen niets te verdienen valt. Wat wel een verhoogd risico is zijn de koeriers die de dagvoorraad van cannabis naar de coffeeshops verzorgen. In de lege straten vallen zij extra op met meer risico om van de scooter getrokken te worden. Het is verheugend dat de Amsterdamse politie hier alert op is.

Methadon

Zover mijn kennis nog reikt van de heroïne/cocainebase gebruikerswereld van verslaafden  betrekken zij hun middelen via de 06 mobiele telefoon op vaste afhaalplekken. Dus voor hen heeft het wegvallen van de straathandel nauwelijks enig effect. Het enige wat zorgen baart is hoeverre binnen het 06 dealcircuit de voorraad methadon nog op orde is voor die gebruikers die de 6 uur heroïne/cocaïne cyclus niet meer kunnen opbrengen en voor de meer rustige 24 uur methadoncyclus kiezen. Van wat ik begrepen heb heeft de MDHG/Junkiebond dit aangekaart en verwijs ik naar eerdere crisissituaties binnen deze drugsmarkt ( jaren 80 met het rouleren van zeer giftige heroine met zeer veel doden onder de rokers van heroïne)  hoe toen dit probleem pragmatische werd opgepakt.

Pragmatische vervolgingsbeleid drugsdealen

En als ik het dan toch over dit 06 verkoopcircuit heb levert dit ten opzichte van straatdealen geen overlast op plus kan de consument zijn beklag doen bij onvoldoende geleverde service, plus dat dit dealsysteem, bang voor het verliezen van de klant, maar een beperkte mate van versnijden kan veroorloven ( en dat is zeer gunstig met de realiteit van dat cocaine al jaren versneden wordt met het gevaarlijke Levamisol of Fenacetine en nog nauwelijks meer met het ongevaarlijke lidocaïne!). Dit alles pleit voor een pragmatisch politie- en justitiebeleid om, in tegenstelling met het “klassieke” straatdealen en overlastgevende huisadresdealen,  het 06 verkoopcircuit zoveel mogelijk met rust te laten.

Drugstestspreekuren zijn gesloten!!

Daar waar de regering een aantal weken geleden met het herroepen van het dichtgooien van coffeeshops liet blijken in te zien van dat coffeeshops tot de vitale delen van de samenleving behoren zou je dit ook mogen verwachten van de drugstestspreekuren waar consumenten hun aangeschafte middelen kunnen laten testen. Maar wat schept mijn opperste verbazing van dat deze spreekuren dicht zijn ( er kan wel een aantal uren op werkdagen gebeld worden met als bizarre constatering dat een aantal keren de telefoon geeneens werd opgenomen!).

De drugstestspreekuren hebben in menig opzicht een unieke functie wat voor deze notitie te lang is om dat allemaal toe te lichten. Maar wat ik wil benadrukken is mijn 45 jaar ervaring met het testen van drugs dat deze spreekuren vooral open moeten zijn in tijden van onrust en onzekerheid! Het is juist tijdens dergelijke periodes van dat er zich ongewenste ontwikkelingen afspelen in de fabricage en aanbodzijde van middelen ( lees eerder over versneden cocaïne en dat vooral de XTC markt zeer “fraudegevoelig” is), waarbij de testspreekuren het enige (!) en meest effectieve systeem is om dit in de gaten te houden. En mochten de spreekuren dicht zijn vanwege het Coronabesmettingsgevaar voor de testers is ook dit een Gotspe want met een beetje aan handigheden kan het testen van poeders en tabletten zonder enig besmettingsrisico voor personeel en bezoekers uitgevoerd worden. Vandaar mijn oproep van dat dit onderwerp niet ongemerkt genegeerd kan worden met mijn inschatting van dat er ten aanzien van dit sluiten meer inhoudelijke aspecten een rol spelen aan vraagtekens hoe het drugstestbeleid in Nederland vorm gegeven wordt.

Wordt vervolgd

waarschuwingscampagne en straatdealers

hierbij de brief die aan eigenaren van coffeeshops gegeven wordt om de poster in hun shop op te hangen met de waarschuwing aan de bezoekers van de shop over de praktijken van straatdealers ( de poster is te zien in eerdere artikelen over dit onderwerp op deze website)

AAN EIGENAAR EN PERSONEEL VAN DEZE COFFEESHOP

Het is afgelopen week dat binnen 24 uur de regering terugkwam op haar besluit om, in de strijd tegen Corona, coffeeshops te sluiten. Deze beslissing was grotendeels gebaseerd op de constatering dat, nog voordat de eerste coffeeshop zijn deur sloot, de straatdealer zich al opdrong voor het kopen van alle soorten drugs met alle risico,s daarbij tot berovingen aan toe.

Nu jullie weer echter open zijn is dat risico niet zomaar verdwenen. Dat waar straatdealers kunnen operen bij zeer drukke straten kunnen zij dat ook bij de nu veelal lege straten waar makkelijk te zien is wie in of uit jouw coffeeshop komt.

Vandaar dat de Coffeeshopbond ( BCD) met hulp van Adviesburo Drugs posters hebben ontworpen om bezoekers van coffeeshops te waarschuwen voor de praktijken van straatdealers.

Bij deze dan ook het verzoek om de poster op een voor bezoekers zichtbare plek op te hangen

Met dank voor jullie medewerking.

Amsterdam  20 Maart 2020

Bond van Cannabis Detaillisten ( BCD)

Stichting Adviesburo Drugs

Voor meer info over deze waarschuwingscampagne  0622250820

Ps  en weet ook dat de BCD het stadhuis verzocht heeft dat de politie niet alleen extra alert is van het oppakken van straatdealers maar ook voor diegenen die voor jullie de voorrad van de cannabis in de coffeeshop aanvullen. Met nu al die lege straten is het risico nog hoger van dat zij overvallen worden. En mocht dit helaas gebeuren, schroom niet en geef dit aan bij de politie. En geef dit ook door aan de BCD zodat de Bond nog meer voor jullie belangen kan opkomen dan nu al het geval is! En ben je nog geen lid, meld je aan!!

CORONA EN COFFEESHOPS, een regering in crisistijd

CORONA EN COFFEESHOPS

hierbij mijn nieuwe open brief voor plaatsing in dagblad Het Parool

Onder immense druk beslissingen nemen in de strijd tegen Corona is een hels karwei waarbij beslissingen genomen kunnen worden die averechts uitpakken zoals deze week met het sluiten van coffeeshops zodat in een klap een van de belangrijkste pijlers van het Nederlandse drugsbeleid van het scheiden van de verkoop van softdrugs met die van harddrugs onderuit ging. Nog voordat de eerste coffeeshop zijn deur sloot namen straatdealers en menig DARK website de markt over met alles te koop van cannabis, heroïne, designerdrugs tot kant en klare pakketjes GHB aan toe.

Het getuigt van politieke moed van dat de regering binnen een etmaal op haar beslissing terug kwam zodat coffeeshops, ver weg van harddrugs, onder veilige en controleerbare condities weer cannabis konden verkopen.

Mijn oproep is dat deze politieke moed aanleiding is om nou eindelijk eens door te pakken in het realiseren van een werkelijk duurzaam Nederlands coffeeshopbeleid. Dit betekent het stoppen van het al jaren voortslepende grillige vestigingsbeleid van honderden steden zonder enige coffeeshop zoals Amstelveen zodat de liefhebbers van cannabis aldaar naar Amsterdam moeten waar vervolgens door de onevenredige toeloop Amsterdam de afgelopen 10 jaar vele coffeeshops heeft gesloten.

En als nog verder teug gekeken wordt is sinds begin jaren negentig de coffeeshopbranche met meer dan 70% gekrompen terwijl door de socialisering van het gebruik van cannabis in leeftijd, sociale klasse en etniciteit een evenwichtige spreiding over het land van kleinschalige coffeeshops wenselijk was ( vergelijkbaar met het netwerk aan uiteenlopende soorten café’s in steden en dorpen voor het in goede banen leiden van het gebruik van alcohol).

En tenslotte moet er doorgepakt worden in het per omgaande daadwerkelijk legaliseren van cannabis. Het experiment waar nu voor gekozen is, is daarvoor veel te traag van dat pas over 6/7 jaar de politieke vertaalslag gemaakt kan worden van de resultaten terwijl ondertussen wereldwijd, tot zelfs het land waar de War On Drugs is uitgevonden, de legalisering steeds meer realiteit is. En ook op het nivo van vraag en aanbod van cannabis spelen zich veranderingen af waar zelfs het huidige gedoogbeleid voor coffeeshops al geen antwoord  op heeft laat staan de opzet van het experiment.

Kortom, beste regering toon moed in het omgooien van het huidige halfslachtige beleid! In onze moderne samenleving zijn coffeeshops de café/slijterijen maar dan voor het, na alcohol, meest populaire genotsmiddel van die van cannabis. Daar waar al decennia moeizaam  beleid ontwikkeld moet worden om de wijdverbreide verkoop van alcohol weer terug te dringen naar de speciaalzaken is dit bij cannabis al 50 jaar met coffeeshops het geval!

Zorgen coffeeshops voor overlast? Hoogleraar Zef Hemel aan het woord

Gelezen in ‘Onderzoek naar coffeeshops in de Amsterdamse binnenstad (2020):

Afbeeldingsresultaat voor stichting adviesburo drugsBron: Stichting Adviesburo Drugs

Hij onderzocht coffeeshops in de Amsterdamse binnenstad. Zijn rapport stuurde hij me toe. August de Loor is oprichter van Adviesburo Drugs. In december 2017 ontving hij uit handen van loco-burgemeester Eric van der Burg de Frans Banning Cocq penning vanwege zijn belangrijke bijdrage aan het humane Amsterdamse drugsbeleid. De Loor was medeoprichter van de junkiebond Medische Dienst Heroïne Gebruikers. Ook was hij grondlegger van het testsysteem voor drugs op dansfeesten. In plaats van opsluiten in gevangenissen en klinieken, vond hij, moesten harddruggebruikers juist geholpen worden. Preventie en goede voorlichting zijn belangrijk. Afgelopen voorjaar ontmoette ik hem in de Oude Kerk toen ik werkte aan de toekomstvisie voor de Amsterdamse binnenstad. Nu dus zijn rapport over de Amsterdamse coffeeshops. Moet de burgemeester ze sluiten? Zorgen ze voor overlast? In 2018 concludeerde het gemeentelijke bureau Onderzoek, Informatie en Statistiek dat slechts 5 procent van de Amsterdammers naar de Wallen ging vanwege coffeeshops en erotiek. Maar afgelopen week kwam diezelfde dienst naar buiten met cijfers uit een enquête onder 1100 toeristen op de Wallen. Voor meer dan de helft zijn de coffeeshops een reden om de buurt te bezoeken. Omdat de buurt klaagt over drukte, spelen de uitkomsten de voorstanders van sluiting van ramen en coffeeshops in de kaart.

Anders dan OIS bezocht De Loor elf coffeeshops gedurende een aantal weken afgelopen winter. Dit deed hij ook tijdens ADE, het Amsterdam Dance Event. Als een antropoloog ging hij te werk. Hij wilde weten of de coffeeshops ‘laagwaardig toerisme’ aantrekken. Zorgen ze voor overlast? Cafés waar alcohol wordt geschonken, concludeert hij na zijn rondgang, geven veel meer overlast dan coffeeshops. Waarom? Coffeeshops hebben geen terrassen. De meeste hebben zelfs een portier of buurtwatcher die een oogje in het zeil houdt. Nee, het zijn juist dronken bezoekers die de buurt onaangenaam maken. Irritatie bij bewoners ten aanzien van coffeeshops houdt vooral verband met hinder van wietlucht. Waarom moeten dan uitgerekend de coffeeshops met hun cannabis het ontgelden? De Loor hoorde zeggen dat “die blowers allemaal losers en uitkeringstrekkers zijn”. Gebruikers van cannabis werden rechtstreeks in verband gebracht met “de drugsmaffia die ze in stand houden.” Volgens De Loor daarentegen is er sprake van ‘vervolksing’ in het gebruik van softdrugs als genotmiddel. Canabis wordt even normaal als alcohol. Hij constateert ook dat in steeds meer landen cannabisgebruik wordt gelegaliseerd. Daarom verwacht hij dat de aantrekkingskracht van de Amsterdamse binnenstad op drugsgebruikers vanzelf zal afnemen. In de grensstreken van Nederland is dit al het geval. Rustig aan nu maar. Niet overreageren.

Original link:

Zorgen coffeeshops voor overlast?

Coffeeshops, geen noodzakelijk KWAAD maar een noodzakelijk GOED

Beste Allen

januari 2020

Naar aanleiding van een aantal maanden geleden aan uitspraken binnen de Amsterdamse gemeenteraad (en die van de burgemeester herzelf) van dat de toestroom van laagwaardig toerisme naar Amsterdam met de daarbij gepaard gaande overlast in de binnenstad (eventueel) terug gedrongen kan worden met het invoeren van de wietpas heeft het Adviesburo Drugs twee maanden lang de bezoekerspatronen in een 11 tal coffeeshops in de Amsterdamse binnenstad gevolgd. Het resultaat is te lezen in een rapport waaruit een volstrekt ander beeld naar voren komt als die van de uitspraken uit de Amsterdamse gemeenteraad en de burgemeester

Het is niet alleen deze constatering maar ook welke aanbevelingen aangereikt worden voor een toekomstbestendig coffeeshopbeleid beveel ik dit rapport van harte aan!

De tekst van het rapport staat in een eerder artikel van deze website maar wil je het opgestuurd krijgen mail dan naar info@adviesburodrugs.nl en vermeld je adres en voor 20 euro is alles geregeld

Met vriendelijke groet!

August

Ps  in mijn visie geeft dit rapport ook aanleiding voor een discussie over de vraag hoe het in godsnaam mogelijk is dat ongeacht of bestuurders en politici nou van linkse of rechtse origine zijn beide nauwelijks enig idee hebben van wat zich allemaal in hun eigen samenleving, dus hun “eigen ”coffeeshops, aan bezoekerspatronen afspelen.  Als coffeeshops door de ene helft aan politici geassocieerd wordt met overlast, met bezoekers waar vraagtekens bij geplaatst kunnen worden ( zoals in dit geval laagwaardige toeristen) en de andere helft de coffeeshop beschouwd als een noodzakelijk kwaad roept dat de vraag op hoe groot de kloof is met wat er zich werkelijk voordoet in coffeeshops.

Al zittend, kijkend, pratend, doorvragend tijdens het onderzoek van al die bezoeken aan coffeeshops is duidelijk dat een coffeeshop in werkelijk bijna elk opzicht te vergelijken is met een cafe. Echter al zittend, pratend, luisterend naar welke bestuurder of politicus dan ook komt in de verste verte geen beeld naar boven die ook maar in de buurt komt van enig besef van dat vergelijk. En als het al meer dan 50 jaar geleden is dat de eerste coffeeshop haar deuren opende is er iets goed fout bij politiek en bestuurlijk Nederland over hun basiskennis ten aanzien van drug en druggebruik, Met dan de vraag wat er dan van de politiek verwacht kan worden zoals bijvoorbeeld het legaliseren van de achterdeur van coffeeshops?

Onderzoek naar de bezoekerspatronen in 11 coffeeshops in de Amsterdamse binnenstad

Bovenstaande is de titel van een rapport van het Adviesburo van of het klopt van  wat beweert wordt al zouden de coffeeshops in de Amsterdamse binnenstad laagwaardig toerisme aantrekken en voor overlast zorgen. Het rapport is in januari gereed gekomen en aangeboden aan zowel de burgemeester en Wethouders als de gemeenteraad van Amsterdam als bijdrage voor de politieke en publieke discussie van hoe de Amsterdamse binnenstad voor de toekomst leefbaar moet blijven voor zowel haar bewoners als haar bezoekers.

veel leesplezier

August de Loor 70 jaar bewoner van de binnenstad en 50 jaar werkzaam in de wereld van drug en druggebruik middels uiteenlopende functies

Inhoudsopgave van het rapport

1. Inleiding

2. Opzet van het onderzoek zoals keuze van de coffeeshops, spotten overlast omgeving, gesprekken met bezoekers en personeel van coffeeshops, enz.

3. Een aantal algemene indrukken over de bezochte coffeeshops plus een analyse over de bezoekerspatronen
3.1. Algemene indrukken van de bezochte coffeeshops
3.2. De bezoekerspatronen van de vaste bezoekers (stamgasten)
3.3. De bezoekerspatronen van niet vaste bezoekers (bij gelegenheid)
3.4. De bezoekerspatronen van toeristen

4. De aantrekkingskracht van coffeeshops voor toeristen

5. Coffeeshops en overlast

Bijlage: Adviezen voor het Amsterdams coffeeshopbeleid binnen zowel stedelijk, landelijk als mondiaal perspectief als bijdrage voor het verbeteren van het leefklimaat van de Amsterdamse binnenstad

Naslagwerk:
• Archief Adviesburo Drugs over trends vanaf jaren zestig in het gebruik van cannabis, over coffeeshops, en over lokaal/landelijk/internationaal cannabisbeleid
• Rapport: Over last in de binnenstad van Amsterdam (Adviesburo Drugs 1987)

1. Inleiding

De zorg over de kwaliteit van het leefklimaat in de Amsterdamse binnenstad kan zich al decennia lang verheugen in een hoge mate van publieke als politieke belangstelling. Logisch, want de afgelopen 50/60 jaar is het publieke domein van die binnenstad ingrijpend veranderd van een transitie van slechte huisvesting, bedrijvigheid en nijverheid (van zelfs nog een aantal kenmerken van het oude gildewezen in de binnenstad) naar allerlei nieuwe vormen van horeca en ander vermaak met recent door het toenemend toerisme, een explosie aan nieuwe hotels, verhuur van woningen tot allerlei winkelaanbod puur gericht op die toerist.
Dergelijke ingrijpende veranderingen in een zo’n relatief korte tijd leidt tot onzekerheid bij alle betrokkenen die de verandering van dichtbij mee maken wat vervolgens de overlastbeleving voedt met vervolgens daar weer op de roep naar de overheid om handelend op te treden, lees in te grijpen!

Echter valt steeds weer op dat in de publieke en politieke discussies over hoe de kwaliteit van de binnenstad te verbeteren het steeds weer overwegend de prostitutie (en dan specifiek de Wallen) en de coffeeshops zijn die als voornaamste veroorzakers aangewezen worden van de overlast. Dit speelde zich al af bij vorige projecten over de Upgrading van de binnenstad met als uitgangspunt van dat de overlast zou afnemen bij een forse reductie van het aantal prostitutieramen als het aantal coffeeshops.

En nu de toekomst van de binnenstad weer opnieuw hoog in de politieke agenda staat, herhaalt zich weer te verwijten met ten aanzien van coffeeshops het verwijt dat het laagwaardig toerisme aantrekt en dat dit voor overlast zorgt met als een van de opties die het stadhuis voor ogen heeft van dat dit probleem opgelost kan worden met het invoeren van de Wietpas van een verbod op toegang van toeristen in coffeeshops (lees niet- ingezetenen). Dit rapport is een verslag van een onderzoek of het klopt dat coffeeshops verantwoordelijk zijn voor het aantrekken van laagwaardig toerisme en of dit voor overlast zorgt.

Als zeg ik het zelf geeft dit rapport een verrassend ander beeld over wat er zich in coffeeshops afspeelt en wat daar de diepere achtergronden van zijn. Ik heb geprobeerd het zodanig te schrijven van dat de lezer daar zelf de nodige conclusies uit kan trekken.
August de Loor

 

2. Opzet van het onderzoek zoals keuze van de coffeeshops, spotten overlast omgeving, gesprekken met bezoekers en personeel van coffeeshops, enz.

Gelet op wat onderzocht moest worden was het duidelijk dat de coffeeshops in de binnenstad daarvoor in aanmerking kwamen met daarna de vraag voor welke coffeeshops gekozen moest worden voor een zo objectief mogelijk resultaat van het onderzoek. Want uit eerder onderzoek (rapport: hasjcoffeeshops en hun bezoekers, Adviesburo Drugs 1994) was gebleken dat , door een aantal factoren zoals de ligging in de binnenstad, tussen coffeeshops verschillen bestaan in de bezoekerspatronen. Zo verloopt het bezoekerspatroon in een coffeeshop op het Leidseplein anders dan op de Haarlemmerdijk; anders als uitvloeisel van dat de Dijk overwegend een winkelstraat is en het Leidseplein een “hotspot” waar s’avonds het uitgaansleven start, de dichtbij bioscopen en theaters vol en later weer leeg stromen met, voor een deel van deze uitgaanders, de coffeeshop als start- of eindpunt van de avond.

En wat alleen met een geoefend oog te zien is heeft iedere coffeeshop zo zijn eigen aantrekkingskracht/zijn eigen identiteit, met dito verschillen aan bezoekers in feite volkomen vergelijkbaar met cafés : van bruin, trendy tot cafés populair onder studenten. Zo wijkt coffeeshop Popey op de Haarlemmerdijk af van die van de overbuur coffeeshop Green House; de eerste te vergelijken met een buurt-, de tweede met een trendy café.

Het is op basis van bovenbeschreven analyses wat van invloed is geweest in de keuze van onderstaande 11 coffeeshops om te onderzoeken van wat zich daarbinnen aan bezoekerspatronen afspelen om daarmee na te gaan of er sprake is van laagwaardig toerisme en of dit voor overlast zorgt

• The Bulldog (Leidseplein)
• The Bulldog (Nieuwe Zijds Voorburgwal)
• Green House (Haarlemmerdijk)
• Popye (Haarlemmerdijk)
• Siberie (Brouwersgracht)
• De Boerejongens (Utrechtsestraat)
• Get Down to it (Korte Leidsdwarsstraat)
• The Rookies (Korte Leidsdwarsstraat)
• The Dolphins (Kerkstraat)
• Dampkring (Handboogstraat)
• Smokeys (Rembrandtplein)

Het onderzoek vond plaats in de maanden oktober en november 2019 over een periode van 7 weken op maandagen (tussen 3 en 8 uur), donderdagen (tussen 6 en 9) en op de zaterdagen (tussen 2 en 8 uur).

De keuze voor die dagen was ingegeven van dat de maandag de voor coffeeshops meest reguliere doordeweekse dag is, op donderdag Amsterdam koopavond heeft en zaterdag de piekdag is van uitgaan als die van het (steden) toerisme.

De contacten met de bezoekers vonden plaats in de buurt van de balie waar cannabis aangeschaft kan worden en bij de tafels waar gerookt werd. En om elke interventie van het coffeeshoppersoneel te voorkomen vonden de gesprekken zo stil en informeel mogelijk plaats maar werd er wel zoveel mogelijk vastgehouden aan een vast stramien van het inwinnen van informatie zoals; land van herkomst en andere persoonlijke informatie, motieven van bezoeken Amsterdam en van die van de desbetreffende coffeeshop, ervaring in het gebruik van cannabis, enz. In totaal zijn er met ongeveer 480 bezoekers korte tot lange gesprekken gevoerd (dat is inclusief het totaal aan bezoekers bij gesprekken wat in groepsverband plaatsvond).

Voor het verkrijgen van de dagelijkse gang van zaken in de coffeeshop, het proeven van de sfeer, het nagaan of er sprake is van overlast zijn aparte rondes van bezoeken afgelegd. De informatie hierover werd verzameld via los/vaste gesprekken met het personeel, via het in de buurt rondlopen en, als lukte, via contacten met omwonenden en naburige ondernemers.

Het is met meer dan 50 jaar kennis en ervaring van het werken in de wereld van drug en druggebruik (van in dit geval cannabis en coffeeshops) en dat opgedaan via straathoekwerk, dus ervaring met makkelijk contact leggen en vertrouwen winnen wat bij dit onderzoek goed van pas kwam. En de gesprekken verliepen niet via het “statisch”afvinken van het vragenlijssie en ook niet via het alleen maar passief aanhoren, maar middels het actief “rechercheren” van de informatie. Want zodra het over het, in velerlei opzichten, gevoelige onderwerp van drugs gaat ligt wat werkelijk speelt ergens tussen wat er wel en wat er niet verteld wordt. Het is de kunst om uit te pluizen van wat nou daarbij de werkelijkheid is. Dit rapport is daar hopelijk het resultaat van met hopelijk ook dat ik U daarin kan overtuigen.

 

3. Een aantal algemene indrukken over de bezochte coffeeshops plus een analyse over de bezoekerspatronen

3.1. Algemene indrukken van de bezochte coffeeshops:
• Het overgrote deel van de coffeeshops hebben zowel een verkoop – als een ontmoetingsfunctie.
• Beide functies hebben een verzorgd uiterlijk met relatief veel personeel waarbij iedere coffeeshop er een eigen huisstijl op nahoudt (van eenvoudig tot chic).
• Ongeacht welke dag van onderzoek in de coffeeshops was het een drukte van belang van in een opvallend gemoedelijke sfeer aan bezoekers uit binnen- en buitenland, van toerist tot stamgast.
• Een deel van de coffeeshops zetten portiers in voor het controleren van de leeftijd van de bezoekers en voor het in het in het oog houden van de directe omgeving.
• Zowel uit observaties als informatie van omwonenden en naburige ondernemers is er nauwelijks sprake van overlast (voor een verdere toelichting zie hoofdstuk 5).
Op basis van deze waarnemingen kan gesteld worden dat coffeeshops het beste te vergelijken zijn met cafés uit vroegere tijden waar naast het heffen van het glas ook een fles wijn gekocht kon worden voor thuis. De coffeeshop, de café/slijterij, maar dan voor het kopen van cannabis (voor thuis of andere gelegenheden) en/of het nuttigen van cannabis (roken/eten) in de shop zelf. En ook in menig ander opzicht zijn coffeeshops te vergelijken met cafés zoals het richten op specifieke doelgroepen, aandacht schenken aan de ontmoetingsfunctie voor de bezoekers met de ondersteunende rol van het personeel daarbij.
Echter waar coffeeshops met cafés in verschillen is de beperkte “uitdragerij” van haar producten. Daar waar in ieder zichzelf respecterend café uitgebreide rekken staan met drank, biertaps plus reclame en versieringen over allerlei soorten bier, wijn en gedestilleerd komt dit in coffeeshops met cannabis niet tot nauwelijks voor. Daar waar coffeeshops ook in verschillen met cafés is de vormen van overlast (voor een verdere toelichting, zie hoofdstuk 5).

Maar waar de onderzochte coffeeshops het meest in verschillen zijn de bezoekerspatronen en dat ook nog van een zeer drukke toeloop van toeristen uit alle delen van de wereld als bezoekers uit de regio en andere delen van het land. Hiermee onderscheiden de coffeeshops in de binnenstad zich niet alleen in menig opzicht met cafés maar ook met die van de coffeeshops in de woonwijken.

Wat betreft de drukte aan toeloop van toeristen is dat een volstrekt logische uitvloeisel van dat liefhebbers van cannabis nergens in hun eigen land over een coffeeshop kunnen beschikken zodat dit nog steeds een typische Nederlands fenomeen is met Amsterdam als stad met een hoog toeristische aantrekkingskracht waar, voor een deel van de toeristen, de coffeeshop er een van is.

En voor wat betreft de drukte van toeloop aan bezoekers op de coffeeshop in de binnenstad uit de regio en verder uit het land is dat een rechtstreeks gevolg van een decennia lang Nederlandse softdrugs- en coffeeshopbeleid waarbij het aan elke afzonderlijke gemeente overgelaten wordt om een coffeeshop binnen de gemeentegrenzen toe te staan. En waar het bij menig publiek en politiek gevoelig dossier meestal op uit draait levert dat nou niet het gewenste resultaat op van in dit geval een uiterst onevenwichtige spreiding van coffeeshops over het land met in grote delen van Nederland überhaupt geen coffeeshop.

En als daar bovenop ook nog de afgelopen decennia het aantal coffeeshops in Nederland drastisch is verminderd is het niet meer dan logisch dat veel liefhebbers van cannabis, zonder coffeeshop in eigen stad of dorp, de coffeeshops in de Amsterdamse binnenstad als alternatief kiezen (met een goed openbaar vervoer naar Amsterdam als prettige bijkomstigheid).
Kortom, zowel de aard als omvang van de bezoekerspatronen in de Amsterdamse coffeeshops is het resultaat van het in mondiaal opzicht ontbreken van beleid ten aanzien van het gebruik van cannabis met waar dat in Nederland wel het geval is dit beleid gekenmerkt wordt door een onsamenhangende en willekeurige uitvoering.

Deze nogal boute conclusie is een uitvloeisel van dat het landelijke als het lokale coffeeshopbeleid nooit aansluiting heeft gezocht naar allerlei nieuwe ontwikkelingen in zowel nieuwe vormen van vrijetijdsbesteding als nieuwe trends in het gebruik van genotsmiddelen wat vanaf eind jaren 60 op gang kwam als uitvloeisel van de modernisering van de samenleving in wonen, werken, en leefstijlen.

Ten aanzien van het klassieke genotsmiddel van die van alcohol heeft zich vanaf die jaren een metamorfose voltrokken van in de ”natte”horeca” een aanbod van allerlei nieuwe soorten alcohol (van biermerken tot cocktails vanuit alle delen van de wereld) als allerlei nieuwe type cafés en andere gelegenheden waar alcohol geschonken wordt.
Ten aanzien van de niet klassieke genotsmiddelen werd cannabis door de decennia heen het meest populair van een gestage toename in het gebruik binnen uiteenlopende bevolkingsgroepen in leeftijd, sociale klasse en etniciteit.

Het bizarre is echter dat waar de “natte”horeca, sinds de jaren 60 met hulp van de landelijke en lokale overheden verder kon uitbreiden is bij het lokale en landelijke coffeeshopbeleid exact het tegenovergestelde gebeurt van een al bovenbeschreven onevenwichtige uitvoering als een substantiële afname van het aantal coffeeshops in Nederland wat tot op de dag van vandaag nog voortduurt.

 

3.2. De bezoekerspatronen van de vaste bezoekers (stamgasten):

• Ongeveer 20% van het totaal van de bezoekers waarmee gesprekken zijn gevoerd, kunnen gerekend worden tot de vaste bezoekers. Deze stamgasten zijn afkomstig uit Amsterdam of uit de regio (op maandag en donderdag ligt dit percentage hoger, en op zaterdag lager).
• Een klein deel van deze vaste bezoekers komen uit andere landen maar wonen, vanwege studie of werk, tijdelijk in Amsterdam (de z.g.n.: tijdelijke vaste stamgasten).

Welke argumenten en motieven spelen een rol voor het kiezen van de favoriete coffeeshop:

Het dicht bij de coffeeshop wonen of werken. Dit argument is vergelijkbaar met de keuze van de stamgast voor zijn stamcafé met dit verschil dat bij een deel van de niet Amsterdamse stamgasten de keuze voort komt bij gebrek aan een coffeeshop in eigen stad of dorp.
• De zekerheid van het kopen van de favoriete soort hasj of wiet (met de huisdealer die vaak van de persoonlijke voorkeur op de hoogte is).
• De zekerheid van het ontmoeten van vrienden en bekenden met, wat opviel, van dat er tussen de stamgasten uitgebreid gepraat wordt over van alles en nog wat over cannabis; over de verschillen tussen de soorten, de kwaliteit, de smaak, de wetenswaardigheden tot “fake News” aan toe (te omschrijven als orale cannabis communicatie als uitvloeisel van dat er nauwelijks geschreven materiaal is over dit soort thema,s).
•  Contacten opdoen met bezoekers “uit de hele wereld”.
• Vaste afspreekplek voor het verder samen uitgaan in de binnenstad (koopavond, bioscoop, avondje “stappen”).
• Voor degene met een tijdelijk verblijf in Amsterdam (vanwege studie of werk), geeft de favoriete coffeeshop een beetje een ‘thuisgevoel’ met een gerede kans op het ontmoeten van bezoekers uit eigen land.
• En tenslotte gaven een aantal vaste bezoekers aan om medisch/ therapeutische redenen cannabis te gebruiken (“die van de huisarts is veel te duur en te omslachtig om het aan te vragen”, “Ik kan hier ook eetbare cannabis kopen en het personeel kent mijn situatie”).

 

3.3. De bezoekerspatronen van de niet vaste bezoekers ( bij gelegenheid) :

• Ongeveer 15% van het totaal aan bezoekers waarmee gesproken is behoort tot deze categorie, afkomstig uit Amsterdam, de regio of de rest van Nederland.
• De coffeeshop wordt bezocht als start- of eindpunt voor een avondje uit in Amsterdam naar bioscoop, theater, AJAX, festival, “stappen”,enz.
• Na allerlei verplichtingen/ activiteiten in Amsterdam (zoals het bezoeken van beurzen, congressen, festivals) bijkomen/bijpraten in een coffeeshop voor het roken van een joint en/ of aanschaf cannabis voor thuis (dit laatste vooral bij bezoekers zonder coffeeshop in eigen stad of dorp).

Beide categorieën van zowel vaste als niet vaste bezoekers zijn uiteenlopend in leeftijd van 18 tot sommige ouder dan 60 jaar met de middelbare leeftijd van 25 tot 35 jaar als meest voorkomende leeftijdsgroep. Getrouwd, ongetrouwd, wel/geen kinderen, werkeloos, ZZP-er, scholier/ student, manager,werkers uit meerdere niveau,s in de horeca, de zorg, bij de overheid, de particuliere sector, enz. Inclusief de verschillen in etniciteit is dit een redelijk overzicht van de bezoekers van de bezochte coffeeshops.

Het is voor al deze bezoekers van het met elkaar genieten van een joint wat het café is van het onder gelijkgestemden genieten van alcohol. Het bevestigt nogmaals wat eerder in dit rapport geschreven is dat de functie van een coffeeshop vergelijkbaar is met die van cafés en dat gaat in zekere zin ook op voor beide genotsmiddelen. Want los van het grote verschil van het gewenste effect (en die van het gezondheidsrisico wat bij alcohol beduidend hoger is), zijn er nauwelijks verschillen tussen alcohol en cannabis: van een door de weeks te gebruiken en makkelijk te doseren genotsmiddel voor het bereiken van het gewenste effect. En mocht het dan toch fout gaan is er altijd nog de vriend of personeelslid van het café (bij alcohol) of de coffeeshop (bij cannabis) die hulp bieden. En ook die basale hulp tussen beide middelen verschilt nauwelijks van elkaar.

En om de vergelijking tussen alcohol en cannabis nog verder door te trekken werd uit eigen waarneming en uit informatie van het personeel duidelijk dat ook coffeeshops het probleem kennen van dwangmatig gebruik. Maar dwangmatige blowers vallen veel minder op alleen al omdat het (mis)bruik zich veel minder luidruchtig afspeelt dan bij alcohol met echter wel als consequentie dat dwangmatige blowers vaak langer “onder de radar” blijven voor naasten en hulpverleners (personeel van een aantal coffeeshops melden dan ook dat dit probleem daarom extra aandacht krijgt in de cursus: Goed Gastheerschap voor het coffeeshoppersoneel).

 

3.4. De bezoekerspatronen van toeristen:

• De toeristen zijn afkomstig uit alle delen van de wereld met vooral bezoekers uit West Europese landen.
• Op een enkeling na bezoeken toeristen in groepsverband de coffeeshop.
• Het is hetzelfde groepsverband waarbinnen degenen met al ervaring in het gebruik van cannabis toezicht houdt op degenen zonder die ervaring.
• De kleinste groep van minimaal 2 zijn globetrotters op wereldreis die met de reisgids in de hand de hotspots van Amsterdam bezoeken waar kennelijk de coffeeshop niet bij mag ontbreken.
• Groepsreizigers (van 5 personen of meer) behoren tot de categorie van stedentoerisme; van goedkope tot sjieke aanbiedingen via het lokale reisbureau.
• Dat geldt ook voor vriendengroepen (zowel die van jongens als die van meiden) waarvan de keus voor Amsterdam bepaald was door iemand binnen de groep (die aan de beurt was om iets te organiseren). Van wat er dan aan Amsterdamse activiteiten georganiseerd wordt loopt sterk uiteen: van een druk gevarieerd programma tot die met louter vermaak.
• Ondanks dat bij een deel van de toeristen het bezoeken van een coffeeshop hoog op de to-do-list staat gaf iedereen aan om meerdere motieven in Amsterdam te zijn, zoals het bezoeken van het mega- internationale festival van die van Amsterdam Dance Event (ADE) wat toevallig tijdens het onderzoek plaats vond (van 16 tot 20 oktober).Op de dagen van onderzoek op donderdag (17 oktober) en zaterdag (19 oktober) zaten de coffeeshops vol met ADE festivalgangers, DJ’s en andere professionals van dit event. Voor deze bezoekers was de coffeeshop een soort rustplek van het bijkomen van het eerste ADE feest op woensdag, van het uitwisselen van ervaringen en het maken van nieuwe afspraken voor de nieuwe dance-nacht of het bezoeken die dag van de meer serieuze thema’s van ADE. Voor deze bezoekers was de coffeeshop in feite meer een plek om koffie te drinken om energie op te doen dan om een joint te roken.

De variëteit aan etniciteit van de bezoekers wordt uiteraard voor een groot deel bepaald uit welk land/werelddeel zij afkomstig zijn.
En wat de leeftijd van de toeristen betreft lag die gemiddeld lager dan die van de twee eerder beschreven categorieën van bezoekers (ongeveer zo tussen de 18 en 35 jaar) zodat ook hun sociaal/economische status “lager” lag van nog studerend tot aan het begin staan van een carrière.

Maar waar de carrière zich al wel volop had voltrokken waren koppels of vriendengroepen op leeftijd die Amsterdam opnieuw bezochten ter herinnering van de studenten/wereldreistijd en die van het bezoeken van coffeeshops. De woorden van “gezellig” Amsterdam (wat nog maar moeilijk uitgesproken kon worden) als “joint” (dat ging makkelijker) waren hierbij de sleutelwoorden. Het waren deze bezoekers die zich profetisch uitlieten bij het zien van de jonge toeristen in de coffeeshop: “Was in onze tijd het beeld hardnekkig als zou je door blowen je toekomst verknallen, dat beeld is er nog steeds.” “Maar kijk eens naar ons van logeren in het sjieke Hotel The Grand (het voormalige Amsterdamse stadhuis AdL) met eerst nog even naar huis bellen hoe het met de kleinkinderen gaat en of the firm die mega order heeft binnen gesleept?”

En toen ik uitlegde dat ik op onderzoek was naar laagwaardig toerisme en overlast waren de reacties: “dat je zeker goed diep en goed fout kan gaan met blowen maar dat in Amsterdam dat aan de oppervlakte, dus goed zichtbaar blijft met als voordeel dat het zich sneller corrigeert dan overal elders in de wereld waar dat fout gaan diep weggestopt zit. En het is puur dat zichtbare waardoor Amsterdam het stigma opgeplakt krijgt als zou het de drugshoofdstad van de wereld zijn terwijl dat zichtbare juist als voordeel gezien moet worden!”

 

4. De aantrekkingskracht van coffeeshops voor toeristen

Wat maakt beter zichtbaar van wat onder toeristen aan argumenten leeft over de aantrekkingskracht van coffeeshops dan dit in hun eigen citaten te verwoorden;

“Wat in mijn land in de verste verte niet mogelijk is, is een plek waar je rustig kunt zitten zoals in deze coffeeshop”

“Waar ik bij blowen in mijn eigen land altijd de neiging heb om achterom te kijken is dit wantrouwgevoel hier totaal afwezig”

“Wat een weldaad om hier bij het kopen van cannabis niet eerst die gladde praatjes van de dealer te moeten aan horen; hier in deze coffeeshop is alles duidelijk, en zo niet dan krijg je gewoon uitleg over wat je wilt weten”

“Waar ik in eigen land maar moet afwachten van wat er aan stuff te koop is, kan ik hier uit een uitgebreide menukaart van hasj en wiet kiezen met als voordeel van dat ik een keuze heb aan lichte tot sterke soorten hasj of wiet”.

“Nou snap ik waarom in Holland een “sticky” een “joint” genoemd wordt. Het grote verschil van in je uppie roken en hier onder en met elkaar in een coffeeshop.”

“Wat een weldaad. Van die rustige sfeer hier zonder gestoord te worden door luidruchtige gesprekken van de tafels naast je zoals in cafés”

“Waar in de wereld ontmoet je op een plek mensen uit de hele wereld”

“Hier in de coffeeshop kan je gewoon zitten zonder die druk van iets te moeten bestellen.”

Van wat bij het bezoeken van de 11 coffeeshops opviel was het hoge percentage aan meidengroepen uit alle delen van de wereld die al pratend, lachend en selfiet met elkaar een joint deelden. En toen ik met hen in gesprek ging kwam een eenduidig beeld naar voren, verwoord door een groep meiden uit Manchester, Engeland;

“Als wij in ons land met elkaar zijn en af en toe een jointje willen roken moeten we eerst op (onzeker) pad en zijn we altijd afhankelijk van mannen: de contactpersoon is een man, de dealer is een man en ook bij het onderhandelen over de prijs en het nee zeggen van geen interesse hebben in andere (lees hard) drugs moeten we opboksen tegen mannen. Hier in Amsterdam is al dat gestress volkomen afwezig met, kijk om je heen, veel vrouwelijk en vriendelijk coffeeshoppersoneel. Wat een verademing, wat een verschil met ons land met al dat gedoe voor nota bene alleen maar het roken van een jointje!” 

En toen zij dit vertelden voegde ik daaraan toe van dat hetzelfde vrouwelijk personeel eerste hulp biedt mocht een van de meiden teveel geblowd hebben. En wat daarop volgde was een litanie aan verhalen hoe in hun land mannen te hulp schieten met voorbeelden die in vele gevallen soms weinig met hulp van doen had.

 

5. Coffeeshops en overlast

Zoals eerder uitgelegd in dit rapport is middels het spotten van de omgeving, door gesprekken met personeel en omwonenden geprobeerd een beeld te krijgen van de aard en omvang van de overlast die in rechtstreeks verband staat met coffeeshops.
Het probleem hierbij was dat vooral in een omgeving met veel in- en uitloop van naburige (horeca) gelegenheden en/of de coffeeshop gevestigd is in een drukke, smalle straat of steeg het moeilijk uit te zoeken valt welke overlast nou werkelijk toe te dichten is aan de coffeeshop.
En daarnaast is overlast een subjectief gegeven van het verschil in opvatting van dat drukte en lawaai nou eenmaal bij het leven in de grote stad hoort, terwijl een ander dat al snel als overlast ervaart.

En wat ook van invloed is, is beeldvorming van dat een druk café door de directe omgeving als gezellig en vertrouwd ervaren wordt terwijl een drukke coffeeshop op minder passie kan rekenen (zoals kankeren op coffeeshops in de veronderstelling : “van dat die blowers allemaal losers en uitkeringstrekkers zijn!” , tot de meest recente beeldvorming die een bewoner had overgenomen van de hoogste baas van de Nederlandse Politie als zouden;  ”al die drugsgebruikers de drugsmaffia in stand houden” (Ik kon het niet laten op die bewoner te reageren met dat sinds de jaren 20 van de vorige eeuw nog nooit iemand de schuld bij de whiskydrinker heeft gelegd van, door de drooglegging van alcohol in de USA, de opkomst van de moderne maffia, dezelfde maffia die decennia later in de jaren 70 een rol ging spelen in de internationale heroïnehandel en latere andere drugsmarkten. Kortom, als de logica van die bewoner consequent doorgetrokken zou worden tot de dag van vandaag is het niet de druggebruiker maar nog steeds die whiskydrinker die verantwoordelijk gesteld moet worden voor de drugsmaffia. Maar helaas haakte de bewoner al snel af bij deze, in mijn ogen eigenlijk zeer consequente en logische redenering.)

En tenslotte is er het probleem van dat het onderzoek plaats vond in de herfst van het jaar, dus donker en koud Amsterdam met ergo weinig bewoners op straat en geen open ramen van hun huizen, van geen buitenactiviteiten. Het is al dit zomerse buitengebeuren met meer kans van dat de eventuele overlast van de nabije coffeeshop sneller opvalt dan in de herfst.
En nu het toch over het buitengebeuren gaat valt op dat het overgrote deel van de coffeeshops geen terrassen hebben.

En die er wel een hebben geeft weinig overlast van nauwelijks luidruchtig publiek, van geen/weinig muzieklawaai uit de coffeeshop, zoals vaak wel bij/rond populaire cafés in de binnenstad van: tot in de late uurtjes voor de deur staande groepen door elkaar heen pratende bezoekers met een glas bier of wijn in de hand. En ook het vaak luidruchtig verlaten van cafébezoekers is dit bij coffeeshopbezoekers beduidend minder. En ook het fenomeen van even buiten een sigaretje roken ontbreekt ook haast volledig bij coffeeshops.

Wat wel overlast geeft en waar bewoners en passanten over klagen is hinder van de wietlucht “Vooral in de zomer lijdt dit tot irritatie in de straat”, benadrukte een bewoner. En om bij de zomer te blijven hebben bewoners klachten van bezoekers die teveel geblowd hebben en op straat/ portiek ineengedoken zich strontziek voelen, de boel onder kotsen, reuring teweeg brengen bij de bezorgde vrienden, enz. (het is helaas zo dat te weinig coffeeshops een actief beleid hebben voor het in de zaak houden van bezoekers als die teveel geblowd hebben. Training van personeel hoe te eerstehulpen zou ook meer aandacht moeten krijgen (nb.: met al zeer eenvoudige ingrepen kan een bezoeker al weer snel opknappen). En dat geldt ook voor het voorlichten over de verschillen in sterktes tussen de soorten hasj en wiet. Daar waar de kennis aan verschillen in sterktes tussen bier, wijn en gedestilleerd zowat gemeengoed is, zou dit ook voor de bezoekers van coffeeshops moeten opgaan. In meerdere coffeeshops zag ik dat daar moeite voor gedaan wordt maar zijn, bij het ontbreken van een landelijk gecertificeerd cannabis labtestsysteem, de resultaten te beperkt. Meerdere oproepen naar de landelijke overheid om een dergelijk systeem te faciliteren zijn tot nu toe geweigerd zelfs het verzoek van dat in het kader van de volksgezondheid, laboratoria toegestaan wordt om hasj en wiet uit het coffeeshopcircuit te testen is door de overheid afgewezen!)

Daarnaast wordt geklaagd over snel in- en uitlopende bezoekers die kennelijk alleen voor het kopen van cannabis de coffeeshop bezoeken. Het lukraak op de stoep stallen van fiets of scooter wekt wrevel.

Dezelfde wrevel onder de bewoners is de vervuiling van rondslingerende plastic- wietzakjes, van lege hulzen van voorgedraaide joints en dat vooral bij hangplekken in de buurt. Ondanks dat dit grotendeels veroorzaakt wordt door blowende jongeren (onder de 18 jaar die niet in coffeeshops mogen komen) wordt dit door de bewoners in direct verband gebracht met de nabijgelegen coffeeshops.

Het niet onderscheiden van afzonderlijke ontwikkelingen doet zich nog meer voor. Waar voorheen op het Waterlooplein nog alleen T-shirtjes met een wietlogo verkocht werd en ligt nu in menig souvenirshop kop en schotels met het cannabislogo tot waterpijpen, wietchocola en wietlollies aan toe. Deze uitventerij van cannabis prullaria wordt door veel bewoners als irritant ervaren als onderdeel van de verloedering van de binnenstad gezien, van goedkoop toerisme plus dat het imago versterkt als zou Amsterdam “de drugshoofdstad van de wereld” zijn waarbij de coffeeshop als “vlaggenschip” beschouwd wordt. Dat laatste gaat zelfs zover dat souvenirshops door buurtbewoners vereenzelvigd worden met coffeeshops, zodat in de buurtcafés de gesprekken tussen buurtbewoners het verwijt doorklinkt dat het stadhuis maar van alles toelaat wat betreft drugs van dat er: “steeds maar weer meer coffeeshops bijkomen!”

Tijdens het onderzoek werd ik dan ook met ongeloof aangekeken als ik erop wees dat er juist sprake is van een afname van het aantal coffeeshops in de binnenstad. (Daar waar in hoofdstuk 3.1 al een uitleg is gegeven op de afgelopen decennia gestage afname van het aantal coffeeshops in Nederland heeft zich dat meer recent ook afgespeeld in de Amsterdamse binnenstad. Ten eerste als uitvloeisel van de invoering van een aantal jaren geleden van het verbod op coffeeshops nabij scholen waardoor veel coffeeshops in de binnenstad de deuren hebben moeten sluiten. Hetzelfde vond plaats als uitvloeisel van het beleid van het Upgraden van de Amsterdamse binnenstad als zou dor een forse reductie van het aantal coffeeshops dit de leefbaarheid van die binnenstad ten goede komen. Het valt op dat in de weer recente discussie over de leefbaarheid van de binnenstad verbeterd kan worden nauwelijks terug geblikt wordt op wat de eerdere pogingen aan resultaten hebben opgeleverd.)

Zoals eerder in hoofdstuk 3 beschreven hebben de coffeeshops in de binnenstad en dagelijkse drukte aan bezoekers uit binnen- en buitenland te verwerken. En om die extra toeloop zoveel mogelijk in goede banen te leiden zijn veel coffeeshops overgegaan tot het instellen van een portier annex buurtwatcher. Deze werkers controleren niet alleen de leeftijd van de bezoekers (toegang 18+) maar houden ook een oogje in het zeil in de directe omgeving en grijpen in waar nodig en dat, wat een portier meldde, in overleg met andere ondernemers en buurtbewoners. Zover uit de gesprekken met deze portiers en een aantal omwonenden/college ondernemers opgemaakt kon worden werkt dit systeem naar behoren.

Naast het inzetten van portiers zijn meerdere coffeeshops overgestapt op louter verkoop van cannabis om daarmee op een efficiënte wijze de drukte op te vangen. Maar zoals menig preventie deskundige zal beamen levert een verschraling van de omgeving waar een psychoactieve stof aangeschaft en geconsumeerd wordt geen bijdrage van het in goede banen leiden van het gebruik van diezelfde stof, zowel niet voor de gebruiker als voor de directe (leef) omgeving.

In bijlage 1 worden dan ook een aantal suggesties aangereikt voor wat omschreven kan worden als een Amsterdams coffeeshopbeleid binnen zowel een stedelijk, landelijk als mondiaal perspectief. (deze bijlage is een notitie van wat al in september van vorig jaar naar het Amsterdamse stadhuis is gestuurd).

 

Bijlage:
Amsterdams coffeeshopbeleid binnen zowel stedelijk, landelijk als mondiaal perspectief als bijdrage voor het verbeteren van het leefklimaat van de Amsterdamse binnenstad

Vanaf de jaren zestig is cannabis uitgegroeid tot, na alcohol, het meest populaire genotsmiddel in de wereld. Echter is Amsterdam, als toeristische wereldstad, nog steeds de enige stad in de wereld waar zonder angst voor arrestatie in de publieke ruimte cannabis gekocht en geconsumeerd kan worden. Het is dan ook meer dan logisch dat voor al die wereldwijde liefhebbers van cannabis in leeftijd, sociale klasse en etniciteit de Amsterdamse coffeeshop een unieke plek is wat in eigen stad of land volstrekt ontbreekt. Op basis van deze constatering zou je logischerwijs een enorme, aan Koningsdag afgeleide, dagelijkse overlast in de binnenstad mogen verwachten met een dito aanslag op de Amsterdamse eerstenhulpdiensten voor al die buitenlandse consumenten die, onwennig aan de hier genoten vrijheid geen maat weten te houden in het gebruik van cannabis. Dit beeld is geenszins het geval wat de vraag oproept waarom er in al die decennia nooit onderzoek is gedaan welke mechanismes van invloed zijn dat, ondanks bovenbeschreven potentiële overlastdreiging, het in de praktijk reuze meevalt. Mijn mening hieromtrent is dat het de coffeeshops zijn wat een aantrekkingskracht uitoefent op een deel van het toerisme naar Amsterdam maar dat het diezelfde coffeeshops zijn die het gebruik van cannabis in goede banen leidt En om Koningsdag nogmaals te noemen zijn het de coffeeshops die er op die dag altijd een terughoudend verkoopbeleid op na houden, met daardoor nauwelijks overlast en verhoudingsgewijs ten opzichte van alcohol nauwelijks het inzetten van ambulances.

Een leefbare Amsterdamse binnenstad
Het zijn in mijn ogen al deze aspecten die in ogenschouw genomen moeten worden voor een afgewogen analyse over wat de invloed is van coffeeshops op het leefklimaat van de Amsterdamse binnenstad. Kortom, wordt het niet eens tijd om het coffeeshopbeleid niet te zien als een noodzakelijk kwaad maar als een noodzakelijk goed van dat een leefbare Amsterdamse binnenstad gebaat is bij een integrale visie op het gebruik van cannabis met de coffeeshop als instrument voor het in goede banen leiden van dat gebruik.

Het ontwikkelen van zowel een lokaal (stedelijk) als een regionaal coffeeshopbeleid en dat binnen het perspectief van de snel groeiende mondiale trend in het legaliseren van cannabis is de beste bijdrage voor het realiseren van een toekomst bestendige Amsterdamse binnenstad.

Lokaal:                                                                                                                                                          De eerste invalshoek is onderzoek starten naar de verschillen in functies tussen de coffeeshops in het centrum van de stad en die in de woonwijken Ter herinnering heb ik daarover als niet – wetenschapper in 1994 een rapport geschreven die in menig opzicht nog steeds lezenswaardig is ( Onderzoek naar de sociale functie van 115 Amsterdamse coffeeshops, Adviesburo Drugs 1994). Met een dergelijk onderzoek zal dit ongetwijfeld een beleidslijn opleveren naar een evenwichtig, over de stad verspreid, netwerk van kleinschalige coffeeshops. Wat niet alleen tegemoet komt aan de diversiteit aan liefhebbers van cannabis, (vergelijkbaar met de diversiteit aan liefhebbers van alcohol met dito hun behoefte aan verscheidenheid in soorten cafés), maar ook de toeloop terugdringt op de coffeeshops in de binnenstad

Regionaal                                                                                                                                                   Ten tweede het werken aan een regionaal coffeeshopbeleid. Vanuit alle regionale Amsterdamse windhoeken bezien zijn er nauwelijks tot geen coffeeshops in de regio (met Amstelveen als koploper met nul coffeeshops om ook over onze nieuwe woonwijk IJburg maar te zwijgen) waardoor al die cannabisconsumenten in die regio aangewezen zijn op de Amsterdamse coffeeshops. Het moet toch langzamerhand duidelijk zijn dat het 45 jaar oude, op lokaal niveau, nuloptievestigingsbeleid van coffeeshops een gedrocht is! Onderzocht moet worden of ook de Provinciale overheid een rol kan spelen als bijdrage voor een uiteindelijk over het land evenwichtig gespreid netwerk van lokale coffeeshops. Met als positief bijeffect van, hoe dichter een voorziening gesitueerd is in een omgeving waar de behoefte ligt, hoe minder kans op overlast.

Mondiaal
Ten derde mijn oproep dat Amsterdam over zijn eigen verworvenheden uitstijgt dat na 50 jaar Amsterdamse coffeeshops en 43 jaar Nationaal scheidingsbeleid tussen soft- en harddrugs er eindelijk mondiaal ontwikkelingen op gang komen richting het legaliseren van cannabis. Zowel binnen de internationale instituties, zoals de WHO en de VN, als binnen allerlei samenwerkingsverbanden in de verschillende werelddelen. In Europa, Azië, Noord en Zuid Amerika zijn ontwikkelingen gaande voor het reguleren en legaliseren van industriële producten van Hennep, van productie en verkoop van CBD, van de medisch/therapeutische toepassingen tot het daadwerkelijk legaliseren van het recreatief gebruik van cannabis. Al deze ontwikkelingen voltrekken zich in een stroomversnelling en, nog belangrijker, een niet te stoppen proces, met Canada en steeds meer Staten in de USA als de meest vooruitstrevende landen. In het kielzog van deze ontwikkelingen worden in steeds meer landen in de wereld vergelijkbare horecagelegenheden geopend met die van de Amsterdamse coffeeshops. Zo gaan steeds meer bestuurders en beleidsmakers in landen waar de legalisering van cannabis op de agenda staat na een bezoek aan Amsterdam terug naar eigen land met de overtuiging dat de coffeeshop een effectief instrument is in het integreren van die legale cannabis in het lokale horecabeleid.
Het moge duidelijk zijn van dat deze mondiale ontwikkelingen zijn weerslag zal krijgen op een geleidelijke afname van de internationale toeloop op de Amsterdamse “binnenstadcoffeeshops”. Met geoefende ogen en oren is deze ontwikkeling al waar te nemen uit beschrijvingen van toeristen dat zij meer en meer in eigen land van vergelijkbare voorzieningen gebruik kunnen maken als de Amsterdamse coffeeshops. Deze ontwikkeling speelt zich al veel prominenter af aan de oostgrens van Nederland van dat door steeds meer steden in Duitsland met “informele” coffeeshops de toeloop op de coffeeshops in de grenssteden afneemt.
De komende jaren zal deze afname aan buitenlandse cannabisconsumenten op Amsterdam ongetwijfeld doorzetten zodat de Amsterdamse coffeeshop steeds meer dezelfde functie krijgt als het café van het in plaats van alcohol het onder gelijkgestemden in een sociale setting consumeren van cannabis. Een in alle opzichten de meest effectieve methode van het in goede banen leiden in het gebruik van een psychoactieve stof.
De coffeeshop als normale horecaonderneming.
Bovenbeschreven beleidslijnen richting een integraal coffeeshopbeleid valt en staat bij het legaliseren van de achterdeur van coffeeshops. Helaas komt de opzet die de regering gekozen heeft met haar experiment voor die legalisering in geen velden of wegen tegemoet aan hoe die legale achterdeur er idealiter uit moet zien ( het vergt voor deze notitie te lang om dit nader toe te lichten). Maar even belangrijk is dat door de gekozen opzet van het experiment het Amsterdamse softdrugs- en coffeeshopbeleid voor de komende 6 – tot 7 jaar onwrikbaar in beton gegoten zit met geen enkele mogelijkheid om de nu al decennia verstikkende AHOJ-G criteria voor coffeeshops open te breken om over de andere noodzakelijke vernieuwingen van het cannabisbeleid maar te zwijgen zoals het onder de Warenwet plaatsen van CBD. Een dergelijke stilstand is niet alleen fnuikend voor het softdrugs- en coffeeshopbeleid maar ook voor de beleidsontwikkeling van de Amsterdamse binnenstad.

August de Loor,
Adviesburo Drugs, September 2019

 

Bezoekerspatronen in 11 coffeeshops in de binnenstad van Amsterdam

Citaat uit het onderzoek naar de bezoekerspatronen in 11 coffeeshops in de binnenstad                                                                             van Amsterdam

Oftewel wat klopt er van dat coffeeshops laagwaardig toerisme aantrekt en dat dit voor overlast zorgt

“Als wij in ons land waar en wanneer dan ook met elkaar zijn en een joint willen roken moeten we eerst op (onzeker) pad en zijn we altijd afhankelijk van mannen: de contactpersoon is een man, de dealer is een man en ook bij het onderhandelen over de prijs en het nee zeggen van geen interesse hebben in andere (lees hard) drugs moeten we opboksen tegen een man. Hier in de coffeeshop in Amsterdam is al dat gedoe en gestress volkomen afwezig met, kijk om je heen, veel vrouwelijk en vooral vriendelijk personeel. Wat een verademing!”  

Citaat van een groep meiden uit Manchester (Engeland) in coffeeshop The Bulldog op het Leidseplein

August de loor

Stichting Adviesburo Drugs

Onderzoek vond plaats in okt en nov 2019 en begin januari verschijnt het rapport